|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Overzicht Griekse Muziek in Juni 2018
CabaretikoRembetika-concert Het rembetika -groepje Cabaretiko is een gevestigde waarde binnen het Griekse muzieklandschap in Brussel en omstreken. Recent werd hun bouzouki-speler vervangen door een gitaar, en de groep bestaat nu uit de volgende drie muzikanten:
Het repertoire van Cabaretiko is helemaal op maat gemaakt van de drie groepsleden. Elk van hen krijgt de ruimte om te doen waar hij of zij zich goed bij voelt, maar dan wel met de deskundige steun van de twee anderen. Dat is het geknipte recept om tot een geheel te komen dat meer is dan de samenstellende delen. Zij zijn trouwens regelmatig te gast in de Art Base, wat bewijst dat hun optredens op prijs gesteld worden door het vaste - en toch wel verwende - publiek daar. In plaats van te herhalen wat we eerder al over "Cabaretiko" schreven, verwijzen we u naar ons eerdere stukje over de groep in hun nieuwe samenstelling. Dat staat nog altijd op onze maart 2018 maandpagina . Naschrift: Totaal onaangekondigd bleken er tijdens het concert nog twee gastmuzikanten aanwezig te zijn. Zij speelden het laatste deel van de tweede helft mee, en zorgden op die manier voor een heel verrassend klankbeeld. Het waren:
Areti Prosilia heeft zich al (veel) vaker laten opmerken als getalenteerde pianiste, en dat in zeer verschillende projecten. Ze speelt (uiteraard) klassiek, maar met evenveel gemak begeleidt zij lichte Griekse muziek - en nu dus ook de rembetika. Zij woont al enkele jaren in Brussel, waar zij piano studeert aan het conservatorium en waar ze zelf ook pianoles geeft. Ook Ilias Papadopoulos was eerder al te gast in de Art Base, als lid van een ensemble dat een hommage bracht aan de Franse klassieke componist Camille Saint-Saens. Ook Papadopoulos studeert aan het Conservatorium van Brussel, net als de andere muzikanten die aan deze hommage meewerkten. De arrangementen voor dat concert (dat ook in het Franse Instituut op Cyprus uitgevoerd werd) waren toen gemaakt door Areti Prosilia zelf. Deze keer was het haar broer Nikos Prosilias die de arrangementen gemaakt had voor dit rembetika-concert van Cabaretiko. Daarbij was hij er in geslaagd om zowel de klarinet als de piano naadloos te laten aansluiten bij de andere, voor dit genre meer gebruikelijke, instrumenten. Met andere woorden: dit gastoptreden was dan wel onverwacht (voor het publiek) maar beslist niet onvoorbereid, wel integendeel. In de arrangementen was heel wat werk gaan zitten, zoveel was duidelijk. In de marge van het concert vernamen we trouwens dat Nikos Prosilias ook zijn gitaar zelf gebouwd had. Hij had er drie maanden over gedaan, zonder de voorbereiding mee te tellen. Om te weten hoe een gitaar in de vroege rembetika gebruikt werd, was hij immers gaan praten met oude muzikanten. Die hadden hem verteld wat er belangrijk was, en vervolgens was hij te rade gegaan bij oude instrumentenbouwers in Griekenland. Gewapend met al die tips ging hij dan zelf aan de slag. Het resultaat van dit alles was niet zomaar een rembetika-concert met twee gitaren, maar een concert waarbij je je afvroeg waarom er eigenlijk ooit iemand op het idee was gekomen om hiervoor een bouzouki te gaan gebruiken ...
