|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Overzicht Griekse Muziek in Juni 2017
KosmokratorsRembetika met Griekse en Nederlandse teksten Dit seizoen treden de Komokrators op verschillende plaatsen op in eigen land en nabije omgeving. In juni is West-Vlaanderen aan de beurt, met een optreden in het cultuurcentrum De Grote Post in Oostende. De Kosmokrators brengen op deze tour rembetika-liederen in het Grieks en in het Nederlands. Aan de Nederlandse vertalingen werd flink wat gesleuteld maar steeds met de betrachting om de geest van het oorspronkelijke lied te behouden. Het geheel is luchtig, zodat de vaak harde originele teksten via de vertalingen goed tot het publiek doordringen en niet te zwaarwichtig overkomen. Bezetting :
Let wel: deze bezetting staat wel op deze manier in de sterren geschreven maar is daarom nog niet onveranderlijk. Het programma van dit concert bestaat uit vier delen: “Perikelen in Piraeus / Mysterie in Smyrna / Glitters in de Sixties / Bollywood Bouzouki”.
Op de site sinds: 25/09/2016 Terug naar het begin van deze pagina. Maria FarantouriMaria Farantouri (ook wel Farandouri geschreven en ook zo uitgesproken) komt opnieuw naar Nederland. De laatste keer was ongeveer twee jaar geleden, toen ze in oktober 2015 samen met Yorgos Dalaras een verjaardagsconcert gaf in Rotterdam. Dat was ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van Mikis Theodorakis , van wie zij een belangrijke vertolkster is. Maar zij zong in haar lange carrière ook werk van vele andere belangrijke componisten, en nu komt zij solo naar Amsterdam om daaruit een selectie voor te stellen. Zij wordt daarbij begeleid door:
Meer informatie over Maria Farantouri leest u - voor zover dat nodig zou zijn - in onze biografie van haar .
Op de site sinds: 25/02/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Xylouris-WhiteHet "Nous sommes grecs" festival is in 2017 al aan zijn derde eiditie toe. Het loopt over vier dagen, en elke dag is gewijd aan een ander thema. De eerste avond - waar dit stukje over gaat - staat in het teken van Kreta. Over de programma's van de daarop volgende dagen hebben we het verder naar onder op deze pagina. De kers op de Kretenzische taart, die op de eerste dag van het festival geserveerd wordt, is zonder twijfel het optreden van "Xylouris White" . Over dit duo valt er eigenlijk niet veel meer te schrijven, onder meer omdat ze al verschillende keren in Brussel waren, zoals in april 2015 , december 2015 en oktober 2016 . We vertelden u in april 2015 hoe deze "ongebruikelijke" samenwerking tussen een Kretenzische laouto-speler (Yorgis Xylouris) en een Australische drummer (Jim White) tot stand kwam, en we vertelden u ook elke keer opnieuw dat niemand er in slaagt om een passend etiket te vinden om die muziek te omschrijven die dit duo eigenlijk brengt. Het enige wat een beetje in de buurt komt is "fenomenaal", maar dat is natuurlijk wel geen muziekstijl. Verder kunnen we alleen maar herhalen wat we toen in onze nieuwsbrief schreven: dit is eigenlijk een concert om op blote voeten naartoe te gaan, dan kunt u nadien - als één van de weinigen - zeggen dat u niet van uw sokken geblazen werd. Na hun optreden in Brussel reist het duo door naar Gent , zie hieronder. In Brussel zelf is Xylouris White niet het enige wat er die eerste "Kretenzische" dag in de Senghor te beleven valt. Er zijn namelijk ook nog de Liviakis Brothers , die voor en na het concert, en ook in de pauze, in de bar van de Senghor zullen spelen. Zoals bekend spelen deze Kretenzers uit Belgisch-Limburg veel meer dan "alleen maar" Kretenzische muziek, en men mag aannemen dat ze voor de gelegenheid alle registers zullen opentrekken om voor een passende sfeer te zorgen. Ook op de andere dagen van het festival "Nous sommes grecs" zal er trouwens live muziek te horen zijn in de bar. Die wordt voor de gelegenheid omschreven als "The Brussels Rebetiko Club" maar zoals de allereerste avond al blijkt moet u dat van die rembetika maar niet al te letterlijk nemen. Dat belet niet dat ze uw aandacht verdient. De vorige jaren waren daar namelijk heel wat ontdekkingen te doen. Soms zaten er uitstekende maar (bij het bredere publiek) onbekende muzikanten te spelen, en soms waren het bekende maar onverwachte gasten die voor de muzikale omkadering zorgden.
Op de site sinds: 25/03/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Festival "Nous sommes grecs"Katerina Tsiridou met "Grecorama in Technicolor" De tweede avond van de derde editie van het "Nous sommes grecs" festival wordt aangekondigd als een "Soirée Grecorama en Technicolor". Zelfs als u maar één woordje Frans kent ("en" betekent "in"), dan nog zal duidelijk zijn dat deze avond in het teken staat van de Griekse filmmuziek. Speciaal hiervoor komt Katerina Tsiridou vanuit Athene overgevlogen met haar ensemble. Dat ensemble is als volgt samengesteld:
De bewerkingen (en bij ons weten ook de selectie) zijn van Nikos Protopapas . Tijdens de voorstelling worden filmfragmenten getoond, en de bindteksten worden verzorgd door Ismini Giannakis . Het belooft dus een boeiende voorstelling te worden. Het is bovendien een onderwerp waaraan je gemakkelijk een hele week zou kunnen besteden, want de filmmuziek neemt nu eenmaal een vooraanstaande plaats in binnen het uitgebreide Griekse muzieklandschap. En het programma van dit optreden zou dan ook nog de hele periode van na de Tweede Wereldoorlog tot op heden gaan bestrijken, en dan zijn er vele honderden liedjes die in aanmerking komen. De rol van de muziek in de Griekse film wordt inderdaad vaak onderschat, meestal omdat ze gemeten wordt met westerse maatstaven. Zo denkt men nogal eens dat de filmindustrie een beroep doet op bekende componisten "omdat het meer volk aantrekt en de kassa doet rinkelen". Helemaal onjuist is dat natuurlijk niet, maar het zet wel de zaken op z'n kop. Ook in Hollywood gebruikt men bekende acteurs "om de kassa te spijzen", maar dat komt vooral omdat die sterren toevallig ook goed kunnen acteren. Als ze dat niet konden, dan waren ze gewoon geen ster en dan was er ook geen spijs mee te verdienen. Dat betekent met andere woorden dat westerse filmliefhebbers in de eerste plaats het acteertalent waarderen, en dan pas de acteur of actrice die dat