|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Overzicht Griekse Muziek in April 2022
Tania Giannouli TrioDe Griekse pianiste, componiste en bandleader Tania Giannouli ( Τάνια Γιαννούλη ) komt met haar Trio naar Nederland. Ze zullen er hun nieuwste album aan het publiek voorstellen. Dat heet "In Fading Light" en het bevat allemaal composities van haar hand. Voor ons is dat voldoende om aandacht aan haar te besteden op onze website over "Griekse Muziek". In essentie definiëren wij "Griekse muziek" immers als "muziek die geschreven werd door Grieken", en aan dat criterium is hier ruimschoots voldaan. Iemand, die haar muziek toevallig op de radio zou horen, zou misschien niet meteen de oren spitsen in de zin van "hé, dit klinkt Grieks", maar toch is zij wel degelijk een product van de rijke muzikale cultuur die er in Griekenland te vinden is. Regelmatige bezoekers van deze site weten intussen wel dat "Griekse muziek" een huis is met vele kamers. Alleen heb je voor Tania Giannouli in feite een aparte verdieping nodig. Het is niet ongewoon dat getalenteerde Griekse muzikanten niet zomaar in één hokje onder te brengen zijn, maar bij haar zijn er toch een paar dingen die extra opvallen. Om te beginnen voelen de meeste andere creatieve geesten zich vaak een beetje ongemakkelijk als ze telkens weer de vraag krijgen "welke muziek speel je nu eigenlijk?", en als ze daar dan geen pasklaar antwoord op hebben. Maar Tania Giannouli trekt zich daar helemaal niks van aan. Hokjes en etiketten vindt ze helemaal niet vervelend, gewoon omdat ze voor haar niet bestaan. "Ik heb altijd al naar heel veel verschillende soorten muziek geluisterd", zegt ze, "en ik doe dat nog steeds. Dat zal allicht wel op de één of andere manier meespelen. Maar dat is dan wel onbewust, want de muziek komt bij mij gewoon opborrelen, ik moet ze alleen maar opschrijven". Zo simpel zal het wel niet helemaal zijn, want op andere momenten vertelt ze dat ze wel degelijk her en der moet bijschaven, tot ze helemaal tevreden is. Maar de essentie is toch wel dat ze gewoon haar eigen ding doet. Meestal gaan journalisten en recensenten dan maar zelf op zoek naar etiketjes. Tenslotte moeten zij aan hun publiek uitleggen wat zo'n artiest nu eigenlijk doet. Maar bij Tania Giannouli voelen ze blijkbaar geen behoefte om haar muziek te gaan demonteren en analyseren. Ze luisteren gewoon - en dan trekken ze bijna allemaal een blik superlatieven open. We geven enkele voorbeelden uit vele. Toen haar recentste album "In Fading Light" in november 2020 verscheen, werd het prompt door het Griekse magazine "Mix Grill" verkozen tot album van de maand. "Het gebeurt niet vaak dat we hiervoor een jazz album uitkiezen", schreven ze een beetje verontschuldigend. "Dat heeft niets te maken met de persoonlijke smaak van onze redactie", verzekerden ze, "en het is ook niet omdat er op dat vlak geen interessante dingen zouden gebeuren". Alleen was er altijd wel wat anders en beters om te selecteren. Maar nu, met "In Fading Light", was er gewoon geen enkele ruimte voor twijfel. Zonder dat album waren er die maand nog wel een paar andere kandidaten geweest, maar nu hadden ze geen keuze - vonden ze zelf. Dat zelfde album eindigde zelfs twaalfde op hun lijst "beste platen van 2020". Niet slecht, want volgens hen was dat "een uitzonderlijk goed jaar" geweest. Ook in België maakte ze indruk. Toen de Franstalige krant "Le Soir" dat zelfde album op de draaitafel kreeg, was hun conclusie: "un magnifique album". En er is meer. In 2018 debuteerde ze met haar Trio, waarmee ze later "In Fading Lights" zou opnemen, op het Jazzfest Berlin, een onderdeel van de Berliner Festspiele en meteen ook het oudste en meest prestigieuze jazz-festival van Europa. In de afgelopen halve eeuw of zo (sinds 1964) hebben ze daar een hoop "goed volk" over de vloer gehad (Miles Davis, Duke Ellington, Charles Minus e.v.a.). Ze zijn daar dus echt wel wat gewend. Voor de editie 2018 hadden ze zomaar eventjes 17 projecten uit 12 landen uitgenodigd, waaronder het kersverse " Tania Giannouli Trio". Het Duitse tijdschrift JAZZThetik volgde dat uiteraard allemaal van nabij - en vond hun optreden ... één van de beste concerten. Niet alleen van het festival, maar van het hele jaar 2018. Ook de Duitse vakjury, die haar in mei 2021 nomineerde voor de eerste editie van de "Deutscher Jazzpreis", was kennelijk onder de indruk. Die prijs werd in dat jaar voor de eerste keer ingesteld door de Duitse regering. De bedoeling was om de jazz in Duitsland een steuntje in de rug te geven, maar ook buitenlandse artiesten kwamen in aanmerking. De enige voorwaarde was dat de kandidaten "uitzonderlijke prestaties" moesten geleverd hebben, met "zeer hoge kwaliteit" en "heel veel creativiteit", en op die manier moesten ze "bijgedragen hebben tot de uitstraling van de jazz-muziek". Meer moest dat niet zijn. Tania Giannouli werd genomineerd in de categorie "Piano/Keyboards international". Haar "concullega's" in die categorie waren Shai Maestro en Tigran Hamasyan. Die laatste mocht uiteindelijk met de prijs naar huis, maar ook hier is deelnemen belangrijker dan winnen. Tania Giannouli is dan ook bijzonder verguld met haar nominatie. "Wacht even", zegt u nu misschien, "wat is dat eigenlijk met 'all that jazz'? Zij paste toch in geen enkel hokje, en nu gaat het de hele tijd over jazz-album, jazz-festival, jazz-prijs, ... Hoe zit dat dan?". Voor haar maakt het eigenlijk niet veel uit. "Er is maar één muziek", zegt ze. "Als ik componeer, dan klinkt het de ene keer een beetje als klassiek, de andere keer wat meer modern, en nog een andere keer inderdaad een beetje 'jazzy' - al naargelang het bij mij opkomt". Maar als er dan toch een etiketje op moet, voor het publiek en zo, dan is "jazz" voor haar prima. Dat genre staat immers voor "vrijheid" en "improvisatie", en dat is hier alvast van toepassing. Wat ze er niet bij zegt: dat etiketje helpt haar misschien wel om vaker een podium te krijgen. De jazz-muziek is vrij populair in West-Europa, er zijn dus heel wat clubs en festivals waar ze terecht kan. En wat meer is: dat publiek heeft ook een open geest en is dus vaker bereid om met een open oor te luisteren naar "ongewone" dingen. Dat was vooral in het begin van belang, want inmiddels heeft het publiek haar en haar werk ontdekt en ze is nu geen "illustere onbekende" meer. De oorsprong van haar creatief denkproces is - zoals zo vaak - misschien te zoeken in haar kinderjaren. Ze werd in 1977 geboren in Athene, al dan niet "in de schaduw van de Akropoiis" (zoals één commentator het uitdrukte), maar blijkbaar in een huis waar ook een piano stond. Gevraagd naar het eerste muziekstuk dat indruk op haar