|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Overzicht Griekse Muziek in April 2012
Petar Ralchev & Dimos VougioukasBalkan Accordion Stars Deze twee accordeonisten zijn in hun land van afkomst grote muzikanten, de ene in Bulgarije en de andere in Griekenland. Vertrekkend vanuit een grondige kennis van de eigen traditionele muziek als basis, hebben beide heren hun grenzen steeds verder gelegd. Petar Ralchev (Bulgarije) en Dimos Vougioukas (Griekenland) spelen accordeonmuziek uit de Balkanlanden, gipsy-muziek en eigen composities met ruimte voor improvisatie.
Op de site sinds: 15/03/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Makis SeviloglouAnchors De sympathieke zanger, componist en bouzouki -speler Makis Seviloglou was in oktober 2010 voor een mini-tour in Nederland. Hij nam er ook een nieuwe cd op " Anchors ", die live werd gepresenteerd in Lux in Nijmegen. De man die dit alles mee hielp realiseren is Wout Pennings, zelf zanger en gitarist en weg van Griekse muziek. Ook het talrijk opgekomen publiek reageerde enthousiast. Het vervolg laat zich natuurlijk al raden... In het voorjaar van 2012 komt er een tweede tour in België en Nederland . De data en plaatsen staan hieronder. Het lijstje lijkt nu (26.2.2012) volledig. Voor meer uitleg over de man, de muziek en de cd verwijzen we u naar onze oktober 2010-pagina en naar de biografie die we toen over Makis Seviloglou schreven. Aandachtige Griekse concertgangers zal het misschien niet ontgaan zijn dat Charis Alexiou , onlangs nog op Europese tour in mei en juni 2011 , een aantal liedjes van Makis Seviloglou in haar repertoire en op recente cd's heeft opgenomen, zo is bijvoorbeeld " Tha megalonoume mazi " een lied van Seviloglou . Ook de vaste violist in het orkest van Charis Alexiou , Thanos Giouletzis, zal een bekend gezicht geweest zijn, want ook hij was mee met Makis Seviloglou in oktober 2010 in Nederland. Voor deze nieuwe tournee kon Dimitris Lappas overhaald worden om deel te nemen als 'special guest'. In Griekenland is hij bekend als bouzouki-speler maar ook als gitarist. Hij werd geboren in Australië in 1973, leerde er bouzouki spelen van zijn vader toen hij vier was, en op zijn zevende deed hij daar gitaarlessen bovenop. In 1984 keerde hij terug naar Griekenland, in 1997 ging hij een tijdje naar Bulgarije en sinds 2006 woont hij in Istanbul. Toch is hij regelmatig terug in Griekenland, waar hij samenwerkt met heel wat bekende artiesten. In 2010 verzorgde hij een hele reeks optredens met Lizeta Kalimeri , als duo zang/gitaar. En in november vorig jaar zat hij als gitarist nog op een aantal grote podia in zijn geboorteland Australië, voor een tournee met Charis Alexiou , samen met Makis Seviloglou en opnieuw Lizeta Kalimeri . Tot nader order, en tot ontegensprekelijk later bewijs van het tegendeel, zal de band er deze keer als volgt uitzien:
Van de vorige tournee, meer bepaald van het concert in Nijmegen, werd een dvd gemaakt. Voor de nieuwe cd van Makis Seviloglou - zijn derde al - is het nog even wachten, de eerste exemplaren zouden in september 2012 van de persen rollen. Deze keer zal er geen eigen werk van hem op staan maar wel ... traditionele muziek uit Epirus. Tijdens zijn concerten geeft hij alvast een voorsmaakje, en een verklaring voor dit op het eerste zicht merkwaardige fenomeen staat in onze (bijgewerkte) biografie van Makis Seviloglou (helemaal onderaan, voor wie ze al gelezen heeft).
Op de site sinds: 16/06/2011 Terug naar het begin van deze pagina. Ensemble "En Chordais"Het muzikaal ensemble En Chordais ( Εν Χορδαίς ) is in zekere zin het topje van een ijsberg. De rest van die berg bestaat dan uit de gelijknamige vzw die zich toelegt op de muzikale tradities van Griekenland. Daarmee bedoelen ze vooral drie dingen: de Byzantijnse liturgische muziek, de Griekse traditionele muziek en de Oosterse klassieke muziek. Ze hebben een bijzondere belangstelling voor de gemeenschappelijke elementen in de verschillende culturen in het oostelijke Middellandse-Zeegebied en voor de manier waarop er vandaag met die traditie omgegaan wordt. Ze doen er onderzoek naar, ze documenteren en bestuderen wat ze vinden en ze publiceren boeken en cd's. Daarnaast organiseren ze concerten en andere culturele evenementen. En dan hebben ze nog een muziekschool ook. Het is tegen die achtergrond dat het ensemble moet gezien worden. De vereniging is erg actief en dat maakt dat de vergelijking met de ijsberg alleen in het buitenland opgaat. Daar heeft men recent het ensemble ontdekt maar de rest blijft onzichtbaar. In Griekenland daarentegen is de vereniging En Chordais wel degelijk goed zichtbaar aanwezig in het culturele landschap, zelfs al is ze gevestigd in Thessaloniki en niet in Athene. De cijfers liegen er niet om: 5000 studenten opgeleid, 25 onderzoeksprojecten afgerond, 11 boeken en 29 cd's uitgegeven, 300 evenementen georganiseerd. Het ensemble heeft tot nog toe 500 concerten gegeven. En de tellers blijven tikken. De vereniging werd in 1993 opgericht en is dus goed op weg naar haar twintigste verjaardag. Pas in 2006 kreeg ze internationaal enige erkenning, en wel door een nominatie voor de "Sharjah" prijs van de UNESCO. Die prijs wordt elk jaar toegekend aan personen die zich speciaal ingezet hebben voor de verspreiding van de Arabische cultuur. Eigenlijk is het een dubbele prijs: de ene gaat naar iemand uit een Arabisch land, de andere naar iemand van buitenuit. De Griekse groep viel niet in de prijzen maar er waren dan ook 40 nominaties uit 23 landen. De echte internationale doorbraak kwam er in 2008, toen het muzikaal ensemble op het "Babel Med" festival in Marseille de prestigieuze “Prix France Musique des Musiques du Monde” in de wacht sleepte. De prijs is goed voor een cd bij het label OCORA (in hun geval werd dat " Εn Chordais, Μusique d'Αsie Μineure et de Constantinople ") maar de laureaat verschijnt ook wereldwijd op het radarscherm van iedereen die professioneel met wereldmuziek bezig is. Het gevolg is dat En Chordais de laatste jaren niet weet waar eerst optreden. Voor deze prijs waren er 850 kandidaten, en dat zegt zowel iets over de kwaliteit van En Chordais als over het prestige van de prijs zelf. Eén van de oprichters en nog altijd een drijvende kracht achter En Chordais is muzikaal directeur Kyriakos Kalaïtzidis ( Κυριάκος Καλαϊτζίδης ). Zijn visie op het Griekse muzikale erfgoed is helder en duidelijk: de wortels ervan liggen in het oosten, en het wordt hoog tijd dat we het bevrijden uit het keurslijf van het goedkope amusements-sfeertje waarin het nu al vele decennia gewrongen zit. Zo simpel is dat. Het is niet moeilijk te zien waar dat vandaan komt. Zijn ouders zijn allebei afkomstig uit Klein-Azië: de ene uit de Pontos, de andere uit Cappadocië. Als kind al had hij belangstelling voor Byzantijnse muziek en hij zat vaak met zijn neus in het psalmenboek. Later ging hij Byzantijnse muziek studeren. Hij behaalde het diploma van muziekleraar en hij is ook cantor. Vanaf zijn twintigste legde hij zich toe op de outi . De voornaamste muziekinstrumenten die in de Klein-Aziatische kuststeden gebruikt werden zijn de politiki lyra ( kemençe rumi ), later geleidelijk vervangen door de viool , maar ook outi , kanonaki en santouri . Voornamelijk snaarinstrumenten (chordofonen) en dat is precies de betekenis van de naam van dit ensemble " En Chordais ". Ze werden aangevuld met percussie-instrumenten zoals bendir , toumbeleki , zilia en houten lepels. Voor deze concerten zou de bezetting er als volgt uitzien:
De drie concerten hieronder zijn een onderdeel(tje) van een heuse "Europese tournee", die van 1 tot 30 april loopt en in totaal twintig (!) concerten omvat. De 17 andere optredens, allemaal in Duitsland, hebben we niet opgenomen, ook al zijn er enkele locaties net over de grens, zoals Düsseldorf (4 april) of Aachen (7 april).
Op de site sinds: 20/06/2011 Terug naar het begin van deze pagina. Paascursus Griekse dansMet Kyriakos Moïsidis Tijdens het Paasweekend organiseert Marja Roorda opnieuw een cursus Griekse dansen, met vooral aandacht voor Pontische en Macedonische dansen. De leraar van dienst is Kyriakos Moïsidis uit Thessaloniki. Over hem leest u meer op onze november 2010 pagina, naar aanleiding van een cursus die hij toen gaf op initiatief van de vereniging "Balkan Brugge". Een week vóór deze Paascursus geeft hij ook al stage in Utrecht (zie hiervoor onze maart 2012 pagina). Op zaterdagavond is er live-muziek met Kompania Siga .
Op de site sinds: 31/01/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Zongora QuartetBalkan- en zigeunermuziek Zongora is een Balkan-groep van eigen bodem die in Brussel zeer actief is in het live circuit. De leden hebben een verschillende achtergrond, maar delen eenzelfde passie voor de muziek uit Oost-Europa. De initieel traditionele muziek onderging sinds het ontstaan van de groep in 2006 reeds verschillende invloeden, afhankelijk van de leden, hun achtergrond en hun respectievelijke instrumenten. Sinds kort maakt de in Brussel gevestigde Griekse accordeonist Dimos Vougioukas deel uit van Zongora, zodat het repertoire, aanvankelijk vertrekkend vanuit het hart van de Balkan, nu wat meer uitdeint naar het zuiden van het schiereiland en de Middellandse Zee. Huidige bezetting:
Dit is dezelfde bezetting als op het "Balkanology" concert met Dimos Vougioukas in december 2011 in de Art Base.