kan leveren. In Griekenland is dat precies hetzelfde wat de muziek betreft. Die speelt daar een veel belangrijkere rol dan in het westen, net zoals dat ook in de samenleving zelf het geval is. Als de Grieken dus een bekende componist op de affiche zien staan, dan gaan ze er naartoe omdat ze weten dat de muziek goed zal zijn. Het is ook interessant dat zelfs de muziek voor toneelvoorstellingen in Griekenland op bestelling geschreven wordt, telkens weer opnieuw. Als er dus honderd verschillende gezelschappen de "Drie Zusters" van Anton Tsjechov opvoeren, dan zijn er ook honderd componisten bezig geweest om daar muziek voor op maat te schrijven - en die worden ook bij naam genoemd in de publiciteit. Het gevolg is dat er enorme aantallen bekende Griekse componisten muziek hebben geschreven voor film en theater, en enorme aantallen van hun liedjes zijn een eigen leven gaan leiden, gewoon omdat ze zo sterk zijn. En achter elk van die liedjes zit dan weer een verhaal. Daarmee bedoelen we dan niet alleen het verhaal van de film zelf, maar ook achter de schermen zijn meestal ook de nodige anekdotes te sprokkelen. Zo kent de hele wereld natuurlijk de sirtaki, een onderdeel van de muziek die Mikis Theodorakis schreef voor de film "Zorba the Greek" (1964). Maar niet iedereen weet dat deze "traditionele" Griekse dans speciaal voor de film bedacht werd, naar men zegt omdat Anthony Quinn (die de hoofdrol van Zorbas speelde) de passen van de chasapiko niet onder de knie kreeg. De hele wereld kan ook tot vier tellen in het Grieks, dank zij de titelsong uit "Never on Sunday" (1960), geschreven door Manos Hadjidakis . We hebben het dan uiteraard over het liedje "Ta pediá tou Pireá" en het refrein is "Ena ke dio ke tria ke tessera pediá". Nogal wat mensen zullen weten dat Hadjidakis hiermee een "Academy Award" (Oscar) voor originele filmmuziek in de wacht sleepte, de eerste overigens voor een liedje dat niet in het Engels geschreven was. Maar het is minder bekend dat Hadjidakis weigerde om naar New York te reizen om zijn prijs in ontvangst te nemen. Hij was - niet ten onrechte - bang dat de Griekse regering dit voor propaganda-doeleinden zou gaan gebruiken. De Academy stuurde het gouden beeldje dan maar per post, maar helaas (of uiteraard) ging het onderweg verloren. Er wordt ook verteld dat het tweede exemplaar, dat hem ter vervanging bezorgd werd, alleen maar voor het nageslacht bewaard bleef dank zij de oplettendheid van zijn huishoudster. Die wilde zijn papiermand leegmaken zoals gewoonlijk, maar vroeg zich af waarom die zoveel zwaarder was dan anders. De reden was snel gevonden: Hadjidakis had het beeldje er in gekieperd. Melina Merkouri vertelde vaak dat het liedje dan misschien wel geen vader had, maar in elk geval toch een moeder: zij had haar succes namelijk (mede) te danken aan die film. En zo zijn er ontelbare verhalen te vertellen. Op een dag zat er bijvoorbeeld een meisje voor het open raam te zingen, op de eerste verdieping van een nachtclub in een uitgangsbuurt in Athene. Die club was dan wel niet meer dan een voorgevel van triplex en karton, wegens het decor voor de film "Lola", die in 1964 gedraaid werd door Dinos Dimopoulos. De muziek was geschreven door Stavros Xarchakos , toen nog maar pas aan het begin van zijn carrière maar toch al met een stevige reputatie. Het zingende meisje daarentegen was een volslagen onbekende, een beginnend zangeresje dat voor dat figurantenrolletje gekozen werd omdat ze er "de juiste stem" voor had. De opname moest een paar keer herbegonnen worden, want de regisseur was niet tevreden. Hij riep voortdurend: "meer gevoel, meer gevoel!". Dat was niet helemaal onterecht, want het is een droevig liedje, over de man die ze liefhad en die zopas vermoord was. Maar het was wel gemakkelijker gezegd dan gedaan, want de film speelde in de zomer maar werd hartje winter opgenomen. Het vroor de stenen uit de grond, en de nacht tevoren had het nog gesneeuwd. Het zangeresje zat dus voor dat open raam te rillen in haar zomerjurk, en bovendien begreep ze niet goed wat ze eigenlijk verkeerd deed, ze probeerde wel degelijk om het "van binnenuit" te zingen. Gelukkig hadden ze haar een brandende sigaret in de hand gedrukt - dat stond zo in het script - en omdat ze zelf niet rookte, raakten haar ogen geprikkeld door de rook en begonnen te tranen. Op dat moment schreeuwde de regisseur enthousiast: "Dat is het, dat is het helemaal, draaien jongens, draaien!". Zestig jaar later kent heel Griekenland die scène nog altijd, en ontelbare Grieken zullen ook de tekst van het liedje "Χάθηκε το φεγγάρι" (Chatike to fengari, De maan ging verloren) uit het hoofd kunnen meezingen. Dat komt dan niet door die sigaret, maar gewoon door de stem en de muziek - en natuurlijk ook door de vertolking, want die was wel degelijk heel gevoelig. Het toen 21-jarige "onbekende" zangeresje, Viky Moscholioú, werd hierdoor met één klap wereldberoemd in Griekenland. Enzovoorts, enzoverder. Katerina Tsiridou en haar team zijn in wezen een laïka ensemble, en daarom selecteerden ze uit dat enorme aanbod een aantal liedjes die je in dat genre kunt onderbrengen. Dat betekent dat de wereldberoemde filmmuziek van Eleni Karaïndrou in principe niet op het programma zal staan, en al evenmin die van Evanthia Reboutsika of van Nikos Kypourgos . We schrijven "in principe", want met iemand als Katerina Tsiridou weet je natuurlijk nooit, en ze belooft inderdaad "enkele verrassingen". Is het u trouwens ook opgevallen dat Dimos Vougioukas in het lijstje van de muzikanten niet alleen vermeld staat met "zijn" accordeon, maar dat hij ook piano zal gaan spelen? Anderzijds staat het toch wel vast dat de groep zich niet zal beperken tot Mikis Theodorakis en Manos Hadjidakis , maar dat er ook (film)muziek van - onder andere - Mimis Plessas , Yorgos Zambetas en Manolis Chiotis aan bod zal komen. Als u wil weten of Stavros Xarchakos en de "Verloren maan" van Viky Moscholioú er ook bij zullen zijn, dan zult u zelf moeten gaan luisteren. Naschrift: De muziek van Xarchakos bleek wel van de partij te zijn, de "Verloren maan" echter niet. Ook de piano (van Dimos) en de bindteksten (van Ismini) werden door een plaatselijke maansverduistering volkomen aan het zicht (en het gehoor) onttrokken ...