maakte, antwoordt ze zonder aarzelen: de "Nocturnes" van Chopin. Alleen wist ze toen nog niet hoe dat precies zat met die namen, daar was ze nog veel te klein voor. Als peuter heb je inderdaad heel wat te leren: lopen, praten, ... Dat doe je door imitatie. Je leert de betekenis van woorden en je leert hoe de grote mensen daar zinnetjes mee maken om uit te drukken wat ze denken of voelen. De kleine Tania lijkt er nooit bij stilgestaan te hebben dat dit voor muziek anders kon zijn. Ze zat dus urenlang aan de piano en probeerde allerlei eigen melodietjes uit, blijkbaar zonder zich te realiseren dat haar ouders in feite de muziek naspeelden die anderen voor hen bedacht hadden. Dat besef zal ergens rond haar vijfde levensjaar gekomen zijn, want toen schreef haar moeder haar in voor pianolessen. Zelf had ze daar niet om gevraagd, maar het leek wel vanzelfsprekend. De liefde voor de piano heeft haar nooit losgelaten, en inmiddels heeft ze allerlei diploma's op zak, de meeste zelfs met onderscheiding: klassieke piano, notenleer, compositie, ... Toch waren haar ouders er niet van overtuigd dat ze haar brood zou kunnen verdienen met muziek. Voor alle zekerheid heeft ze dan maar een diploma behaald aan de ... landbouwhogeschool van Athene, maar daar heeft ze nooit iets mee gedaan. Muziek was haar ding, dat was voor haar overduidelijk. Maar het moest dan wel haar eigen muziek zijn, waarmee ze zichzelf kan uitdrukken. Dat bleek ook al op de lagere school. Als er daar een toneelstukje of een feestje was, dan schreef zij daar de muziek voor. In Griekenland is dat misschien wat minder opzienbarend dan elders. Sommige leerlingen zijn nu eenmaal goed in rekenen, anderen in taal, en zij dus in muziek. Bovendien wordt de muziek voor theater en dergelijke sowieso vaak "op maat" van het uitvoerende gezelschap geschreven, en dat maakt het al wat minder onwaarschijnlijk dat een leerling zoiets doet. Het was trouwens ook zij die steevast tot vrijwilliger benoemd werd om het schoolkoor te begeleiden op piano. Tania Giannouli schrijft tussen haakjes nog altijd muziek voor dergelijke projecten. In haar cv is dat te vinden in de rubriek "mixed media". Dat is dan muziek voor video, toneel, films, documentaires, tv-reeksen en dergelijke. Die muziek wordt door anderen uitgevoerd, maar ze brengt wel "onder noten" wat de beelden bij haar zelf oproepen. Uiteraard schrijft ze ook voor zichzelf, ze is tenslotte een gepassioneerd pianiste. Ze heeft inmiddels vier eigen albums uitgebracht, allemaal bij het kleine Nieuw-Zeelandse label "Rattle". Hoe ze daar terecht kwam? Dat is een verhaal op zich. Al minstens sinds 2007 had ze met een paar bevriende muzikanten aan "avant-gardistische jazz" gedaan, eerst in een groepje dat "4+1" heette, en nadien in de opvolger daarvan, het "Schema Ensemble". Met hen had ze ook een paar platen uitgebracht, onder meer een live opname van een optreden in de "Sfendoni" in Athene. Maar enkele jaren later - ergens in 2010 of 2011 - begon ze toch aan een eigen album te denken. Het materiaal had ze al, en nu zocht ze iemand om dat uit te geven. Toevallig ontdekte ze "Rattle Records". Dat label was in 1991 opgericht door Steve Garden. In een vorig leven was hij drummer maar hij schijnt ook een fenomenale klanktechnicus te zijn. Met "Rattle" wilde hij kwalitatief hoogstaande instrumentale kunstmuziek gaan uitbrengen, zonder één enkele concessie aan het commerciële. Zijn grote voorbeeld was het Duitse kwaliteitslabel ECM . Hij heeft zijn eigen kijk op opnametechnieken en ook bij de nabewerking legt hij specifieke accenten. Tania Giannouli luisterde aandachtig naar enkele staaltjes, en ze wist meteen : "Hé, dat is ook mijn sound!". Ze stuurde dus een demo naar Nieuw-Zeeland, onder het motto "je weet maar nooit". Het antwoord kwam bijna per kerende - in de vorm van een contractvoorstel. Het resultaat was haar eerste album "Forest Stories" (2012), waar zij met haar piano in duet gaat met de blaasinstrumenten van de Portugees Paulo Chagas (saxofoon, klarinet, fluit, ...). De commentaren zijn in één woord samen te vatten: "fascinerend!". Misschien had de deur van "Rattle" voor Tania Giannouli al wel op een kier gestaan, want ze wisten daar al langer dat er in Griekenland meer te vinden is dan bouzouki -muziek. Eén van hun eerste wapenfeiten was het debuutalbum geweest van de Nieuw-Zeelandse componist van Griekse afkomst, John Psathas (met zijn "Rhythm Spike", in 1999 of zo, de bronnen zijn niet altijd eenduidig). Psathas is internationaal erg bekend, en in april 2004 was hij bijvoorbeeld uitgenodigd door het Nederlands Blazers Ensemble, samen met nog twee andere Grieken, Vangelis Karipis en Manos Achalinotopoulos . In maart 2010 deden ze dat nog eens over, en een jaar later verscheen "Flight on Light", een album van Achalinotopoulos , uitgebracht bij ... "Rattle Records". Het is overduidelijk dat ook Tania Giannouli van dat label de ruimte krijgt die ze nodig heeft, en de resultaten zijn er dan ook naar. Op haar tweede album, "Transcendence" (2015), is ze te horen met haar " Tania Giannouli Ensemble", een quintet met piano, saxofoon, cello, percussie en drums dat een jaar eerder zijn debuut had gemaakt op de tweede editie van het "Syros Jazz Festival". Ook dat album maakte wereldwijd indruk. Zelfs in Griekenland kreeg het heel wat aandacht (en lovende kritieken), ook al woedde de Crisis daar toen in volle hevigheid. Maar het hielp natuurlijk wel dat een landgenote van hen de internationale (vak)pers haalde met albums die verschenen in Nieuw-Zeeland. Dat stak hen een hart onder de riem. En eigenlijk was dat precies wat Tania Giannouli had willen doen, maar dan met haar muziek. Ze zat er zelf namelijk middenin, in die Crisis, en zeker als muzikante waren het ook voor haar bittere tijden. Die klinken soms door op "Transcendence". Desondanks gaf ze de moed niet op, en dus verklankt ze op dit album ook haar "heimwee naar een onbekende, gelukkige toekomst". Ze moest niet lang nadenken toen ze in 2016 de vraag kreeg om mee te werken aan een project dat "634 λεπτά μέσα στο ηφαίστειο" zou gaan heten ("634 lepta mesa sto ifestio", "634 minuten in de vulkaan"). Het was een "site specific project", zoals dat dan heet, maar zelden zal die benaming meer van toepassing geweest zijn dan in dit geval. De bedoeling was om vijftien muzikanten samen te brengen in de krater van de vulkaan van het eiland Nisiros, helemaal in het oosten van de Egeïsche Zee. In feite is heel Nisiros niet veel meer dan de top van die vulkaan die boven de zee uitsteekt. Helemaal bovenaan, op 700 meter hoogte, ligt de Stefanos-krater, met een diameter van zo'n 300 meter. Het is dan wel een slapende vulkaan (de laatste