Tambouras
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Accordeon

Volgende pagina
Bouzouki


Achtergrondinformatie bij concerten: muziekinstrumenten

Tambouras

Tambouras
Met toestemming overgenomen uit
Greek Popular Musical Instruments
F. Anoyanakis, 960-204-004-1,
( melissabooks.com ) © Publishing House MELISSA 1991
Tambouras, 2de helft 19de eeuw, 136 cm

Het woord tambourás wordt zowel gebruikt voor één bepaald soort luit als voor een hele familie. Tot die familie behoren de bouzouki , de tzouras en de baglamas , maar ook de saz, die in Griekenland niet of toch minder gebruikt wordt. Al deze instrumenten hebben met elkaar de kleine, peervormige klankkast gemeen die overgaat in een lange, rechte, smalle hals, meteen ook de reden waarom wij ze als langhalsluiten betitelen. Op die hals zijn - meestal verplaatsbare - fretten (dwarsbalkjes) aangebracht, waardoor de tonen vastliggen.

De langhalsluit heeft een lange geschiedenis achter de rug, en het instrument was wijd verbreid. Langhalsluiten in verschillende vormen werden veel gebruikt in de volksmuziek van Byzantium, de Arabische wereld en Griekenland. We vinden ze vanaf de tiende eeuw tot aan het begin van de twintigste eeuw. Toen verdwenen ze, althans in Griekenland.

Klankfragment: Tambouras
© Friends of Music Society, Athens
(used with permission) 
Beluister dit instrument

Zoals gezegd duidt het woord tambourás, naast een hele familie, ook één bepaald instrument aan, eveneens met een kleine klankkast en een lange hals. Deze soort tambourás werd na 1900 verdrongen door de bouzouki , en daarna lange tijd niet meer gemaakt.

Een beroemde tambourás is die van generaal Makriyiannis , één van de leiders van de Griekse opstand tegen de Turken in 1821. Zoals zovelen in die tijd was hij ongeletterd, maar na de onafhankelijkheid leerde hij speciaal lezen en schrijven om zijn memoires te kunnen neerpennen. Zijn tambourás is, zorgvuldig gerestaureerd, te zien in het Historisch Museum in Athene.

In enkele afgelegen gebieden, onder meer op Chalkidiki, in Epirus, in Thracië en Thessalië, gebruikt men de naam tambourás ook wel voor een ander lid van de familie, namelijk de laouto . Die heeft een nek die ongeveer even lang is dan het lichaam, korter dus dan die van de tambouras.

De naamgeving binnen de tambouras-familie is overigens bijzonder ondoorzichtig. Alle leden hebben weliswaar dezelfde grondvorm, maar verder heb je een schier oneindig aantal variaties in afmetingen, aantal snaren en stemming. Er zijn voor al deze variaties ook tientallen namen in gebruik, maar er bestaan geen standaard-definities die voorschrijven welke naam bij welke variant hoort. Het lijkt soms alsof elke individuele eigenaar gewoon de naam gebruikte die hij het mooiste vond, of desnoods zelf maar een nieuwe variant bedacht. Er bestaan wel een aantal conventies, in de aard van "groter dan" of "kleiner dan", maar die conventies variëren volgens de tijd en de plaats.

Eén auteur, een Turkse musicoloog, geeft het volgende rijtje, van groot naar klein: meidán sazí, tzengoúz, anti-saz, bouzouk, baglamás, tambourás en tzourás . Varianten daarop komen we bij andere auteurs tegen, maar het is opvallend dat de laatste vier namen dus in Turkijë gebruikt werden om een soort langhalsluit aan te duiden. Markos Vamvakaris noemt - alweer van groot naar klein - de sazi, de tsivoúri, de gónato en de tzourás . Ook Ilias Petropoulos geeft, zonder een volgorde te specifiëren, een reeks namen van langhalsluiten: de bouzoukaki, de bouzouki, de bouzoukomana (letterlijk de "bouzouki-moeder"), de baglamas, de tzouras, de sazi, de tambouras, de gonato, de giokari, en de bourgalí .

Op onze pagina over de bouzouki kunt u lezen dat het instrument in zijn huidige vorm een kruising is tussen tambouras en mandolino , dus in feite een langhalsluit met metalen snaren. Dat veranderde de klank helemaal, vandaar dat de meeste auteurs de moderne bouzouki als een nieuw instrument beschouwen. Conservatieve auteurs, die gekant waren tegen de rembetika, stelden ook dat het een "nieuw" instrument was, waaruit ze dan de gevolgtrekking maakten dat het on-Grieks en dus verwerpelijk was . Andere auteurs baseren zich op de vorm om te zeggen dat de bouzouki al heel oud is, en bewijzen dat (onder meer) met Byzantijnse fresco's waarop inderdaad duidelijk een langhalsluit te zien is. Wie heeft er nu gelijk? Het hangt ervan af welke definitie je hanteert. Wij neigen naar het eerste standpunt, dus dat bouzouki, baglamas en tzouras nieuwe instrumenten zijn met oude namen. Ze hebben met andere woorden een gedaanteverwisseling ondergaan tijdens de overgang van dorpsmuziek naar stadsmuziek.

Is het u opgevallen dat, in het rijtje van de Turkse musicoloog hierboven, dat van groot naar klein loopt, de baglamas vóór de tzouras komt? Dat zou betekenen dat de baglamas groter is dan de tzouras, en alle bronnen bevestigen dat ook. Vandaag is dat precies omgekeerd. Het is alsof men bij het "recycleren" van die twee namen de etiketten verkeerd heeft geplakt. Meer hierover leest u op onze pagina's over tzouras en baglamas .

 

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Accordeon

Volgende pagina
Bouzouki

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.