Op de site sinds: 05/04/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Trio Lopez Petrakis ChemiraniMuziek van de Middellandse Zee Nieuwe wijn in oude zakken? Nee, niet meteen, ook al zijn de leden van het trio toch wel oude bekenden. De samenstelling van het ensemble wordt door hun management als volgt aangekondigd:
Dat zijn natuurlijk dezelfde muzikanten die eerder al optraden als het "Trio Stelios Petrakis ", of ook als "Trio Stelios Petrakis , Efren Lopez, Bijan Chemirani ". Dit zijn dus allerminst "oude zakken", het zijn integendeel jonge muzikanten die al jarenlang intensief samenwerken. Zoals bekend komen ze uit verschillende hoeken van het muzikale spectrum, maar dan wel met focus op de traditionele muziek van het Middellandse-Zeegebied en de oostelijke uitlopers daarvan. Op die uiteenlopende tradities bouwen ze voort, zoekend naar de verschillen en de raakvlakken. Ze gaan met elkaar in dialoog, en op die manier borrelen er tussen hen steeds maar nieuwe composities op. De ene keer dragen die duidelijk het stempel van één van hen, de andere keer is het gewoon groepswerk. Het valt overigens op dat ze in veel gevallen schrijven voor instrumenten die door één van hun andere kompanen bespeeld worden. Ook dat is onderdeel van hun muzikale zoektocht. Hun meest recente album "Mavra Froudia", is inmiddels al héél oud, het verscheen immers al in 2011. In al die tijd hebben ze natuurlijk niet stilgezeten, en blijkbaar hebben ze voldoende nieuw materiaal voor te stellen om ook het trio een nieuwe naam te geven. Het lijkt wel of ze duidelijk willen maken dat je niet naar de verpakking moet kijken, maar wel naar de inhoud. In die inhoud, dat zijn drie jonge, gedreven, getalenteerde en deskundige muzikanten. Meer moet dat niet zijn...
Op de site sinds: 07/04/2018 Terug naar het begin van deze pagina. VinylioRembetika Het is alweer van oktober 2017 geleden dat het Brusselse rembetika-groepje "Vinylio" nog eens in de Art Base te horen was. Hoog tijd dus om daar wat aan te doen, vonden ze. Bij deze dus. Hun bezetting is al een paar keer gewijzigd, maar de vaste waarde is toch wel Giannis Sarris. Hij is niet alleen de bezieler van Vinylio maar ook een gewaardeerd bouzouki -speler. De huidige bezetting is al geruime tijd als volgt: Deze drie muzikanten zijn inmiddels zo bekend (of vermaard) dat ze allicht geen introductie meer behoeven. Dat geldt ook voor het programma van het concert, dat ook deze keer weer kortweg als rembetiko wordt aangekondigd. Bij vorige optredens was dat al eens "Griekse rebetiko blues", maar de muziek is uiteraard hetzelfde. De speellijst misschien niet, want deze bron is onuitputtelijk. De liederen blijven ook voor inspiratie zorgen, zowel bij Grieken als bij niet-Grieken, of ze fungeren als troost of als uiting van protest. Zelfs wanneer de woorden niet altijd tot iedereen doordringen, de enorme kracht die deze muziek uitstraalt laat niemand onberoerd.
Op de site sinds: 03/05/2018 Terug naar het begin van deze pagina. KosmokratorsRembetika NL-F-E-EL met special guest Maria Spyroglou Over de "Kosmokrators" is (bijna) alles al gezegd en geschreven, onder meer door ons op onze maart 2017 maandpagina . Daar leest u onder meer dat ze in de zomer van 2016 enige deining veroorzaakten in Griekenland, waar ze hun eerste cd "Frenetika" mochten gaan voorstellen. Die kreeg toen heel wat aandacht, en dat was niet in de laatste plaats te danken aan hun repertoire. Dat bestaat uit bekende liedjes uit de rembetika , waarop ze dan zelfgeschreven teksten hebben gemonteerd in het Nederlands, Frans of Engels. Die Griekse optredens werden gevolgd door een hele reeks in België en omgeving. Het spreekt dan haast vanzelf dat ze in hun agenda ook een paar concerten in de Brusselse Art Base hebben staan, want dat is min of meer hun thuisbasis. Het bijzondere aan dit concert is dat ze, net als in november 2017 en