Op de site sinds: 15/03/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Music4GreeceAsymmetri Kompania & Friends Tweede concert van een reeks benefietavonden met de Asymmetri Kompania & Friends ten voordele van hulporganisaties in Griekenland. Meer informatie over dit project vindt u op onze maart 2012-pagina . De gasten die de Asymmetri Kompania voor vanavond uitnodigden zijn de leden van het groepje " Somebody Knows ". Zij spelen jazz en blues. en dat doen ze met sax, piano en gitaar. Het groepje bestaat uit:
Zij spelen van 20 tot 21 uur, na de pauze neemt de Asymmetri Kompania over. Het ingezamelde geld zal de dag nadien overgemaakt worden aan de volgende organisaties:
De volgende concerten in de reeks zijn gepland voor 9 en 30 mei , 27 juni en 15 juli .
Op de site sinds: 15/03/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Irini Derebei en Karolos KouklakisMuziek uit Kreta Het is lang geleden dat er nog Kretenzische muziek te horen was in de Art Base in Brussel. Dit seizoen maken ze dat weer goed met twee concerten waarop deze muziek centraal staat. Beide zijn complementair: in juni 2012 komen Yorgis Xylouris en zijn zoon Nikos tonen hoe de jongere generatie voortbouwt op de traditie. Maar eerst, in april, gaan twee andere vertegenwoordigers van diezelfde generatie op zoek naar hetgeen voorafging, naar de oorsprong en de evolutie die deze muziek de laatste honderd jaar doormaakte, en hoe ze de dag van vandaag had kunnen klinken. De twee muzikanten die deze taak op zich nemen zijn:
Betere gidsen zijn nauwelijks denkbaar. Niet alleen zijn het allebei muzikanten van topklasse, ze verdiepen zich ook al meer dan twintig jaar in deze materie. En het programma van dit concert heeft al meer dan een jaar proefgedraaid in Griekenland, in verschillende varianten. Irini Derebei ( Ειρήνη Δερέμπεη , °Athene 1977) was amper veertien toen haar stem voor de eerste keer op plaat geperst werd, op de lp "Mismagiá" waarop ook Gerasimos Andreatos zijn debuut maakte. Het was een album van de musicoloog en componist Petros Tambouris, met (reconstructies van) stadsliederen uit de zeventiende tot de negentiende eeuw, dus helemaal aan het begin van het betere Griekse lied. Die liederen werden in kringen van de "betere burgerij" gezongen en de Griekse teksten bevatten veel leenwoorden, vooral uit het Frans. De muziek is eerder Perzisch, maar toch ook met duidelijke invloeden van de Byzantijnse en ... Kretenzische muziek. Ook Nikos Xydakis zingt mee, en in het rijtje muzikanten vinden we Periklis Papapetropoulos en Sokratis Sinopoulos . Dit belangrijke album werd een paar keer heruitgegeven. Een goed begin is het halve werk, zegt men, en er zouden voor Irini Derebei inderdaad nog een twintigtal andere platen volgen (of misschien meer, wij zijn in elk geval de tel kwijt). Amper twee jaar na haar debuut, in 1993, wordt ze voor het eerst live ingeblikt, op een opname van het tweede "Festival Kritikis Mousikis kai Tragoudiou" (Festival voor Kretenzische muziek en zang). Daar was een goede reden voor: ze had er namelijk de eerste prijs gewonnen voor de beste vertolkster. Ze was toen zestien. Dat festival was meteen ook het begin van haar samenwerking met de lyra-speler Zacharias Spyridakis en de luitspeler Karolos Kouklakis . Samen met Angeliki Xekalaki richtten ze het groepje " Παλαιινά Σεφέρια " ( Paleïna Seféria ) op. Ze willen daarmee onderzoek doen naar de traditionele muziek van Kreta: waar komt die vandaan, hoe evolueerde ze gedurende de laatste paar eeuwen, en waar gaat ze naartoe? Hun visie op dat alles blijkt uit hun eerste cd, met dezelfde naam als het groepje, die in december 1999 verscheen. Daar staan enkele nummers op uit de periode tussen de twee Wereldoorlogen, onder andere van de bekende Stelios Foustaliéris , maar ze hebben er ook wat eigen werk aan toegevoegd, waarin ze verder bouwen op de traditie. Eén van die nummers is natuurlijk datgene waarmee ze in 1993 die eerste prijs in de wacht sleepten. Er zouden voor Paleïna Seferia nog een paar cd's volgen, met regelmatige tussenpozen, maar het groepje wordt ook heel veel gevraagd voor optredens (tot in het Megaron Mousikis van Athene) en op die manier had hun visie natuurlijk nogal wat invloed. Het zou misschien overdreven zijn om de heropleving van de Kretenzische traditionele muziek volledig op hun rekening te schrijven, maar het is bijvoorbeeld interessant dat een Stelios Petrakis uitgerekend in 1993, het jaar waarin de groep opgericht werd, naar Athene kwam en daar ging studeren bij Zacharias Spyridakis . En als het over dat thema gaat is ook de naam van Ross Daly nooit ver weg. Het verbaast dus niet dat er ook tussen hem en Paleïna Seferia connecties zijn, al was het maar omdat ze vaak samen optraden. De groep heeft dus zonder twijfel een fikse bijdrage geleverd aan de hedendaagse Kretenzische muziek. Paleïna Seferia wordt trouwens, samen met Ross Daly en Periklis Papapetropoulos en nog enkele anderen, beschouwd als één van diegenen die de boulgari ( bulgarí ) weer van onder het stof haalden. Dat tokkelinstrument werd vroeger veel gebruikt op Kreta maar het verdween samen met de laatste grootmeester op het instrument, Stelios Foustalieris (1911-1993). De jongeren hadden gelukkig nog enkele oude plaatopnamen beschikbaar en zo pakten ze de draad weer op. Voor hun graafwerk in het verleden van de Kretenzische muziek vonden de leden van Paleïna Seferia een bondgenoot in de persoon van Stefanís Níkas , beter bekend als papa-Stefanis . Deze priester is een rasechte Kretenzer (° Rethymno 1970) die enkel van zijn geliefkoosde eiland vandaan kwam om in Athene theologie te gaan studeren. Hij stamt uit een muzikale familie en ook hij bestudeert de traditionele Kretenzische muziek, vaak bij de mensen thuis. Veel van de teksten, waar Paleïna Seferia nieuwe composities onder monteert, zijn door hem boven water gehaald. Maar de man kan zelf ook meer dan behoorlijk zingen en hij speelt mandoline als de besten, vandaar dat je hem vrij vaak op allerlei podia ziet zitten. Irini Derebei kwam niet zonder bagage aan boord van de groep Paleïna Seferia . Ze had integendeel voor een stevige theoretische basis gezorgd. Ze was een leerlinge van het befaamde muzieklyceum van Pallini, een van die scholen waar naast het gewone lessenpakket nog eens evenveel uren aan muziekonderwijs besteed worden, met uitstekende resultaten. Ze volgde daar tambouras , politiko laouto , kaval (zie voor meer uitleg bij flogera ) en traditionele zang. Later volgde ze nog Byzantijnse muziek en harmonie aan het conservatorium van Athene. In 1995 werkt ze mee aan het deel "Percussie" in de reeks "Greek traditional instruments", die alweer onder leiding staat van Petros Tambouris. Ze zingt daarop twee nummers, begeleid door Andreas Pappás en Vangelis Karipis . Andere bekende namen zijn Yorgos Amarantidis en Katerina Papadopoulou . Je zou verwachten dat de twee nummers, die Irini Derebei op deze cd zingt, Kretenzisch zijn, maar dat zijn ze niet, ze komen uit Thracië. Dat gebeurt wel vaker. Het zal bijvoorbeeld niet verbazen dat Paleïna Seferia (en dus ook Derebei ) meewerkten aan het deel "Kreta" van de bekende reeks cd's met de titel "Ellines Akrites " (Hoeders van het Hellenisme). Maar op het deel over "Chios, Mytilini, Samos en Ikaria" zingt Irini ... een liedje van Samos en twee van Ikaria. En ook op het deel "Patmos, Kalymnos, Leros, Kos" is haar stem te horen. Een dergelijke brede basis komt natuurlijk van pas als je de evolutie van de Kretenzische muziek gaat bestuderen. Kreta mag dan in geografisch opzicht een eiland zijn, op cultureel vlak waren er wel degelijk invloeden van andere tradities en het is niet altijd even eenvoudig om daar de vage sporen van te herkennen. Maar Irini Derebei beperkt zich niet tot de traditionele muziek alleen. In 2000 staat ze op het podium in de prestigieuze Megaron Mousikis in Athene. Daar presenteert Nikos Mamangakis zijn jongste werk, "Love's Sacred Songs", dat bestaat uit 30 composities op teksten van grote Griekse dichters, van Sappho over Vincenzo Kornaros en Yorgos Seferis tot Vasilis Vassilikos. Ze moet niet alles alleen