|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Overzicht Griekse Muziek in November 2018
Nana Mouskouri"Forever Young Tour" Over Nana Mouskouri is zowat alles al gezegd en geschreven, ook door ons, bijvoorbeeld in onze biografie van haar . Bovendien zijn deze concerten van november "gewoon" een voortzetting van haar "Forever Young Tour", die haar in de loop van 2018 nog maar eens langsheen de podia van de hele wereld voerde. Over deze tour schreven we al in februari 2018 , toen ze Oostende en Luxemburg aandeed. Dat artikel is nog altijd van toepassing op haar concerten in Antwerpen, Luik en Amsterdam, waarvan de details hieronder staan.
Op de site sinds: 03/05/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Xylouris WhiteOp het "Crossing Border" festival Het "Crossing Border Festival" in Den Haag is dit jaar al aan zijn zesentwintigste editie toe, en ook deze keer hebben ze - zoals ze het zelf zeggen - "vanuit de hele wereld een groot aantal vernieuwende auteurs en muzikanten uitgenodigd die een passie delen voor het gesproken woord, songteksten en taal. Unieke optredens waar literatuur en muziek samenwerken én botsen". Voor deze editie kreeg ook de groep Xylouris White een uitnodiging in de bus. Over hen is zowat alles al gezegd en geschreven, onder meer door ons op onze april 2015 maandpagina . Maar in essentie zijn er slechts twee dingen die u over hen moet weten. Het eerste is dat de groep bestaat uit Yorgis Xylouris (alias Psaroyorgis ) en uit Jim White , de Australische drummer van de legendarische rock band Dirty Three. Het tweede is dat iedereen zich nu al jarenlang uitslooft om een goede omschrijving te vinden van wat deze twee heren nu precies doen. Ook muziekjournalisten wringen hun pen en/of toetsenbord in allerlei kronkels om dat aan hun lezers uitgelegd te krijgen. Tevergeefs, want de muziek van Xylouris White past in geen enkel hokje. Het enige etiket dat er een beetje op blijft kleven is "fe-no-me-naal", maar dat is tot nader order nog geen erkend muziekgenre. Ze zijn dus prima op hun plaats op dit festival. Het enige probleem is om aan de weet te komen welke plaats ze daar precies gaan krijgen. Het staat vast dat ze op zaterdag 3 november zullen optreden, maar meer details zijn er (nog?) niet (19.9.2018). Anderzijds is dit natuurlijk wel een festival, en daar ga je doorgaans niet naartoe voor één specifiek optreden.
Op de site sinds: 19/09/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Kyriakos Gouventas Trio"Magic Nights in Constantinople, Cairo, Smyrna, Piraeus" Het " Kyriakos Gouventas trio" bestaat uit:
Onder de romantische titel "Magic Nights in Constantinople, Cairo, Smyrna, Piraeus" gaan ze samen met u op zoek naar de roots van de Griekse populaire muziek. Het is een beetje vergelijkbaar met de zoektocht naar de bronnen van de Nijl. Iedereen kent die stroom, maar waar komt ze vandaan, of: hoe is ze ontstaan? Hier gaat het dan wel over muziek en niet over water, maar de hoeveelheden zijn toch vergelijkbaar gigantisch. Er zijn immers ontelbare liedjes in veel verschillende genres binnen de Griekse populaire muziek. Iedereen kent de rembetika , de laïka enzovoorts. Ook de zijtakken van de rembetika , zoals de smyrneïka en de Piraeus-stijl zijn bekend. Maar waar komt dat allemaal vandaan? Het zal inmiddels wel algemeen geweten zijn dat het antwoord in oostelijke richting moet gezocht worden. Maar in dit programma wil het trio niet alleen de bron opzoeken, ze willen ook laten zien hoe het van een bescheiden begin is uitgegroeid tot het verschijnsel dat wij vandaag kennen. Veel factoren hebben daar een rol in gespeeld. De muziek voer bijvoorbeeld mee op de handelsschepen die de grote havensteden rondom de Middellandse Zee met elkaar verbonden. Ze ging met de matrozen mee aan wal en liet daar haar voetsporen achter. Omgekeerd namen de matrozen ook nieuwe muzikale indrukken met zich mee als ze weer aan boord gingen, op weg naar de volgende haven. Maar ook hele orkesten voeren mee, omdat hun naam en faam hen een uitnodiging had opgeleverd om in een andere verre stad te gaan optreden. Die uitnodigingen kwamen vaak vanuit de grote groepen handelaars die zich ter plaatse hadden gevestigd. In Cairo of Marseille bijvoorbeeld waren er grote Griekse gemeenschappen, maar er waren overal ook andere "nationaliteiten" (voor zover dat begrip toen al bestond) sterk vertegenwoordigd. Dat kosmopolitische karakter op zich zorgde ook al voor een vermenging van de verschillende muzikale culturen. Wat verder van de eigenlijke havensteden vandaan, zoals op de eilanden voor de kust van Klein-Azië en verder naar het binnenland, woonden van oudsher Grieken, en ook die hadden elk een eigen muzikale traditie ontwikkeld. Die namen ze natuurlijk mee als ze naar de grote steden gingen, en ook zij brachten allerlei nieuwe indrukken mee terug. Die voortdurende kruisbestuivingen kwamen in een stroomversnelling terecht omstreeks 1922, toen anderhalf miljoen Grieken als vluchtelingen vanuit Klein-Azië in Griekenland terecht kwamen. Veel van hen vestigden zich in de grote steden, zoals Piraeus, maar de overheid probeerde toch om hen meer het binnenland in te sturen. Daar zijn dus hele dorpen uit het niets ontstaan, waar in het begin alleen vluchtelingen woonden. Bij het weinige dat die mensen hadden kunnen redden, was ook de cultuur van hun vroegere thuisland, waaronder ook de muziek. Er waren onder hen trouwens ook veel professionele muzikanten, en die zochten natuurlijk werk waar ze dat konden vinden. Meestal was dat in de steden. Op die manier kreeg de plaatselijke volkse stadsmuziek een nieuw élan, dat iets opleverde dat we tegenwoordig rembetika noemen. De "Grote Mixer" kwam dan pas goed op gang toen de platenmaatschappijen ontstonden. In onze biografie van Panayotis Toundas bijvoorbeeld kunt u lezen hoe deze ervaren en goed geschoolde muzikant, als artistiek directeur bij een aantal van die firma's, niet alleen een dikke vinger in de muzikale pap had, maar dat hij daar ook flink mee roerde. Op die manier ontstonden er alweer nieuwe mengvormen, die dan uiteindelijk uitmondden in de Griekse muziek zoals we die vandaag kennen. We kennen die mengvormen uiteraard van de oude plaatopnames van toen. Maar vooral in de beginjaren, toen de grammofoon nog maar pas bestond, werden er ook opnames gemaakt van bestaande ensembles, en die geven dan een indruk van hoe het muzikale landschap er toen moet hebben uitgezien. Je moet dan wel het totaalplaatje bekijken. Er zijn bijvoorbeeld honderden opnames gemaakt van grote sterren als Marika Papagika , maar na haar dood raakte zowel zij als haar platen in de vergetelheid. En toen ze, vele jaren later, in Griekenland herontdekt werd, focuste men enkel op haar platen met rembetika , omdat die muziek toen weer volop in de belangstelling kwam. Op onze mei 2018 maandpagina kunt u echter lezen dat haar repertoire heel veel meer omvatte dan "alleen maar" rembetika . Dat betekent dat er ook in de muziekclubs van toen (gemakshalve onder de noemer "café aman " ondergebracht) een heel breed spectrum te horen moet geweest zijn. Een zelfde verhaal geldt voor andere grote sterren uit die tijd, zoals Roza Eskenazy , Stella Chaskíl of Rita Abatzi . Kortom: het is één gigantische puzzel, maar als je de stukjes op de juiste manier naast elkaar legt, dan zou je een goed beeld moeten krijgen van de manier waarop al die stukjes muziek elkaar hebben beïnvloed, om tenslotte te komen tot de muziek van vandaag. Van de bron naar de monding, als het ware, maar de echte ontdekkingsreis gaat uiteraard stroomopwaarts, terug in de tijd, naar de "magische nachten in Constantinopel, Cairo, Smyrna, Pirauus, ...". Dit drietal heeft deze tijdreis al ontelbare keren gemaakt, en er zijn dus geen betere gidsen denkbaar om de sfeer van toen te voorschijn te toveren. Van meester-violist Kyriakos Gouventas zal bekend zijn dat hij van vele markten thuis is. Het zijn dan niet alleen de markten van de grote havensteden van toen, maar ook die van de kleinste dorpjes in de meest afgelegen gebieden van het Griekendom. De verschillende muziekstijlen liggen soms even ver uit elkaar als de dorpen zelf, maar hij speelt die allemaal met het grootste gemak. Maar die vanzelfsprekendheid is dan eigenlijk wel schijn, want in werkelijkheid is hij een wandelende muzikale encyclopedie, en hij weet dus exact wat hij doet. Dat bewees hij bijvoorbeeld nog maar pas in oktober 2018 , toen hij met het "Athens Tango Ensemble" optrad in dezelfde Art Base waar hij nu met een heel ander programma komt. Meer informatie over Kyriakos Gouventas vindt u - voor zover nodig - in onze biografie over hem . Ook over de santouri -speler van het trio, Vangelis Paschalidis , hebben we een biografie aan onze verzameling toegevoegd. Daaruit blijkt overduidelijk dat ook hij bijzonder getalenteerd, goed opgeleid en enorm veelzijdig is. Maar dat bleek eigenlijk al toen hij in september 2017 samen met Solon Lekkas (en Kyriakos Gouventas !) optrad op verschillende plaatsen in België en Nederland. Zij brachten toen een programma met traditionele muziek van Lesbos en Klein-Azië, een thema dat nauw aansluit bij dat van het huidige concert. Enkel over de zangeres van het trio, Vivi Voutsela (Βιβή Βουτσελά), hebben we (nog) geen aparte biografie. Eigenlijk heb je ook maar drie woorden nodig om haar te beschrijven: Klein-Azië, Klein-Azië en Klein-Azië. Dat is namelijk de muziek waar zij zich nu al pakweg een kwart eeuw mee bezig houdt. Zij zal in de Lage Landen vooral bekend zijn als zangeres van Dithen (voor de eerste keer in september 2013 te gast in de Art Base, en "wegens succes geprolongeerd" in september 2014 en maart 2016 . Dit ensemble werd opgericht in 1994, precies om onderzoek te doen naar de bronnen van de Griekse populaire muziek, en ze bestaan nog altijd. Hun meest recente (ons bekende) optredens in Griekenland dateren van de zomer van 2018. Vivi Voutselá was één van de mede-oprichters van dit ensemble, en als zangeres is ze er na al die jaren nog altijd het muzikale uithangbord van. In juni 2016 verkende Vivi Voutsela dan het buitenland van Brussel, met optredens in Antwerpen en Charleroi, toen als zangeres van een ensemble dat weliswaar "Enthymion" gedoopt werd, maar dat duidelijke connecties heeft met Dithen, zowel muzikaal als wat de bezetting betreft. Ook zij brachten muziek van de Griekse eilanden en Klein-Azië, aangevuld met rembetika . Haar belangstelling voor deze muziek komt niet zomaar uit de lucht gevallen, tenzij je natuurlijk in de ooievaar gelooft die de kindjes aan huis afleverde toen er nog geen drones waren. Vivi Voutselá is weliswaar geboren en getogen op Evia, maar haar beide ouders hebben hun roots in Klein-Azië: de ene in Constantinopel, de andere in het Pontos-gebied. Op de familiefeesten werd er veel muziek gemaakt en gezongen. In beide takken van de familie zaten immers heel wat muzikaal aangelegde mensen. Het waren weliswaar geen professionele muzikanten, maar toch haalden ze een hoog niveau. En ze zongen en speelden dan uiteraard de muziek van hun geboortestreek. De kleine Vivi zocht ook troost bij die muziek als ze zich eenzaam voelde. Vrij vaak dus, want haar vader moest voor zijn werk regelmatig van de ene stad naar de andere verhuizen. Zij moest dan telkens van school veranderen en haar vrienden achterlaten. Ze zat dan urenlang in haar eentje op haar kamer naar cassettes te luisteren. Haar vader was een groot liefhebber van rembetika , en als ze met hem meereed in de auto, dan draaide hij steevast een cassette met de grote namen van toen. Sotiria Bellou was één van zijn grote favorieten. En hoe klein Vivi ook was, toch viel haar op dat er heel wat gelijkenissen waren met de traditionele Klein-Aziatische muziek. Toen het tijd was om aan hogere studies te beginnen, koos ze voor een opleiding als pedagoge, want daar wilde ze haar beroep van maken. Maar ze studeerde daarnaast ook muziek, gewoon als hobby, omdat ze daar zoveel van hield. Uiteindelijk werd het omgekeerd. Als ze nu les geeft, dan is het over haar echte beroep: de muziek. Door haar jarenlang onderzoek naar "de bronnen van", wordt zij inmiddels algemeen erkend als een autoriteit op dit gebied. Als er dus in Griekenland een activiteit rond de muziek van Klein-Azië op touw gezet wordt, dan is de naam van Vivi Voutselá zelden ver te zoeken. Zij geeft bijvoorbeeld zanglessen in allerlei verenigingen van Klein-Aziatische vluchtelingen, en bij een aantal van die verenigingen leidt ze ook hun zangkoren. Maar natuurlijk wordt zij ook gevraagd door zowat iedereen die naam en faam heeft en die iets met Klein-Aziatische muziek of met rembetika wil gaan doen. Haar cv bevat dan ook een hele lijst met bekende namen waar zij al mee samenwerkte. Als je haar hoort praten, dan is er één thema dat telkens terugkomt. Elke soort traditionele muziek is het product van haar omgeving, zegt zij. De muziek van de Cycladen bijvoorbeeld ademt de sfeer uit van die eilanden, de muziek van Macedonië komt het best tot haar recht in Macedonië zelf, enzovoorts. Maar de muziek van Klein-Azië is indertijd van haar wortels losgerukt. Dus als je haar goed wil begrijpen, dan moet je ook de sfeer van haar oorspronkelijke vaderland proberen op te roepen. En dat is precies wat het trio tijdens deze concerten wil gaan doen: de sfeer van de "magische nachten" van indertijd doen herleven.