actieve uitbarsting was in 1888), maar het rommelt nog stevig in de ondergrond, en uit allerlei scheuren en openingen stijgen hete dampen op. In die surrealistische omgeving zouden de muzikanten in een grote cirkel gaan zitten en ze zouden beginnen spelen op 18 augustus, stipt om 19u58, het moment waarop de zon officieel ondergaat. De enige noemenswaardige verlichting kwam van de volle maan. Ze zouden aan één stuk doorspelen tot zonsopgang de volgende dag, en dat was om 6u32. Samen inderdaad 634 minuten. De vijftien jonge muzikanten waren gekozen uit verschillende genres, van klassiek, traditioneel, jazz enzovoorts tot en met elektronisch. Ze hadden nog nooit samengewerkt, er waren geen repetities en ook geen partituren. Het zou zuivere improvisatie moeten worden, elkaar aftastend en dan op elkaar inspelend, al naargelang het uitkwam. Het zou een eenmalig event gaan worden, de muziek zou niet opgenomen worden, en het enige wat na afloop zou overblijven - behalve enkele foto's - zouden de herinneringen van de muzikanten zijn, een herinnering aan een unieke ervaring. Tania Giannouli hoefde zelfs geen anderhalve keer na te denken, en zij was er dus bij. Het is interessant dat er bij de andere deelnemers nog een paar andere namen zijn die in de Lage Landen al te horen waren - of hadden moeten zijn. Taxiarchis Georgoulis ( outi ) was in maart 2020 naar Gent uitgenodigd als lid van het "Vidos Duo" maar dat ging niet door. Sofia Sarri (zang) was in november 2018 te gast in Amsterdam, en Sofia Lambropoulou ( kanonaki ) zal hier minstens van naam bekend zijn, namelijk als zus van Ourania Lampropoulou ( santouri ). De anderen hebben we hier dus nog tegoed ... Omdat het zo'n spectaculair project was, kreeg het veel aandacht in de media. Meestal werd er daar ook een korte alinea gewijd aan elk van de muzikanten, en het valt op dat er over Tania Giannouli telkens gezegd werd dat haar platen uitgegeven werden in Nieuw-Zeeland. Een maand later, in september 2016, speelde zij met haar " Tania Giannouli Ensemble" in een andere imposante setting: het prestigieuze Megaron Mousikis in Thessaloniki. De perstekst vermeldt de Nieuw-Zeelandse connectie al meteen in het eerste zinnetje. Dat spreekt in Griekenland duidelijk tot de verbeelding. Merkwaardig genoeg is Nieuw-Zeeland één van de (weinige) landen waar ze zelf nog nooit is geweest, maar een jaar na dat "vulkanische" event kwam Nieuw-Zeeland om zo te zeggen naar haar toe. Op haar derde album "Rewa" gaat ze in dialoog met Rob Thorne, en die speelt "taonga pūoro". Dat zijn de traditionele muziekinstrumenten van de Māori, de oorspronkelijke bewoners van Aotearoa (Nieuw-Zeeland). Het woord "taonga" zou "bezitting, (waardevol) voorwerp, ding" betekenen, en het werkwoord "pūoro" is "zingen" (het liggende streepje geeft een lange klank aan). Er zijn daar een heleboel verschillende "zingende dingen", zowel melodie- als ritme-instrumenten, maar ze zijn uiteraard allemaal gemaakt van natuurlijke materialen: hout, beenderen, schelpen of zelfs stenen. En ze hebben allemaal een eigen, specifieke rol te spelen binnen de traditie. Ze waren immers vooral bedoeld om met de goden te communiceren, en daar hangen allerlei rituelen mee samen. Als je je daar niet kan in inleven, dan kan je die instrumenten ook niet laten "spreken". In de loop van de vorige eeuw waren de "taonga pūoro" wat in onbruik geraakt, samen met de rest van de heel eigen, rijke cultuur van de Māori. De laatste decennia wordt er hard gewerkt om het tij te keren, en onder meer de instrumenten worden nu bestudeerd én ook opnieuw gebruikt, onder meer door Nieuw-Zeelandse componisten. Rob Thorne is daar een goed voorbeeld van. Hij is zelf een Māori (zijn eigenlijke naam is Ngāti Tumutumu), en naast antropoloog, academicus en componist is hij ook een getalenteerd muzikant met vele decennia ervaring, en een erkend expert op de "taonga pūoro". Hij combineert die eeuwenoude klanken graag met moderne instrumenten en technieken. Hij was dus een uitstekende keuze voor dit project, dat volledig bestaat uit improvisaties, waarbij de piano en de "taonga pūoro" met elkaar in dialoog gaan, over de grenzen van tijd en ruimte heen. En het resultaat was alweer: "fascinerend". Het was overigens Tania Giannouli zelf die het initiatief had genomen. Zij had Rob Thorne aan het werk gehoord op zijn album "Whāia Te Māramatanga" (2013) en ze was diep onder de indruk geweest. Toen vernam ze dat hij in mei 2017 naar Athene zou komen voor een optreden. Ze regelde meteen een ontmoeting - plus een opnamestudio. Die studio werd nog de dag zelf in gebruik genomen. Eigenlijk was het gewoon als experiment bedoeld, of als een interessante ervaring. Als het niets werd, dan was het maar zo, beslisten ze. Maar de vonk sloeg al gauw over en ze beseften dat het wél "iets" was. Twee intense dagen later was het materiaal klaar om door Steve Garden afgewerkt te worden. Er wordt van hem gezegd dat hij klanken kan "zien", in drie dimensies nog wel, een beetje zoals iemand anders zich een landschap voor ogen haalt. Die gave zal hem hier misschien nog meer van pas zijn gekomen dan bij andere producties van zijn "Rattle Records". Toen "Rewa" in juni 2018 verscheen, stond hij mee op de cover als co-auteur - en dat is niet meteen zijn gewoonte. De titel van het album is tussen haakjes niet lukraak gekozen. Net als de muziek zelf, die hier nog meer "oncatalogeerbaar" is dan anders, is ook "Rewa" een woord met vele betekenissen. Als werkwoord is het zowel "smelten, oplossen" als "drijven" en "vertrekken", maar het is ook een mast (van een schip), plus een bloem van de rewarewa, een hoge boomsoort die inheems is in Aotearoa. Een ander opvallend aspect aan het "Rewa" album is dat Tania Giannouli er ook "prepared piano" op speelt. Dat is in feite een gewone (vleugel)piano waarbij er allerlei voorwerpen tussen de snaren worden gelegd: stukjes papier of karton, tennisballen, metalen schroeven of zelfs bestek en ander keukengerei. Soms bespeelt de pianist(e) de snaren ook rechtstreeks, bijvoorbeeld door ze met de hand aan te strijken, te plukken of te tokkelen, dus zonder de toetsen te gebruiken. De bedoeling van dit alles is om de klankkleur te veranderen, zodat je met die ene piano min of meer een heel orkest kan nabootsen. Misschien wilde zij op die manier wat meer weerwoord hebben tegenover de veelsoortige "taonga pūoro" van Rob Thorne. Ze gebruikt trouwens ook graag zo'n "geprepareerde piano" tijdens haar solo-concerten. Voor haar volgende album gooide ze het alweer over een heel andere boeg. Daarmee zijn we dan weer terug bij het Tania Giannouli Trio, waarmee we dit artikel begonnen. Dat Trio werd over de hele wereld met open armen ontvangen door liefhebbers van jazz. Eigenlijk is dat een beetje merkwaardig, want de samenstelling van het Tania Giannouli Trio is niet meteen wat je van een doordeweeks jazz-trio zou verwachten. Het zijn:
Ze heeft bewust voor trompet en outi gekozen. Die instrumenten heeft ze altijd al graag gehoord, en ze hebben ook allebei een heel aparte klank en hun eigen muzikale persoonlijkheid. Daarom leek het haar interessant om daar eens wat mee te doen. Ze liep een hele tijd met dat idee in haar achterhoofd, maar onwillekeurig dacht ze daarbij aan een ensemble waar slechts één van beide instrumenten in opgenomen zou zijn. Het was pas later dat ze bedacht dat het ook moest kunnen met allebei tegelijk, en hoe meer ze er over nadacht, hoe beter ze het zag zitten. Het zou dan logisch geweest zijn om er ook een ritme-instrument bij te halen, maar dat wilde ze niet. Zonder ondersteuning van contrabas of slagwerk staan de andere instrumenten er namelijk alleen voor. "Er is geen ruimte voor trucjes en kunstgrepen, alles moet muzikaal transparant zijn", zegt ze. Een hele uitdaging, niet alleen voor zichzelf maar ook voor de twee andere muzikanten. Die moeten niet alleen hun instrumenten uitstekend beheersen, ze moeten haar ook kunnen volgen en uit haar composities halen wat zij er in stopte. De enthousiaste reacties van commentatoren én publiek, waar we het hoger over hadden, bewijzen dat ze daar wonderwel in geslaagd zijn. Tania Giannouli blijft er erg cool bij. "Zeker, het doet plezier", zegt ze. Maar het voornaamste is toch dat de mensen de muziek graag horen. En ze schuift de verdienste trouwens meteen door naar de andere leden van het Trio. Zonder hen was dit niet mogelijk geweest, zegt ze. Dat is niet onterecht, maar het is niet het hele verhaal. Het is niet onterecht, want het zijn inderdaad geen kleine jongens waar ze mee samenwerkt. We hebben van allebei trouwens een biografie waar u dat kunt nalezen. U komt er gewoon door op hun naam te klikken. Van Kyriakos Tapakis onthouden we dat hij eigenlijk uit de hoek van de traditionele muziek komt, en dan vooral die van Klein-Azië, waar de outi een belangrijke rol speelt. Maar hij staat ook open voor heel andere dingen, en in dit kader is dan vooral zijn samenwerking in het Balarom Trio van Pantelis Stoikos van belang. Het is dus niet de eerste keer dat Tapakis met een imposante trompettist aan de slag gaat. En een imposante trompettist is Andreas Polyzogopoulos alleszins. Hij is vooral actief in de wereld van de jazz, maar dan letterlijk: over de hele wereld. Recent had hij zich in Brussel gevestigd, tot hij de wijk nam voor de Covid-pandemie. Maar hij bleef er lang genoeg om zich ook daar tot een begrip te maken. Dus, ja, zij hebben ongetwijfeld een flinke bijdrage geleverd aan het succes van "In Fading Light". Maar dat is niet het hele verhaal. Ze hebben daarvoor immers de ruimte gekregen van Tania Giannouli , meer bepaald door haar arrangementen. Die hebben - nog meer dan anders - mee het resultaat bepaald. Bij het beluisteren van het album valt het meteen op dat elk van de drie instrumenten een eigen, volwaardige rol toebedeeld krijgt. De outi en de trompet zijn er dus niet "alleen maar" om de piano te begeleiden. In het ene nummer is het de trompet die de eerste viool speelt, in een ander nummer is het de outi die de leiding neemt. De twee andere volgen dan. In andere nummers wisselen ze elkaar af, en in nog andere spelen ze "gewoon" samen. Dat ongebruikelijke klankbeeld leidt vaak tot verrassende resultaten. Hoor ik daar nu iemand zingen? Nee, het is de trompet. En wie is die percussionist? Ach ja, da's "gewoon" de piano, of de outi (al naargelang het nummer). En toch lijkt het er niet om gedaan, het klinkt allemaal heel natuurlijk. Als iemand als Tania Giannouli zegt dat er "geen ruimte [is] voor trucjes of kunstgrepen", dan is dat ook precies wat ze bedoelt. We moeten dan misschien nog even stilstaan bij de cover van het album "In Fading Light". Meestal laat "Rattle Records" zich ook daarvoor inspireren door ECM . Ze zijn erg sober, om niet te zeggen spartaans, meestal in zwart-wit, en meer in het algemeen heel erg weinig van zeggen. Op de cover van dit album staat echter een kleurenfoto van een leeg, vervallen zwembad, met gebarsten tegels en overwoekerd door onkruid. Samen met de kapotte lantaarnpaal suggereert het de vergane glorie van een verkommerde villa, ergens in een buitenwijk van de een of andere stad, een oord in elk geval waar ooit de mensen onbekommerd van het leven genoten. Dat is nu alleen nog een vage herinnering, en de natuur is goed bezig om het terrein te heroveren. Maar op de foto zie je niet alleen het donkergroen van de bomen en de struiken. De voorgrond wordt ingepalmd door helderrode, wilde bloemen die weelderig bloeien, helemaal vanzelf, zonder hulp van de mens. Tegenover het gevoel van verlies en heimwee staat hier het gevoel van hoop, een hoop op betere tijden. Het is een sterke foto, maar dat mag ook wel. Ze werd gemaakt door Savvas Lazaridis (°Patras 1962), professor fotografie aan "Le75" (oftewel "Le SeptanteCinq" in Belgisch-Frans), een hogeschool voor grafische kunsten in Brussel. Hij studeerde daar eerst zelf, en sinds 1988 doceert hij er techniek en esthetiek van de fotografie. Hij heeft geëxposeerd op verschillende plaatsen in de hele wereld, en ook in Griekenland zelf is hij geen onbekende. Hij deed er verschillende projecten, en hij was ook gevraagd als "huisfotograaf" van het project "634 minuten in de vulkaan". Tania Giannouli kende hem en zijn werk. Ze had hem gevraagd of hij misschien een foto had voor de cover van haar nieuwe album. Hij stuurde haar enkele kandidaten, maar toen ze de bewuste foto zag, wist ze meteen: "Dat is ze !". Het is nog niet bekend wat er op de cover van haar volgende album zal staan. Zelfs de inhoud staat nog open, maar het kan minstens nog twee kanten uit. Minstens, want ook nu heeft zij verschillende projecten tegelijk lopen. Twee daarvan zijn kandidaat om ooit ingeblikt te worden. Aan de ene kant is er "The Book of Lost Songs", een elektro-akoestisch project waarvoor ze samenwerkt met de Italiaanse zangeres Maria Pia De Vito. Het is de eerste keer dat ze muziek schrijft voor een zangstem, en ze is alvast opgetogen over het resultaat. Ook de Italiaanse percussionist Michele Rabbia doet mee, en van hem zegt zij dat hij een "tovenaar" is. De première was weggelegd voor het "Enjoy Jazz Festival" in Duitsland. Daarnaast is ze ook bezig met het uitwerken van een solo piano album. "Misschien zal dat er zelfs eerder zijn", oppert ze, maar dat is dan om praktische redenen. Voor "The Book of Lost Songs" moeten er immers afspraken gemaakt