zingen, ook Savina Yannatou , Eleftheria Arvanitaki , Dimitris Kontogiannis, Sofia Papazoglou , Michalis Tzouganakis en nog een paar anderen doen mee. Twee jaar later, in 2002, zingt ze opnieuw op een cd van Nikos Mamangakis , "Δρόμοι της νύχτας" (Dromi tis nichtas, Wegen van de nacht), samen met Dimitris Kontogiannis. In 2010 zingt ze alweer op een cd van Nikos Mamangakis , "Rizitika". De lyra wordt bediend door Lefteris Andriotis. En in 2011 zong zij nog maar eens voor Mamangakis , deze keer voor zijn cd "Το τραγούδι του Μπελογιάννη και της Έλλης Παππά" (To tragoudi tou Belogianni kai tis Ellis Pappa, Het lied van Belogiannis en Elli Pappá), waar ook Savina Yannatou aan meewerkte. Deze cd heeft geen raakvlakken met Kretenzische muziek, eerder met de rembetika . De inspiratie voor deze composities putte Mamangakis uit de geschiedenis van Nikos Belogiannis, de communistische verzetstrijder die in 1952, in volle Koude Oorlog, terechtgesteld werd, gewoon omdat hij ... communist was. De schrijfster Elli Pappa, zijn kersverse echtgenote, werd samen met hem gearresteerd en ter dood veroordeeld. Zij werd echter niet geëxecuteerd omdat ze in de gevangenis bevallen was van hun eerste kindje. Dat was niet zozeer om humanitaire redenen, maar wel omdat de executie van Belogiannis in het buitenland al te veel stof had doen opwaaien. Uit de hele wereld waren protesten gekomen tegen het lot van "de man met de anjer" (zoals hij bekend stond) en de Griekse regering wou het niet nog erger maken. Pappa bleef nog wel twaalf jaar opgesloten, ze kwam pas vrij in 1964. Toen de Kolonels in 1967 hun staatsgreep pleegden werd ze prompt weer opgepakt en in een concentratiekamp op het beruchte eiland Yaros opgesloten. Haar kindje, een zoon, werd opgevoed door haar zus, Dido Sotiriou. Die is in het buitenland beter bekend, vooral van haar roman "Matomena Chomata" (Bebloede Aarde). Dat alles illustreert nog een ander opvallend kenmerk van Irini Derebei . In artiestenkringen zijn samenwerkingen vaak eenmalig, of ze zijn geen lang leven beschoren, maar bij haar is dat niet het geval. Bijna twintig jaar in Paleïna Seferia , meer dan tien jaar met Nikos Mamangakis ... En daar blijft het niet bij. De laatste jaren ging ze al een paar keer in zee met de componiste en pedagoge Tatiana Zografou Zo zong Irini Derebei enkele liedjes op de cd "Δεν βιάζομαι να μεγαλώσω" (Den viazome na megaloso, Ik heb geen haast om groot te worden), een kinderplaat ("voor grote en kleine kinderen"), door Zografou uitgebracht in 2007. Andere bekende zangers zijn o.a. Vangelis Germanos en Dionysis Savvopoulos . Met zijn vertolking van een wiegeliedje ontneemt deze laatste zijn fans (of toch diegenen die zo naïef waren om te denken dat ze van hem nu toch wel alles gezien hadden) hun laatste zekerheid in dit leven. En ook hier komt er een vervolg op de samenwerking met Tatiana Zografou , in 2011 op "Μ' έναν τρόπο μυστικό" (M'enan tropo mystiko, Op mysterieuze wijze). Irini staat op de hoes in het illustere gezelschap van Alkinoos Ioannidis , Sofia Papazoglou , en Kostas Vomvolos (die inderdaad ook meer dan behoorlijk kan zingen). Het zal duidelijk zijn dat noch Zografou , noch Mamangakis beroep doen op Derebei "omdat ze niemand anders kunnen krijgen". En het zal ook duidelijk zijn dat Derebei niet alleen overtuigt in het traditionele genre. Toch blijft dat haar ding, meestal samen met Karolos Kouklakis . In 2006 zijn ze van de partij als het - intussen befaamde - Orkest voor Traditionele Muziek opgericht wordt. Het wordt " Thria " (Troje) gedoopt en het bestaat uit niet minder dan veertien muzikanten, omdat het al de verschillende stijlen van de traditionele Griekse muziek moet gaan spelen. Bij hen een paar grote kanonnen, die doorgaan voor de besten op hun gebied: zo bijvoorbeeld de twee klarinetspelers Nikos Filippidis en Alexandros Arkadopoulos , de violist Yorgos Marinakis , de slagwerker Kostas Meretakis , en de outi -speler Thomas Konstantinou . De anderen zijn soms minder bekend bij het grote publiek maar daarom niet minder getalenteerd. Het nieuwe orkest maakt dan ook al meteen een diepe indruk. Het is een initiatief van de gemeente Aspropyrgos, op 20 kilometer van Athene, en gelukkig zijn er daar in deze crisistijden toch nog wat fondsen beschikbaar, want in de zomer van 2011 speelde het daar nog een heus dorpsfeest dat tot in de vroege uurtjes duurde. In maart 2011 begeleidden Derebei en Kouklakis samen met Kyriakos Gouventas ( viool ) en Andreas Tsekouras ( gitaar ) de bekende Solon Lekkas bij zijn optredens met amanedes en andere liederen van Klein-Azië in de club Avlaia in Athene. (Ook Lekkas was al in de Art Base, in januari 2011 en later nog eens in oktober 2011 .) In oktober 2011 nodigde Kyriakos Gouventas hen opnieuw uit voor optredens in dezelfde club, deze keer bijgestaan door Theodora Athanasiou. De titel van het programma was nu "Aroma Anatolis" en dat zal allicht geen vertaling behoeven. (Ook Athanasiou was al in de Art Base met haar "Giouf Trio" in februari 2012 , en ze komen terug in september 2012 .) In december 2011 verzorgden Derebei en Kouklakis samen met Kostís Avyssinós in Athene een programma met Kretenzische muziek van "verleden tot heden", dat allicht vergelijkbaar is met wat ze in de Art Base zullen brengen. Een maand later deden ze ongeveer hetzelfde maar dan zonder Avissinos . En in januari was er nog een andere variante te horen, deze keer met de bariton Vasilis Tzortzinis en de percussionist Manousos Klapakis . We zouden daar nog wat samenwerkingen met erg uiteenlopende namen als Chronis Aidonidis , Thanasis Papakonstantinou, Michalis Nikoloudis of Marios Frangoulis kunnen aan toevoegen, en misschien nog tien of twintig andere platen, maar het zal zo ook wel duidelijk zijn dat deze dame heel wat in haar mars heeft. In vergelijking met al dat geweld komt Karolos Kouklakis ( Κάρολος Κουκλάκης , ° Athene 1967) er op het eerste zicht nogal bekaaid van af, toch op deze pagina, maar dat is natuurlijk omdat je als instrumentalist nu eenmaal minder in de kijker loopt dan als zanger of zangeres. Maar vergis u niet: ook hij is van topklasse. Hij begon als autodidact toen hij op zijn veertiende bouzouki begon te leren, en in 1985 deed hij dat nog eens over op de bulgarí , de Kretenzische laouto en de politiko laouto , later gevolgd door de outi en de mandoline . Toen vond hij dat het tijd was om er wat theorie tegenaan te gooien en dus ging hij Byzantijnse muziek studeren bij niemand minder dan Simonas Karas , en later bij andere groten als Ioannis Arvanitis . Amper enkele jaren later was hij al klaar om zijn kennis van de traditionele instrumenten over te dragen aan de volgende generatie. Sinds 1989, en dat tot op heden, geeft hij les aan het muzieklyceum van Pallini (waar ook Irini Derebei studeerde) en van 1994 tot 1999 was hij als docent verbonden aan verschillende conservatoria in Athene en Piraeus. Dat zijn talent al vrij vroeg opgemerkt werd blijkt bijvoorbeeld uit een muziekcassette uit 1994 met kalanda , de traditionele liedjes die de kinderen zingen in de periode van Kerstmis en Nieuwjaar. Het was een uitgave van een (toen pas opgerichte en vijf jaar later alweer opgedoekte) plaatselijke vereniging. De cassette was bedoeld als kerstgeschenk en er werden amper duizend exemplaren van gemaakt, maar ondanks de bescheiden middelen staan er op de wikkel toch heel wat namen die vandaag de dag klinken als een klok: Katerina Papadopoulou , Vangelis Karipis , Periklis Papapetropoulos , Charis Lambrakis enzovoorts, en dus ook Karolos Kouklakis . De reden is niet ver te zoeken: de leiding van de vereniging was in handen van mensen die wisten waar je de beste mosterd moest halen: Michalis Grigoriou, Yannis "Bach" Spyropoulos (voor de jazz) en Yorgos Kouroupos (voor klassiek). Met zijn laouto begeleidde hij in 2004 Zacharias Spyridakis tijdens de slotceremonie van de Olympische Spelen in Athene. Verder staat zijn naam in kleine lettertjes op een hele reeks cd's, onder andere van Chronis Aidonidis en Domna Samiou , en er zijn natuurlijk ook de ontelbare concerten van Paleïna Seferia , in binnen- en buitenland.