Op de site sinds: 24/09/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Serenade Ensemble"A trip in the Aegean" (Griekse en Turkse liedjes) Het "Serenade Ensemble" bestaat uit:
De samenstelling van het ensemble op zich spreekt al boekdelen. Niet alleen de instrumenten maar ook de namen geven al aan waar dit concert naartoe gaat, zelfs al had het niet de titel "A trip in the Aegean" meegekregen. Deze jonge muzikanten leerden elkaar kennen aan de befaamde CODARTS universiteit in Rotterdam. Zoals bekend heeft die een wereldwijde reputatie als het om wereldmuziek gaat. Zoals alle studenten daar hebben ook de vijf leden van het huidige "Serenade Ensemble" een passie voor muziek, en dan meer bepaald voor de traditionele muziek van de streek waarvan zij afkomstig zijn. Zo raakten ze gefascineerd door de vaststelling dat er heel wat raakvlakken zijn tussen Turkse en Griekse muziek. Dat geldt in het bijzonder voor het oostelijke Middellandse-Zeegebied. Dat is ook logisch, want het vormde immers eeuwenlang één geheel, niet alleen economisch maar ook cultureel. Het is pas recent dat er daar letterlijk en figuurlijk een streep doorheen werd getrokken, namelijk zo'n streep die op kaarten de landsgrenzen aanduidt. Met elkaar gaan ze nu, elk vertrekkende vanaf hun eigen kant van die streep, op zoek naar gemeenschappelijke elementen. En dat zijn er heel wat: niet alleen liederen en dansen, maar ook de emoties en beelden die deze muziek oproept. Ze streven daarbij niet naar slaafse reproducties. Elk van de vijf muzikanten draagt integendeel spontaan zijn of haar persoonlijke steentje bij. Op die manier willen ze hun gezamenlijk cultureel erfgoed verder laten leven en het met het publiek delen.
Op de site sinds: 24/09/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Konstantinos Theocharis"Panorama of Greek song" De zanger Konstantinos Theocharis (Κωνσταντίνος Θεοχάρης), die in de Art Base een programma komt voorstellen onder de titel "Panorama of Greek song" , is van vele markten thuis. Zo is hij bijvoorbeeld ook tekstschrijver en componist, en hij schrijft niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen, en omgekeerd zingt hij niet alleen zijn eigen liedjes, maar ook die van anderen. In een parallel universum is hij bovendien opera-zanger. Ook in het lichtere genre is zijn repertoire bijzonder uitgebreid: van rembetika tot endechna , met af en toe een uitstapje naar de dimotika . Een aantal van zijn eigen liedjes leverde hij aan bekende artiesten die eerder onder "pop" geklasseerd worden, zoals Yannis Ploutarchos , Sakis Rouvás en Chrispa, maar het grootste deel van zijn eigen werk wordt toch in de rubriek " endechna " ondergebracht. Voor zijn optredens in Brussel heeft hij uit dat alles een soort "best of" programma samengesteld. Niet "best of" zichzelf, maar wel - zoals de titel het al aangeeft - de "best of Greek songs". Dat betekent dat er niet alleen liedjes van Mikis Theodorakis , Manos Hadjidakis of Stavros Xarchakos op de playlist zullen staan, maar ook van Nikos Gounaris , Markos Vamvakaris of Vasilis Tsitsanis . En waarschijnlijk nog veel meer. Misschien is hij te bescheiden om er ook liedjes van zichzelf in te smokkelen, maar dat zou dan jammer zijn, want ze worden in Griekenland zelf toch wel goed onthaald. In Brussel wordt hij op piano begeleid door Sotiris Sinanis. Liefhebbers van de betere Griekse muziek zullen wel weten dat je met "alleen maar" een stem en een piano toch wel indrukwekkende dingen kan doen.
Op de site sinds: 24/09/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Optreden van "Maiandros"In juni 2018 mocht de Griekse band "Maiandros" (of "Meandros") het eindfeest van het seizoen 2017-2018 in de Regentenkamer in Den Haag afsluiten. Inmiddels is het volgende seizoen alweer goed op gang, en opnieuw is Maiandros present. Ze komen daar, zoals de website van de Regentenkamer het poëtisch uitdrukt, "met wervelende melodieën, verrassende maatsoorten, melancholieke harmonieën en een instrumentarium dat de sfeer oproept van een Grieks eiland op een warme zomeravond". Begin november is dat natuurlijk altijd mooi meegenomen ... De "vaste kern" van Maiandros ziet er momenteel als volgt uit:
Mensen met een goed geheugen kennen vooral Isabella Spaans misschien nog van het ensemble "Skordaliá", met thuisbasis in Den Haag. Ook Nico Spaans en Cor Lieverst maakten daar deel van uit. Die laatste is ook de bandleider van "Maiandros". Het repertoire van "Maiandros" bestaat naar eigen zeggen uit "bekende en onbekende Griekse liedjes uit de laïka, de dimotika en (vooral) de rembetika, met het accent op dansbaarheid".
Op de site sinds: 25/09/2018 Terug naar het begin van deze pagina. "12 uren voor Griekenland"Benefietavond met Alkistis Protopsalti, Yannis Mathés (e.a.?) De vzw "12 heures pour la Grèce" ("Twaalf uren voor Griekenland") organiseert andermaal een benefietconcert om de (hoge) nood in Griekenland enigszins te lenigen. De opbrengst gaat inderdaad volledig naar het goede doel. De affiches van hun evenementen daarentegen spreken telkens weer boekdelen, ook al dekt de vlag eigenlijk al lang de lading niet meer. De naam "12 uren voor Griekenland" dateert immers nog uit de beginperiode van dit initiatief, en toen duurden hun evenementen inderdaad (bijna) twaalf uur. De laatste jaren houden ze het bij een avondconcert, maar in ruil daarvoor halen ze dan telkens wel indrukwekkende namen naar Brussel. Deze keer zou niemand minder dan Alkistis Protopsalti haar medewerking toegezegd hebben. Ook Yannis Mathés (Γιάννης Μαθές) komt mee naar Brussel. Meer informatie over deze componist en zanger vindt u wat verder naar onderen in dit artikel. Het is ons momenteel (28.9.2018) nog niet bekend of er nog meer bekende en minder bekende artiesten aan deze "12 uren voor Griekenland" zullen meewerken, zoals dat ook de vorige jaren het geval was. Waarschijnlijk niet, want dit concert lijkt een herhaling te gaan worden van het concert dat Alkistis Protopsalti al op 5 oktober geeft in Athene. Ook daar is Yannis Mathés van de partij. In Athene wordt het aangekondigd onder de titel "Ταξιδεύοντας με την ΕΛΠΙΔΑ" (Taxidevondas met tin Elpida"). Letterlijk vertaald is dat natuurlijk "Op reis met de hoop", maar "Elpida" is ook de naam van een Griekse vereniging die zich inzet voor hulp aan jonge kankerpatiëntjes. De opbrengst van het concert in Athene gaat dan ook naar dat liefdadig doel. In Brussel daarentegen zal de opbrengst bedoeld zijn om de activiteiten van de vzw "12 heures pour la Grèce" te ondersteunen. In elk geval heeft het woord "elpida" (hoop) in de titel toch ook een symbolische betekenis. Want, zegt Alkistis Protopsalti , "muziek verzacht de pijn en geeft hoop aan de zielen van de mensen". Of, minder letterlijk vertaald, muziek is balsem voor de ziel. Ook het "taxidevondas" ("op reis met") in de titel is niet zomaar lukraak gekozen. Voor haar concert in Athene heeft ze namelijk een speciaal programma samengesteld. Zoals bekend is Protopsalti een ster van wereldformaat, en ze kan dan ook terugblikken op een hele reeks optredens in heel wat landen. Tijdens haar concerten in het buitenland zong zij vaak liedjes in de plaatselijke taal, als een soort eerbetoon aan het gastland. In 2014 in Parijs zong Protopsalti bijvoorbeeld "Je suis malade", een liedje van Serge Lama dat hij al in 1974 uitbracht maar dat toch vooral (over)bekend is van de cover die Lara Fabian er twintig jaar later van maakte. Het is ook tot ver buiten de Franstalige wereld enorm populair. Het liedje "月亮代表我的心" daarentegen zal allicht Chinees zijn voor de doorsnee Protopsalti fan, maar dat is dan ook precies wat het is. De officiële transcriptie van de titel "Yuèliàng Dàibiǎo Wǒ de Xīn" zal waarschijnlijk niet veel helpen, maar in Engelse vertaling wordt het "The Moon Represents My Heart". In de versie van 1977, gezongen door de Taiwanese zangeres Teresa Teng, is ook dat een regelrechte klassieker geworden. Met zegt dat het over de hele wereld gekend is bij alle Chinezen. Protopsalti zong het tijdens een optreden in Peking in 2007 - in het Chinees. En toen zij in Kenia optrad voor de kinderen van een plaatselijk weeshuis, leerde zij van hen een liedje in het Swahili, dat zij 's avonds prompt op het podium zong. Een aantal van deze liedjes staan nu ook op het programma van het concert in Athene. Concreet zal zij daar dus niet alleen liedjes zingen in het Frans, het Chinees en het Swahili, maar ook in het Armeens, Engels en Spaans, en daar doet ze nog het Cypriotisch bovenop. De rest van haar programma bestaat uit haar eigen "gewone repertoire", te vertalen als: haar alom bekende "greatest hits", die ze dan uiteraard gewoon in het Grieks zingt. Op dit "concert zonder grenzen" wordt zij - alvast in Athene - begeleid door een heel orkest, bestaande uit het strijkersensemble "ΜandolinARTE", waar zij al eerder mee samenwerkte. Dat ensemble bestaat op zich al uit 12 tot 14 man, en in Athene zouden die dan nog versterking krijgen van een tiental "zorgvuldig uitgekozen muzikanten". Het geheel staat daar onder leiding van dirigent Thomás Kontogeorgis (Θωμάς Κοντογεώργης), die ook voor de arrangementen zorgde. Wat het concert in Brussel betreft hebben we wel vernomen dat Alkistis Protopsalti daar "samen met haar orkest" zal optreden, maar het aantal muzikanten - laat staan de namen - hebben we helaas niet doorgekregen. Na de voorstelling in Athene (5 oktober) en Brussel (10 november) reist zij met dit programma nog naar Londen, waar zij op 26 november zal optreden. Voor zover nodig kunt u voor meer informatie over Alkistis Protopsalti terecht bij onze eigen biografie van haar . Haar reisgezel Yannis Mathés (Γιάννης Μαθές) zal in Brussel allicht een ietsje minder bekend zijn dan Protopsalti zelf. Enige toelichting leek ons dan op zijn plaats. Deze componist en zanger werd in 1979 in Athene geboren. Hij studeerde muziek aan het "Filippos Nakas" conservatorium, en Griekse filologie aan de "Filosofische School" van de Universiteit van Athene. Daarnaast volgde hij ook nog jarenlang lessen in piano en klassieke zang. Vervolgens begon hij aan zijn muzikale carrière. Eerst ging het langzaam, ook al verscheen hij toch al voor het eerst op plaat in 1999. Dat was dan wel een live opname van een concert (waar onder meer Kostas Makedonas aan meewerkte), en Yannis Mathès zingt er slechts één nummer op, maar hij had dat dan wel zelf gecomponeerd. In 2000 kwam het dan in een stroomversnelling terecht. In dat jaar werd hij ontdekt door Dimitra Galani (die tussen haakjes ook o.a. Alkinoos Ioannidis "op haar kerfstok" heeft). Via haar kwamen er dan verschillende samenwerkingen tot stand met allerlei bekende namen, en in 2004 verscheen zijn eerste eigen album. waar Yannis Spanos de muziek voor schreef. Dat leverde Yannis Mathés een eerste prijs op voor het beste debuutalbum in de bekende "Arion" muziekwedstrijd. Tien jaar later viel hij opnieuw in de prijzen, deze keer met eigen werk. Als hij onder zijn eigen naam (en dus avondvullend) optreedt, dan bestaat het programma vooral uit liedjes van dat album, aangevuld met meer recente liedjes waar hij zelf de muziek voor schreef. Tenslotte nog dit. Het lijkt Alkistis Protopsalti wel degelijk menens te zijn als zij zegt dat ze met haar muziek en haar inzet wil helpen om voor "balsem op gekwelde zielen" te zorgen. Zij heeft immers al in de grootste en belangrijkste concertzalen van de hele wereld op het podium gestaan, en voor dit concert krijgt zij in Athene trouwens het bekende Irodio Theater ter beschikking. Daarbij vergeleken is de Brusselse Magdalenazaal - hoe mooi ingericht ook - eigenlijk niet veel meer dan een parochiezaaltje. En toch haalt zij daar haar neus niet voor op. Het doel heiligt dus ook voor haar blijkbaar de middelen - maar dan wel in positieve zin. Want inderdaad, dit is en blijft wel degelijk een benefietconcert, waar mensen met een hart voor Griekenland zelfs naartoe zouden gaan met een veel minder indrukwekkende affiche.