Op de site sinds: 25/03/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Festival "Nous sommes grecs"Schijnwerpers op Epirus De derde dag van het "Nous sommes grecs" festival staat volkomen in het teken van Epirus. In totaal zijn er niet minder dan vier activiteiten voorzien. Om 16u geeft Maria Dermitzaki een interactieve voorstelling voor kinderen , onder de titel "Et si le fil d'Ariane était phophorescent?" . Met die titel zal het niet verbazen dat zij, samen met de (Franstalige) kinderen, het fenomeen van het licht wil verkennen, op basis van allerlei Griekse verhaaltjes, onder andere uit de mythologie. Maria Dermitzaki (°1973) hééft iets met licht. Ze is namelijk fotografe en lichtontwerpster, maar bij het Nederlandstalige publiek zal ze toch meer bekend zijn van haar boek over de Grieken in Limburg. Hierover schreven we in mei 2008 , naar aanleiding van een tentoonstelling over dit onderwerp, waar ook haar onderzoeksproject op de rails gezet werd. In maart 2010 konden we dan de voorstelling aankondigen van haar boek, dat de weerslag vormde van dit onderzoek. Let op: tijdens de avond vóór deze "Epirotische dag" werd er om 16u een Karagiozis-voorstelling van en door Dimos Vougioukas aangekondigd, waarbij Katerina Tsiridou en haar muzikanten voor de live-muziek zouden zorgen. Die voorstelling zou om 16u beginnen, hetzelfde uur waarop de "fil d'Ariane" geprogrammeerd staat - of "stond", want over die laatste werd met geen woord meer gerept. Om 18u is er dan een lezing, eveneens in het Frans, onder de titel "L'Epire aux confins de la Terre et d'un autre monde". De spreker is Jean Papadopoulos, voorzitter van de Vereniging van Epiroten in België. Die zijn namelijk mede-organisator van deze dag. Het uitgangspunt van de lezing is de vaststelling dat Epirus niet zo heel bekend is bij de modale toerist, terwijl de streek toch heel veel te bieden heeft inzake natuurschoon, cultuur enzovoorts. Epirus lijkt wel aan het eind van de wereld ("aux confins de la Terre") te liggen. Het is dan merkwaardig dat dit geen nieuw verschijnsel is. Ook in de Oudheid al was Epirus een soort uiteinde van de bekende wereld, want daar ging immers de zon onder - gezien vanuit Athene, Sparta en de andere belangrijke steden van de Oude Grieken. Bovendien - of misschien juist daarom - stroomt er in Epirus ook de Acheron, en die rivier stond in de Oudheid bekend als de Styx. De overledenen moesten die over zien te steken om in de onderwereld te komen, en daarbij moesten ze dan de hulp inroepen van Charon, de veerman. Niet iedereen is het er tussen haakjes over eens dat de Styx en de Acheron inderdaad dezelfde rivier zijn, maar dat komt vooral omdat de oude literaire bronnen elkaar tegenspreken. Zo is er bijvoorbeeld ook het verhaal dat de wereld der levenden omringd was door niet minder dan vijf rivieren, die samen de grens met het dodenrijk vormden, en twee daarvan waren de Acheron en de Styx. Pausanias, die in de tweede eeuw na Christus doorheen heel Griekenland reisde, vernoemt wel de Styx in Arcadië (in het noorden van de Peloponnesos), maar hij brengt die zelf niet in verband met de onderwereld. Hij zegt enkel dat Homeros dat deed. De Acheron daarentegen vermeldt hij wel degelijk als toegangspoort tot het dodenrijk, en die situeert hij inderdaad in Epirus. Tijdens de lezing zou de spreker al die verschillende theorieën belichten, en daarbij aantonen dat de Acheron wel degelijk het begin was van "un autre monde". Het is trouwens interessant dat Pausanias - die toch (minstens) veertien jaar lang in Griekenland rondreisde om zijn reisgids te kunnen schrijven - zelf nooit in Epirus is geweest. Ook hij beschouwde het kennelijk als een oninteressante uithoek van de (toen) bekende wereld. Als u dus tijdens de lezing een oude man in een Romeinse toga tussen het publiek ziet zitten, dan zou dat er kunnen op wijzen dat hij bezig is aan een herwerkte uitgave. Uiteraard wordt in de lezing ook aandacht besteed aan de miroloïa , de eeuwenoude klaagzangen die in Epirus nog steeds springlevend zijn - al is de term "springlevend" in deze context misschien wel wat ongelukkig gekozen. De veerman uit de Oudheid liet zich betalen voor zijn diensten, maar deze lezing is vrij toegankelijk - net als de voorstelling voor kinderen trouwens. Om 20u begint het betalende gedeelte van deze "Epirotische dag". Dat is meteen ook het muzikale luik ervan, en daarom hebben we (in het kadertje hieronder en in onze Agenda ) ook 20u aangehouden als aanvangsuur. Dan is er namelijk een optreden van de traditionele klarinettist Dokimos Charalambous en zijn ensemble. Bij dergelijke optredens wordt er steevast gedanst, en daarvoor zorgt " Tradidanse ", de bekende dansgroep van Maria Douvalis . Die zullen deze keer uitsluitend Epirotische dansen presenteren. Om 22u, na de voorstelling, verhuist iedereen naar de kelderzaal, en daar wordt een heus Epirotisch dansfeest op poten gezet. Ook deze panigyri wordt verzorgd door Dokimos Charalambous en zijn muzikanten. Volgens onze informatie zouden die muzikanten de volgende zijn:
En inderdaad: de gelijkenissen in de familienamen zijn geen toeval. Eleftheria is de oudste dochter van Dokimos Charalambous , en Ioannis is een neef van hem. Het is niet uitgesloten dat ook zijn jongste dochter, Ioanna, mee naar Brussel komt. Die is amper twaalf jaar oud maar speelt toch al klarino als een grote. Over Dokimos Charalambous en zijn twee dochters leest u (bijna) alles in de biografie die we over hem schreven. Daar vertellen we u over zijn carrière en we proberen hem te situeren binnen de context van de traditie zoals die vandaag de dag nog bestaat in Epirus. We hebben voor u ook een discografie bij elkaar gesprokkeld, die vrij uitgebreid is maar desondanks toch nog onvolledig. Toch geeft ze een goed beeld - denken wij - van de verschillende samenwerkingen uit zijn carrière, een beter beeld dan gewoon maar een ellenlange lijst met bekende namen. Want hij heeft inderdaad samengewerkt met zowat iedereen die ook maar iets te betekenen heeft binnen de Epirotische traditionele muziek, en dat is natuurlijk niet zomaar. Hij heeft zich integendeel een stevige reputatie opgebouwd, en hij behoort tegenwoordig tot de beste klarinettisten van Griekenland, zeker op het vlak van de Epirotische traditie. Onze discografie kan ook van pas komen als u straks voor het standje met cd's staat. Dokimos zou inderdaad het een en ander meebrengen dat u als aandenken mee naar huis kan nemen. Volgens onze informatie zou daar onder meer het eerste eigen album van zijn oudste dochter Eleftheria moeten liggen, een kersverse dubbel-cd vol traditionele liedjes. En als alles volgens plan verloopt, dat zou er ook het meest recente album van Dokimos zelf moeten liggen. Dat zou amper enkele weken vóór het festival van de persen moeten rollen. Het moet een eerbetoon worden aan zijn medewerker en boezemvriend Christos Stavrou, die vorig jaar in nogal tragische omstandigheden plots overleed op 66-jarige leeftijd. Ook daarover vertellen we u uiteraard iets in onze biografie van Dokimos Charalambous .