worden met vijf muzikanten uit verschillende landen, en in tijden van een corona-pandemie is dat niet meteen vanzelfsprekend. Bij een piano-solo is dat net iets makkelijker. In deze turbulente tijden is het trouwens handig om zo'n solo project achter de hand te hebben. In november 2020 had ze eigenlijk "The Book of Lost Songs" moeten voorstellen op het bekende "Ars Musica" festival in Brussel, een internationaal festival gewijd aan hedendaagse muziek. Normaal is dat een meerdaags gebeuren, maar ook hier maakte "het virus" er een puinhoop van. Ook het concert van Tania Giannouli werd afgelast. Tot overmaat van ramp voelde ze zich niet goed en ze had ook wat koorts. Ze liet zich testen op Covid en het resultaat was ... positief. Gelukkig waren de symptomen niet erg zwaar en na enkele dagen in isolatie was ze alweer beter. Goed genoeg in elk geval om haar piano solo uit te voeren voor Ars Musica, maar dan wel in live streaming , en dus zonder publiek. Het had anders kunnen aflopen, beseft ze. Een maand later was ze nog altijd niet helemaal op krachten gekomen. In januari 2022 had ze opnieuw naar Brussel en Gent moeten komen, maar opnieuw stak het venijnige virus daar een stokje voor: afgelast, alweer. Hopelijk kunnen de concerten in Nederland gewoon doorgaan. Tot nader order komt ze daar met het Tania Giannouli Trio haar album "In Fading Light" voorstellen. De vraag is dan: wat mag u verwachten van die concerten? Dat is een vraag waar geen pasklaar antwoord op is. Het is wel duidelijk wat u niet moet verwachten. Er komt geen bouzouki aan te pas, en ook voor de vrolijke dansritmes van de traditionele Griekse dorpsmuziek bent u hier aan het verkeerde adres. Dat neemt niet weg dat de lovende commentaren alvast betekenen dat het album zeker niet slecht is. Eindeloos mooi, tijdloze schoonheid, fascinerend, magnifiek, ... Belangrijk is ook dat Tania Giannouli muziek schrijft "om datgene te zeggen wat je met woorden niet kunt uitdrukken". Je leest dan ook overal dat haar muziek allerlei beelden oproept bij de luisteraar, dat ze hem of haar doet wegdromen. En die dromen zijn bij iedereen anders. Het is alleszins heel erg rustgevende muziek. Na een extreem uitputtende werkdag zou een kopje koffie vóór het concert misschien kunnen helpen voorkomen dat die dromen ook werkelijkheid zouden worden. Maar doorgaans zal de muziek zelf wel voldoende expressief zijn om de luisteraar van begin tot eind te boeien, ook zonder koffie. Laat u vooral niet op het verkeerde been zetten door de pogingen van enkele zalen om dit concert enigszins te duiden. Op zich is dat verdienstelijk, natuurlijk, maar in feite zeggen ze niet zo heel veel. Op die manier is een appel ook een cross-over tussen een tomaat (de vorm) en een komkommer (de schil), maar daarmee weet u nog niet hoe zo'n ding eigenlijk proeft. Een appel is een appel, en Tania Giannouli is Tania Giannouli . Op een promo-foto, die "Rattle Records" verspreidde voor het album "Rewa", staat zij trouwens samen met Rob Thorne, allebei ondeugend glimlachend, en met op hun t-shirts het opschrift: "Shut up and listen" . Beter kunnen wij dat niet zeggen.
Op de site sinds: 28/12/2021 Terug naar het begin van deze pagina. Kosmokrators in concert"Rembetika in F-EN-NL-EL" Over de "Kosmokrators" is (bijna) alles al gezegd en geschreven, onder meer door ons op onze maart 2017 maandpagina . Daar leest u bijvoorbeeld dat ze al in de zomer van 2016 enige deining veroorzaakten in Griekenland, waar ze hun eerste cd "Frenetika" mochten gaan voorstellen. Die kreeg toen heel wat aandacht in de Griekse media, en dat was niet in de laatste plaats te danken aan hun repertoire, dat bestaat uit bekende liedjes uit de rembetika , waarop ze dan zelfgeschreven teksten hebben gemonteerd in het Nederlands, Frans of Engels. Zelf omschrijven ze dat zo: De vertalingen blijven dicht bij het origineel, en behouden het authentieke harde en ondergrondse karakter. Het thema bij uitstek is de wereld van de manges, de taaie muzikanten, stoere binken en hasjrokers uit Athene en Piraeus. Steeds gaat het om doorgewinterde teksten, soms aangepast aan het hier en nu, soms hard, soms teder, maar altijd voorzien van een flinke dosis humor.Zoals bekend wil de bezetting van de Kosmokrators nogal eens wijzigen. Zoals elke goede kok richten ook zij zich naar het aanbod van het moment. De harde kern blijft wel steeds dezelfde, en die wordt aangevuld met andere goede muzikanten, in functie van hun beschikbaarheid. Voor dit concert worden de "Kosmokrators" kernachtig als volgt aangekondigd:
Op de site sinds: 06/02/2022 Terug naar het begin van deze pagina. "Smyrne - Athènes - Paris"Hara Kalatzidou en Tonia Tabourli Hara Kalatzidou (zang) en Tonia Tabourli (piano) nodigen uit voor een muzikale reis door tijd en ruimte. Er zijn drie aanlegplaatsen voorzien, telkens met een stevige "French connection", in dit geval dan een link met het Franse chanson. Dat genre heeft in de vorige eeuw overal in de wereld indruk gemaakt, dus ook in de Griekse wereld van de twee protagonisten van deze voorstelling. De reis begint in het Smyrna van vóór 1922. Zoals bekend was dat in die tijd een kosmopolitische havenstad, en in het bruisende mondaine uitgangsleven kwamen zowat alle muzikale genres van over de hele wereld met elkaar in aanraking, en daaruit ontstond een heel eigen liedvorm. Dat is (en was) stof voor ontelbare boeken, thesissen en onderzoeksprojecten, maar dit concert gaat toch vooral op zoek naar mooie liedjes met een mooi verhaal en met internationale aanknopingspunten. Na de bevolkingsuitwisseling van 1922 verhuisde het "Smyrneïko tragoudi" naar Athene . De term werd later ook gebruikt om een bepaalde vorm van rembetika aan te duiden, die wat meer oosters klonk en wat meer verfijnd was dan de rauwe Piraeus-stijl. Dat is zeker niet onterecht, maar in deze context gaat het toch vooral om het "betere lied" in zijn meer algemene vorm. En dat is alweer een heel uitgebreid terrein. De professionele muzikanten uit Smyrna vonden immers ook werk in de theaters waar operettes en opera's opgevoerd werden, in de cabarets en dergelijke, Velen van hen maakten daar ook naam als componist. Zij schreven dan bijvoorbeeld tango's en walsjes, maar het waren toch geen slaafse imitaties van het "origineel". Ze legden integendeel hun heel eigen accenten. De reis gaat dan verder naar de Lichtstad zelf. Parijs was niet alleen leverancier van vernieuwende muziekvormen en van ontelbare successen, maar er was ook een omgekeerde beweging. Griekse componisten maakten wereldwijd indruk en dat bracht hen ook op de radar van de Franse muziekwereld. Schoolvoorbeeld in deze context is "Les Amants de Teruel", een verhaal