februari 2018 , versterking krijgen van "special guest" Maria Spyroglou . Die is bekend als de zangeres van het "Cabaretiko" ensemble, dat eveneens vanuit Brussel opereert. Maria Spyroglou zingt meestal in het Grieks (en af en toe ook in het Spaans), maar speciaal voor dit gastoptreden zou ze een aantal nummers van de Kosmokrators in het ... Frans gaan zingen. Zoals bekend wil de bezetting van de Kosmokrators nogal eens wijzigen. Zoals elke goede kok richten ook zij zich naar het aanbod van het moment. De harde kern blijft steeds dezelfde, en die wordt aangevuld met andere goede muzikanten, in functie van hun beschikbaarheid. Galant als we zijn zetten we de dame bovenaan, en dan ziet de bezetting van dit concert er als volgt uit:
Op de site sinds: 03/05/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Dansfeest van TradidanseDansen van Kreta en elders Naar goede gewoonte organiseert het " Centre Hellénique d'Etudes du Folklore - Tradidanse " ook op het einde van dit werkingsjaar 2017-2018 een dansfeest waar de leden van de vereniging zullen laten zien waar ze zich het afgelopen jaar op toegelegd hebben. De voorstelling heeft deze keer een uitgesproken Kretenzisch karakter. De muzikanten, die het grootste deel van de avond voor de live muziek zullen zorgen, spelen trouwens 's anderendaags een concert in de Art Base, waar ze een volledig Kretenzisch programma zullen voorstellen (zie onder ). Maar tijdens het dansfeest (waar dit artikeltje over gaat) komen uiteraard ook andere Griekse dansen aan bod. Tradidanse organiseert al vele jaren danscursussen in het Brusselse. De vereniging heeft een uitstekende reputatie, enerzijds omwille van het hoge niveau dat de leerlingen er bereiken, maar anderzijds ook voor het enthousiasme en de motivatie die ze er meekrijgen. Net als bij de kip en het ei is het moeilijk om uit te maken wat de oorzaak en wat het gevolg is, maar het ligt nogal voor de hand dat beide niet los van elkaar staan. Het is ook duidelijk wie er aan de basis ligt van zowel de motivatie als het niveau, en dat is Maria Douvalis, oprichtster van, en drijvende kracht achter, Tradidanse . De reputatie van de vereniging heeft als gevolg dat er heel veel dansers zijn, van de allerkleinsten tot de volwassenen. Nieuw dit jaar is dat de vereniging sinds kort ook een - voorlopig informeel - eigen orkestje heeft. Dat bestaat (volgens onze informatie) uit een Kretenzische lyra , een viool , een mandoline en twee gitaren . Eén van de gitaristen speelt ook fluit. Deze muzikanten zijn allemaal lid van Tradidanse . Er zijn zowel Grieken als Belgen bij, van jong tot heel jong (de violist is pas dertien). Elk van hen is al een tijdje bezig met muzieklessen (en veel oefenen), maar pas enkele maanden geleden (begin 2018) besloten ze om hun krachten te bundelen en samen traditionele muziek te gaan spelen. Hun optreden tijdens dit dansfeest zou pas de tweede keer zijn dat ze voor publiek spelen, al hebben ze natuurlijk wel intensief gerepeteerd, ook samen met de dansers. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Voorlopig (?) zullen zij enkel het voorprogramma spelen, want, ook al heeft Tradidanse nu een (tot nader order nog naamloos) huisorkest, toch houden zij nog vast aan hun traditie om voor dergelijke voorstellingen een aantal topmuzikanten uit het buitenland naar Brussel te halen. Het zijn deze ervaren muzikanten die de hoofdmoot van de avond voor hun rekening nemen, en dat met de volgende bezetting:
Ook dit ensemble heeft geen naam, maar de twee laatsten in het rijtje hierboven zijn momenteel wel in Frankrijk samen actief onder de naam "CréTrois". En als het Frans voor u Chinees is, dan mist u misschien de woordspeling: "un Crétois" is gewoon "een Kretenzer", en "CréTrois" zijn dan natuurlijk drie Kretenzers. De derde man van "CréTrois", hun vaste laouto -speler Manos Karteris, komt niet mee naar Brussel. Hij wordt vervangen door Panagiotis Atsalakis, die hiervoor speciaal uit Griekenland overkomt. De lyra-speler Stelios Kotsampasakis (ook wel Kotzabasakis geschreven) werd in 1980 in Athene geboren maar zijn roots liggen wel op Kreta. Hij groeide daar trouwens op, en hij begon er al op zijn zesde of zevende lyra te spelen. Hij volgde les aan het conservatorium van Chania, onder meer bij Aspasia Papadaki en bij Kostas Moundakis . Vooral die laatste zal een belletje doen rinkelen, maar Aspasia Papadaki was ook niet van de minsten. Zij werd in 1932 geboren in een klein dorpje in de buurt van Chania, weliswaar in een zeer grote en bekende muzikale familie, maar dan nog was het niet meteen vanzelfsprekend om als meisje de lyra te gaan bespelen - in het publiek dan nog wel. Toch was dat precies wat ze deed. Ze was daarmee één van de eerste vrouwen die deze mannenwereld binnendrong, en ze werd daar nog geaccepteerd ook. Dat zegt meer dan voldoende over haar talent en haar capaciteiten. In 1962 maakte ze trouwens haar platendebuut, en dat in een periode waarin er nog niet zoveel Kretenzische muziek ingeblikt werd. En in 1978 verscheen haar eerste eigen lp. Die heette gewoon "Chaniotika", maar ze had de nummers wel allemaal zelf geschreven, zowel de tekst als de muziek. Ze zong ze ook zelf, en waarschijnlijk bespeelde ze een lyra die ze zelf gebouwd had, want ook dat kon ze als de besten. Misschien was die plaat wel mede te danken aan de bekende onderzoekster Domna Samiou . Die had een jaar eerder, in 1977, namelijk aandacht aan Papadaki besteed in een aflevering van haar druk bekeken reeks tv-uitzendingen. Stelios Kotsampasakis had bij Papadaki eigenlijk evengoed viool kunnen leren, want ook dat instrument beheerste ze tot in de puntjes, maar hij hield het toch maar bij lyra . Hij had dus al een stevige basis toen hij rond 1999 terugkeerde naar Athene. Dat belette hem niet om zich meteen in te schrijven voor de lessen van het Muziekinstrumentenmuseum in de Plaka. Daar studeerde hij lyra bij niemand minder dan Yannis Xylouris (de broer van Psarantonis ), en later ging hij zich nog verder vervolmaken in het "Labyrinth" van Ross Daly op Kreta, waar hij uitgebreid onder handen werd genomen door Zacharias Spyridakis . Zoals bij iedereen die met Ross Daly in aanraking komt, werden ook bij Kotsambasakis de muzikale horizonten flink opgerekt. Hij speelt dus niet alleen Kretenzische traditionele muziek, maar eigenlijk gewoonweg alles, gaande van rock en tango tot Afrikaans. Daarnaast staat hij ook zijn mannetje als er andere, niet-Kretenzische traditionele muziek gevraagd wordt. Ook op dat vlak heeft hij uitstekende referenties. Zo werkte hij bijvoorbeeld samen met het Lykion ton Ellinidon van het eiland Limnos. En tenslotte speelt hij met evenveel gemak allerlei hedendaagse Griekse muziek, met of zonder Kretenzische klanken. Die brede basis kwam hem goed van pas toen hij in 2009 in Parijs neerstreek. Daar werd hij al gauw een vast lid van het orkestje van de dansgroep "Parthénon". Daarnaast geeft hij er zelf ook les op Kretenzische lyra . In 2013 richtte hij dan, samen met twee vrienden van hem, het eerder genoemde ensemble "CréTrois" op. Zij beperken zich niet tot het "gewoon" uitvoeren van bekende nummers. Ze doen ook onderzoek naar de achtergronden van de Kretenzische muziek, en daarnaast proberen ze ook allerlei nieuwe dingen uit, waarbij ze dan hun eigen grenzen proberen te verleggen. Eén van de "trois" van "CréTrois", Dimitris Sassiaridis, komt mee naar Brussel. Hij zal er de percussie en fluit voor zijn rekening nemen, maar het had eigenlijk evengoed accordeon kunnen zijn, want hij is multi-instrumentalist. In zijn arsenaal percussie-instrumenten vind je bijvoorbeeld daouli , bendir en toumbeleki . Het is dan niet meteen vanzelfsprekend dat hij autodidact is op al die instrumenten. En er zijn nog meer ongebruikelijke