Op de site sinds: 25/03/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Festival "Nous sommes grecs"Documentaires over de vluchtelingen in Griekenland Op zondagnamiddag stelt het "Nous sommes grecs" festival twee documentaires voor. Die gaan allebei over de vluchtelingenproblematiek in Griekenland. Hiervoor werkt het festival samen met de organisatie "Solidarité pour la Grèce qui résiste". Enkele sprekers zullen de documentaires toelichten en er zou ook een rechtstreekse video-conferentie op touw gezet worden met Griekenland. De opbrengst van dit onderdeel van het festivalprogramma gaat integraal naar organisaties die zich inzetten voor hulp aan de vluchtelingen in Griekenland. De achtergrondWij willen alvast de achtergronden even in herinnering brengen. Het zal bekend zijn dat er in het voorjaar van 2015, zomaar ineens, een enorme vluchtelingenstroom op gang kwam, allemaal mensen die in gammele bootjes hun heil zochten in Europa, en daarbij Griekenland als toegangspoort kozen. In juni waren het er al 124.000, een stijging van 750% ten opzichte van dezelfde periode in 2014. Op het einde van 2015 stond de teller op één miljoen. Het officiële "Europa" probeerde eerst het probleem af te schuiven op de nieuwe Griekse regering, die - toevallig of niet - nog maar pas enkele maanden tevoren (in januari 2015) verkozen was met een programma dat een grote schoonmaak beloofde in de corruptie aan de top van de Griekse samenleving, wat er op neerkwam dat ze de oorlog verklaard had aan de machtige elite die achter de schermen de lakens uitdeelt in Griekenland. Het was tegelijk ook een regering die beloofd had om een einde te maken aan de draconische besparingsmaatregelen die hen door "Europa" opgelegd werden, en waarvan iedere halfbakken economist weet dat ze gewoonweg niet kunnen werken - en dat doen ze dus ook niet. Na zeven jaar "hulp" is de Griekse economie totaal geruïneerd, en de werkloosheid is gestegen van pakweg 7 naar 27 %, en bij de jeugd zelfs tot 50%. Het was dan een meevaller voor de Griekse regering dat de vluchtelingen zo snel mogelijk verder wilden, naar West-Europa. Maar ondanks de stoere taal van Merkel ("Wir schaffen dass") kon de rest van "Europa" de toevloed al evenmin aan als het inmiddels straatarme Griekenland. Maar daar had "Europa" dan weer wél een oplossing voor. Eind februari 2016 gingen de binnengrenzen dicht, en de vluchtelingen zaten als ratten in de Griekse val. Tegelijk werden de Turken omgekocht om, in ruil voor vele miljarden euro's, nieuwe vluchtelingen te beletten om de oversteek nog te maken, en om de anderen terug te nemen en in Turkije op te slaan. De Europese leiders wisten perfect dat Turkije, op z'n zachtst gezegd, een kwalijke reputatie had op het gebied van mensenrechten, maar daarmee waren ze er toch maar mooi vanaf. Min of meer dan, want een jaar later (maart 2017) zijn er "al" 900 vluchtelingen vanuit Griekenland naar Turkije teruggestuurd. Aan dit tempo is alles binnen pakweg honderd jaar in kannen en kruiken. Er is wel een klein probleempje: Turkije dreigt zowat elke dag om het akkoord op te blazen, tenzij ... Ook deze chantage was zo voorspelbaar als wat. Desondanks zet "Europa" nog meer van dergelijke schaamtelijke deals op touw, deze keer met dictatoriale regimes in Noord-Afrika - die uiteraard het Turkse recept met veel enthousiasme zullen toepassen.. En dan heeft "Europa" recent (maart 2017) nog een ander konijn uit haar hoge hoed getoverd. Ze willen nu gewoon de vluchtelingen, die de sluiting van de grenzen te snel af waren en dus overal in Europa verspreid zitten, terug naar Griekenland sturen. De situatie is daar nu toch gestabiliseerd, zeggen ze, dus wat is het probleem? Laat ons gewoon wat solidair zijn ... Ondanks dat alles zijn er nog steeds vluchtelingen die radeloos genoeg zijn om de levensgevaarlijke oversteek toch maar te wagen, gemiddeld zo'n 60 per dag (maart 2017, en trend stijgend wegens het einde van het barre winterweer). Daar zijn proportioneel veel vrouwen en kinderen bij, die hopen om bij hun mannen en vaders te geraken die de oversteek al eerder maakten. De vrijwilligers, die proberen om hen van de verdrinkingsdood te redden, krijgen van de Belgische en Oostenrijkse autoriteiten het verwijt dat ze "mensensmokkelaars helpen". Maar tegelijk willen die zelfde autoriteiten toch ook weer niet gezegd hebben dat je, bij wijze van afschrikkingsmaatregel, die mensen beter gewoon laat verzuipen. Toch is dat precies wat drenkelingen plegen te doen als je ze niet uit het water haalt. De schrijnende toestanden en de schokkende beelden hebben veel vrijwilligers wakker geschud. Die deden en doen wat hun "leiders" niet kunnen of willen: zoveel mogelijk hulp bieden. Daar zijn heel wat buitenlanders bij, maar ook de Grieken zelf laten zich niet onbetuigd. Velen van hen zijn zelf nazaten van vluchtelingen, en dat maakt hen bijzonder gevoelig voor deze problemen. Anderen spinnen er garen bij, in de eerste plaats natuurlijk de mensensmokkelaars zelf (en hun eventuele opdrachtgevers), of de Turkse winkeliers die nep-reddingsvesten verkopen, of de Spaanse firma's die containers vol Chinees rubber importeren, rubber dat min of meer op een bootje lijkt, en die spullen dan doorsluizen naar de "juiste" personen. Maar ook in Griekenland wordt de situatie schaamteloos uitgebuit, onder meer door de neo-nazi's van "Gouden Dageraad". Die doen waar ze goed in zijn: haat en onverdraagzaamheid prediken, in de hoop om zo aan meer stemmen te komen bij de volgende verkiezingen. En ter voorbereiding brengen ze dat af en toe ook in de praktijk met een rondje "vluchtelingetje meppen". Het is dus over deze problematiek dat de twee documentaires gaan. Réfugié-e-s City PlazaDe eerste documentaire heet "Réfugié-e-s City Plaza". Die werd in juli 2016 gedraaid door Franse vrijwilligers, waaronder de cineasten Richard Hannard, Jacques Leleu en Jean-Marc Thérin. In 52 minuten vertelt deze film het verhaal van het "City Plaza" hotel in het hartje van Athene. Dat hotel werd - net als vele andere - grondig gerenoveerd en opgewaardeerd in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2004, met spotgoedkope leningen (of subsidies) van de toenmalige Griekse regering. Maar niet lang daarna raakte het driesterrenhotel in de problemen. Uiteraard, want alleen een gek had echt kunnen denken dat dergelijke projecten ook na de boom van de Spelen nog rendabel zouden kunnen blijven, en men kan zich bij dat alles dan ook de nodige vragen stellen. Maar goed, sinds enkele jaren staat het hotel leeg en verlaten, de eigenaar lijkt spoorloos, samen met de lonen van het personeel van de laatste maanden, en het gebouw was langzaam maar zeker aan het verkommeren. Maar in april 2016 kreeg het nieuwe bewoners. Enkele vrijwilligers kraakten het leegstaande pand en brachten er vluchtelingen in onder die, na de sluiting van de grenzen, vast zaten in Griekenland. Op die manier konden ze onderdak bieden aan ongeveer 400 mensen. Dat is een druppel op een hete plaat, want zelfs een jaar later (maart 2017) zitten er nog altijd ongeveer 60.000 vluchtelingen geblokkeerd. Eigenlijk zouden er dus een paar honderd van dergelijke hotels nodig geweest zijn, maar het was beter dan niets. Met de