Het kanonaki is een snaarinstrument dat veel gelijkenis vertoont met de sandouri . Toch zijn beide instrumenten gemakkelijk van elkaar te onderscheiden: een sandouri heeft de vorm van een gelijkbenig trapezium, een kanonaki heeft één rechte hoek. Ook de manier van spelen verschilt: de sandouri wordt met hamertjes bespeeld, het kanonaki met een plectrum.
Aan de linkerkant heeft een kanonaki onder de snaren een reeks "vingertjes", kleine metalen stripjes die als een soort hefboompje fungeren. Als ze omhoog gezet worden maken ze de snaar een paar millimeter korter en veranderen daarmee de klank met een kwarttoon. Daardoor kan men op een kanonaki de orientaalse toonsoorten met absolute nauwkeurigheid spelen, iets wat met andere instrumenten met vaste tonen nagenoeg onmogelijk is.
Een andere, minder gebruikte, naam voor kanonaki is psaltírio , en onder die naam was het trouwens in de Middeleeuwen ook in het Westen bekend. De naam kanonaki is afgeleid van het Arabische kanun en het is niet duidelijk wanneer precies die benaming de oude naam psaltirio vervangen heeft.
Het instrument was al duizenden jaren vóór Christus bekend in Perzië. Ook in geschriften uit de klassieke Griekse Oudheid vinden we het terug, bijvoorbeeld bij Aristoteles. Er zijn evenwel geen afbeeldingen uit die tijd bewaard gebleven, men moet dus afgaan op de beschrijving om de vernoemde instrumenten als (voorlopers van) het kanonaki te identificeren. Op muurschilderingen en in handschriften uit de Byzantijnse tijd daarentegen wemelt het van psalter-achtige instrumenten, in de vorm van een driehoek of een trapezium. Soms is het wel niet echt duidelijk of het om een kanonaki gaat dan wel om een harp. In een Frans reisverslag uit 1573, dat beschrijft hoe het instrument gebruikt werd bij een bruiloft van een rijke koopmansdochter in Constantinopel, wordt het trouwens "Griekse harp" genoemd.