Op de site sinds: 15/03/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Balkan Trafik FestivalMet o.a. Manolis Pappos Het Balkan Trafik Festival is inmiddels al aan zijn zesde editie toe, en de drie vorige afleveringen hadden telkens een Griekse bijdrage. Het festival leek goed op weg om een vaste plaats te verwerven in de agenda van Griekse muziekliefhebbers, maar helaas blijken ze dat niet waar te kunnen maken. Het festival blijft interessant omwille van de sfeer en de gezelligheid, maar speciaal voor de muziek - of toch voor de Griekse muziek - gaat u er misschien beter niet naartoe. Dat is jammer, want ook voor deze editie hebben ze weer een paar grote vissen gevangen in de persoon van Manolis Pappos en Anatolí Margióla . Manolis Pappos ( Μανώλης Πάππος ) wordt algemeen beschouwd als één van de belangrijkste bouzouki -spelers van de laatste decennia. Dat komt niet alleen door zijn onbetwistbare virtuositeit, maar ook omdat hij een eigen stijl en een eigen klank heeft. Toch is hij niet iemand die kost wat kost zijn eigen ding wil doen, integendeel. Hij kan zich zonder moeite inleven in de denkwereld van de grote componisten. Bij hem klinkt een Chiotis dus als Chiotis , een Theodorakis als Theodorakis , en niet "zoals zij het zouden geschreven hebben als ze even geniaal waren geweest als hijzelf", een valkuil waar al heel wat minder begaafde "genieën" ingetuimeld zijn (gelukkig - voor hen - meestal zonder dat zelf te beseffen). Door dat inlevingsvermogen geldt Pappos als een "sostós ermineftis" . Letterlijk is dat een "juiste vertolker", maar de Grieken gebruiken "sostos" zowel voor een correct antwoord als voor een goede vriend (van het soort dat je in de nood leert kennen), en iemand "sostos" behandelen is hem of haar correct behandelen. Een liedje "sostos" vertolken betekent dan dat je het volledig tot zijn recht laat komen. Er zijn vele duizenden goede bouzouki -spelers in Griekenland maar daar zijn niet zo veel "juiste vertolkers" bij. De meesten specialiseren zich dan nog in één bepaalde muzieksoort en dan is dat al niet eenvoudig. Maar Manolis Pappos speelt alles wat er op een bouzouki te spelen valt: rembetika , endechna , laïka , ... en dat alles even "sostos" en even virtuoos. Door dit alles zit hij vaak op het podium met de allergrootste zangers en zangeressen, hij staat op een duizelingwekkend aantal platen en cd's, en hij is vaak op televisie te zien. Eén en ander geeft hem uiteraard ook een enorme zichtbaarheid en op die manier heeft hij een zeer grote invloed gehad op de manier waarop de bouzouki vandaag de dag gehanteerd wordt in Griekenland. Al sinds het prille begin van de platenindustrie, toen de zangers en zangeressen ook namen kregen, worden er nummers speciaal op maat geschreven voor een bepaalde vertolker, en dus impliciet ook voor diens vaste begeleiders. Dat is vandaag de dag niet anders, en veel recent werk werd daarom gecomponeerd met Pappos in het achterhoofd. Je mag dan ook zonder al te veel overdrijven stellen dat hij mee het uitzicht van de muziek van de jaren '80 en '90 heeft bepaald. Ter illustratie een kleine greep uit de lange lijst van samenwerkingen, in willekeurige volgorde: Yorgos Dalaras (met wiens European Tour hij in mei 2001 ook hier te zien was), Nikos Papazoglou (o.m. op de cd "Synerga" uit 1990), Eleftheria Arvanitaki , Glykeria , Yannis Kotsiras , Babis Tsertos , Eleni Vitali , Dimitra Galani , Sokratis Malamas , Eleni Tsaligopoulou , Dimitris Papadimitriou, Mikis Theodorakis (voor diens opera Lysistrata), Stavros Xarchakos , Areti Ketime , Lizeta Kalimeri , Thanasis Papakonstantinou en - zoals dat dan heet - vele, vele anderen. Een samenwerking met elk van deze mensen afzonderlijk wordt met vette letters in het cv van iedere muzikant vermeld, en de meesten kunnen er enkel maar van dromen. Voor zo'n baantje staan de goede muzikanten immers in rijen aan te schuiven, en de grote sterren kunnen zich veroorloven om daar de beste van de besten uit te kiezen - dat zijn ze ook aan zichzelf en hun publiek verplicht. Het is dan ook niet zonder betekenis dat Pappos al die namen in zijn cv heeft staan. Een andere referentie die kan tellen is het immens populaire tv-programma "Κυριακάτικο τραπέζι" ( Kyriakatiko trapezi , Zondagse tafel), waar hij jarenlang aan meewerkte. De presentator nodigde elke zondag een gast uit, meestal een zanger of zangeres, die dan uitgebreid aan het publiek voorgesteld werd. De man selecteerde met kennis van zaken (hij is zelf muzikant) en zijn keuzes waren altijd interessant en vaak tegendraads. Hij kwam niet zelden met onbekende namen die dan na de uitzending ineens niet onbekend meer waren. Drie jaar geleden, in maart 2009, werd de reeks onverwachts afgebroken, en later wist de schandaalpers ook waarom: de presentator zou op financieel gebied minder tegendraads geweest zijn. Hij zou geprofiteerd hebben van de graaicultuur en het gebrek aan controle binnen de staatszender ERT, onder meer om zich voor elke uitzending twee keer te laten betalen: één keer als medewerker van de ERT, en een tweede keer als eigenaar en directeur van het productiehuis waaraan de uitzendingen uitbesteed waren. Er zijn nog meer beschuldigingen, die niet allemaal even overtuigend klinken, maar het lijkt vast te staan dat een aantal van de medewerkers een hele tijd niet meer betaald waren. Hoe dan ook, wat er in deze context toe doet is dat Manolis Pappos daar jarenlang de muzikale leiding had. Dat hield in dat hij elke week opnieuw arrangementen moest maken voor de meest uiteenlopende liedjes in alle mogelijke genres, en dat hij met zijn orkestje die dan nog moest spelen ook, ter begeleiding van de gastzanger of -zangeres. En het ging dan niet over één liedje per keer, maar wel om een mini-concert dat doorgaans een half uur of langer duurde en dat bovendien nog live uitgezonden werd ook. Als je dan bedenkt dat veel muzikanten - ook goede - wekenlang keihard moeten werken om één nummer onder de knie te krijgen, dan zegt dat toch wel iets over het niveau van Pappos en zijn mensen. Als je dan ook nog bedenkt dat ze meestal recht van hun werk in de nachtclubs naar de studio kwamen (af en toe te zien aan de wallen onder sommige ogen maar eigenlijk nooit te horen aan de muziek), dan moet het petje toch echt wel af. Maar de moeder van alle lofbetuigingen kwam toch wel van Agathonas Iakovidis . Tien jaar geleden al zei hij in een interview dat Manolis Pappos "bij de beste bouzouki -spelers van het land behoort". Nu is Agathonas een man van weinig woorden, en met lovende woorden is hij nog veel zuiniger. Hij is immers een eigengereide kerel met een uitgesproken mening, die hij ook ongezouten verkondigt, dus uit zijn mond was dat een compliment dat kon tellen. Manolis Pappos werd geboren in Piraeus op 1 juli 1963. Op zijn vijftiende leerde hij zichzelf bouzouki , outi en gitaar spelen en vier jaar later, in 1982, maakte hij van de muziek zijn beroep. Pas zowat twintig jaar nadien, in 2003 om precies te zijn, verscheen de eerste plaat met eigen composities van hem. Ook die werden goed onthaald - en in een land als Griekenland is dat beslist niet alleen omdat hij toevallig Manolis Pappos heet. Misschien zelfs integendeel, want zo'n naam schept grote verwachtingen en als je die niet inlost, dan schrijven de critici je met veel plezier de grond in. Dat deden ze deze keer niet, integendeel, en intussen worden zijn liedjes gezongen door (onder meer) Eleftheria Arvanitaki , Yannis Kotsiras , Sofia Papazoglou en ... hemzelf, want zingen kan hij ook al. Op de cd "Εκτός Προγράμματος" ( Ektos Programmatos , Buiten Programma) van Arvanitaki zingt hij bijvoorbeeld een nummer van Akis Panou , om maar één album te noemen dat in nogal wat collecties te vinden zal zijn. Pappos staat in feite ook al vermeld als componist van vijf nummers op de cd " Bouzouki , Tzouras , Baglamas ", het negende deel van de bekende reeks "The Greek Folk Instruments" , dat al in 1995 verscheen, maar dat zijn eigenlijk taxim's, misschien daarom dat ze hem niet als "echte" composities aangerekend worden. De uitvoeringen zelf zijn gelijk verdeeld tussen Periklis Papapetropoulos en Manolis Pappos . Het is natuurlijk niet voor niets dat Pappos indertijd, nu al bijna twintig jaar geleden, geselecteerd werd voor dit deel van deze prestigieuze reeks. Op deze cd stonden ook drie traditionele melodietjes, bewerkt en gespeeld door Manolis Pappos . Een Amerikaans bedrijf, dat licentievrije muziek aanbiedt voor o.a. film- en tv-producers, nam die op in hun collecties en daar werden ze gevonden door Steven Spielberg. Hij gebruikte ze, met een enigszins andere titel, voor zijn film "Munich" (2005). Een al te enthousiaste Italiaanse manager, die Pappos enkele jaren geleden op Womex probeerde te introduceren, leidde daaruit af dat hij ook de componist was, en een minder aandachtige lezer zou zelfs de indruk kunnen krijgen dat Pappos die liedjes speciaal voor de film schreef. Marketing is alles, natuurlijk. Het verhaal is intussen wel een eigen leven gaan leiden en het is nu overal op het web te vinden. Manolis Pappos komt niet alleen naar Brussel. Hij brengt ook Anatolí Margióla ( Ανατολή Μαργιόλα ) mee, de jonge zangeres die de laatste tijd tot zijn vaste medewerkers is gaan behoren. Ze werkt overigens niet alleen met Pappos samen. In 2010 zong zij mee op de debuut-cd "Στις όχθες της αυγής" ( Stis ochthes tis avgis , Aan de oevers van de dageraad) van de jonge (°1982) maar veelbelovende componist en tekstschrijver Vasilis Floros . Met haar ene nummertje verkeerde zij in illuster gezelschap: Yorgos Dalaras zingt er vijf, Dimitris Zervoudakis twee en Dimitris Mystakidis eentje (de andere vier zingt Floros zelf). Toch werd het (tot dan toe) onbekende zangeresje door alle critici opgemerkt tussen al dat zware geschut, en de commentaren waren ronduit positief. Dat ze zeker niet