zomerse hitte in aantocht zou het in de tentenkampen aan de grens niet uit te houden zijn, dat begreep toen iedereen (allicht ook diegenen die het bevel gaven om de grenzen te sluiten...). De documentaire laat zien hoe zowel de vrijwilligers als de vluchtelingen zelf zich inzetten om het half vervallen hotel weer bewoonbaar te maken en hoe ze al het dagelijkse werk onder elkaar verdelen volgens een beurtrol. Dat gaat van het onderhoud van het zeven verdiepingen hoge gebouw, tot en met het klaarmaken van maaltijden voor vierhonderd man. De vrijwilligers helpen met het lesgeven aan de kinderen en met het vinden van werk voor de ouders. Het ziet er immers niet naar uit dat ze snel zullen kunnen verder reizen, dus probeert men ze zoveel mogelijk te integreren in de Griekse samenleving - of wat daar van overblijft. De hele organisatie draait zonder één cent overheidssteun, en moet het dus hebben van vrijwillige bijdragen. Niet onbelangrijk: de documentaire is natuurlijk bedoeld om het initiatief zo breed mogelijk bekend te maken, ook in het buitenland, maar toch is het niet alleen om meer bijdragen te doen. Ze hopen zich op die manier ook de neo-nazi's van het lijf te houden. Die opereren namelijk liever niet op plaatsen waar ze teveel in de kijker lopen... Die zichtbaarheid is misschien ook de reden waarom de politie niet ingrijpt. Recent, in mei 2017, dook er namelijk iemand op die beweert de eigenares van het voormalige hotel te zijn. Ze zegt dat niet zij de achterstallige lonen van het personeel verschuldigd is, maar wel degene die het gebouw van haar huurde en het hotel exploiteerde. Die man zou haar trouwens ook de laatste maanden huur niet betaald hebben. Maar ze kreeg onlangs wel de rekening voor het waterverbruik, en die zou zomaar eventjes 81.500 euro bedragen. De pers vergat haar te vragen of dat verbruik allemaal wel door de vluchtelingen veroorzaakt werd. Toch zou dat een pertinente vraag geweest zijn, want het is weinig waarschijnlijk dat haar huurder minder "vergeetachtig" was met de rekeningen van water en elektriciteit dan met het betalen van de lonen en de huur. Het is ook niet bekend of de eigenares aan de vrijwilligers heeft gevraagd om hun verbruik zelf ten laste te nemen. Ze wil nu, zwaaiend met die inderdaad indrukwekkende rekening, dat de politie het gebouw ontruimt, maar die heeft daarvoor blijkbaar een bevel van de burgemeester van Athene nodig. En die wil de vluchtelingen niet op straat zetten als ze niet elders onderdak kunnen vinden. Maar er zijn geen alternatieven, dus blijft de situatie zoals ze is. De burgemeester lijkt overigens niet uit humanitaire overwegingen te handelen. Bronnen bij de politie zeggen dat hij niet ingrijpt omdat dat "politiek te gevoelig ligt". Het City Plaza hotel is intussen ook niet meer het enige kraakpand in Athene. Her en der zouden er in totaal een 2.500 à 3.000 vluchtelingen op deze manier opgevangen worden. Volgens kranten, die de oppositie steunen, zouden de omwonenden problemen beginnen maken "omdat ze niet weten wie er zoal komt en gaat". Alsof ze dat met een "gewoon" hotel wél weten... Een ander argument van de tegenstanders is dat "de autoriteiten op deze manier geen zicht hebben op de levensomstandigheden in de kraakpanden". Juist, ja. Als je die mensen op straat zet, dan is dat probleem alvast opgelost, want dan heeft iedereen zicht op hun levensomstandigheden - ook de toeristen en de buitenlandse pers. Wordt ongetwijfeld vervolgd, maar in afwachting kan het geen kwaad dat zoveel mogelijk mensen die documentaire te zien krijgen. "4.1 Miles"De tweede documentaire, "4.1 Miles" , draait rond het zelfde thema: de vluchtelingenproblematiek. De titel is meteen ook de afstand die het Griekse eiland Lesbos scheidt van het Turkse vasteland, een kleine 8 kilometer, maar dan gemeten met de eenheden van de Griekse cineaste Daphne Matziaraki. Die studeerde namelijk in Californië aan de prestigieuze "Graduate School of Journalism", een afdeling van de al even befaamde Universiteit van Berkeley. Ze hoorde de verhalen over de vluchtelingen, maar het leek allemaal zo abstract en zo ver weg. Dat vond ze bevreemdend, want het was duidelijk dat er daar wel degelijk iets gaande was. Hoe kan het dan dat mensen enerzijds zeggen "wat erg" en er dan anderzijds toch zo onverschillig tegenover staan? Ze besloot dus om zelf ter plaatse te gaan kijken en die contradictie proberen vast te leggen met haar camera. Het zou tegelijk haar afstudeerwerk moeten worden. In het najaar van 2015 ging ze dus naar Lesbos. Ondanks al haar voorbereidingen was ze toch nog totaal onvoorbereid op de chaotische toestanden die ze daar aantrof. Er kwamen in die periode gemiddeld 5.000 vluchtelingen per dag aangespoeld, en het anders zo rustige eiland was daar totaal niet op voorzien. De Griekse kustwacht was er amper 40 man sterk, en hun taak had tot dan toe vooral bestaan uit routinematige patrouilles. Ze waren dan ook helemaal niet uitgerust voor reddingsoperaties. Matziaraki volgde gedurende drie weken een kapitein van die kustwacht, die met zijn kleine ploeg nu ineens vele honderden drenkelingen uit het water moest halen, elke dag opnieuw. Ze hadden natuurlijk ook gewoon de ogen kunnen sluiten, maar als je er met je neus bovenop zit, dan is dat natuurlijk wel iets moeilijker dan in een ivoren (of marmeren) toren in Brussel of Berlijn. Vóór haar vertrek had ze zich ook afgevraagd hoe ze daar zelf moest mee omgaan. Kan je gewoon onverschillig staan filmen terwijl er mensen voor je ogen verdrinken? En wat als het moeders met kinderen zijn? Het is de vraag die elke journalist zich stelt - of zou moeten stellen, want sensatie verkoopt nu eenmaal goed. Aan de andere kant is het natuurlijk wel de opdracht van een journalist om verslag uit te brengen, en op die manier kan hij óók helpen om bepaalde toestanden onder de aandacht te brengen. Maar waar ligt de grens tussen journalisme en voyeurisme? Ook aan die ethische vraag wilde ze dus aandacht besteden. Ter plaatse bleek het antwoord heel eenvoudig, voor haar dan toch. Als ze mee op zee was, probeerde ze zich zo zo lang mogelijk zo discreet mogelijk op te stellen, om de mensen van de kustwacht op hun kleine boot niet voor de voeten te lopen. Maar als het er op aan kwam, dan aarzelde ze geen seconde en hielp waar ze kon. Het is niet toevallig dat de documentaire opent met een scène waar de kapitein haar toeroept: "Leg die camera neer en pak deze baby aan!". Wat de cineaste nog het meeste trof, dat was de vanzelfsprekendheid waarmee deze mensen hun eigen leven op het spel zetten om dat van volslagen onbekenden te redden, en dat in wezen volkomen onbaatzuchtig. Ze stelden zich daar eigenlijk gewoon geen vragen bij, ze deden wat ze vonden dat moest gedaan worden, een andere optie was er gewoon niet. Politieke, nationale of religieuze kwesties waren totaal niet aan de orde, er waren mensen in nood en al de rest deed er dan niet toe. Dat verantwoordelijkheidsgevoel vond ze enorm belangrijk. Sommige mensen hebben dat, en bij anderen lijkt dat totaal te ontbreken, zegt ze. Met haar documentaire wil ze dan ook de mensen doen nadenken over hoe ze zelf zouden reageren in dergelijke situaties: wegkijken, of helpen? In een wereld