Op de site sinds: 26/09/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Sofia SarriEigentijds & eigenwijs De Griekse zangeres en songwriter Sofia Sarri (Σοφία Σαρρή, klemtoon telkens op de -i-) komt naar Amsterdam voor een éénmalig optreden. In de promotie daarvoor krijgt zij het etiket "indie" opgekleefd, maar dat hebben we hier, op deze site over Griekse muziek, toch maar niet overgenomen. Dat etiket is op zich misschien niet helemaal onjuist, maar het zou wel een aantal bezoekers van deze site onnodig kunnen afschrikken, of hen minstens doen besluiten om dit concert achteloos te laten voorbijgaan want "het is toch niets voor mij". En dat zou wel eens een vergissing kunnen blijken. Sofia Sarri kan met haar muziek immers ook veel mensen bekoren die geen "indie-aan" zijn, maar die gewoon van goede hedendaagse muziek houden. Het probleem is dat de term "indie" in West-Europa in de loop der jaren een bijklank gekregen heeft van "marginaal" of - volgens sommigen - "lawaai" in plaats van muziek. Veel westerse indie-groepen doen er ook alles aan om dat "cult" imago aan te scherpen. Maar als je dat westerse etiket op een Griekse muzikante als Sofia Sarri wil kleven, dan ga je toch best terug naar de oorspronkelijke betekenis van "indie". In de jaren 1980, toen die term vanuit Engeland kwam overwaaien, was het immers nog gewoon de afkorting van "independent". Het waren muzikanten die niet aan de leiband van de amusementsindustrie wilden lopen, maar die hun eigen ding wilden doen. Daarom kregen ze geen contracten van de grote platenfabrieken en ze zochten (en vonden) dus andere wegen om hun muziek tot bij hun publiek te krijgen. Ze bleven ook "indie" als ze met dat "eigen ding" genoeg aanhang kregen om commercieel wél interessant te worden, meestal voor kleinere labels, maar soms toch ook voor de groten. Maar in die betekenis zijn zowat alle jonge en minder jonge Griekse muzikanten van de afgelopen vijftig of zestig (of zelfs honderd) jaar eigenlijk allemaal "indie-pendent". De meesten van hen deden en doen inderdaad hun eigen ding. Hun muziek is in feite telkens de "allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie", zoals een bekende literaire stroming in de Nederlandse literatuur dat een eeuw eerder onder woorden bracht. En het "eigen ding" van deze muzikanten is dan onvermijdelijk ook de weerklank van hun muzikale ervaringen en indrukken. Dat is ook het geval bij Sofia Sarri. Muziekrecensenten worden daar wel wanhopig van, want die willen kost wat kost al die mengvormen in allerlei hokjes gaan stoppen. Hun pogingen, om die glibberige stukjes zeep toch te pakken te krijgen, werken soms gewoonweg grappig. Wie is Sofia Sarri ?Toch is het niet zo heel moeilijk om enigszins greep te krijgen op dergelijke artiesten. Je moet gewoon naar hun achtergronden kijken. Dan wordt er veel duidelijk, want het is er deze mensen er niet om te doen om anders te zijn dan de anderen, ze willen gewoon zichzelf zijn. Als je dus weet "wie" ze zijn, dan begrijp je ook "wat" ze doen. Bij Sofia Sarri is dat niet anders. Het enige probleem bij haar is dat ze erg introvert is. Tijdens interviews is ze dan ook uiterst spaarzaam met details uit haar persoonlijke leven. Maar dat levert dan wel weer de verklaring voor haar alom geprezen live optredens. Dat lijkt paradoxaal, want van een introvert iemand verwacht je nu eenmaal niet meteen dat die zich als een vis in het water voelt op een podium, met alle ogen van het publiek op zich gericht. En toch heeft ze daar een indrukwekkende présence. Hoe verklaar je zoiets? "Heel eenvoudig", zegt Sofia Sarri. "Als ik op het podium sta, dan trek ik mij terug in mijn mikrokosmos". Dat Griekse woord betekent natuurlijk gewoon "kleine wereld", en de "kleine wereld" van Sofia Sarri wordt afgebakend door haar muzikanten aan de ene kant en haar microfoon aan de andere kant. Daar tussenin staat zij. Ze vergeet al het andere om zich heen, ze laat zich drijven op de muziek - en ze zingt. Voor dat zingen beschikt zij dan ook nog over een stem die ook al in superlatieven omschreven wordt . Bovendien blijkt dat zij daarmee zowat alle zangstijlen aankan, iets wat je niet meteen van een "idie-zangeres" westerse stijl zou verwachten. Evenmin trouwens als het gegeven dat ze, naast haar zangcarrière, nog een vaste baan heeft als zanglerares - aan het conservatorium nog wel. Die elementen worden dan ook zedig onder het tapijt geveegd in de versie van haar bio die duidelijk voor de export bedoeld is. Daar leren we dat ze in Chania (op Kreta) geboren werd. Op haar vijftiende begon ze daar te zingen in een band die aan metal deed. Toen ze achttien werd, verhuisde ze naar Athene, waar ze leadzangeres werd bij "Night on Earth". Ze bleef daar meerdere jaren aan boord. en ze werkte ook mee aan hun twee albums, "Night On Earth" (2006) en "Second Hand" (2007). Recent, in 2017, ging ze dan solo met haar eigen album "Euphoria". In sommige versies van haar "export-bio" lezen we ook nog dat ze tussenin samenwerkte met "enkele Griekse folkmuzikanten". En dat is het dan zo'n beetje. Sofia Sarri zelf vertelt daar gelukkig iets meer over in interviews met Griekse journalisten. "Night on Earth" had wel wat succes als groep, zegt ze, en ze deden dus nogal wat optredens, maar toch niet genoeg om van te leven. Daarom zocht ze werk als "session muzikant", zoals zij dat dan noemt. Allicht is ze daar weer wat al te bescheiden, want dergelijke muzikanten worden ingehuurd voor een bepaald project: een plaatopname bijvoorbeeld, of een reeks optredens tijdens een winterseizoen in een Atheense club. Maar doorgaans denk je dan eerder aan een gitarist of een violist of zo, iemand in elk geval die perfect inwisselbaar is voor een andere collega met hetzelfde instrument. Een zangeres daarentegen is doorgaans het "visitekaartje" van dergelijke projecten, en haar naam staat ook prominent bovenaan op de affiche of op de hoes. Het is dan minder vanzelfsprekend dat zo iemand gewoon "voor de gelegenheid" ingehuurd wordt. Dat was kennelijk ook niet het geval, want Sofia Sarri verklapt ook enkele namen van artiesten waar ze "als session muzikante" mee samenwerkte: Fivos Delivorias, Nikos Portokaloglou , Thanasis Papakonstantinou ... Dan zijn dus die "folkmuzikanten" waar haar export-bio het over heeft. Voor ons niet gelaten, maar het zijn in elk geval stuk voor stuk gevestigde waarden in het Griekse muziekwereldje, en die huren dan ook niet zomaar de eerste de beste zangeres in omdat ze toevallig een vrouwenstem tekort hebben. In plaats daarvan deden ze beroep op Sofia Sarri. En bij dergelijke artiesten kan dat maar één ding betekenen: ze vonden dat deze jonge zangeres genoeg talent had om haar te introduceren bij hun eigen publiek. Het was trouwens Thanasis Papakonstantinou ( Θανάσης Παπακωνσταντίνου ) geweest die "Night on Earth" in 2007 hun tweede album had bezorgd - uitgebracht bij (een dochter van) Sony Music nog wel, toch niet meteen een "onafhankelijk" label. En Papakonstantinou opende niet alleen de deuren voor hen, hij ging zelf ook mee naar binnen. Zo verzorgde hij zelf de productie van het album, en hij werkte nadien ook mee aan de promotie ervan. Hij wist dus perfect wat hij deed toen hij zes jaar later, in 2013, Sofia Sarri uitnodigde om samen met hem op tournee te gaan. Hij had nog twee andere zangeressen uitgenodigd, en Sofia Sarri kreeg het illustere gezelschap van ... Melina Kana en Matoula Zamani . Dat geeft dan meteen een idee van de zangcapaciteiten van Sofia Sarri, zelfs zonder haar ooit gehoord te hebben. Ook Nikos Portokaloglou ( Νίκος Πορτοκάλογλου ) had haar zangtalent opgemerkt, en het was dan ook geen toeval dat hij haar uitgekozen had om in 2012 mee te werken aan zijn album "Isos". Ook met hem mocht ze trouwens mee op tournee om het nieuwe album in heel Griekenland aan het publiek voor te stellen. Het is dan interessant dat het album uit twee schijfjes bestaat. Op het eerste staat allemaal nieuw werk van Portokaloglou , en dat zong hij ook meestal zelf. Maar het tweede schijfje is een soort "best of", liedjes dus die hij al eerder uitbracht, maar die hij nu wel door andere, meestal nieuwe stemmen liet zingen. Eén van hen was dus Sofia Sarri, en zij kreeg "Ταχυδρόμος" (Tachydromos, Postbode) toevertrouwd. Portokaloglou had het in 1999 nog zelf gezongen op zijn bekende album "Παιχνίδια με το διάβολο" (Pechnidia me to diavolo, Spelletjes met de duivel). Ook hier verkeerde ze in goed gezelschap, want onder de andere genodigden om het tweede deel van "Isos" te helpen invullen, vinden we klinkende namen als Panos Mouzourakis , Natassa Bofíliou , Kostís Maravéyas , Stathis Drogosis, Matoula Zamani en nog wat ander jong en aanstormend talent. En rond die zelfde tijd, dus ergens in 2012, nodigde ook Fivos Delivorias (Φοίβος Δεληβοριάς) haar uit om mee te werken aan een tournee. Bij hem kreeg ze wel het podium voor zichzelf, onder meer voor enkele covers van "buitenlandse" nummers (o.a. "Tears for fears" van Gary Jules). Ze zong die met alleen maar een piano als begeleiding, bespeeld door Kostís Christodoulou, de pianist van Delivorias. De anderen trokken zich