slecht is bleek ook in december vorig jaar (2011), toen het bekende orkest "Estoudiantina" een reeks van vijf concerten gaf in de befaamde club "Stavros tou Notou" (Zuiderkruis) in Athene. Ze hebben zelf jong maar veelbelovend zangtalent aan boord, met de zanger Thodoris Mermingas (in februari 2011 en januari 2012 in de Art Base in Brussel) en zangeres Aspasia Stratigou (ook al in de Art Base in januari 2012 ). Maar Stratigou was op het laatste moment verhinderd voor de première en Anatoli Margiola moest voor haar invallen. Je zou voor minder de kriebels krijgen want de gastzanger op die première was niemand minder dan Yorgos Dalaras himself. Mede hierdoor zat de zaal dan ook nog eens vol journalisten. Maar Margiola liet zich niet uit haar lood slaan en ook nu weer waren de kritieken unaniem positief. Pappos brengt ook zijn vaste gitarist mee, Nikos Gyras . Deze was vorig jaar ook al op Balkan Trafik. De twee andere leden van Pappos ' vaste groepje, Alexis Pappos (contrabas) en Tasos Kandás (accordeon) zullen er blijkbaar niet bij zijn. En dan zit u nu natuurlijk te popelen om te weten wanneer hun concert precies is, of misschien heeft u al stiekem even naar het kadertje met "praktische gegevens" hieronder gelonkt. Vergeet het. Er komt geen concert. De organisatoren van Balkan Trafik gebruiken dit talent gewoon om het "Rembetiko Kafé" te stofferen. Ze spelen daar twee korte sessies op vrijdag en drie op zaterdag. Dat Kafé is ondergebracht ergens in een soort opslagplaats in een afgelegen deel van het immense Paleis voor Schone Kunsten. De ruimte is smaakvol ingericht en was vorig jaar ook goed aangeduid, daar niet van, maar al vanaf de eerste editie was het daar veel te klein om alle belangstellenden binnen te krijgen. De paar enkelingen, die er op tijd bij zijn en een zitje kunnen bemachtigen, worden weggedrukt door de rechtstaande menigte en het is er een geroezemoes van jewelste. Van luisteren - laat staan kijken - komt niet veel in huis. Zoals op elk festival is er ook op Balkan Trafik een heel gevarieerd publiek, en veel bezoekers zwerven gewoon wat rond en komen eerder toevallig in het Rembetiko Kafé terecht. De meesten laten zich door het gedrang afschrikken en zijn zo weer weg, de anderen huppelen of wiegen wat mee, al dan niet op maat van de muziek. Dat is allemaal wel heel gezellig natuurlijk, maar het is dan zeer de vraag of je daarvoor een Manolis Pappos moet overvliegen vanuit Athene. Er is in Brussel genoeg plaatselijk talent te vinden - Vinylio bijvoorbeeld, dat in 2010 de allereerste editie van het Rembetiko Kafé verzorgde en er een weergaloos succes van maakte. Dat groepje zit uiteraard enkele niveau's onder de eerder eenzame hoogten van een Pappos , maar voor het Rembetiko Kafé zou het zelfs nog een ietsje minder mogen zijn, zonder afbreuk te doen aan de sfeer en de gezelligheid. Een Manolis Pappos is hiervoor massieve overkill. De vraag is dan: hoe is dat in 's hemelsnaam mogelijk? De meeste organisatoren kunnen er in deze budgettair krappe tijden alleen nog maar van dromen om iemand als Pappos te programmeren, en bij Balkan Trafik krijgt hij niet eens een behoorlijk podium. De meest waarschijnlijke verklaring is dat ze gewoon niet beseffen wie ze in huis hebben. Iets dergelijks bleek eigenlijk al vorig jaar. Toen hadden ze Ilias Plastiras laten overkomen, met zijn hele gezelschap, en daar dan nog eens twee extra muzikanten bovenop. Alleen al vanwege de reis- en verblijfskosten moet daar een flink bedrag mee gemoeid geweest zijn, en dan moeten deze topmuzikanten allicht nog betaald worden ook. Ze zijn het waard, daar niet van, want de naam van Ilias Plastiras op een affiche van een dorpsfeest in Griekenland trekt publiek van uren in het rond. Eender welke organisator zou dan apetrots zijn dat hij deze mensen kon overhalen om naar Brussel te komen, en hij zou ze een ereplaats in de programmatie geven. Eender welke organisator, maar niet Balkan Trafik. Die gebruikten hen als decor, ergens tussen de planten, op een klein verhoogje op een druk kruispunt van gangen, waar ze permanent in de weg stonden van mensen die zich van de ene zaal naar de andere haastten. In al dat gedrum waren de dansers van Tradidanse - zelf toch ook bij de crème de la crème van wat Brussel op dit vlak te bieden heeft - ook nog eens verondersteld de Griekse dansen te demonstreren. Tot overmaat van ramp werd hun (poging tot) optreden nog in de kiem gesmoord ook, want in de grote zaal er vlak naast was de heer Bregović zijn eigen ding aan het doen. Daarbij mocht hij natuurlijk niet gestoord worden, dus moest de stekker er uit bij Plastiras . Op datzelfde drukke kruispunt, maar dan een jaar eerder, dreven ook wij voorbij op de mensenzee toen we plots interessant klinkende klanken hoorden. We konden ons even losmaken uit de stroom maar er stond al een dichte haag kijklustigen het zicht te belemmeren en we hebben dus nooit geweten wie of wat we gemist hebben. Dit is niet de manier om gastgroepen tot hun recht te laten komen. Vorig jaar, toen Tradidanse en Plastiras daar een poging tot optreden ondernamen, bestonden de eerste rijen vooral uit (Griekse) ouders van de jonge dansertjes en andere sympathisanten. Die hadden snel door wat er gaande was en trokken zich terug naar de tegenoverliggende oever van de mensenstroom, zodat er plaats vrij kwam voor enkele tientallen andere belangstellenden. Anders had het helemaal tot niets gediend. Gelukkig was de workshop Griekse dans, vroeg op de avond, wél een succes, maar een en ander heeft Balkan Trafik toch heel wat goodwill gekost. Voor deze zesde editie lijken de organisatoren het nog veel bruiner te gaan bakken. Als ze er echt geen flauw benul van hebben wie Manolis Pappos eigenlijk is, dan moet er toch iemand zijn die hen dat had kunnen vertellen, maar kennelijk is zelfs dat niet gebeurd. Het blijkt in elk geval niet uit de promotie voor Balkan Trafik 2012. Je moet al goed kijken om Manolis Pappos te zien staan tussen de muzikanten van "MICHEL HATZI AND REMBETIKO PROJECT". Ook in de perstekst staat dat Michel Hatzi een project zal voorstellen, zij het dan "in samenwerking met de bouzouki -speler Manolis Pappos ". In de presentatie van het luik "muzikale café's" daarentegen staat enkel dat Michel Hatzi de eregast is. Manolis Pappos wordt daar niet eens vernoemd. En het project zelf wordt omschreven als "une nouvelle création autour de Michel Hatzi" (een nieuwe creatie rond Michel Hatzi). Nu is Michel Hatzi natuurlijk wel wereldberoemd in Brussel, en zijn groep "Aka Moon" is zelfs tot ver buiten de grenzen bekend, ze treden immers vaak op, tot in Vlaanderen en Wallonië toe. Ja, oké, dat is een beetje flauw van ons. In werkelijkheid is Michel "Hatzi" Hatzigeorgiou inderdaad een bekende naam in het kleine maar bruisende Belgische jazz-wereldje. Daar draagt men hem op handen als een uitmuntend bassist. Zijn grote voorbeeld is Jaco Pastorius, die meteen ook zijn leermeester was. Volgens sommigen heeft hij hem zelfs al voorbijgestreefd, wat niet niks is want velen beschouwen Pastorius als de grootste elektrische bassist aller tijden. Ook de Belgische avant-gardistische jazz-band "Aka Moon", waar Hatzigeorgiou lid en medestichter van is, heeft een stevige reputatie. Zij spelen al een jaar of twintig een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Belgische jazz. Het is in dit verband interessant dat zij jazz vermengen met rock en wereldmuziek, en ze experimenteerden ook nog met oosterse klanken en ritmes. Michel Hatzigeorgiou (°Charleroi 1961) is weliswaar Belg maar zijn ouders waren Grieken. Als klein jongetje speelde hij (met een) bouzouki , maar op zijn elfde schakelde hij over op de elektrische gitaar en vervolgens, op zijn veertiende, naar de elektrische basgitaar. Sinds enkele jaren raakte hij kennelijk weer in de ban van de bouzouki van zijn kinderjaren, waar hij zich met veel enthousiasme op toelegt. De vraag is dan hoe hij tegen zijn project met Manolis Pappos aankijkt. Jaco Pastorius vond naar het schijnt van zichzelf dat hij de beste basgitarist ter wereld was. Als Hatzi niet alleen de techniek maar ook het zelfvertrouwen van zijn leermeester heeft overgenomen, dan belooft dat niet veel goeds. De manier waarop dit project aangekondigd wordt lijkt helaas in die richting te wijzen. De communicatie gaat weliswaar uit van Balkan Trafik maar het is nagenoeg uitgesloten dat Hatzi niet gezien heeft dat Pappos en zijn muzikanten als een soort begeleiders van hemzelf aangekondigd worden. Hij heeft kennelijk niet ingegrepen en dat zou er op wijzen dat hij het er mee eens is. Enkele jaren geleden, op 14 juni 2008, heeft hij trouwens al eens iets dergelijks gepresteerd toen hij in de Brusselse jazzclub "Sounds" een optreden verzorgde. Het was aangekondigd als een " exceptional concert" onder de titel "Aptaliko". Hijzelf staat bovenaan de affiche, gevolgd door enkele Brusselse Grieken. Helemaal onderaan staat een anonieme "special guest on bouzouki ". Dat bleek dan Manolis Pappos te zijn. Het positieve aan de zaak is dat Manolis Pappos waarschijnlijk wel weet waar hij aan begint als hij met Hatzi het podium opgaat. Bovendien was de gitarist van Pappos , Nikos Gyras , vorig jaar ook op Balkan Trafik. Hij heeft het debacle rond Plastiras meegemaakt en nadien mee het Rembetiko Kafé verzorgd. Uiteraard heeft hij verslag uitgebracht in Athene. Dus ook wat dat betreft zouden er voor Manolis Pappos geen onaangename verrassingen mogen zijn. Dat neemt niet weg dat het voor Griekse muziekliefhebbers even afwachten blijft. Het zou bijvoorbeeld jammer zijn als Pappos en zijn kompanen moeten spelen met de handrem op, om Hatzi niet weg te blazen. Het zou in zekere zin nog erger zijn als Hatzi de show naar zich toe zou willen trekken zonder daar voldoende gewicht voor te hebben. Voor het eigenlijke doel, zijnde het animeren van het Rembetiko