kantjes aan deze man. Zo werd hij in Parijs geboren (in 1984) maar toch is hij Griek in hart en nieren. Hij heeft niet alleen belangstelling voor de muziek, maar ook voor de dans die daar onlosmakelijk mee verbonden is. Dat maakte hem niet alleen tot een uitstekend danser, maar ook tot een gerenommeerd choreograaf. In die laatste hoedanigheid verzorgt hij de voorstellingen van de Parijse dansgroep "Parthénon", Hij was één van de eerste leden van die bekende dansgroep, en korte tijd later werd hij er zelf leraar en vervolgens artistiek directeur. Het was ook hij die ervoor zorgde dat de groep een eigen orkestje kreeg. Dat orkest moet sowieso een breed repertoire aankunnen, want uiteraard worden bij "Parthénon" dansen van heel Griekenland aangeleerd. Maar Sassiaridis zelf heeft ook belangstelling voor nog andere dansen, zoals die van Servië, Armenië en van de Balkan in het algemeen. Uiteraard verdiepte hij zich dan ook in de bijbehorende muziek. En recent sloot hij dus aan bij "CréTrois", waar hij samen met de twee anderen de Kretenzische muziek tot op het bot gaat uitspitten. Het zal duidelijk zijn dat Sassiaridis niet van half werk houdt, en dus is hij de geknipte man om zowel het dansfeest van Tradidanse als het concert in de Art Base (mee) tot een succes te maken. Ook de gitarist Yannis Tziallas is daar uitstekend voor geschikt, al was het maar omdat ook hij lid is van het orkest van de dansgroep "Parthénon" in Parijs. Maar hij heeft nog veel meer pijlen op zijn boog. Zo is hij bijvoorbeeld de mede-oprichter van "Rebetroika", oorspronkelijk een trio dat (uiteraard) rembetika speelt, maar dat zijn naam behield toen Ourania Lampropoulou naar Parijs kwam en de groep kwam versterken. Het was ook met z'n vieren dat "Rebetroika" in juli 2013 naar de Art Base in Brussel kwam. In een parallel universum is Tziallas ook nog jazz-gitarist, met de Swing Jazz als zijn voornaamste passie. Dat was trouwens wat hem naar Parijs bracht. Hij werd in Athene geboren in 1981 en begon er gitaarles te volgen toen hij zeven was. Aan het Filippos Nakas conservatorium studeerde hij zowel akoestische als elektrische gitaar. Hij volgde er ook muziektheorie en compositie, zowel klassiek als jazz. Door dat laatste raakte hij in de ban van de muziek van Django Reinhardt en co. Hij was er door gefascineerd en hij wilde zich daar verder in bekwamen. Dus trok hij naar Parijs om er aan de Swing Romano Académie te gaan studeren. In 2011 behaalde hij ook daar zijn diploma, maar nog was hij niet tevreden. Hij volgt nog steeds alle stages en masterclasses die hij maar kan vinden, als het maar jazz is. Inmiddels heeft hij zich ook in het wereldje van de Swing Jazz enige reputatie verworven, onder meer met enkele eigen nummers. Internationaal is hij daar beter bekend als "John Tziallas", maar dat neemt niet weg dat hij in Griekenland gewoon als Yannis meespeelde met Diminuita, zoals bekend zelf ook pioniers op dit terrein. Daarnaast is hij ook actief als studio-gitarist, iemand dus die ingehuurd wordt voor allerlei plaatopnames. En bovenop dat alles werkt hij ook mee aan verschillende projecten met een meer hedendaags karakter, zoals dat van de Griekse componiste en zangeres "Alexia C". Voluit heet ze Alexia Chatzistavrou, maar ook zij woont en werkt tegenwoordig in Parijs en daar is "C" dan toch iets makkelijker te onthouden. Yannis Tziallas heeft daar natuurlijk geen moeite mee, en het is voor hem al evenmin een probleem om dat alles ( rembetika , jazz en hedendaags) naast en door elkaar te spelen, en daar dan ook nog de traditionele Griekse muziek bovenop te doen als de leden van "Parthénon" weer eens aan het dansen gaan. Dan zal het bij Tradidanse allicht ook wel lukken ... Zoals gezegd spelen deze vier muzikanten daags nadien een concert met uitsluitend Kretenzische muziek in de Art Base in Brussel. Daarover vindt u hieronder meer informatie.