terug in de coulissen - en afgaande op de reacties van het publiek vonden zelfs de fervente fans van Delivorias dat helemaal niet erg. Ze borduurde daarop verder en werkte samen met Kostis Christodoulou (Κωστής Χριστοδούλου) een eigen project uit, ook al wordt deze pianist meestal onder het etiket "jazz" ondergebracht. Ook hier volgden er een hele reeks optredens. Een andere opmerkelijk element in de zangcarrière van Sofia Sarri is dat ze een tijdje lid was (en misschien zelfs stichtend lid) van de vocale groep "Sanades" . Dat zou je enigszins vrij kunnen vertalen als "de zingende geiten", want een σανάδα (sanada) is het vrouwtje van de kri-kri, de wilde berggeit die enkel op Kreta voorkomt. Officieel heet die trouwens agrimi, of nog meer officieel Capra aegagrus cretica , maar wild is ze in elk geval. Het is een schuw en onafhankelijk dier dat schijnbaar zonder enige moeite de meest steile rotswanden opklautert. Vandaar dat het zowat het officiële symbool is van Kreta, en vandaar ook dat de meisjes van "Sanades" die naam kozen voor hun ensemble. Ook zij willen immers onafhankelijk zijn van stilistische vormvoorschriften, ze willen met hun stemmen experimenteren en de grenzen verkennen van hetgeen je met een menselijke stem zoal kan doen. Toch halen ze niet zomaar wat wilde bokkesprongen uit, evenmin als de echte geitjes waaraan ze hun naam ontleenden. Eén misstap kan die dieren fataal worden, en ook de Sanades weten heel goed wat ze doen als ze aan het "experimenteren" gaan. Ze leveren dan ook kwaliteit (al spreekt dat eigenlijk vanzelf als je weet dat ook Martha Mavroidí en Maria Koti lid zijn van de Sanades) en die kwaliteit zorgt er dan weer voor dat ze behoorlijk wat succes hebben. De link met Kreta is tussen haakjes niet ver te zoeken: het ensemble ontstond in 2007, in het kader van de workshops in het Labyrinth van Ross Daly op Kreta. Allicht is hun naam ook een knipoogje naar het feit dat ze a capella zingen, want "capella" is het verkleinwoord van het Latijnse capra , en dat betekent "geit". Het repertoire van de Sanades omvat alle vormen van polyfonische zang die er in het Middellandse-Zeegebied te vinden zijn: Epirus, Macedonië, Bulgarije, Zuid-Italië, ... Maar ook een rembetika -componist als Apostolos Kaldaras is voor hen niet veilig, of Ierse traditionals, of eigenlijk eender wat. Het enige criterium: het mag niet te gemakkelijk zijn. De voorgeschiedenis van "Euphoria"De Sanades hebben ook eigen nummers, en het heeft niet veel gescheeld of één van die nummers was van de hand van Sofia Sarri geweest. Ze schreef het misschien niet helemaal met die bedoeling, maar ze schreef het wel toen ze bij de Sanades meezong. Ze was helemaal ingewerkt en het liedje zou dan ook prima bruikbaar geweest zijn voor dit project. Nu staat het op haar eerste eigen album "Euphoria". Zowat alle nummers van "Euphoria" zijn trouwens op een vergelijkbare manier ontstaan. Ze schreef die allemaal al jaren geleden, en dan meestal in het kader van één van haar samenwerkingen uit die tijd (met al die "folkmuzikanten", weet u wel). Dat heeft alles te maken met alweer een ander aspect van haar karakter: een grenzeloze nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen. Als ze muziek hoort die ze niet kent, maar die haar wel aanspreekt, dan gaat ze er meteen achteraan. Ze wil er alles van weten, zowel over de technische aspecten van die muziek als over de achtergronden en de context ervan. Het is op die manier dat zij zich ook grondig inwerkte in de eigen-aardigheden van de muziek van mensen als Papakonstantinou of Portokaloglou . Dat hielp haar natuurlijk in de eerste plaats bij het vertolken ervan, maar het inspireerde haar ook om nadien thuis achter haar piano te gaan zitten en er zelf ook iets in die aard mee te doen. En dat is op zijn beurt natuurlijk ook weer een manier om je nog meer met het origineel vertrouwd te maken. Haar nieuwsgierigheid gaat overigens veel verder dan haar job als "session musician" (zoals zij dat dan noemt). Zo hoorde ze toevallig een Noors liedje dat haar meteen intrigeerde. Het bleek een psalm te zijn die in ... 1798 geschreven werd door de Zweedse priester en predikant Lars Linderot (1761-1811). Die psalm is inmiddels een vast onderdeel geworden van de Noorse volkstraditie, en er zijn ontelbare uitvoeringen van in omloop. Sofia Sarri hoorde hem eerst van Susanne Sundfør en daarna van Sissel Kyrkebø, en ze was er zodanig van onder de indruk dat zij besloot om er een eigen bewerking van te maken. Die staat ook op "Euphoria", en wel onder de originele Noorse titel "Ingen vinner frem til den evige ro", wat zoveel betekent als "Niemand vindt de eeuwige vrede". Ze zingt het ook met de originele Noorse tekst. Verder staat er één liedje met een Griekse tekst op "Euphoria", de andere zijn in het Engels. "Talen hebben me altijd geboeid", verklaart ze, "en als ik niet voor de muziek gekozen had, dan was ik allicht linguïstiek gaan studeren". En inderdaad, in de loop van haar carrière heeft ze in heel wat verschillende talen gezongen, maar voor haar eerste album beperkte ze zich dan toch maar tot Noors, Grieks en Engels. Al de Engelse teksten op "Euphoria" schreef ze zelf, en dat heeft volgens haar te maken met haar eerste muzikale indrukken. Ze luisterde als tiener immers meestal naar Engelstalige groepen. Maar die taal ligt haar ook wel, zegt ze. "Ik schreef al Engelse teksten toen ik klein was", voegt ze daar nog aan toe. Toch vond ze dat haar moedertaal niet mocht ontbreken op haar eerste eigen album, vandaar dus het Griekse liedje, "Λύκος" (Lykos, Wolf). Het is een gedicht van Christos Zachos (Χρήστος Ζάχος, °Kerkyra 1980), dat ze eigenlijk op muziek had gezet voor de "Sanades". Het heeft een beetje weg van een onheilspellend sprookje, en toen ze met de bewerking bezig was voor "Euphoria", kreeg ze "toevallig" een videoclipje in handen van het vijfjarige nichtje van een bevriende muzikant, dat enthousiast een zelf bedacht verhaaltje vertelde - over een wolf. De stem van dat meisje is meteen ook de finale van het liedje op het album geworden. En omdat ze haar verhaaltje heel ernstig afsluit met het woordje "Τέλος" (Telos, zoals "The end"), zette Sofia Sarri dat liedje ook helemaal achteraan, als laatste track. En tussen haakjes: als geboren en getogen Kretenzische zou je dan verwachten om invloeden uit de traditionele Kretenzische dorpsmuziek terug te vinden in het werk van Sofia Sarri, maar die zijn er nauwelijks. De verklaring is alweer te vinden in haar karakter. Ze is weliswaar een stadskind, maar heeft ze altijd al zielsveel van de natuur gehouden. Dat is trouwens ook te merken aan de liedjes op "Euphoria", die gaan allemaal over de natuur, met onderwerpen als de eerder genoemde wolf, de maan, een koekoek, ... maar ook over natuurverschijnselen zoals vuur, lava en dergelijke. Als klein meisje en groot natuurliefhebber hield ze natuurlijk ook van dieren. Maar als ze dan met haar ouders naar de dorpsfeesten ging, dan schrok ze van de slechte behandeling - of mishandeling - die vooral honden en katten daar moesten ondergaan. Daar gruwde ze van, en haar afkeer breidde zich uit tot de traditionele muziek, die zij immers met het dorpsleven associeerde. Pas op latere leeftijd draaide ze bij, omdat ze begreep dat die muziek al bij al toch wel erg nauw verbonden is met de natuur van Kreta. Toch is het niet daarom dat er op "Euphoria" ook een Kretenzische lyra te horen is. Dat heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van het album. Blijkbaar moet ze al rond 2012-2013 met het idee gespeeld hebben om een eigen band op te richten. Toevallig of niet was dat ook de periode van haar carrière als "session muzikant", en dus ook de periode waarin ze zelf liedjes begon te componeren. Ze had toen in elk geval enkele bevriende muzikanten om zich heen verzameld. De eerste was Kostas Stergiou (Κώστας Στεργίου), die ook de arrangementen maakte voor enkele liedjes die ze thuis op haar piano had gecomponeerd. Voor andere liedjes maakte ze de arrangementen zelf, maar net als die van Stergiou waren ook die van haar altijd op maat van de samenstelling van de groep. En dat was toch wel een erg ongewone samenstelling: Petros Lambridis (Πέτρος Λαμπρίδης), een collega van haar bij "Night on Earth", is eigenlijk een basgitarist die toch alles weet van traditionele muziek en ook contrabas speelt (en ook de muziek schreef voor "Biomechanoid", één van haar teksten op "Euphoria"), en Michalis Vrettas (Μιχάλης Βρέττας) is een violist die enerzijds van experimenteren houdt maar anderzijds toch ook met veel feeling de meer gebruikelijke dingen speelt. Dan was er nog Vangelis Paraskevaïdis (Βαγγέλης Παρασκευαΐδης), die zij omschrijft als "een soort jazz-vibrafonist", en Yorgos Kontogiannis ( Γιώργος Κοντογιάννης ) maakte met zijn Kretenzische lyra het bonte gezelschap compleet. Al deze muzikanten hadden ook hun eigen vinger in de muzikale pap, maar het was toch de achtergrond van Sofia Sarri zelf die de meeste invloed had op het eindresultaat. En die achtergrond is heel gevarieerd. De muzikale achtergrond van Sofia SarriToen ze een jaar of acht was, kreeg ze een cassette in handen met daarop “Chaos A.D.” van de metal groep "Sepultura". Daarna luisterde ze naar muziek van "Nirvana", "Pearl Jam", "Sonic Youth" en andere metal bands. Zoals gezegd begon ze op haar vijftiende zelf te zingen bij een plaatselijke metal groep. Toch vertelde ze in een recent interview dat de Amerikaanse singer-songwriter Jeff Buckley (1966-1997), en dan meer bepaald zijn enige studio-album "Grace" (1994), voor haar de aanleiding was om zelf ook te gaan zingen. Dat lijkt contradictorisch, omdat Buckley toch eerder in het vakje rock of soul ondergebracht wordt. En dat is niet de enige paradox in haar muzikale smaak: ze zat urenlang op het strand nabij Chania, geboeid te luisteren naar de klank van de aanrollende golven en de andere geluiden van de natuur. Kortom: verscheidenheid troef, en dat bleef eigenlijk altijd zo, in haar hele verdere carrière tot nog toe. Hoe dan ook had zij bij die metal band in Chania alvast geleerd hoe het is om in groep muziek te maken. Het was bovendien een niet-professionele groep, waar ze dus alles zelf moesten regelen: niet alleen de muziek, maar ook allerlei praktische beslommeringen, zoals zorgen dat ze optredens te pakken kregen, en dan het transport heen en terug regelen enzovoorts, Zelfs de jurk, waarin ze zou optreden, naaide ze zelf. "Die ervaring heeft van mij een team player gemaakt", zegt ze. Ze kwam dus goed beslagen ten ijs toen ze in