Kafé, zou het allemaal niet zoveel verschil maken, maar dan is het ook weinig zinvol om er omwille van Manolis Pappos naartoe te gaan. Anderzijds, als Michel Hatzi echt goed is, en dus ook goed genoeg om zijn eigen beperkingen op bouzouki te horen, dan zal hij misschien toch de leiding uit handen geven en op die manier het een en ander kunnen oppikken van de virtuositeit van Manolis Pappos . Tenzij hij natuurlijk superkeigeniaal is en op een paar jaar tijd de dertig jaar beroepservaring van een virtuoos als Pappos ingehaald heeft. Dat kan theoretisch ook, maar dan zal Pappos dat wel erkennen, dan gaat de overdracht de omgekeerde richting uit, en dan komt het ook nog goed. Een andere mogelijkheid is dat Hatzi, vanuit zijn jazz-achtergrond, in muzikale dialoog gaat met Pappos . Om niet in een kakofonie te ontaarden heb je aan beide kanten van zo'n dialoog dan wel zwaargewichten nodig, maar aan die voorwaarde lijkt voldaan. Of een "Kafé" daar dan de juiste plaats voor is, en wat dat dan nog met "Rembetiko" te maken heeft, dat zijn andere vragen. Als je die even buiten beschouwing laat, dan zou zo'n dialoog wel interessant kunnen zijn, al dan niet ter voorbereiding op het volgende project van Aka Moon. Die hebben namelijk een "artist in residence" nominatie te pakken gekregen in de Royaumont abdij in Parijs, waar ze zich gaan toeleggen op de traditionele Balkanmuziek. Het vel van deze ongeschoten beer is zelfs al verkocht want met een project "Aka Balkan Moon" zijn ze al geboekt voor de volgende editie van Balkan Trafik in 2013. Dat zou dan wel in samenwerking zijn met Bulgaarse muzikanten. Als nu zou blijken dat ze voor dat project volgend jaar ook nog eens Loreena McKennitt , Maria Farantouri en Edith Piaf gaan inhuren voor de backing vocals en wat danspasjes, als een soort moderne Michelettes, dan zou het pas goed hallucinant worden (en dat dan niet alleen omdat Piaf al in 1963 overleed). Tot zolang moeten we Michel Hatzi toch maar het voordeel van de twijfel gunnen. Hij mag in elk geval op enige scepsis rekenen. De manier waarop hij Manolis Pappos degradeert tot rekwisiet wordt hem immers niet in dank afgenomen door liefhebbers van Griekse muziek. De verontwaardiging is groot, en dat niet alleen bij de auteurs van deze site. Jazzliefhebbers moeten zich eens voorstellen dat een plaatselijke operazanger in Athene zopas het draaiorgel van zijn grootvader herontdekte en nu iemand nodig heeft om zijn walsjes en tango's te begeleiden op een straatfestival, en daarvoor dan "de mondharmonica-speler Toots Thielemans" inhuurt (en hem enkel op de achterkant van de affiche vermeldt). Dat is misschien niet wat er aan de hand is met Hatzi en Pappos , maar het is wel wat er aan de hand lijkt . (En zeg trouwens nooit "draaiorgel" tegen een laterna .) Samengevat: voor een volwaardig concert van Manolis Pappos moet u niet op Balkan Trafik zijn. Jammer maar helaas. Het Rembetiko Kafé valt al bij al misschien nog mee, en als u er met uw verwachtingen op nul naartoe gaat, dan kan het in elk geval niet tegenvallen. Verder blijft alles van toepassing wat we vorig jaar op onze april 2011 pagina schreven over dit festival: schakel over op vakantiestemming van zodra u binnenkomt en geniet van de sfeer en de charmante chaos. Er staat uiteraard nog veel meer op het programma van deze zesde editie van Balkan Trafik. We lichten er een paar onderdeeltjes uit die mogelijk interessant kunnen zijn voor bezoekers van deze site:
Zoals gewoonlijk bij Balkan Trafik neemt u het programma best met een korreltje zout. Controleer ter plaatse of er geen veranderingen gepland zijn en wees voorbereid op ongeplande wijzigingen. Al bij al zouden er meer dan tweehonderd artiesten aan deze editie van Balkan Trafik deelnemen. Dat enorme aantal helpt meteen ook om de dingen in perspectief te zien. De Bozar mag dan al immens groot zijn, het gebouw is niet ontworpen als festivalterrein en het aantal geschikte concertzalen is in feite zeer klein. Je kan dus onmogelijk al die muzikanten (22 groepen!) een volwaardig eigen podium geven. Dat is kennelijk ook niet de bedoeling. Op Balkan Trafik is de muziek duidelijk een middel en geen doel. Tot op zekere hoogte is dat best verdedigbaar. Tenslotte is deze muziek in haar natuurlijke omgeving óók een middel , en het doel is daar vooral het opluisteren van huwelijken, dorpsfeesten en andere vrolijke toestanden. Bij Balkan Trafik is het doel in feite "het scheppen van een sfeer van samenhorigheid en gastvrijheid, waar elke vooringenomenheid verdwijnt, zodat er ruimte komt voor het ontdekken van onze buurlanden en hun realiteit". In het eerste deel van die opgave slagen ze met vlag en wimpel: de sfeer is er uitstekend. Bij het laatste deel kan je wat vraagtekens plaatsen. In dergelijke muziek zitten hele werelden opgesloten maar op dit festival is er letterlijk en figuurlijk erg weinig ruimte om die te gaan ontdekken, en dat is toch wel een gemiste kans. Anderzijds is Balkan Trafik geen congres voor etnomusicologen, dus als het publiek zich goed amuseert en na afloop moe maar tevreden huiswaarts keert, dan is dat eigenlijk prima. Zoals Tony Van der Eecken (programmator bij Bozar Music) het uitdrukt: "Balkan Trafik verandert elk jaar onze Bozar in een gezellige bazar". Daar kan niemand bezwaar tegen hebben, en het van jaar tot jaar stijgend bezoekersaantal bewijst dat de formule aanslaat. Alleen moet je daar dan geen Manolis Pappos voor overvliegen. Dat is zonde, ook van het vele sponsorgeld.
Op de site sinds: 28/03/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Eleftheria KotziaOp het BIGuitar Festival Het "Brussels International Guitar Festival" wordt dit jaar voor het eerst georganiseerd maar het heeft de ambitie om uit te groeien tot "het jaarlijkse rendez-vous van alle gitaar -fans". Het is een initiatief van de Brusselse gitarist Hugues Navez, die zelf internationale faam geniet en dat niet alleen omdat hij als één van de weinigen een gitaar met tien snaren bespeelt. Voor deze eerste editie van het "BIGuitar Festival" (zoals het kortweg genoemd wordt) kwamen alvast gerenommeerde collega's uit de hele wereld opdagen: uit België natuurlijk, maar ook uit Argentinië, Frankrijk, Italië, Noorwegen, ... Ook Griekenland is vertegenwoordigd, en wel door de klassieke gitariste Eleftheria Kotzia ( Ελευθερία Κοτζιά ). Tegenwoordig heeft zij Londen als uitvalsbasis maar ze werd geboren in Alexandroupolis, in het noord-oosten van Griekenland. Na haar conservatoriumstudies gitaar in Athene ging ze verder studeren in Parijs. Daar moest ze eerst nog even de taal van Molière onder de knie krijgen, maar de grootste uitdaging voor de (toen) 18-jarige was toch wel de heel andere omgeving. Haar leraar, Alexandre Lagoya (1929-1999), was eerder autoritair van aard. Eigen initiatief werd niet op prijs gesteld, je moest gewoon nadoen wat hij voordeed, maar van hem leerde ze wel om geen genoegen te nemen met minder dan perfect. Later studeerde ze verder in Londen en daar leerde ze dan voor zichzelf denken. Die combinatie zou als een rode draad doorheen haar hele verdere carrière blijven lopen. Na haar studies in Londen keerde ze terug naar Parijs waar ze les gaf aan de "Ecole de Musique" . Maar ze nam deel aan een staking tegen gewijzigde arbeidsomstandigheden en werd ontslagen. Dus ging ze maar terug naar Londen, waar ze nog een aanbod voor een beurs had openstaan. Een eerste optreden in de Britse hoofdstad, in 1985, zorgde al meteen voor lovende kritieken, onder andere in de gezaghebbende Times, en zo ging de bal aan het rollen. Van het één kwam het ander, ze kwam op radio en tv en trad op in een hele reeks prestigieuze concertzalen over de hele wereld: Singapore, Praag, New York, San Fransisco, .... Tot nog toe heeft ze een zestal platen op haar actief. Die ademen allemaal een onmiskenbaar Griekse sfeer, maar dat is niet vanzelf gekomen. Ze vindt dat de gitaar in het buitenland veel te veel geassocieerd wordt met landen als Spanje of Argentinië en daar wilde ze wat aan doen. Er zijn immers voldoende componisten in Griekenland die werk voor gitaar schreven en schrijven, er is dus meer dan voldoende materiaal om goede platen mee te maken. Maar daarbij stuitte ze op een veto van de platenmaatschappijen. Niemand kent die mensen, zeiden ze. Kotzia argumenteerde dat ze integendeel heel beroemd waren, dat iedere Griek hun namen kende, maar het mocht niet baten. De afzetmarkt was immers niet Griekenland maar Europa. Elefthería Kotziá gooide het dan maar over een andere boeg. Ze ging aankloppen bij internationaal bekende niet-Griekse componisten en probeerde hen te overtuigen om speciaal voor haar Grieks-geïnspireerde werken te gaan schrijven. Je zou dan denken dat dit initiatief nog veel minder kans van slagen had, maar het tegendeel bleek waar. Onder meer Stephen Dodgson, Carlo Domeniconi, John Duarte en Edward McGuire lieten zich overhalen. Ook Dusan Bogdanovic, Edmundo Vasquez en René Eespere schreven speciaal voor haar. Die namen kenden de platenboeren wél en zo kreeg ze toch haar zin en haar "Griekse" cd's. Ze zet daar ook (bijna) altijd een aantal nummers van Griekse componisten op. Ook in haar recitals smokkelt ze steevast Grieks werk binnen. Op het "BIGuitar Festival" speelt ze solo. Zo speelt ze ook het liefst, omdat de gitaar als onderdeel van een ensemble al wel eens "weggedrukt" wil worden door de andere instrumenten. En er is nog een andere reden waarom zij het in Brussel prima naar haar zin zal hebben: het thema van haar bijdrage is "Langs de stranden van de Middellandse Zee" en dat is meteen ook haar stokpaardje. Volgens de aankondiging zou dit concert een ballade moeten worden "geïnspireerd door volksmuziek uit Griekenland, Macedonië en de Balkan". Een werk van Mikis Theodorakis staat uiteraard op het programma, maar daar blijft het niet bij. Andere Griekse componisten