die steeds gewelddadiger lijkt te worden is dat geen onbelangrijke vraag, vindt ze. Dat verantwoordelijkheidsgevoel belet natuurlijk niet de de bewoners van Lesbos zich de vraag stellen waarom hun eiland, met een bevolking van nog geen 90.000 zielen, opgezadeld wordt met een gigantisch probleem dat in wezen een Europees probleem is. Ze voelen zich in de steek gelaten, en men kan moeilijk zeggen dat dit onterecht is. Desondanks lijken de bureacraten in hun marmeren paleizen niet te kunnen bevatten waarom er steeds meer mensen hun geloof in "Europa" verliezen. Alle drenkelingen in de documentaire van Maziaraki werden op één enkele dag uit het water gehaald, en dat was dan nog op 28 oktober, een nationale feestdag in Griekenland. Later die dag waren er dan nog eens twee reddingsoperaties, maar die heeft ze niet (meer) gefilmd. Toch is ze er in geslaagd om in de amper 24 minuten durende documentaire een indringend beeld te schetsen. Zodanig zelfs dat haar werk in 2016 bekroond werd tijdens de "Student Academy Award" (als beste documentaire), en dat het zelfs genomineerd werd voor de oscar voor de beste korte documentaire van 2017. De oscar zelf won ze niet, maar dat belet niet dat haar werk het bekijken waard is. Het helpt natuurlijk dat dit haar afstudeerwerk was, waardoor ze kon rekenen op de deskundigheid van de docenten van de prestigieuze instelling om haar met raad en daad bij te staan.
Op de site sinds: 25/03/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Festival "Nous sommes grecs"Met optreden van "Kompania", gevolgd door een dansfeest De slotavond van het derde "Nous sommes grecs" festival wordt verzorgd door "Kompania" uit Athene. Na afloop van hun optreden volgt dan nogmaals een dansfeest, oftewel een panigyri . Daar wordt de muziek verzorgd door de "Liviakis Brothers" , die niet alleen Kretenzische muziek zullen spelen, maar ook traditionele dansmuziek van de andere eilanden en nog veel meer. De groep "Kompania" uit Athene is een oude bekende in de Lage Landen. De naam van de groep is gewoon het Griekse woord voor "groep". Zij tourden al sinds mei 2012 met de regelmaat van een klok doorheen Nederland en België, in het begin nog als " Katerina Tsiridou & Kompania". Het meest opvallende aan hun optredens was de uitzonderlijke manier waarmee de leden van de groep op elkaar ingespeeld waren, letterlijk en figuurlijk. Om dat te benadrukken werd de naam later ingekort tot "Kompania", maar toen nog wel met Katerina Tsiridou erbij. Nog later ging Katerina haar eigen weg, en "Kompania" deed hetzelfde, maar dan met een andere zangeres. Het ligt dan voor de hand om allerlei tumultueuze ontwikkelingen achter de scènes te vermoeden, maar dat zit in dit geval wel grondig fout. Dat blijkt minstens uit het feit dat de gitarist Nikos Protopapas deel uitmaakt van beide ensembles, en hij is (niet) toevallig ook de echtgenoot van Katerina . Bovendien treedt Katerina Tsiridou zelf óók op tijdens het "Nous sommes grecs" festival, maar dan wel twee dagen eerder dan "Kompania". Het is dus niet dat ze elkaars nabijheid niet kunnen luchten ... De huidige bezetting van "Kompania" ziet er dan als volgt uit:
Hun repertoire bestaat uit de goede oude rembetika en smyrneïka , maar tijdens dit optreden zal uiteraard veel aandacht gaan naar hun jongste album, dat "Κρίση / Crisis" heet en dat in ... Zweden werd opgenomen en uitgebracht, rond het eind van vorig jaar (2016). Ze waren daar uitgenodigd voor een optreden, hun eerste in dat land, en dat viel zodanig mee dat de organisator - die al dan niet toevallig ook over een opnamestudio kon beschikken - er maar meteen een aantal opnames tegenaan gooide en die in een keurig doosje verpakte. Het nieuwe album - hun derde al - ontleent zijn naam aan het liedje "Η κρίσις" (De crisis) dat Kostas Roúkounas (1903-1984) schreef in ... 1933. De tekst gaat als volgt: Οι φόροι και τα κόμματα
Κι όλο τη φτώχεια πολεμά
Vrij vertaald: De belastingen en de (politieke) partijen / veroorzaakten deze crisis / die maakt dat een mens / niet meer kan leven.
Het zal duidelijk zijn dat dit liedje gaat over de grote depressie van de jaren '30 maar dat het vandaag opnieuw brandend actueel is. De geschiedenis herhaalt zich, zegt men. Roúkounas schreef wel vaker over actuele situaties en gebeurtenissen. Eén van zijn andere liedjes heet bijvoorbeeld "Η μπόμπα" (De bom) en dat gaat over de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, die een einde maakten aan de Tweede Wereldoorlog die op de (vorige) depressie gevolgd was. De geschiedenis ... hmmm. "De bom" staat in elk geval nog niet op het nieuwe album, maar van "Crisis" daarentegen zijn er niet minder dan twee versies. De eerste is een bewerking van "Kompania" zelf, maar de tweede versie is een bewerking die ze samen maakten met de Zweedse band "Faela!". Die werd, met uitroepteken en al, opgericht in Malmö in 2007 en tourde sindsdien door heel Europa. Ze omschrijven zichzelf als "Latin-Balkan animals". De overblijvende ruimte op "Crisis" wordt ingenomen door rembetika -nummers, allemaal geschreven tussen 1929 en 1958. Zoals gebruikelijk bij "Kompania" (en andere groepen die met een soort revival van deze muziek bezig zijn) staan er liedjes op van bekende en minder bekende auteurs. In de eerste categorie vinden we de obligate grote namen uit die periode, zoals Vasilis Tsitsanis (met drie nummers), Yannis Papaïoannou en Panayotis Toundas . Maar er staat bijvoorbeeld ook een relatief onbekend nummer op van Minos Matsas (1903-1970). Die heeft weliswaar nog een paar andere liedjes geschreven, waarvan enkele met succes, maar hij is toch meer bekend als de directeur van de platenmaatschappij "Odeon", en later van zijn eigen maatschappij "Minos Matsas en zoon". In die hoedanigheid heeft hij een heleboel jong talent ontdekt en gesteund. Hij duwde hen daarbij niet in de richting die commercieel het meest interessant was, maar hij zorgde er integendeel voor dat zijn "pupillen" een carrière konden uitbouwen die hen lag. De selectie van de liedjes is, zoals gewoonlijk, het deskundige werk van Nikos Protópapas . Die heeft het zich alweer niet gemakkelijk gemaakt, want over de crisis zijn er ontelbare liedjes geschreven tijdens de bloeiperiode van de rembetika . Het zou dus een koud kunstje geweest zijn om daar het nieuwe album mee te vullen, maar die liedjes worden tegenwoordig opnieuw door (bijna) iedereen gezongen en zijn dus veel te bekend om voor "Kompania" in aanmerking te komen.. Het ontwerp van de hoes en het bijbehorende boekje is van de hand van Sotiris Papatragiannis . Zoals bekend is die eigenlijk tekenaar van opleiding is en in het verlengde daarvan heeft hij in een vorig leven nog als cartoonist gewerkt. In januari 2016 opende hij trouwens een tentoonstelling in de Brusselse Art Base met Karagiozis -figuren van zijn hand (en van die van Dimos Vougioukas, overigens). Verder zou ook Manos Achalinotopoulos (klarinet) aan dit album meegewerkt hebben, maar die gaat in elk geval nu niet mee op reis. Op 9 juni is er ook een optreden van "Kompania" in Amsterdam, meer informatie vindt u verder naar onderen op deze pagina. Tussen Brussel en Amsterdam in maken ze dan nog even een ommetje langs Parijs, waar ze op 10 juni optreden.