Athene arriveerde en bij "Night on Earth" ging zingen. Die groep, opgericht in 2004, haalde zijn naam bij de gelijknamige (en bekende) film van Jim Jarmush uit 1991, waarin vijf verschillende verhalen verteld worden, telkens over een taxichauffeur en zijn passagier(s) in vijf verschillende steden, verspreid over de hele wereld. Hun muzikale mosterd haalde de groep bij de soundtrack van die zelfde film, geschreven door Tom Waits. Iets dergelijks wilden zij ook gaan doen: niet meteen filmmuziek als dusdanig, maar wel muziek die beelden opriep bij de luisteraar. Het resultaat is ook hier weer moeilijk in een hokje te vatten. De invloed van Tom Waits is duidelijk aanwezig, maar zijn melancholische jazzy klanken vermengden ze met snuifjes trip-hop, waarvoor ze zich lieten inspireren door de Engelse groep "Portishead". Ook dat alles is dus onderdeel van het "muzikale paspoort" van Sofia Sarri. Toen ze aan haar eigen liedjes bezig was, luisterde ze ook veel naar uiteenlopende dingen als "Dillinger Escape Plan" en Oum Kalsoum . En "Ulver" is nog altijd één van haar favoriete bands. Andere invloeden onderging Sofia Sarri naar eigen zeggen ook van groepen als "Tool" en "Nine Inch Nails", plus Bjork, Lena Platonos ( Λένα Πλάτωνος ). Diamanda Galás en nog enkele anderen. En als "gastzangeres" trad ze ook op met meer alternatieve Griekse groepen als "Borderline Syndrome", "Luup" en nog een paar anderen. Haar rol daar lag wat meer in de richting van een gewone "session musician". Die groepen hadden kennelijk ook gemerkt dat er een zangeres met een uitstekende stem op zoek was naar werk, en het hielp dan dat Sofia Sarri wel degelijk affiniteiten had met de muziek waar zij zich op toelegden. Dat is niet meteen vanzelfsprekend voor iemand die met al die - ahem - "folk musicians" mocht samenwerken. Maar daar blijft het niet bij. Sofia Sarri heeft ook belangstelling voor hedendaagse klassieke muziek, en in die hoek luistert ze graag naar werk van de (wereldberoemde) Griekse componisten Iannis Xenakis en Jani Christou (Γιάννης Χρήστου, 1926-1970). Daarnaast meende een (voor de verandering) opmerkzame Griekse journaliste ook Epirotische invloeden in "Euphoria" te horen, vooral in de manier van zingen. "Vergis ik me?" vroeg ze tijdens haar interview met Sofia Sarri. "Nee, je hebt goed gehoord", antwoordde die, "alleen is het niet specifiek de Epirotische polyfonie die er in verwerkt is, maar eigenlijk de polyfonie van de hele Balkan". Die fascineert haar enorm, omdat de mogelijkheden van de menselijke stem daarin zo goed tot hun recht komen - en daar komen de "Sanades" dan weer om de hoek kijken. Sofia Sarri als zangleraresAl bij al duurde het meer dan vier jaar vooraleer het album "Euphoria" eindelijk op de markt kwam. De voorbereidingen en de opnames zelf namen maar een deel van die tijd in beslag, zelfs al moest dat allemaal tussendoor gebeuren, in de vrije tijd van iedereen die er aan meewerkte. Die mensen deden dat overigens niet voor het geld (want dat was er niet), maar gewoon omdat ze er plezier in hadden om samen iets nieuws te maken. Dat gold niet alleen voor de muzikanten zelf, maar ook voor de opnametechnici en de tekenaars die de hoes ontworpen. Het waren allemaal vrijwilligers. Maar toen alles klaar was moesten ze toch nog een hele tijd zoeken naar een platenmaatschappij die het wilde uitbrengen, zelfs al kreeg die de master op een schoteltje aangeboden, met het artwork voor de hoes en alles er bij. Het album kon dus rechtstreeks naar productie. Toch heeft het maar een haar gescheeld of het was er helemaal niet van gekomen. Sofia Sarri woont al sinds 2004 in Athene, maar ze heeft zich daar nooit echt thuis gevoeld. Ze had al een paar keer overwogen om terug te keren naar Chania, dat zij veel gemoedelijker vindt, maar voor een muzikant is er in Athene natuurlijk wel meer werk te vinden. Met de crisis werd dat echter steeds moeilijker, en ze stond net op het punt om definitief haar koffers te pakken toen ze een vaste baan kreeg aangeboden als zanglerares in een conservatorium. Dus bleef ze in Athene. Dat moet al ergens in 2012 of 2013 geweest zijn (dus rond de tijd dat ze aan "Euphoria" begon), en ze geeft daar nog altijd les. Nadien kreeg ze er nog een tweede baantje bij, als docent aan de afdeling zang van het "Lab Music Education". Dat "Lab" (zoals het meestal kortweg aangeduid wordt) wil uitdrukkelijk géén conservatorium zijn. Dergelijke instellingen leveren weliswaar muzikanten af die hun vak en hun instrument goed kennen, maar het "Lab" focust op hedendaagse muziek en bij hen telt dus niet alleen de kennis, maar ook de kunde: hun alumni moeten in staat zijn om zichzelf muzikaal uit te drukken, om eigen accenten te leggen, en ook om zich naadloos in een groep te kunnen invoegen. Die filosofie is Sofia Sarri alvast op het lijf geschreven. Het "Lab" stelt wel hoge eisen aan hun docenten. Ten eerste moeten die zelf actief bezig zijn met hedendaagse muziek. Het maakt niet uit of het rock, pop, jazz, metal, experimental of nog wat anders is, etiketten zijn ook voor het "Lab" van geen tel. Ten tweede eisen ze van hun docenten ook de nodige technische bagage: ze moeten niet alleen de muziektheorie beheersen, maar ook de moderne onderwijstechnieken. Wat dat laatste betreft wil het "Lab" naar eigen zeggen zelfs een voortrekkersrol spelen. Ze volgen in elk geval de ontwikkelingen in de muziekpedagogie op de voet, en ze zorgen er voor dat hun docenten zich regelmatig kunnen (en moeten) bijscholen. Sofia Sarri voldeed blijkbaar aan al die eisen, want ze werd aangenomen. Ook voor de studenten zelf legt het "Lab" de lat erg hoog, en hun diploma's zijn dus een stevige referentie. Misschien is het daarom dat ze recent een sterke groei kennen. Het valt ook op dat de naam van Sofia Sarri de laatste tijd regelmatig opduikt in de cv 's van jonge muzikanten, en ze wordt daar zelfs nadrukkelijk vernoemd. En als jonge zangers of zangeressen over hun ervaringen in het "Lab" spreken, dan krijgt Sofia Sarri steevast de hoogste lof toegezwaaid. Het is duidelijk dat deze manier van lesgeven haar goed ligt. Maar ook in de meer traditionele lesvorm aan het conservatorium voelt ze zich als een vis in het water. Als docente is ze met andere woorden al even veelzijdig als met haar stem. Misschien was het wel daarom dat niemand minder dan Nikos Kypourgos haar in december 2016 uitnodigde voor een aflevering in zijn reeks tv-documentaires, op ERT2 uitgezonden onder de titel "De geheimen van de muziek". De reeks behandelt zowat alle aspecten van de muziek in Griekenland, maar in deze aflevering kwamen de "muzikale beroepen" aan bod. Instrumentenbouwers, dirigenten, solisten, docenten en natuurlijk ook enkele zangers en zangeressen mochten komen vertellen hoe zij hun beroep zoal beleven. Sofia Sarri vertelde daar over haar beide jobs: muziekdocente en professionele zangeres tegelijk. Haar werk als lerares legt natuurlijk nogal wat beslag op haar tijd, en ze is dus bijna niet meer actief als "session musician". Ze doet nog wel wat optredens als gastzangeres, maar dan niet meer in nachtclubs en dergelijke. Die gaan door tot het ochtendgloren, en dat vindt zelfs zij niet te combineren met haar dagtaak. Ze houdt het dus liever bij concerten en dergelijke. Daar komen nu haar eigen optredens bij, waar ze het inmiddels verschenen album "Euphoria" voorstelt. Daarnaast is ze ook nog actief met het "LYD Quartet", een project dat ze in 2016 begon met Yannis Anastasakis (Γιάννης Αναστασάκης) en nog twee anderen. Hij had haar gevraagd om in te vallen voor iemand die op het laatste nippertje verhinderd was. "Ja maar ...", begon ze. "Geeft niks, we zullen wel wat improviseren", antwoordde hij. En aldus geschiedde. Ze ontmoette de twee anderen voor het eerst tijdens de soundcheck, en tijdens het optreden zelf rolden ze van de ene improvisatie in de andere. Na afloop waren zij even enthousiast als het publiek, en ze besloten om er mee door te gaan. Het "LYD Quartet" was geboren. De naam komt niet toevallig uit het Noors, de taal die Sofia Sarri leerde toen ze de psalm van Linderot bestudeerde, In het Noors betekent "lyd" gewoon "geluid". Dat is ook wat het kwartet produceert, maar het is telkens weer onvoorspelbaar wat het precies zal worden. Ze blijven bij het originele recept: ze repeteren nooit, ze komen enkel bij elkaar voor de soundcheck, en daarna volgt het optreden. Improvisatie in alle betekenissen van het woord dus. Met haar eigen ensemble pakt die zelfde Sofia Sarri het heel anders aan. Daar wordt wel degelijk gerepeteerd, en zij zelf hecht er ook veel belang aan dat alle muzikanten goed tot hun recht komen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want de samenstelling van de groep is variabel. Dat vraagt telkens weer nieuwe arrangementen, maar die zijn niet te nemen of te laten, de muzikanten krijgen zelf ook de ruimte voor eigen inbreng. Dat vindt zij erg verrijkend. Anderzijds is het wel duidelijk dat zij het is die knopen doorhakt. "Dat is het voordeel van je eigen groep te hebben", grinnikt ze. Maar veel hakwerk komt er toch niet aan te pas, meestal gaat het allemaal vanzelf. Ook de playlist van elk concert ligt van tevoren helemaal vast, en ook die wordt in overleg met de groep samengesteld. Ze proberen er een mooi, evenwichtig geheel van te maken. Voorlopig staat er - uiteraard - veel materiaal van "Euphoria" op hun programma, maar doorgaans klinken de nummers telkens weer anders, en ook anders dan op het album zelf. De plannen voor een tweede album liggen al wel klaar, maar dat kan nog wel even op zich laten wachten, zegt ze, "tot er betere tijden aanbreken". In afwachting spartelen de recensenten als een duivel in een wijwatervat om toch maar het juiste etiket te vinden om op de muziek van Sofia Sarri te kleven. We sprokkelden er een paar bij elkaar: avant pop, black metal, urban ambient, dark ambient, dark hop, hip hop, avant rock, art rock, gothic folk, electronic, ... Sommigen noemen het "paganisme" (allicht omdat alle liedjes over de natuur gaan), anderen hebben het dan weer over "Scandinavian black metal" (misschien vanwege de Noorse psalm waarmee die priester in 1798 het zieleheil van zijn parochianen wou veilig stellen). Soms wordt ze zelfs ondergebracht bij de "pop", al is dat zowat het enige genre waar zij zelf, naar eigen zeggen, "zich niet meteen kan in vinden". Toch zijn er ook een paar recensenten die wel degelijk begrepen hebben waar het hier om gaat: "Euphoria" is een heel aparte plaat, besluiten die, zeer divers, verrassend en van uitstekende