die aan bod zullen komen zijn Vangelis Boudounis , Dimitris Fampas en Nikos Mamangakis . Vangelis Boudounis ( Βαγγέλης Μπουντούνης , °Athene 1950), ook bekend onder zijn doopnaam Evangelos Boudounis , is een goed voorbeeld van een "onbekende bekende". In Griekenland kan geen enkele gitarist om hem heen, in het buitenland is hij enkel bekend bij de betere liefhebber van gitaarmuziek. Na het conservatorium van Athene studeerde hij verder in Spanje, Canada en Italië, maar naar eigen zeggen was zijn voornaamste leermeester toch wel Manos Hadjidakis , met wie hij jarenlang samenwerkte. Intussen geeft hij zelf les, onder meer aan het Nationaal Conservatorium. Hij experimenteert vaak met baanbrekende technieken die hij niet alleen zijn eigen studenten aanleert maar die hij ook in een tiental studieboeken voor gitaar vastlegde. Bij het bredere (Griekse) publiek is Vangelis Boudounis beter bekend door zijn ensemble "I Kitharistes" (De gitaristen) dat hij in 1993 oprichtte. Het idee ontstond al in 1984, in het kader van een gitaarfestival in Rethymno op Kreta, waar jonge gitaristen uit heel Griekenland op afkwamen, met de meest verschillende achtergronden. Voor de afsluiter van het festival had men al die gitaristen samen op één podium gezet. Manos Hadjidakis (alweer hij!) was daar "toevallig" aanwezig en hij raakte zo onder de indruk van de frisse en rijke klanken dat hij prompt de leiding op zich nam. Na afloop ging iedereen weer zijn eigen weg, tot Boudounis het idee nieuw leven inblies. Hij bemande het ensemble in eerste instantie met zijn eigen leerlingen maar intussen zijn er vele anderen bijgekomen. In 2004 verscheen er een live-opname van één van hun vele concerten onder de titel "100 gitaren", en dat werd zo'n succes dat ze in 2007 heruitgegeven werd, maar dan onder de titel "Libertango". Toch zoekt Vangelis Boudounis het niet altijd in grote ensembles, wel integendeel. De meeste van zijn composities zijn voor één of twee gitaren , en enkele daarvan zal Eleftheria Kotzia in Brussel uitvoeren. Ze koos voor werken die geïnspireerd zijn door thema's van Mikis Theodorakis en Nikos Antypas. Samen met deze laatste begeleidde Boudounis , in zijn hoedanigheid van gitarist, overigens Alkistis Protopsalti tijdens haar optreden in Amsterdam in maart 1999 . Nog zo'n zwaargewicht is Dimitris Fampas ( Δημήτρης Φάμπας , 1921-1996). Hij wordt beschouwd als één van de belangrijkste gitaristen die Griekenland ooit gekend heeft, en hij geldt als grondlegger van een hele nieuwe stroming. Ook als leraar heeft hij een enorme invloed gehad. Hij gaf onder meer vijfendertig jaar lang les aan het Nationaal Conservatorium in Athene en in die tijd heeft hij zowat iedereen onder handen gehad die al wat ouder is en tegenwoordig iets te betekenen heeft inzake klassieke gitaar in Griekenland. Onder hen bijvoorbeeld ook Vangelis Boudounis en Notis Mavroudis . Niet minder dan twintig van zijn leerlingen kaapten een eerste prijs weg op internationale gitaarwedstrijden. Zijn talrijke composities voor gitaar zijn eerder lyrisch en romantisch van aard en ze bevatten veel verwijzingen naar de traditionele muziek, waar hij goed in thuis was. Hij schreef bijvoorbeeld een hele reeks "Griekse dansen" met titels als "Karagouna", "Vlacha", "Sousta" (die samen een suite vormen die hij in 1958 uitbracht), of nog "Kerkyraikós", "Ballos", "Tsamikos" en - jawel - "Sirtaki". Het zijn allemaal namen die liefhebbers van traditionele Griekse dansen bekend in de oren zullen klinken.Het is dan ook geen toeval dat Eleftheria Kotzia in Brussel enkele van deze "Griekse dansen" zal uitvoeren. Nikos Mamangakis (Νίκος Μαμαγκάκης, °Rethymno 1929) is vooral bekend als componist van filmmuziek. Kotzia zal van hem dan ook een deel uitvoeren van zijn muziek voor "Ekdromi" (Uitstap) van Takis Kanellopoulos uit 1966. Mamangakis was het niet helemaal eens met de manier waarop zijn muziek in de film verwerkt was en daarom kwam hij in 1986 met een "correcte" versie, "Nea Ekdromi" (Nieuwe uitstap) genaamd. Op die cd zingen Nena Venetsanou en Savina Yannatou mee en in oktober 2001 , tijdens een tournee in België en Nederland, besteedde Yannatou ook het eerste deel van de concerten aan deze muziek. Bij die gelegenheid gaf Nikos Mamangakis zelf ook een lezing in Amsterdam. Er staan natuurlijk niet alleen Griekse componisten op het programma van Eleftheria Kotzia in Brussel. Ze zal er ook werk uitvoeren van onder meer Carlo Domeniconi en Dusan Bogdanovic. Zoals gewoonlijk op festivals is dit geen avondvullend optreden. Het recital van Eleftheria Kotzia wordt gevolgd door een "Concerto a due" met Yves Storms (gitaar) en Elisa Kawaguti (viool) . Deze laatste is een laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd. Het "BIGuitar Festival" duurt eigenlijk van vrijdag 27 tot en met maandag 30 april, maar zoals gewoonlijk lichtten wij er op deze site enkel de Griekse bijdrage uit, en dat is die van Eleftheria Kotzia . Behalve concerten zijn er ook masterclasses, lezingen, een gitaarbouwerssalon (waar instrumentenbouwers uit binnen- en buitenland hun gitaren zullen voorstellen) enzovoorts.
Op de site sinds: 03/04/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Koor en orkest van het StanislascollegeMet werk van Ilias Andriopoulos en Takis Sideris Het koor en orkest van het Stanislascollege uit Delft voert regelmatig werk van grote Griekse componisten uit, en dat al sinds 1994. Het ensemble bestaat al veel langer. In zekere zin is het even oud als het Stanislascollege zelf, dat in 1948 opgericht werd, maar "pas" in 1976 kregen koor en orkest een eigen gezicht. In 1984 kwam het orkest onder leiding van de nieuwe muziekleraar, Ad van Unen, en in 1988 volgde het koor. Hij zwaait er nog steeds de muzikale scepter. Onder zijn leiding werd ook moeilijker werk aangepakt en daar zit af en toe ook Grieks bij. Dat is dit jaar opnieuw het geval, en deze keer staan er twee heuse premières op het programma: "Prosanatolismoi" van Ilias Andriopoulos en "Rembetiki Symphonia" van Takis Sideris . Het werk "Prosanatolismoi" ( Προσανατολισμοί , Oriëntaties) op zich is natuurlijk niet nieuw. De tekst is van de bekende Griekse dichter Odysseas Elytis (1911-1996). Het was zijn eerste gedichtenbundel, die in 1939 verscheen, vlak voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De oorlogsdreiging hing toen al een hele tijd in de lucht maar desondanks - of juist daardoor - roept de tekst een sfeer van vrijheid en hoopvolle verwachting op. Ook in dit vroege werk van Elytis zijn de beelden al aanwezig die zo kenmerkend zijn voor hem: het Griekse landschap, de zon, de zee, ... kortom, de beelden uit zijn kinderjaren. Onder invloed van de Franse surrealisten uit die tijd is ook "Prosanatolismoi" meer surrealistisch van aard dan het latere werk van Elytis . In 1984 zette de componist Ilias Andriopoulos de gedichten van "Prosanatolismoi" op muziek en hij liet het werk zingen door de toen nog relatief onbekende Alkistis Protopsalti . Het werd een klassieker. Later maakte Andriopoulos er nog twee andere bewerkingen van. In september 1994 werd het werk voor het eerst uitgevoerd in een versie voor symfonisch orkest, gemengd koor en solist. Dat was in het Herodes Atticus theater in Athene, en de soliste was opnieuw Alkistis Protopsalti . Nog een derde versie, voor stem en piano, werd in 2008 op cd uitgebracht met de stem van Nena Venetsanou en met Antónis Aniséngos (of Anissegos , zoals hij het zelf spelt) aan de piano. Vorig jaar, in het kader van de talloze herdenkingen ter ere van de honderdste geboortedag van Elytis , werd die versie ook uitgevoerd door Alkistis Protopsalti , met Stefanos Korkolis op de piano. De symfonische versie werd bij ons weten zelden uitgevoerd en ook nooit op plaat gezet, misschien omdat de componist er niet helemaal tevreden over was. Hij sleutelde er in elk geval aan verder, tot hij eindelijk vond dat het "af" was. Het is deze "definitieve" versie die nu voor de allereerste keer zal uitgevoerd worden door ... het koor en orkest van het Stanislascollege. Van een première gesproken! Ook het tweede deel van het concert is een wereldpremière. Dat ligt iets meer voor de hand, in de zin dan toch dat de "Rembetiki Symphonia" van Takis Sideris speciaal voor hen gecomponeerd werd. De in Nederland wonende en werkende Takis Sideris schreef al eerder nieuw werk speciaal voor dit gezelschap en hij is dus zo'n beetje hun huiscomponist aan het worden. In april 2008 voerden ze zo bijvoorbeeld de "Symfonia Xenitias" van hem uit. Hij nam bij hun optredens al vaak de bouzouki -solo's voor zijn rekening en hij zal dat ook nu weer doen. Zoals de titel "Rembetiki Symfonia" al aangeeft is de muziek deze keer gebaseerd op bekende melodietjes uit de rembetika . De perstekst heeft een uitspraak van de componist die het citeren waard is: “Het thema? De Grieken hebben ons, zichzelf en elkaar beroofd. Geld en status is tot in de vezels van denken en voelen bij velen doorgedrongen. Er is de laatste decennia iets gewonnen, maar vooral natuurlijk ook veel verloren. En alles wordt gekleurd door een voor de wereld uniek na-oorlogs bloedig verleden. Dat is eigenlijk nooit goed opgedroogd. De dood schuurt tegen het leven aan. Alles gaat het op de puinhopen om liefde. Die is gratis en dichtbij. Maar ook van alles het allermoeilijkst. Zo ongeveer (niks nieuws dus). Moge de muziek voor zich spreken.” En daarmee is het lijstje premières nog niet uitgeput: deze concerten vinden, voor het eerst na vele jaren, opnieuw plaats in het Stanislascollege zelf. Door de sterke groei van koor en orkest - tot meer dan honderd leden - was er op een gegeven moment geen bruikbare zaal meer beschikbaar en daarom waren ze aangewezen op externe concertzalen in Delft en omgeving. Dank zij verbouwingen beschikken ze nu weer over een eigen ruimte waar plaats is voor 300 toehoorders.