Op de site sinds: 16/06/2018 Terug naar het begin van deze pagina. "Kriti"Traditionele en andere muziek van Kreta De vier muzikanten, die op zaterdag de live-muziek leveren voor het dansfeest van Tradidanse (zie hoger op deze pagina) geven daags nadien een concert, dat je eigenlijk ook als een soort documentaire over de Kretenzische muziek kan beschouwen. Ze zullen het publiek in de eerste plaats laten kennismaken met de traditionele muziek van Kreta, streek per streek. Maar die muziek is op Kreta nog steeds springlevend, en er zijn heel wat jonge (en minder jonge, maar nog wel actieve) muzikanten die daar nieuwe dingen mee doen, en dat met heel veel respect voor het oude. Ook daar wordt aandacht aan besteed. De muzikanten van dienst zijn, zoals gezegd, dezelfde als die van het dansfeest , namelijk:
Hun doopceel lichtten we al hierboven, in ons artikel over het dansfeest . Hier willen we het hebben over het programma van hun concert, daags nadien. Daarin nemen ze het publiek mee op een muzikale rondreis door Kreta. Heel wat buitenlanders weten dat de Kretenzische muziek een heel eigen karakter heeft, en het is vaak ook bekend dat er regionale verschillen zijn, maar daar blijft het dan ook bij. Enkel de specialisten zullen een bepaald liedje meteen op de kaart kunnen prikken. Dit concert wil daar wat aan doen, gewoon door de verschillende streken naast elkaar te zetten, en dat op een systematische manier. Het programma loopt van west naar oost, dus van links naar rechts over het 260 kilometer lange eiland heen. Onderweg wordt telkens halt gehouden bij kenmerkende plaatsen. En vermits het een muzikale rondreis is, gaat het dan niet om bezienswaardigheden, maar wel om "beluisterenswaardigheden". Het is dan interessant dat de muzikanten hun verhaal telkens ophangen aan markante persoonlijkheden, mensen dus die typerend zijn voor (de traditie van) een bepaalde streek. Het is inderdaad merkwaardig dat het repertoire van de Kretenzische traditionele muziek heel veel liedjes bevat waarvan de auteur bekend is. In andere streken van Griekenland is dat veel minder het geval. De traditionele liedjes zijn daar vaak "adespota", een woord dat ook voor zwerfhonden gebruikt wordt en dat letterlijk "zonder baasje" betekent. De Kretenzers zelf dulden geen vreemde heerschappij, maar hun liedjes blijven toch trouw aan hun baasje, ook al is die al lang overleden. Het is hier niet de plaats om naar een verklaring voor dat fenomeen te peilen, maar het heeft er allicht mee te maken dat goede muzikanten op Kreta op handen gedragen worden. Hun liedjes delen in die populariteit, en daardoor worden ze ook door anderen gezongen en gespeeld. Het helpt natuurlijk ook dat die liedjes gewoonweg goed zijn. Ze werden wel op de aloude manier overgeleverd, dus van mond tot mond, al was het maar omdat die traditionele muzikanten ook op die manier hun vak hebben geleerd. Het zijn uitstekende ambachtslieden, maar ze kunnen doorgaans geen noten lezen en ze hebben dan ook geen boodschap aan partituren en dergelijke. Dat neemt niet weg dat er vele honderden van die oude muzikanten nog altijd met naam en toenaam bekend zijn bij de liefhebbers. De mondelinge overlevering heeft wel zijn grenzen. Zo weten we bijvoorbeeld erg weinig over muzikanten die meer dan enkele generaties geleden geleefd hebben. En de informatie over de anderen zou