kwaliteit, een album dus dat het meer dan waard is om gewoon beluisterd te worden voor wat het is, in plaats van het proberen te catalogeren. Dat laatste was trouwens ook wat Sofia Sarri droogjes antwoordde toen een journalist haar in februari 2017 interviewde in het kader van haar optreden in een bekende club, waar ze enkele dagen later "Euphoria" zou gaan voorstellen. Zijn vraag was: "Hoe zou jij zelf dat album beschrijven voor iemand die het nog niet gehoord heeft?" Haar antwoord: "Kom gewoon eens luisteren". Het programma in AmsterdamDe enige vraag die dan nog overblijft is deze: tijdens het concert in Amsterdam zal Sofia Sarro uiteraard haar album "Euphoria" voorstellen, maar daar staan "slechts" negen liedjes op, samen goed voor pakweg de helft van zo'n concert. Wat zal er dan verder nog op het programma staan? Het was denkbaar geweest dat ze zich zou voegen naar de promo-tekst, en dat ze dus zou gaan proberen om zo "indie" mogelijk te klinken, in westerse zin dan, gewoon omdat ze zo aangekondigd werd. Anderen zouden dat misschien doen, maar niet Sofia Sarri. Zij blijft gewoon zichzelf, en ze zal ook nu weer haar eigen ding gaan doen: eigentijds en eigenwijs. Dat "eigen wijs" mag u zelfs letterlijk interpreteren, toch voor een groot deel van haar optreden, want zoals gezegd schreef ze bijna alle muziek van "Euphoria" zelf, en de plannen voor een nieuw album liggen al klaar. Er zal dus heel wat muziek van haar hand te horen zijn. Daarnaast zal ze ook enkele covers brengen van liedjes die ze zelf graag hoort en zingt. Maar op de playlist voor Amsterdam zette Sofia Sarri ook het liedje "Στον αστερισμό του πιγκουίνου" (Ston asterismo tou pinguinou, Onder het sterrenbeeld van de Pinguin) van Lena Platonos , naar eigen zeggen één van haar favoriete hedendaagse Griekse componisten. Dat is misschien geen toeval, evenmin als de keuze voor dit specifieke liedje van haar. Platonos schreef het immers voor het album "Sabotaz", dat in 1981 verscheen. Het werd gezongen door de toen 22-jarige Savina Yannatou , die daarmee nog maar aan haar tweede plaat toe was. Marianina Kriëzí schreef alle teksten, en zowel voor haar als voor Platonos zelf was het hun eerste volledige album. Het wordt ook nu nog altijd beschouwd als een mijlpaal in de recente Griekse muziekgeschiedenis, niet alleen vanwege de speelse teksten van Marianina Kriëzí , maar ook en vooral omdat Lena Platonos hiermee met één klap de elektronische muziek in Griekenland introduceerde. Al even "eigenwijs" als Sofia Sarri zelf, dus. De toen 30-jarige componiste nam indertijd op het album trouwens zelf de keyboards voor haar rekening. In Amsterdam zal Platonos er uiteraard niet bij zijn, maar Sofia Sarri natuurlijk wel. De bezetting ziet er daar als volgt uit:
Soffi Sarri is bijzonder opgetogen over de medewerking van Yorgos Pouliasis, die zij een "fenomenale drummer" noemt. Ze mocht hem "lenen" van de Griekse band "Playgrounded", die sinds 2013 ... Rotterdam als thuisbasis heeft. Pouliasis wordt dus niet gewoon een "special guest" genoemd, maar wel een "very special guest". Voor haar optredens in Griekenland wordt Sofia Sarri meestal begeleid door vijf of zes muzikanten, en ook op het album "Euphoria" zelf spelen die mee. Voor Amsterdam bleek dat echter niet haalbaar, en de meeste artiesten zouden dan bedankt hebben. Maar Sofia Sarri beschouwt het integendeel als een uitdaging om speciaal hiervoor nieuwe arrangementen van haar liedjes te maken. Dat vraagt natuurlijk wel wat werk, zegt ze, maar het is tegelijk ook "een gelegenheid om de muziek met een frisse blik te herbekijken, en op die manier blijven de liedjes ook voor mijzelf interessant". Ook hier dus opnieuw haar grenzeloze nieuwsgierigheid en haar zoektocht naar telkens nieuwe uitdagingen... Al dan niet om die reden presenteerde ze trouwens ook in Griekenland zelf haar "Euphoria" al met heel uiteenlopende bezettingen, gaande van een acoustisch trio tot en met haar volledige band, maar dan begeleid door een tienkoppig koor. En tussen haakjes: het ging daarbij om het recent opgerichte koor van het "Lab", en de zangers en zangeressen waren dus leerlingen van haar. En minstens bij één van deze optredens ging het om een dubbelconcert in november 2017, waarbij ook "Playgrounded" zelf naar Athene teruggekeerd waren om daar hun recentste album “In Time with Gravity” voor te stellen. Met de drummer van die groep erbij zullen een aantal (delen van) liedjes van "Euphoria" in Amsterdam dus enigszins anders ingevuld worden dan op de plaat, maar aan het karakter zelf wordt natuurlijk niet geraakt. Dat is ook precies de filosofie die het "Lab" hun studenten probeert bij te brengen: zich integreren in de groep en tegelijk ook eigen accenten leggen. Daar heb je natuurlijk wel kennis en talent voor nodig, maar dat is hier ruimschoots voorhanden. Ook voor (goede) improvisaties heb je muzikanten van hoge kwaliteit nodig. Het zal dan niet verbazen dat Sofia Sarri aangeeft dat zij en haar team daar in Amsterdam de nodige ruimte voor zullen laten. En daar bovenop is er natuurlijk nog altijd haar stem en haar "stage presence"...
Op de site sinds: 04/11/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Kretenzische dansavondMet Dimitris Vakakis en zijn ensemble De "Vereniging van Kretenzers in België" en het " Centre Hellénique et Interculturel de Bruxelles" (beter bekend als het " Elliniko Kentro ") slaan deze keer de handen in elkaar voor het organiseren van de jaarlijkse Kretenzische dansavond. Dergelijke feesten zijn in de eerste plaats bedoeld voor de leden van de vereniging(en) zelf, en ook al zijn buitenstaanders altijd meer dan welkom, toch publiceren wij ze alleen nog maar als ons dat uitdrukkelijk gevraagd wordt, Dat zal vele liefhebbers van Kretenzische dans en muziek blij maken, want de avond wordt niet alleen opgeluisterd met dansvoorstellingen door de dansgroepen van de twee organiserende verenigingen, maar zij haalden samen ook Dimitris Vakakis en zijn ensemble naar Brussel om voor de muziek te zorgen. Deze Dimitris Vakakis (Δημήτρης Βακάκης) is niet zomaar de eerste de beste lyra-speler, hij heeft zich integendeel een stevige reputatie verworven. Toch is hij nog relatief jong. Hij werd in 1974 geboren in een klein dorpje in de buurt van Chaniá. Maar twee jaar later al begon hij zijn vader de oren van het hoofd te zeuren: hij wilde een lyra . In zekere zin had vaderlief dat aan zichzelf te danken, minstens onrechtstreeks. Hij was namelijk bevriend met de beroemde lyra-speler Kostas Moundakis . Die kwam daar regelmatig over de vloer en het was hij geweest die de kleine jongen "besmet" had. Volgens Dimitris zelf zou de lyra in die tijd en in dat deel van Kreta niet meer gangbaar geweest zijn, wegens vervangen door viool en laouto . Hoe dan ook, Dimitris zou geen Kretenzer geweest zijn als hij zijn zin niet had gekregen (en zijn vader bood trouwens ook minder weerstand dan wanneer het een vreemde overheerser zou geweest zijn in plaats van een Kretenzische lyra ). Zoals bekend begon Kostas Moundakis in 1975 te sukkelen met zijn gezondheid en hij moest zijn duizelingwekkende carrière in een lagere versnelling zetten. Minder platen en minder optredens dus, maar de vrijgekomen tijd besteedde hij aan het oprichten van een aantal scholen, waar de kinderen op georganiseerde wijze lyra konden leren spelen. Tot dan was dat op de traditionele wijze gebeurd, waarbij een jonge leerling bij een oude(re) meester in de leer ging en het vak in de praktijk leerde. Moundakis wist echter uit eigen ondervinding dat die traditionele methode toch wel wat beperkingen had, en dat er op die manier heel wat talent verloren ging. Met zijn scholen wilde hij daar wat aan doen. Het lag dan voor de hand dat de jonge Dimitris Vakakis naar één van die scholen zou gaan. Het lag minder voor de hand dat hij zich daar al inschreef toen hij pas acht was. De lessen werden meestal gegeven door Moundakis himself, af en toe vervangen door andere grote namen. De leerlingen zweetten in elk geval water en bloed, want Moundakis was niet snel tevreden. Maar Dimitris vond dat helemaal niet erg, wel integendeel, want hoe klein hij ook was, hij begreep dat hij op die manier snel vorderingen maakte. Op zijn twaalfde was hij dus afgestudeerd, maar toen rees er een klein bureaucratisch probleempje. Moundakis had bekomen dat zijn scholen erkend waren als een officieel conservatorium, maar dat hield ook in dat er minimum leeftijden voorgeschreven waren. Dimitris was dus in feite te jong om de lessen te mogen volgen, maar daar kraaide geen haan naar. Maar een diploma is een formeel stuk papier, en dat was een brug te ver. Dimitris moest dus nog drie jaar wachten, tot hij vijftien was, pas dan kreeg hij zijn diploma officieel uitgereikt. In afwachting gaf hij ... zelf les aan andere, even jonge leerlingen. Maar dan ging de carrière van Dimitris Vakakis pas goed van start. Het begon met optredens op feesten van familie en vrienden, maar geleidelijk breidde zijn faam zich ook uit tot omringende dorpen, en zo ging de sneeuwbal aan het rollen. De eerste jaren stond zijn vader nog wel op de rem, want die eiste dat hij minstens zijn middelbare school zou afmaken. En op dat punt wilde hij geen duimbreed toegeven. Het gevolg was dat de jongen vaak rechtstreeks van een optreden op een feest naar school ging, en daar dan over zijn boeken in slaap viel, maar ook dat diploma haalde hij dan toch. En toen was er helemaal geen houden meer aan. Het meest sprekende voorbeeld daarvan zijn de vier platen die Dimitris Vakakis inmiddels op zijn naam heeft staan. De eerste heette "Τα Χανιώτικα" (Ta Chaniotika) en het verscheen in 1996. De liedjes, die er op staan, had hij echter al veel eerder geschreven, maar hij had lang geaarzeld om ze vrij te geven. In het begin was hij immers trouw gebleven aan de speelstijl van Kostas Moundakis , en hij vond zijn eigen stijl nog niet uitgerijpt genoeg om al eerder op plaat te zetten. Daarna kwamen er wel nog drie andere albums met eigen werk, het meest recente nog maar pas in 2015. Tussendoor, in de jaren 2007 en 2008, belandden liedjes van hem ook op enkele verzamelplaten met Kretenzische muziek, wat op zich toch ook al een stevige referentie is. Verder is hem niet veel gelegen aan promotie en dergelijke. Zolang hij maar werk heeft, is het voor hem al prima. Hij is trouwens een tijdje geleden weggegaan uit Chania om terug in zijn vroegere dorp te gaan wonen. "Daar voel ik me meer op mijn gemak", zegt hij. Maar nu komt hij dan toch naar Brussel om daar de dansvloer vol te spelen ...