Op de site sinds: 25/03/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Kaiti Koulliá met "Blue Horizon"Muziek van de Griekse eilanden De Griekse zangeres Kaiti Koulliá ( Καίτη Κουλλιά , en daarom ook wel "Keti Koullia" geschreven) komt naar België met een programma dat vooral bestaat uit eilandmuziek. Zij zal begeleid worden door Kyriakos Gouventas (viool) en Vasilis Smánis ( laouto en zang), en dat zijn, zoals bekend, twee virtuoze muzikanten. Voor zover nodig kunt u er onze biografie van Kyriakos Gouventas op nalezen. De rest van dit stukje gaat over Kaiti Koulliá en het programma van haar concerten. Het programma heet "Blue Horizon" en het is gebaseerd op de voorlaatste cd van Kaiti Koulliá . Die cd verscheen in 2011 onder de titel "Γαλάζιο Στον Ορίζοντα" (Galazio ston orízonda, Blauw aan de einder). De meeste liedjes op de plaat zijn traditionele liedjes van de Dodekanesos, de eilandengroep in het zuid-oosten van de Middellandse Zee. De naam betekent eigenlijk "twaalf eilanden", maar in werkelijkheid zijn het er meer dan honderd. Vijftien daarvan zijn relatief groot, en dan zijn er nog 93 die klein tot heel klein zijn. Op de plaat zijn ze niet allemaal vertegenwoordigd, enkel Leros, Kálymnos, Nisyros, Symi en Rodos zijn present. Bijna de helft van de liedjes op de plaat (7 van de 13) zijn afkomstig van Kalymnos. Dat is geen toeval, want het is daar dat Kaiti Koulliá (°1971) geboren en getogen is. Maar op de plaat - en dus zeker tijdens het concert - kijkt ze verder dan haar eigen (blauwe) horizon. Er staat bijvoorbeeld een liedje uit Klein-Azië op, dat voor haar "aan de overkant van het water" ligt, maar ze richt de steven ook verder noordwaarts, naar Chios, en dan gaat ze helemaal tot op Skyros. Bovendien heeft ze met dit zelfde programma al proefgedraaid, niet alleen in 2011, toen het album pas in de handel was, maar ook nog in het begin van dit jaar (2017), in Athene en elders. Die laatste optredens speelde ze bovendien met dezelfde bezetting als nu, dus met Kyriakos Gouventas en Vasilis Smánis , en Gouventas speelde dan ook nog mee tijdens de opnames voor de plaat zelf. Het is dan niet overdreven om te zeggen dat deze ploeg "goed ingereden" is. Kaiti Koulliá heeft in Griekenland (en ver daarbuiten) een trouw en enthousiast publiek. Toch is ze eigenlijk ... kleuterleidster van opvoeding. Ze is pas zangles gaan volgen toen ze al heel bekend was. Ze doet trouwens niet alleen "gewone" optredens. Ze werkt ook mee aan allerlei theatervoorstellingen. Meestal is dat dan muziektheater, uiteraard, en veel van die voorstellingen zijn ook voor en/of door kinderen. Dus toch een (zingende) kleuterleidster? Grote en kleine kleuters kunnen kiezen tussen Brussel en Charleroi. In Charleroi wordt het een voorstelling annex dansfeest, terwijl de twee optredens in Brussel in principe als concert bedoeld zijn. Dat neemt niet weg dat er ook daar de stoelen meestal aan de kant geschoven worden. Bij dergelijke muziek kan je nu eenmaal moeilijk stil blijven zitten... Naschrift: het grootste deel van de oorspronkelijke tekst van dit artikel hebben we ondergebracht in een biografie Kaiti Koulliá .
Op de site sinds: 27/04/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Eleni Chronopoulou en Vassiliki WiedenmayerChansons & mélodies grecques, espagnoles, séfarades Eleni Chronopoulou (zang) en Vassiliki Wiedenmayer (piano) brengen een programma waarvan we de titel maar onvertaald hebben gelaten: "Chansons et mélodies grecques, espagnoles, séfarades". De "chansons" kan je immers niet domweg vertalen door "liedjes", want ze verwijzen naar een welbepaald onderdeel van het programma, namelijk de "Siete Canciones Populares Españolas" van Manuel de Falla et de "Canciones Españolas Antiguas" van Federico Garcia Lorca. Die zijn te situeren in een stroming aan het begin van de vorige eeuw, waarbij klassiek geschoolde componisten belangstelling kregen voor traditionele muziek. Die stroming liet zich niet alleen in Spanje voelen, maar ook in Griekenland kende ze navolging. Het meest bekende voorbeeld daarvan is misschien wel Manolis Kalomiris en zijn "Ethniki Scholi" ("Nationale School"). Die staat echter niet op het programma, maar er is wel Yannis Konstantinidis , de Griekse componist die onder het pseudoniem Kostas Yannidis ook lichtere muziek schreef. Hij maakte onder (veel) meer ook een aantal arrangementen van traditionele liedjes voor piano, en het zijn deze die tijdens dit concert te horen zullen zijn. De Spaanse "canciones" sluiten daar mooi bij aan. Er zullen die avond nog meer "mélodies grecques" te horen zijn, en bovendien hebben we de "séfarades" uit de titel nog niet gehad. Beide onderdelen worden ingevuld met zuiver traditionele liedjes uit Smyrna en Thessaloniki, zowel uit de Griekse als de Sefardische tradities. Die populaire liedjes werden indertijd ook in de betere huiskringen gezongen, en dat was dan onder begeleiding van een piano, precies zoals op dit concert ook het geval zal zijn. Op die manier zouden deze liedjes een mooi geheel moeten vormen met de andere "chansons et mélodies". Voor meer informatie over de manier waarop Griekse componisten aan het begin van de vorige eeuw de interactie tussen westers klassiek en Grieks traditioneel benaderden kan u terecht op onze maart 2007 maandpagina .