van twee Spaanse geliefden uit de dertiende eeuw dat door Edith Piaf gezongen werd op muziek van Mikis Theodorakis . Kortom, materiaal genoeg om een boeiend concert mee te vullen. Dat vullen deed Hara Kalatzidou al minstens in 2014. Ook toen bracht ze - in Parijs - een concert met dezelfde titel. Het is verleidelijk om nu te verklappen wat er toen op het programma stond, maar dan zetten we u misschien op het verkeerde been. Hara Kalatzidou (Χαρά Καλατζίδου) is immers te veelzijdig en te actief om gewoon maar de playlist van toen te recyleren. Als zangeres wordt ze meestal omschreven als een mezzosopraan, en dat onderbouwt ze met een diploma klassieke zang van een Grieks conservatorium. Als actrice kan ze zelfs meerdere conservatorium-diploma's dramatische kunsten voorleggen, want dat studeerde ze blijkbaar zo'n beetje overal waar dat vak op het programma stond. Als kers op de pudding heeft ze nog een diploma klassieke gitaar, en ze is bovendien componiste en tekstschrijfster - dichteres, zeg maar. Op dat vlak maakte ze haar debuut met een eerste eigen album in 2010. Dat heet "Φεγγάρι, φεγγαράκι μου" ("Fengari, fengaraki mou", bij gebrek aan beter te vertalen als "Maan, mijn kleine maantje"). Op één na zijn alle nummers van haar hand, zowel tekst als muziek. De uitzondering is een gedicht van Konstantinos Kavafis op muziek van Nikos Athanasakis. Bij ons weten is daar nooit een vervolg op gekomen, toch niet in de discografie. Maar zingen bleef ze wél doen, op allerlei terreinen. Ze heeft er bijvoorbeeld (bijna) tien jaar dienst opzitten bij de prestigieuze " Εθνική Λυρική Σκηνή" (Ethniki Lyriki Skini), de Griekse Nationale Opera in Athene. Daar werkte ze van 2000 tot 2009. Ze zong ook in een heleboel andere producties van theatergezelschappen en in televisie-reeksen. Daarna verlegde ze (een deel van) haar actieterrein voor enkele jaren naar het buitenland. Recent maakte ze een einde aan haar internationale carrière en tegenwoordig woont en werkt ze weer in Thessaloniki. Terug naar de bron, min of meer, want ze werd geboren in Makrygialos, zo'n twintig kilometer ten noorden van Katerini en dus zowat vijftig kilometer van Thessaloniki vandaan. Tijdens haar uitstapje in de wereld gaf ze een heleboel concerten zoals datgene waar ze nu mee naar Brussel komt. Ze focust daarbij vooral op de populaire liederen van het Interbellum en ze lonkt zelfs af en toe naar de rembetika uit die periode. Toch is ook het Franse chanson nooit ver weg. Ze heeft trouwens ook een diploma Franse literatuur behaald aan de universiteit van Thessaloniki, maar het is niet duidelijk wat de oorzaak is en wat het gevolg. De belangstelling voor de Franse cultuur is er alleszins, maar ze heeft toch ook aandacht voor de invloeden van andere culturen daarop. Ze kiest de liedjes voor haar concerten niet alleen omwille van hun muzikale en esthetische kwaliteiten. Er moet ook nog een verhaal achter zo'n liedje zitten, en vaak presenteert ze die verhaaltjes onder de vorm van een "act" als inleiding op het liedje zelf. Het komt dan goed uit dat ze ook nog "actrice" op één van haar vele visitekaartjes heeft staan. Nog een ander visitekaartje presenteert haar trouwens als "cabarettière". Voor alle duidelijkheid: het is (ons) niet bekend of ze het ook in Brussel over die boeg zal gooien. Over de verhaaltjes wordt daar niets gezegd, er wordt alleen aangekondigd dat ze populaire liedjes zal zingen, onder begeleiding van piano. Net als zo vaak in Brussel deed ook zij hiervoor een beroep op Tonia Tambouri (Τόνια Ταμπούρη, ook wel "Tabouri" geschreven). Deze klassiek geschoolde pianiste woont en werkt al jarenlang in de Europese hoofdstad, waar ze onder meer pianoles geeft. Daarnaast speelt ze uiteraard piano tijdens allerlei concerten. Vaak zitten die eerder in de hoek van de klassieke muziek, maar ze is even goed thuis in het lichtere genre. Engelse madrigalen uit de tijd van Koningin Elisabeth bijvoorbeeld, of de muziek van de "Belle Epoque", of een wat meer uitgebreid programma onder de titel "Romances & Belle Epoque", met muziek van De Falla, Mozart, Ravel, Puccini, en anderen. Tonia Tambouri begeleidt dan vaak de Grieks-Brusselse sopraan Ismini Giannakis. Samen brachten ze trouwens in juli 2014 een hommage aan Manos Hadjidakis . Zo'n muzikale reis langs de muzikale hoofdsteden van een eeuw geleden is dan een kolfje naar haar hand (of handen).
Op de site sinds: 21/02/2022 Terug naar het begin van deze pagina. Kyriakos Gouventas Smyrna TrioHet gezegde "The title says it all" zal zelden meer van toepassing geweest zijn dat in dit geval. De naam "Smyrna Trio" is meer dan voldoende om ongeveer te weten wat er op het programma van deze concerten zal staan. De promo-tekst op de website van de zaal preciseert het nog wat nader. Die belooft namelijk a fantastic program of songs from the pre-war Smyrna tradition.Dan weet (bijna) iedereen dat het niet alleen liedjes uit de kosmopolitische havenstad van vóór 1922 zullen zijn, maar ook de smyrneïka als "ondersoort" van de vooroorlogse rembetika , plus de populaire liedjes van grote componisten die door de "Megali Katastrofi", de bevolkingsuitwisseling van 1922, in Athene aanspoelden en daar de grondvesten legden van wat later de laïka zou worden. Drie gerelateerde genres dus, en elk daarvan afzonderlijk zou al goed zijn voor vele avonden vol met - inderdaad - fantastische liedjes. Het is ook niet zomaar een willekeurig "Smyrna Trio". Het is het " Kyriakos Gouventas Smyrna Trio". Zowat de enige die niet vindt dat Kyriakos Gouventas een virtuoze violist is, dat zal de man zelf zijn. Hij vindt het ook vanzelfsprekend dat hij alle stijlen met het grootste gemak speelt, en dat hij een geheugen heeft waar een spons jaloers op zou worden. "Och ja", zegt hij dan, "het interesseert me gewoon, meer moet je daar niet achter zoeken". Zo simpel is dat. Alleen verklaart dat nog niet waarom zowat alle grote namen van de uitgebreide Griekse muziekscène min of meer bij hem in de rij staan als ze een viool nodig hebben voor hun optredens. En nu komt hij dus met zijn eigen trio. Met hemzelf inbegrepen bestaat het uit:
Van de twee eersten hebben we een aparte biografie geschreven. U komt daar terecht door gewoon op hun naam te klikken. Ook Maria Ploumí ( Μαρία Πλουμή ) was al heel vaak te horen op allerlei podia in de Lage Landen. Eén van de eerste keren zal in oktober 2012 geweest zijn, nu bijna tien jaar geleden. Toen kwam ze trouwens hierheen als lid van een groepje dat "Smyrna Quartet" gedoopt was, en ook toen brachten ze in één concert allerlei liedjes uit zowat alle genres die er binnen dat repertoire te vinden zijn. Net als nu dus. Ze is alleszins geen debutante, wel integendeel. Ook Yannis Niárchos ( Γιάννης Νιάρχος ) heeft met dit materiaal ervaring op overschot. Hij werd in augustus 1967 geboren in Athene. Zoals altijd met muzikanten van dit niveau begon hij zich al heel jong met muziek bezig te houden. Zijn voorkeur ging uit naar de gitaar, maar hij leerde toch ook bouzouki spelen, en baglamas , en outi . Zijn belangstelling voor muziekstijlen schoof mee op: van de dimotika en de laïka naar de rembetika en de smyrneïka . Pas vanaf zijn vijfentwintigste ongeveer (dus ergens in 1992) maakte hij van de muziek zijn beroep. In het begin zocht hij zijn weg in allerlei rock-groepjes, maar het was een cassette van Vasilis Tsitsanis die hem rond 1996 definitief over de streep trok. Hij kende de rembetika uiteraard wel, maar toch gaf die cassette hem "een shock", zoals hij het zelf uitdrukt. Het was alsof de expressieve kracht van deze muziek nu pas helemaal bij hem doordrong. Vanaf dan ging het snel. Eén van zijn eerste vaste baantjes was in de "Stoa ton Athanáton", de bekende rembetika -club in Athene. Daar zat hij jarenlang op het podium. In 2002 werkte Yannis Niárchos mee aan een documentaire die de bekende rembetoloog Panayotis Kounadis maakte voor de ERT, de Griekse staatstelevisie. Die documentaire werd natuurlijk druk bekeken, en op die manier raakte de carrière van de "onbekende" maar getalenteerde muzikant in een stroomversnelling. Hij werd steeds vaker gevraagd door allerlei clubs en andere gelegenheden. Rond die tijd begon hij, samen met drie andere gelijkgestemde muzikanten, zelf met een nieuw groepje dat "Ανακόρντα" (Anakórda") gedoopt werd. Daarin vond Yannis Niárchos een uitweg voor alweer een ander aspect van zijn creativiteit: hij schrijft namelijk zelf liedjes. Ook de drie anderen waren daar al een hele tijd mee bezig. Ze gebruiken wel de bouwstenen van de bestaande genres als dimotika en rembetika , maar in de muziek - en vooral in de teksten - proberen ze toch uitdrukking te geven aan datgene wat hen zelf bezighoudt. Dat kunnen gebeurtenissen zijn uit hun dagelijkse leven, maar even goed dingen die in de maatschappij van vandaag leven. Vroeger was dat niet anders, zeggen ze, dus ze vinden eigenlijk niet dat ze "vernieuwend bezig zijn" of zo. Die muziek is altijd op die manier ontstaan, alleen de context is nu af en toe een beetje anders. In 2006 werd Yannis Niárchos lid van de "Απόδημη Κομπανία" (Apodimi Kompania). Vrij vertaald is dat het "geëmigreerde ensemble", en dat klopt ook wel: het werd in 1984 opgericht in Australië. Het was een initiatief van enkele muzikanten uit de grote Griekse diaspora in Melbourne die rembetika wilden gaan spelen. Eerst was dat gewoon voor het plezier, maar al snel hadden ze succes en dat resulteerde in vier albums. De kernleden verhuisden enkele jaren later naar Athene (om "dichter bij de bron" te zijn) en in 2003 kwamen ze met hun eerste "Griekse" plaat. Yannis Niárchos was er toen nog niet bij, maar later werkte hij wel mee aan de vier volgende albums, tot en met het - voorlopig? - laatste dat in 2017 verscheen. En als vast lid van de groep speelde hij ook mee op al hun concerten, ook die drie of vier keer dat ze in Australië op tournee gingen. Die samenwerking is belangrijk om de gitarist Yannis Niárchos goed te kunnen plaatsen. Hij speelt er namelijk ... bouzouki en outi . En zelfs dat is nog niet alles: samen met Maria Dikta ( Μαρία Δεικτά ) neemt hij bovendien de zang voor zijn rekening. Wat de zang betreft: het vijfde album van de Apodimi Kompania, dat verscheen in 2006, was hun eerste album waar Yannis Niárchos aan meewerkte en het is ook hun eerste waar een amanes op te horen was. Dat is geen toeval, wel integendeel, want het publiek van de groep kent en waardeert Yannis Niárchos als "specialist in amanedes ". En zij zijn niet de enigen die hem als "specialist" erkennen. Tijdens een muziekfestival op Ikaria in 2019 bijvoorbeeld gaf hij een workshop over dat onderwerp. Er waren daar een heleboel workshops geprogrammeerd. Elk daarvan duurde ongeveer een week en er werd erg diep op de verschillende onderwerpen ingegaan. Daarvoor had men enkele onbetwiste specialisten uitgenodigd, zoals Kyriakos Gouventas ("de viool in de traditionele muziek van de Egeïsche eilanden"), Charoula Tsalpará ("de accordeon te paard tussen oost en west"), Sofia Lampropoulou (orkestratie oosterse muziek), Manousos Klapakis ("percussietechniek in Griekenland en het oostelijke Middellandse-zeegebied"), Maria Ploumí ("de outi als ritme- en melodieinstrument in de tradities van de eilanden en het vasteland"), Manolis Pappos ( bouzouki : techniek, improvisatie, toonladders, ...), Maria Koti ("traditionele zang van Smyrna tot Piraeus en Kreta") en nog een paar anderen. De workshop van Yannis Niárchos was al even diepgaand als de andere. Met zijn deelnemers analyseerde hij de zangtechnieken, de ritmes, de teksten, de orkestratie en nog veel meer. Toch staat hij ook open voor andere dingen. Eigenlijk houdt hij van "alle goede muziek", zegt hij, en dat is dan muziek die "met respect en met het hart" gespeeld wordt. Bij jazz en blues is dat vaak het geval, weet hij. Het is allicht door die openheid dat hij van 2013 tot 2018 samenwerkte met de "CIE MPTA". Dat is een internationaal circusgezelschap met Lyon (Frankrijk) als thuisbasis. Ze gaan voluit voor hedendaags circus, en dat blijkt ook wel uit hun naam. De letters staan namelijk voor "Compagnie les Mains les Pieds et la Tête Aussi". Yannis Niárchos voorziet hun voorstellingen van passende muziek, samen met zijn Griekse collega Stefanos Filos. Maar zijn specialiteit is en blijft toch wel de rembetika in al haar verschijningsvormen. Hij wordt steeds vaker gevraagd voor allerlei voorstellingen die daar van ver of nabij mee te maken. Een willekeurige greep uit een onafzienbare reeks:
In 2015 sluit hij aan bij de Banda Jovanica, en minstens in februari 2022 was hij daar nog altijd lid van. Zoals (misschien) bekend is dat één van de vele ensembles van Charoula Tsalpará , deze keer om de muziek van de legendarische maar enigszins mysterieuze violist Yannis Alexiou (1850-1925) nieuw leven in te blazen. Zijn bijnaam was immers Yovanikas (Γιοβανίκας). Dat Yannis Niárchos mee aan boord kwam is belangrijk, ten eerste omdat "Yovaníkas" in zijn muziek heel wat invloeden verwerkte van de zigeunermuziek uit landen als Hongarije, Roemenië en Russland. Op die manier breidde ook Yannis Niárchos zijn toch al indrukwekkende kennis nog verder uit. Het is ook belangrijk omdat hij op die manier terechtkwam in de "pool" van jonge, getalenteerde muzikanten waar Charoula Tsalpará zo'n beetje als katalysator fungeert. Het is dan wel een bruisende en borrelende "pool" waar steeds weer nieuwe nieuwe projecten en nieuwe samenwerkingen ontstaan. Ook Yannis Niárchos ontsnapte hier niet aan, en vanaf dan zat ook hij steeds vaker op het podium in allerlei wisselende bezettingen. Daardoor nam zijn zichtbaarheid natuurlijk nog meer toe. In oktober 2016 speelde hij voor het eerst mee met Takim . De vaste kern van die ensemble bestaat uit vier muzikanten die elk apart tot de absolute top gerekend worden: Thomas Konstantinou op outi , Alexandros Arkadopoulos op klarinet, Yorgos Marinakis op viool en Panos Dimitrakopoulos op kanonaki . Voor hun optredens doen zij meestal beroep op allerlei gasten, waaronder dus ook Yannis Niárchos . Dat is een referentie die kan tellen, want met zo'n reputatie kan Takim zich natuurlijk niet veroorloven om met mindere kwaliteit genoegen te nemen. Zijn eerste optreden met Takim was in het kader van een voorstelling over het Kafé Aman, onder leiding van de bekende etnomusicoloog Lambros Liavas . En ook hier herhaalt de geschiedenis zich weer. Van dan af was Yannis Niárchos regelmatig te gast in het tv-programma "Το Αλάτι της Γης" (To alati tis yis, het zout der aarde) van Lambros Liavas . Daarin gaat het over allerlei onderwerpen, maar als het met rembetika te maken heeft, dan is er veel kans dat Yannis Niárchos in de uitzending zit. Enkele recente voorbeelden zijn documentaires over leven en werk van Yorgos Mitsakis of Vangelis Papazoglou , of een programma over "de rembetika in de diaspora", ... In augustus 2018 bracht Yannis Niárchos , samen met Aretí Ketimé , op het Festival van Delfi een concert dat gewijd was aan de "protomastores", de bouwmeesters die de muziek van de Twintigste Eeuw vorm hadden gegeven. Het programma bestond uit liedjes van de grote pioniers in allerlei verschillende genres, zowel van Griekenland als van de omringende Balkan-landen. Voor Griekenland ging het dan bijvoorbeeld om Panayotis Toundas , Markos Vamvakaris en Vasilis Tsitsanis , plus Mikis Theodorakis en Stavros Xarchakos , plus Tasos Chalkias, Filippos Roundas en nog enkele anderen. De andere leden van het naamloze gelegenheids-ensemble waren navenant. De twee zangstemmen werden begeleid door enkele leden van Takim , maar ook bijvoorbeeld door Yorgos Kotsinis op klarinet en Stavroula Spanou op santouri . Toen het voltallige Takim ensemble in november 2019 een concert wijdde aan de liedjes van Constantinopel, nodigden ze opnieuw Yannis Níarchos uit als gast. Er waren nog een paar genodigden: Glykeria , Pantelis Thalassinos , Areti Ketimé en Katerina Papadopoulou ... In juli 2021 waren er ook in Athene pogingen om de corona-pandemie naar de geschiedenisboekjes te verbannen. Eén van de middelen was het nieuwe "CT Garden Festival". Voor dit meerdaagse festival, onder muzikale leiding van Michalis Koumbiós , waren zowat alle grote namen van stal gehaald. De aftrap werd gegeven door Yorgos Dalaras himself, maar ook Christos Thiveos , Vasilis Lekkas , Eleni Vitali , Dimitris Bassis , Nikos Portokaloglou , Yannis Kotsiras en nog een paar anderen namen elk een avond voor hun rekening. Het centrale thema was "een muzikale reis rond de wereld", en iedereen vulde dat op een eigen manier in. Uiteraard moest er dan ook een concert zijn waar de muziek van Klein-Azië in het zonnetje gezet werd, en natuurlijk mocht dat niet onderdoen voor de andere. Daarom werd er beroep gedaan op niemand minder dan Glykeria . Die haalde er Takim bij, en die nodigden op hun beurt weer Yannis Niárchos uit om mee te doen. Dat is inderdaad iets wat opvalt als je zijn levensloop bekijkt, en dan meer bepaald de samenwerkingen die bij een muzikant toch wel belangrijk zijn. Yannis Niárchos wordt niet "gewoon" gevraagd door mensen die toch echt wel het verschil kennen tussen "goed", "beter" en "best", maar die mensen vragen hem steeds weer opnieuw. Dat zouden ze niet doen als hij hen zou tegenvallen ...
Op de site sinds: 25/02/2022 Terug naar het begin van deze pagina. Optreden van "Maiandros"De Griekse band "Maiandros" (of "Meandros") begon in de lente van 2018 met een reeks optredens in het "Verhalenhuis Belvédère" in Rotterdam. Ze hadden toen al goed tien jaar op de teller staan, en ze speelden en spelen nog altijd op verschillende andere locaties. Maar sindsdien zijn ze met de regelmaat van een klok te horen in het "Verhalenhuis": om de twee maanden, en in principe telkens op de tweede zondagmiddag van de maand. Ze hebben daar inmiddels hun vast publiek opgebouwd, dus nemen we al die optredens niet apart op in onze "Agenda" . Uiteraard heeft ook hier het corona-virus toegeslagen, en heel wat optredens moesten afgeblazen worden. Nu proberen ze de draad weer op te pakken, met een nieuwe doorstart op eerste Paasdag. Ze hebben er zowaar een speciaal programma voor uitgewerkt waarin de rembetika centraal staat. Ze spelen liedjes van Markos Vamvakaris , Yannis Papaïoánnou , Vasilis Tsitsanis , Yorgos Mitsakis en Stavros Xarchakos . Ter opfrissing van uw geheugen kunt u er misschien ons artikel van april 2018 (nog eens) op nalezen. Daar vertelden we uitgebreid het verhaal van het "Verhalenhuis Belvédère", over de verhalen die daar zoal verteld worden, over de link met de Griekse gemeenschap in Rotterdam, en natuurlijk ook iets over Maiandros zelf. De "vaste kern" van Maiandros is nog steeds (bijna) dezelfde, namelijk:
Op de site sinds: 26/03/2022 Terug naar het begin van deze pagina. Duygu Alkan QuintetMet "tijdloze muziek uit Klein-Azië" De Turkse zangeres Duygu Alkan zal allicht het meest bekend zijn van haar talrijke optredens met het "Serenade Ensemble". Samen met enkele Griekse collega's verkende ze hun gemeenschappelijke erfgoed, waarvan de wortels in Klein-Azië te vinden zijn. De wortels van het Serenade Ensemble zelf lagen in Rotterdam, want het is aan de Codarts universiteit dat deze muzikanten elkaar leerden kennen. En zoals dat gaat kwamen en komen daar steeds nieuwe samenwerkingen uit voort. Nu komt Duygu Alkan met een kwintet onder haar eigen naam, maar de andere leden waren ook al in andere bezettingen te horen. Het zijn:
Samen brengen ze niet alleen traditionele en klassieke muziek uit Turkije, Griekenland en Anatolië, maar ze hebben ook enkele nieuwe composities op hun repertoire staan, en uiteraard is daar veel ruimte voor improvisatie. Er wordt zowel gezongen in het Turks als in het Grieks, Sefardisch, Koerdisch en Armeens. Dat neemt niet weg dat het "Griekse aandeel" van dit concert eigenlijk niet zo groot is. Maar voor liefhebbers met brede oorkleppen is het allicht wel geschikt, vandaar dat we het toch maar opnemen op onze "website over Griekse muziek".
Op de site sinds: 31/03/2022 Terug naar het begin van deze pagina. |
||||||||||||||||||||
|