Op de site sinds: 06/11/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Antoine ParinisSolo met "Griekse blues" Antoine Parinis komt naar België voor twee solo-concerten met (zijn interpretatie van) de rembetika "van voor de oorlog". Hij werd (als Adonis Parinis) geboren in Lamia (Centraal-Griekenland) op 28 oktober 1977. Die dag is één van de twee Griekse nationale feestdagen. Er zijn dan altijd optochten, en volgens Parinis zelf "circuleren er geruchten dat hij geboren werd op de tonen van de marsmuziek", maar "die geruchten ontkent hij categoriek, wegens leugenachtig en vals". Nog steeds naar eigen zeggen studeerde hij aan de Filosofische School van de Aristotelis Universiteit van Thessaloniki, hetgeen hem "na een tiental jaren" het diploma van "werkloze filosoof" opleverde. Het zal duidelijk zijn dat we hier te maken hebben met een muzikant met een stevig vermogen tot zelfspot, en dat is iets wat niet van iedereen kan gezegd worden. Ook zijn muzikale achtergronden zijn eerder ongebruikelijk, toch in het hedendaagse Griekenland, waar de meeste jonge muzikanten een stevige theoretische achtergrond hebben. Vaak worden ze vervolgens door een meer ervaren collega opgemerkt, die hen dan introduceert bij een breder publiek, en van daaruit kunnen ze een eigen carrière beginnen opbouwen. Maar Adonis Parinis is nu eenmaal een buitenbeentje, en bij hem vinden we (dus) niets van dat alles. Een deel van zijn tienjarige studietijd besteedde hij (ook) om zichzelf te leren zingen, en daarnaast om zichzelf gitaar en bouzouki te leren spelen. Van 1997 tot 2003 bleef hij in Thessaloniki in het plaatselijke muziekleven rondhangen. In 2004 keerde hij terug naar Lamia, waar hij zijn low-profile muzikale carrière verderzette. Er circuleren trouwens ook geruchten dat hij in Thessaloniki ook nog geschiedenis en archeologie zou gestudeerd hebben, en dat hij nadien zijn brood zou verdiend hebben als leraar Oudgrieks, Latijn, literatuur en geschiedenis, maar het is niet bekend wat hij van die geruchten vindt. Onwaarschijnlijk zijn ze in elk geval niet. Hoe dan ook schreef hij, kort na zijn terugkeer naar Lamia, de filmmuziek voor "Ο Μεγάλος Έλληνας Οτιδήποτε" (O Megalos Ellinas Otidipote, Engelse titel: "The Great Greek Whatever"). Het is (uiteraard, zouden we zeggen) een ongebruikelijke film, die voorgesteld wordt als "de eerste open source film" of ook als "een film die zichzelf draait". De officiële slogan is "A road movie into Great Greek Reality" en iedereen, die dat wil, kan zijn of haar steentje bijdragen, in de vorm van foto's of stukjes film die de "dagdagelijkse Griekse realiteit" afbeelden. De film lijkt nog steeds niet af, wat niet belet dat hij in 2008 toch al voorgesteld werd tijdens het "Athens 48 Hour Film Project". Het initiatief is weliswaar niet van Antoine Parinis zelf afkomstig, maar het zal niet verbazen dat hij zich helemaal kon vinden in een dergelijk concept. Hij speelde er ook zelf in mee, in de rol van een baglama-speler, en sindsdien voegt hij in zijn cv ook "acteur" toe aan het rijtje van zijn beroepen. Daar staat trouwens, naast "zanger, multi-instrumentalist, componist, tekstschrijver" ook nog gewoon "schrijver", onmiddellijk gevolgd door twee haakjes met daar tussenin de opmerking "voorlopig nog zonder iets op papier gezet te hebben". In de lente van 2011 verscheen hij dan letterlijk en figuurlijk ten tonele als de helft van het duo "Δύο Σπαθί" (Dio Spathi). Dat is normaal een speelkaart, een "klaveren twee", en dat was ook goed te zien aan de affiches die ze voor hun optredens verspreidden. Samen met de gitarist Thanasis Vlachos (Θανάσης Βλάχος) speelde Parinis de rembetika uit de beginjaren van dit genre, dus uit de periode tussen de twee wereldoorlogen. Ze presenteerden zichzelf als "duet", omdat ze allebei zongen. Parisis speelde bouzouki . Tegen die tijd had hij zijn naam lichtjes aangepast: in plaats van het klassieke Adonis was het nu het meer artistieke Antoine geworden. En in het kader van de Griekse optredens van "Dio Spathi" schreven ze "Antoine Parinis" zelfs met Latijnse lettertekens. Dat kwam goed van pas toen ze enkele maanden later al een optreden in Berlijn (Duitsland) mochten gaan spelen. De meeste van de vele andere groepjes, die zich op deze muziek toeleggen, proberen de liedjes "zo authentiek mogelijk" te vertolken - wat dat dan ook moge betekenen, want we kennen die liedjes eigenlijk alleen maar van oude plaatopnames. Maar "Dio Spathi" maakte daar hun eigen bewerkingen van, waarbij het minimalistische karakter van de liedjes sterk naar voren kwam. Het "duet" bleef slechts een paar jaar actief, en in het najaar van 2013 ging Antoine Parisis dan solo, maar nu wel met zijn artiestennaam in het Grieks geschreven, dus Αντουάν Παρίνις. Op zijn repertoire zat er (nog) meer verschil: hij kwam nu met eigen zelfgeschreven liedjes. Zijn teksten zijn meestal satirisch en/of ironisch, en ze gaan vaak over de crisis in Griekenland. Zijn muziek wordt doorgaans als "rock" omschreven, en hij had zijn bouzouki dan ook ingeruild voor een gitaar. Pakweg een jaar later breidde hij zijn repertoire nog verder in die richting uit. Naast eigen werk speelde hij nu ook bekende liedjes van andere Griekse rockers, maar wel nog steeds solo. Naar eigen zeggen - voor wat dat bij hem waard is - begon hij toen pas, dus op zijn zevenendertigste, aan zijn muzikale carrière. En vermits hij zijn naam nu opnieuw in het Grieks schreef, zou je denken dat hij een carrière als rocker in Griekenland voor ogen had. Maar Parinis is nu eenmaal Parinis. Amper een jaar nadien, in 2015, verhuisde hij naar München (Duitsland), waar hij opnieuw de draad van de rembetika opnam. Met enkele andere plaatselijke Griekse muzikanten speelde hij in clubs en dergelijke. De samenstelling van de (gelegenheids?)groepjes wisselde regelmatig, maar Antoine Parinis speelde telkens wel bouzouki , en meestal ook gitaar en/of baglamas . En zingen deed hij natuurlijk ook. Later ging hij opnieuw solo, maar nog steeds met de "vooroorlogse" rembetika . Daar gaf hij opnieuw zijn eigen interpretaties van ten beste. Die liggen helemaal in de lijn van wat "Dio Spathi" deed: minimalistisch en licht experimenteel, maar wel met respect voor het origineel. Toch heeft hij zijn carrière van singer-songwriter niet definitief opgeborgen. Dat bleek bijvoorbeeld nog recent, in februari 2018, toen hij na een afwezigheid van drie jaar nog even naar Lamia terugkeerde voor een solo-optreden. Ook toen kwam hij daar zijn eigen liedjes voorstellen, en ook toen werd hij daar aangekondigd als "rocker". Zes maanden eerder had hij in München trouwens al het stof van die liedjes afgeblazen, met een optreden in een biertent in de zomer van 2017. De aankondiging van deze doorstartpoging zou weleens door hemzelf geschreven kunnen zijn, want er staat dat hij "nu al tweeënhalf jaar in het wonderschone München woont, maar dat men daar nog nooit iets van hem gehoord heeft, omdat hij tot dan toe zijn muziek voor de wereld verborgen had gehouden". Dat klopt dus maar half, want hij was wel degelijk al eerder in München te horen geweest, maar dan met rembetika. En de aankondiging zegt ook nog dat, onder begeleiding van zijn satirische teksten, het "zaterdagavondbiertje dubbel zo goed zal smaken". Ook dat lijkt typisch Parinisch, want het was natuurlijk wel Duits bier, terwijl hij in het Grieks over de crisis in Griekenland zingt. In het hol van de leeuw als het ware, want vanuit zijn vaderland wordt er in verband met die crisis toch met een (heel) scheef oog naar de Duitse bankiers en politici gekeken. Als er al dergelijke exemplaren in de zaal hebben gezeten, is het zeer de vraag of hun biertje nog zo goed zou gesmaakt hebben als ze begrepen hadden wat hij over hen zong... Hoe dan ook, nu hij vanuit München naar België komt voor enkele solo-optredens, brengt hij toch zijn rembetika repertoire mee. Voor de gelegenheid wordt dat dan wel aangekondigd als "Greek Blues", maar iedereen weet wat daarmee bedoeld wordt, en voor de anderen zal het niet veel verschil maken - en al evenmin voor de smaak van het begeleidende biertje.