Op de site sinds: 27/04/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Kompania QuartetZoals verwacht breidt het Griekse ensemble "Kompania" zijn tournee ook uit naar Nederland. Daar zijn ze te gast bij de Griekse Gemeenschap van Amsterdam. Ook daar zullen ze allicht hun nieuwste album voorstellen, dat "Krisis" heet. Een bespreking daarvan vindt u hoger op deze pagina , naar aanleiding van hun optreden op de slotavond van het "Nous sommes grecs" festival in Brussel. Normaal bestaat "Kompania" uit vijf leden, maar in Amsterdam spelen ze als kwartet. De gitarist, Nikos Protópapas , kan er immers niet bij zijn. Hij speelt die zelfde avond namelijk in Brussel, als lid van een ander ensemble, dat van zijn echtgenote, de alom bekende Katerina Tsiridou . Ook zij is te gast op het "Nous sommes grecs" festival, met een ander programma dat vooral uit filmmuziek bestaat. En Nikos is dan wel erg veelzijdig, maar daarom nog niet alomtegenwoordig. Dat mag geen probleem zijn voor "Kompania", die ook zonder hem best in staat zijn om een indrukwekkend concert te spelen. Ook Ioulia Karapataki, de nieuwe zangeres van "Kompania", die een aantal jaren geleden in de plaats kwam van Katerina Tsiridou , heeft bewezen dat zij een waardige opvolgster is.
Op de site sinds: 15/05/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Stage Cypriotische dansenVan Tradidanse Het "Centre Hellénique d'Etudes du Folklore - TRADIDANSE asbl" organiseert deze keer een dansstage waar de dansen van Cyprus centraal staan. Deze dansen verschillen vrij grondig van die in Griekenland, en ze zijn zeer boeiend en fascinerend. Toch zijn ze minder bekend, en daar wil deze stage wat aan doen. De meeste toeristen zullen allicht wel een opvoering hebben gezien van de "Arabische dans", waarbij de danser een (grote) stapel glazen op zijn hoofd balanceert. Het is (ons) niet bekend of deze ook op het programma van deze stage zal staan, maar voor de kenners zijn er andere dansen die hoe dan ook interessanter zijn, gewoon omdat ze anders zijn dan anders. Zo is de tsifteleti (de "buikdans") op Cyprus in principe een mannendans, en de zeïbekiko wordt niet door één man gedanst, zoals elders, maar door twee mannen samen. Het kunnen ook twee vrouwen zijn, maar het ritme en de passen zijn in elk geval heel anders dan in Griekenland. Reidansen zijn er ook, maar op Cyprus zijn die eerder de uitzondering dan de regel. En een andere regel is dat de passen van de vrouw meestal grondig verschillen van die van de man. Kortom: er valt een hele nieuwe wereld te ontdekken. Tradidanse laat hiervoor twee specialisten overkomen uit Limassol: het echtpaar Michalis en Elena Lanitis . Ze zijn niet toevallig met z'n tweeën: Elena zal de passen van de dames aanleren, en Michalis die van de heren. Net als (vele?) Belgische politici zetelt Michalis Lanitis in het bestuur van een indrukwekkend aantal organisaties, maar bij hem zijn die mandaten allerminst geheim. Ze krijgen integendeel een prominente plaats in zijn cv, en terecht ook. Daar staat namelijk het volgende te lezen: President of the Cyprus Committee of the International Council of Folklore Groups (IGF), Vice President of the Cyprus Committee of the International Organization of Folk Art (IOV), Vice President of ‘DIONYSOS’ Cultural Dancing Association, Vice President of the International Committee of Folklore Groups (IGF), Member of the Europeade international Committee (IEC), Member of the Greek Dances Archive (Company dedicated to Research, Study and Promote Greek Folk Dances), Partner of the International Organization of Folk Art-Greece (D.O.L.T), Cyprus Representative of the European Folk Art Organization (EFCO). Het is inderdaad terecht dat Michalis Lanitis daar fier op is, want hij beschikt - al dan niet in tegenstelling tot (vele?) politieke mandatarissen - wel degelijk over de kennis van zaken om in deze gerenommeerde organisaties een rol van betekenis te spelen. Die diepgaande kennis is het resultaat van vele decennia ervaring met - en een passie voor - de Cypriotische traditionele dansen. Die passie begon al kort nadat hij in 1967 in Limassol geboren werd. Voor zijn universitaire studies ging hij naar Athene, en ook daar ging hij in dezelfde richting door met een diploma volksdansen (dat in Griekenland onderdeel is van de sport-opleiding). Dat vulde hij aan met een diploma fysiotherapie - en op allebei staat de vermelding "met onderscheiding". Terug op Cyprus ging hij al meteen dansles geven bij de dansgroep "Dionysos", waar hij inmiddels ondervoorzitter is geworden. Tussen toen en nu zit een lange reeks danslessen, stages, seminaries, lezingen en congressen. Hij benadrukt graag dat hij niet alleen een actieve rol in speelde (bijvoorbeeld door zelf lezingen te geven), maar dat hij bij al die activiteiten ook gewoon als deelnemer betrokken was. "Want", zeg hij zelf, "ik leer nog elke dag bij". Dat neemt niet weg dat hij momenteel zijn kennis toch al overdraagt met danslessen op regelmatige basis aan de leden van verschillende groepen op Cyprus. In totaal heeft hij zomaar eventjes 200 kinderen en 80 volwassenen onder zijn hoede. Daar komen dan nog de internationale stages bij, zoals deze keer de stage van Tradidanse.
Op de site sinds: 17/06/2017 Terug naar het begin van deze pagina. Ensemble "BelGriego"Met hun "Mare Nostrum" concert Nog maar goed een maand nadat het ensemble "BelGriego" zijn debuutconcert "Mare Nostrum" presenteerde, komen ze al met een herhaling. Niet onlogisch, want ze hebben een uitstekend en interessant concept, plus de deskundigheid om het aan de man (m/v) te brengen. Over dat concept en het ensemble zelf kunt u het artikeltje lezen dat we in mei 2017 schreven om hun debuut aan te kondigen. We hebben dat achteraf aangevuld met wat bijkomende informatie, die staan onderaan dat artikel. Vervolgens komt u opnieuw naar deze pagina om te weten waar u voor de tweede editie naartoe moet. De locatie is deze keer de "Zomerfabriek", en daar produceren ze ... de zomer, en vermits die fabriek in Antwerpen ligt, is het "De Zomer van Antwerpen" die daar gemaakt wordt. Dat zouden we kunnen omschrijven als een soort jaarlijks stadsfestival, maar dan wel met een heel uitgebreide programmatie. De editie 2017 loopt van 16 juni tot 26 augustus, en er is bijna elke dag heel wat te beleven.
Op de site sinds: 19/06/2017 Terug naar het begin van deze pagina. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|