Op de site sinds: 03/04/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Amsterdam Klezmer Band & ‘Buzuki’ Orhan OsmanIn het kader van het "Turkey Now" festival zette de bekende Amsterdam Klezmer Band een project op samen met "Buzuki Orhan Osman " . Het is niet moeilijk te raden dat Orhan Osman bouzouki speelt, en in onze biografie van hem leest u dat hij een in Duitsland geboren Turkse Griek is die tegenwoordig in Istanbul woont. In de woorden van het persbericht: Turkey Now bracht de musici bijeen omdat de vrolijke en tegelijk melancholische swing van de Amsterdam Klezmer Band nauw verwant is met de rembetika , ofwel de urban blues van Osman . De Turks-Grieks-Duitse snarenvirtuoos maakt vanuit deze grotestadsmuziek uit Athene en Thessaloniki die ontstond in Izmir, steeds meer worldjazz waarin ook funk en klezmer klinkt en zelfs muziek uit India. Hoe dat allemaal klinkt moet u zelf maar gaan beluisteren op één van de vijf concerten die ze in Nederland geven. Orhan Osman was in juli 2004 al te gast op het Sfinks Festival, en de Amsterdam Klezmer Band zal te horen zijn op het Balkan Trafik festival dat later deze maand in Brussel plaatsvindt. Het Turkey Now festival staat dit jaar in het kader van 400 jaar Nederlands-Turkse diplomatieke betrekkingen. In 1612 overhandigde immers de eerste Nederlandse ambassadeur, Cornelis Haga, zijn geloofsbrieven aan de sultan in Constantinopel. Er waren al eerder handelsbetrekkingen tussen beide landen maar die hadden geen officieel karakter. Tot dan hadden de Nederlandse schepen immers onder Franse vlag gevaren, omdat de Fransen al in 1500 een handelsverdrag met de Hoge Poorte hadden gesloten waardoor Franse onderdanen in het Ottomaanse Rijk bepaalde rechten kregen.
Op de site sinds: 03/04/2012 Terug naar het begin van deze pagina. "Inleiding in de Nieuwgriekse literatuur"Boekvoorstelling Het boek, dat hier zal voorgesteld worden, vult een belangrijke leemte op in de bibliotheek van iedereen die belangstelling heeft voor Griekse literatuur. Tot die literatuur behoren ook de kleine en grote dichters die teksten aanleverden voor bekende en minder bekende componisten, vandaar dat het boek ook interessant kan zijn voor muziekliefhebbers. Niet te versmaden voordeel: het is in het Nederlands geschreven door neohellenist en classicus Pieter Borghart. Dit is wat de perstekst over de inhoud van het boek zegt: "Het vangt aan met de literatuur uit de Komneense periode en de Palaiologentijd (12de-14de eeuw), behandelt vervolgens een aantal vroegmoderne (renaissance, Verlichting) en moderne (romantiek, realisme, modernisme) cultuurhistorische en literaire periodes, om af te sluiten met een overzicht van de – vaak postmoderne – literatuur uit het hedendaagse Griekenland. Hoewel de Nieuwgriekse letteren zich door de eeuwen heen steeds ontwikkeld hebben op het ritme van de West- Europese literatuurgeschiedenis, benadrukt dit boek vooral de creatieve wijze waarop deze invloeden hebben bijgedragen tot een literair universum met een unieke stem. Dit biedt niet alleen plaats aan wereldbefaamde grootheden zoals K.P. Kavafis , Nikos Kazandzakis of Giorgos Seferis , maar ook aan literaire parels die het internationale publiek nog niet ontdekt heeft. Aan de hand van een selectie van representatieve fragmenten – origineel en in vertaling – krijgt de lezer op die manier een persoonlijk overzicht van de Nieuwgriekse literatuur vanaf haar ontstaan tot vandaag." Interessant is dat elk hoofdstuk begint met een overzicht van de historische, cultuurhistorische en ideologische context van de periode in kwestie, wat ook voor liefhebbers van Griekse muziek nuttig kan zijn om zicht te krijgen op de geschiedenis van de Griekse wereld. Ook onze eigen "Geschiedenis van Griekenland" probeert daar wat zicht op te geven, maar wij focussen eerder op de sociale en muzikale context, dus in dat opzicht zijn beide "geschiedenissen" complementair. In een boek over literatuur mogen uiteraard de grote dichters niet ontbreken. Ze worden (bijna) allemaal "op hun plaats gezet" binnen hun cultuurhistorische context. In het hoofdstuk over modernisme wijdt de auteur bijvoorbeeld een drietal pagina's aan het fenomeen van de "singing poets" , hermetische gedichten van Yorgos Seferis , Yannis Ritsos , Odysseas Elytis en andere 20ste-eeuwse dichters, die pas een ruim publiek bereikten nadat ze vanaf de jaren '60 door Mikis Theodorakis en andere componisten op muziek werden gezet. Een concreet en actueel voorbeeld: eerder deze maand voeren koor en orkest van het Stanislascollege in Delft onder meer het werk "Prosanatolismoi" uit. De muziek is van Ilias Andriopoulos maar de teksten zijn vroege gedichten van Odysseas Elytis . In ons artikeltje over dit concert zeggen we daar enkel over dat Elytis in die periode onder invloed stond van de Franse surrealisten, terwijl dat in zijn latere werk minder het geval is. Meer moet dat op een muzieksite niet zijn, vinden wij. Wie dergelijke krijtlijnen toch ingekleurd wil hebben kan bij (het boek van) Pieter Borghart terecht. Maar hij behandelt ook minder voor de hand liggende onderwerpen dan de grote dichters. In het hoofdstuk over de Ottomaanse periode besteedt hij bijvoorbeeld een achttal bladzijden aan de dimotika , die weliswaar vanuit een literaire achtergrond benaderd worden ('volkspoëzie'), maar waarvan toch de verschillende types en hun functies besproken worden. Er zijn ook een negental bladzijden over Digenis Akritis, die ten tijde van de Komnenen de grenzen van het Byzantijnse Rijk bewaakte en nog altijd voortleeft in de akritika; er zijn een viertal bladzijden over de plaats van Vincenzo Kornaros en zijn Erotokritos binnen de Kretenzische renaissance, en nog veel meer. Zoals gezegd wordt dit alles vanuit een literair perspectief benaderd en dat betekent ook dat er een hele reeks proza-, roman- en kroniekschrijvers de revue passeren. Die vormen de hoofdmoot van het boek. Als u dus niets wil weten over de plaats van de kroniekschrijvers van de Morea in de Middeleeuwse literatuur, over de plaats van Dionysios Solomos (bekend van radio en tv, op feestdagen als de Griekse Nationale Hymne uitgevoerd wordt) binnen de poëzie van de Heptanesische school, over de invloed van de taalstrijd op de Griekse literatuur, of over het wedervaren van de letterkunde onder de dictatuur van Metaxas, de Duitse Bezetting en de Burgeroorlog, dan is dit boek niets voor u. Anders wel. Het boek telt 307 bladzijden en kost € 23.
Op de site sinds: 12/04/2012 Terug naar het begin van deze pagina. Lycourgos Angelopoulos & KoorGrieks-Byzantijnse muziek Toen Lycourgos Angelopoulos met zijn Byzantijns koor in februari 2011 naar Brugge en Gent kwam, schreven we dat wiskundig aangelegde lezers van onze site misschien konden gaan uitrekenen wanneer hij de volgende keer zou komen: november 1998 , oktober 2004 , februari 2011 , en wat dan? Het juiste antwoord, zo blijkt nu, was april 2012 geweest, deze maand dus. Nu komt hij immers naar Rochefort en naar Brussel. Over Lycourgos Angelopoulos, zijn koor en "zijn" muziek schreven we al het een en ander op onze februari 2011 pagina. Over de cisterciënzerabdij van Rochefort, of eigenlijk de "Abbaye Notre-Dame de Saint-Remy" , weet u natuurlijk dat dit één van de zeven abdijen is waar trappist gebrouwen wordt. De andere zijn de abdijen van Achel, Chimay, Orval, Westmalle en Westvleteren in België en de abdij van Tilburg in Nederland. De abdij zelf is niet toegankelijk voor bezoekers, maar ze ligt wel in een prachtige omgeving en een daguitstap is zeker het overwegen waard. De dag nadien, op zondag 22 april, zal het koor ook de misviering opluisteren in de Grieks-orthodoxe kerk in Brussel, Stalingradlaad 34. Deze begint om 9u en duurt tot 12u. U kunt er luisteren naar de Byzantijnse muziek in haar natuurlijke omgeving maar we hebben deze misviering, om voor de hand liggende redenen, toch maar niet apart in onze "concertagenda" opgenomen.
Op de site sinds: 14/04/2012 Terug naar het begin van deze pagina. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|