Op de site sinds: 10/11/2018 Terug naar het begin van deze pagina. "Van Chorto naar Brussel"Muzikale reis met twee Griekse koren Het Grieks koor "Chortodia" (Χορτωδία) komt met vijfenveertig (45) zangers en zangeressen naar Brussel voor een gezamenlijk optreden met het "Ελληνικη Χορωδία Βρυξελλών" (Elliniki Chorodia Vryksellon, Grieks Koor van Brussel). Het laatstgenoemde koor zal bij de bezoekers van deze site inmiddels voldoende bekend zijn, maar ook wie hen (nog) niet zou kennen, kan uit de naam onmiddellijk afleiden dat zij de Belgische hoofdstad als thuisbasis hebben. En als u goed kijkt - en nog beter thuis bent in de aardrijkskunde van Griekenland - dan ziet u ook meteen waar "Chortodia" vandaan komt: uit Chorto natuurlijk, en dat is een dorpje op de Zuidelijke Pelion, en de Pelion is de landtong die rechts van u ligt als u van Athene naar Thessaloniki rijdt. Niet iedereen laat die links liggen, want het is een streek waar het goed toeven is. Zelfs de Olympische goden zouden daar indertijd hun buitenverblijf gehad hebben. Tegenwoordig zijn er ook veel gewone stervelingen die er een bezoek brengen, en die daar zodanig van onder de indruk zijn dat ze er permanent gaan wonen. Eén van hen is Nikos Adraskelas ( Νίκος Αδρασκέλας ), de oprichter en dirigent van "Chortodia", die in 2011 vanuit Athene naar Chorto verhuisde. Hij was in 2004 als pianist afgestudeerd (met onderscheiding) aan het Conservatorium van Athene. Vanaf 2006 begon hij, samen met zijn mede-student Christos Marinos, pianorecitals te geven, niet alleen in Griekenland maar ook in Oostenrijk, Nederland en Engeland. Ze traden als solist op met een hele reeks orkesten en ensembles voor kamermuziek, iets waar Adraskelas een bijzondere voorkeur voor heeft. Zijn verhuis naar Chorto had overigens niet alleen te maken met het landschap. Hij had er al lang van gedroomd om iets te doen dat de muziek dichter bij het dagelijkse leven van de gewone mensen zou brengen, en dat dan niet in een hectische metropool als Athene, maar wel ergens in een klein dorpje. Dat werd dus Chorto, waar hij meteen begon met het oprichten van een zangkoor. In januari 2012 werd dan "Chortodia" boven de doopvont gehouden. Hij is er nog altijd de dirigent én bezieler van. Het is misschien geen toeval dat Nikos Adraskélas naar de Pelion trok om zijn droom te realiseren. Om te beginnen heeft de streek iets met muziek. Het nabijgelegen Volos leverde al heel wat muzikaal talent (denk alleen maar aan Dimos Vougioukas ), en het is dan ook niet voor niets de thuisbasis van het befaamde "Estudiantia Neas Ionias". Maar de muzikale connecties gaan nog veel verder terug, helemaal tot in de Oudheid zelfs. Zoals bekend is de Pelion ook het land van de Centauren, in de Griekse mythologie meestal voorgesteld als een kruising tussen mens en paard. In het Griekse volksgeloof leven die wezens trouwens nog altijd voort, maar dan als de Kallikantzari (waar we in januari 2005 uitgebreid over schreven), en naar het schijnt is de Pelion één van de regio's waar het geloof in die bovennatuurlijke wezens het sterkst is (of was). De beroemdste aller Centauren was natuurlijk Chiron, die niet alleen de chirurgie uitvond, maar die ook wijd en zijd bekend stond omwille van zijn geneeskunst. Dat had hij misschien te danken aan een oordeelkundig gebruik van de geneeskrachtige kruiden die tot op vandaag nog weelderig groeien op de berghellingen van de Pelion. Hoe dan ook, zelfs de god Apollo - de uitvinder van de lier en daarmee ook de god van de muziek - kwam bij hem op consultatie, Eén van de andere Centauren raakte in de ban van Apollo en mocht voortaan de maat slaan voor de zingende Muzen. De naam van deze eerste slagwerker was Krotos. Onder die naam is hij weliswaar minder bekend, maar iedereen kent hem toch wel als het sterrenbeeld van de Boogschutter, Dat is die zelfde Krotos, en met zijn opgeheven hoef slaat hij nog altijd de maat. Maar er is nog een andere, meer concrete band tussen Nikos Adraskelas en Chorto, in de persoon van Yorgos Chatzinikos ( Γιώργος Χατζηνίκος ). Deze wereldwijd bekende dirigent, pianist en pedagoog (1923-2015) was niet alleen zijn pianoleraar maar ook zijn mentor geweest aan het Conservatorium van Athene. Samen met Christos Marinos (dezelfde waarmee hij later die pianorecitals zou geven) kreeg Adraskélas trouwens het beheer toevertrouwd van het geluidsarchief van Chatzinikos . Dat kwam goed van pas toen het "Trito Programma" (de "klassieke" radiozender van de ERT) in 2016, een jaar na de dood van Yorgos Chatzinikos , een reeks uitzendingen aan hem wijdde, want Christos Marinos selecteerde daarvoor de geluidsfragmenten uit dat immense archief. Er waren tussen haakjes niet minder dan elf afleveringen (van twee uur per stuk) nodig om deze markante en invloedrijke figuur uit de recente Griekse muziekgeschiedenis toe te lichten. Maar waar is dan die band met Chorto, vraagt u zich nu natuurlijk af? Welnu, Yorgos Chatzinikos werd niet alleen geboren in Volos, maar in 1984 richtte hij, samen met zijn zus, de (in Griekenland) bekende toneelspeelster Pia Chatzinikou-Angelini, de "Stichting Angelini - Chatzinikou" op. En die stichting is gevestigd in ... Chorto. Ook dat is geen toeval, want de familie Chatzinikos heeft daar haar roots. De stichting heeft als voornaamste doel het organiseren van een jaarlijks muziekfestival. Dat festival was dit jaar (2018) dus al aan zijn 38ste editie toe, met niet alleen optredens maar ook seminaries over alle aspecten van de muziek. Het zal al evenmin toeval zijn dat in 2012, een jaar nadat Nikos Adraskélas naar Chorto verhuisde, hij secretaris werd van de stichting, en dat die zelfde stichting ook het door hem opgerichte koor "Chortodia" onder haar hoede nam. Adraskelas zelf vertelt trouwens dat Chorto de ideale plaats was om zo'n koor op te richten, precies dank zij het voorbereidende en baanbrekende werk dat de stichting al die jaren had verricht op muzikaal vlak. Het koor krijgt overigens ook de steun van enkele andere culturele verenigingen uit de regio. Inmiddels telt dat koor zowat 60 leden. Die komen niet alleen uit Chorto zelf, maar ook uit de omringende dorpen. De helft van hen zijn Grieken, de anderen zijn mensen van allerlei verschillende nationaliteiten die zich permanent in de streek hebben gevestigd: Engelsen, Fransen, Duitsers, Italianen, Belgen, ... En ook Albanezen en Pakistani zingen mee. Het enige wat telt is: graag zingen. Dat ze het voor hun plezier doen is eigenlijk al af te leiden uit de naam van het koor zelf. "Chortodia" (Χορτωδία) is immers een soort woordspeling, een mengsel van "chorodia" (χορωδία), het Griekse woord voor "koor" en "Chorto" (Χόρτο), de naam van het dorp. Als het hen om zelfprofilering te doen was geweest, dan hadden ze evengoed het meer imposant klinkende "Gemeenschapskoor van Zuid-Pelion" als naam kunnen kiezen. Nu gebruiken ze die omschrijving enkel als toelichting. Het koor hecht veel belang aan het laten doorgroeien van hun leden. Als je maar graag zingt, dan zorgen zij wel dat je het ook goed leert doen. En daar komt dan weer de mentor en professor van de dirigent om de hoek kijken. Wijlen Yorgos Chatzinikos was namelijk in het onderwijs gestapt, precies omdat hij veel belang hechtte aan didactiek. Dat was hem tijdens een verblijf in Moskou bijgebracht door de bekende Russische muziekpedagoog Heinrich Neuhaus, en dat heeft hij op zijn beurt kennelijk weer overgedragen op zijn leerling Nikos Adraskélas . De koorleden moeten wel stevig gemotiveerd zijn, want er wordt wekelijks gerepeteerd, en dat is niet altijd even vanzelfsprekend, vooral voor diegenen die in wat verder afgelegen dorpen wonen. Een drietal leden schijnen zelfs helemaal uit Volos te komen. Maar het enthousiasme is duidelijk groot genoeg om dat obstakel te overwinnen. De resultaten zijn er dan ook naar. "Chortodia" treedt uiteraard altijd op tijdens het jaarlijkse muziekfestival in Chorto zelf (en in augustus 2018 begeleidden ze daarbij bijvoorbeeld ook Alkinoos Ioannidis ). In hun thuisbasis hebben ze zich inmiddels een stevige reputatie verworven, en allicht daarom krijgen ze ook steeds meer uitnodigingen om elders in Griekenland te gaan optreden. Volgens sommige bronnen zou hun optreden in Brussel meteen ook hun eerste buitenlandse optreden worden, maar dat schijnt niet helemaal te kloppen, want minstens in juli 2018 namen ze deel aan een festival voor koren en orkesten in Bulgarije. "Chortodia" is alvast goed voorbereid op een eventuele buitenlandse carrière. Hun repertoire omvat namelijk niet alleen Griekse liederen, maar ze zingen ook in het Engels, Duits of Italiaans. Zelfs voor Latijnse en Afrikaanse liederen draaien ze hun hand niet om. De ambitie om - ook letterlijk - hun grenzen te verleggen is er in elk geval. Mede daarom zijn ze recent begonnen met het uitnodigen van buitenlandse zangkoren om een vakantie in Chorto door te brengen. Reis- en verblijfskosten moeten die dan wel zelf betalen - het is immers crisis in Griekenland - maar verder zorgt "Chortodia" voor allerlei activiteiten, zoals wandelingen, geleide bezoeken aan allerlei bezienswaardigheden, en natuurlijk ook heel veel samen zingen. Op die manier hopen ze een netwerk van internationale contacten op te bouwen. Misschien reist ook het "Grieks Koor van Brussel" dan binnenkort naar Chorto, want het is met dit koor dat ze samen zullen optreden in de gebouwen van de Griekse school aldaar. Die school, officieel de "Ελληνικό Σχολείο Βρυξελλών Κεστεκίδειο" geheten, is een onderwijsinstelling die in 1991 opgericht werd voor de kinderen van Griekse migranten. Tegenwoordig zijn de meeste leerlingen afkomstig uit Griekse gezinnen die slechts tijdelijk in België verblijven. Dat zijn dan niet alleen diplomaten, maar ook Grieken die in het NATO-hoofdkwartier in Evere gestationeerd zijn. Die laatsten blijven daar meestal maar drie tot vijf jaar, dus is het van belang dat hun kinderen gewoon in het Grieks naar school kunnen blijven gaan. Het onderwijs is er gratis, de rekeningen worden betaald door de Griekse staat. Maar omdat die de laatste jaren - zacht gezegd - nogal krap bij kas zit, heeft ook de school te kampen met financiële problemen. Vorig jaar (in 2017) kloegen ze dat ze een groot aantal leerkrachten te weinig hadden, en er was geen geld om die vacatures in te vullen. Het helpt natuurlijk ook niet dat het personeel er betaald wordt volgens Griekse barema's, waar dan ook nog op bevel van "Europa" flink in gesnoeid werd, terwijl ze wel moeten wonen en werken in een relatief duur land als België. Het is mede daarom dat de opbrengst van dit concert zal gebruikt worden om muziekinstrumenten en ander lesmateriaal voor de school aan te kopen. Dan nog iets. In de Pelion zijn er geen Centauren meer, en hun opvolgers, de Kallikantzari, leven het grootste deel van het jaar diep onder de grond. Enkel tijdens de periode tussen Kerstmis en Driekoningen, in Griekenland bekend als de Dodekaimero (Δωδεκαήμερο, Twaalf Dagen), mogen ze naar boven, en dan komen ze de mensen het leven zuur maken. Gelukkig zijn ze niet al te snugger, dus als je ze tegenkomt, en als je een beetje bij de pinken bent, zijn ze gemakkelijk om de tuin te leiden. En Kerstmis is sowieso nog veraf. Maar dit concert vindt plaats in Brussel, en daar leven de Europarlementariërs. Zoals bekend verblijven die het grootste deel van de tijd hoog boven de grond in hun marmeren paleizen. Enkel in de periode vóór de verkiezingen komen ze naar buiten, en in mei 2019 is het weer zover. Dit alles om te zeggen dat u zich, voorafgaand aan het concert, aan enige politieke toespraken mag verwachten, maar gelukkig is dat eenvoudig op te lossen. Het volstaat om die gewoon uit te zitten en te wachten tot de muziek begint. Dan zullen de twee koren u bewijzen dat het motto van dit concert niet zomaar wat inhoudsloos gebrabbel is. Het luidt namelijk "Η Ελλάδα είναι τραγούδι" (I Ellada einai tragoudi, vrij vertaald: Griekenland betekent zingen). Of, zoals ze het zelf in de Engelse versie zeggen: "Sometimes it takes only one good song to take you back to Greece". En het programma zit ongetwijfeld vol met dergelijke goede liedjes ...
Op de site sinds: 18/11/2018 Terug naar het begin van deze pagina. |
||||||||||||||||||||||||||||||
|