misschien ook verloren zijn gegaan als enkele musicologen niet met hun bandopnemers en notitieboeken het Kretenzische veld waren ingetrokken. Een van de eersten was dan ook nog een Zwitser, de bekende Samuel Baud-Bovy, die ergens in 1953 of 1954 het eiland bezocht. Er zijn wel wat eerdere auteurs die aandacht besteedden aan de Kretenzische liederen, maar veel zijn het er niet. In de zeventig jaar tussen 1877 en 1947 bijvoorbeeld werden er amper een tiental boeken (of boekjes) over dit onderwerp gepubliceerd. Bovendien was de invalshoek van die vroege auteurs vooral het literaire en/of taalkundige aspect van de liederen. Dat is niet zonder reden, want de Kretenzers zijn altijd al fervente dichters geweest. En hun gedichten - die tegelijk ook de teksten van hun liederen zijn - volgen meestal een strak patroon. Het is dan inderdaad interessant om een aantal van die teksten te ontleden, al dan niet met een vertaling erbij (voor wie het Kretenzische dialect niet machtig is), maar het zegt niet veel over de auteurs van die teksten, en nog minder over de muziek waarop die teksten gezongen werden, of over de dansen die bij die muziek hoorden. Pas in de helft van de vorige eeuw kwam daar dus verandering in. Onderzoekers gingen praten met oude muzikanten, of ook gewoon met de dorpsgenoten van die muzikanten, en die groeven dan in hun geheugen. Wat betreft degenen die na hen kwam lagen de zaken iets eenvoudiger. Die maakten bijvoorbeeld plaatopnames, waardoor hun muziek vanzelf bleef voortleven, ook als zij er zelf niet meer waren. Sommige oudere muzikanten gingen zelf aan de slag, en zij maakten platen waarop zij hun geheugen "dumpten". Een goed voorbeeld daarvan is de bekende zanger en violist Konstantinos (Kostas) Papadakis (1920-2003), bijgenaamd "o Naftis" (ο Ναύτης), omdat hij zijn legerdienst bij de marine had gedaan. Hij maakte zijn eerste plaat in 1938. Van 1959 tot 1975 woonde en werkte hij in Amerika, en van 1981 tot 1986 in Australië. Tussendoor kwam hij terug naar Kreta, en hij had goed begrepen dat hij, als telg van een muzikale familie, over heel veel kennis en informatie beschikte die verdiende om bewaard te blijven. Hij besloot dus om zijn steentje bij te dragen. Het was dan wel een flinke steen. Zo maakte hij bijvoorbeeld een opname van de "Syrtos tou Kopanidi" en de "Syrtos tou Balaboú". Die waren allebei omstreeks 1850 geschreven door zijn grootvader Kostas Balabós, bijgenaamd "Kopanidis I" (omdat er later nog andere familieleden waren die dezelfde bijnaam kregen, die waren dan "Kopanidis II" enzovoorts). Maar de mondeling overgeleverde familiale "archieven" gingen nog verder terug. Op één van de lp's, die "de Matroos" rond het einde van de jaren 1970 opnam, staan onder meer ook de "Eerste Lousakianos Syrtos", de "Tweede Lousakianos Syrtos" en de "Melisianos Syrtos". Die zijn respectievelijk genoemd naar de dorpjes Lousakies en Melisiá, allebei in de buurt van Kissamos, en ze zijn van de hand van de legendarische violist Stefanís Triandafyllakis. Hij zou ze speciaal geschreven hebben toen hij in die dorpjes optrad, en die optredens vonden plaats tussen ... 1750 en 1754. Met andere woorden: die liedjes werden meer dan twee eeuwen lang mondeling doorgegeven, en pas recent voor het nageslacht in veiligheid gebracht. Ook Triandafyllakis had tussen haakjes een bijnaam: Kióros I. Zijn zoon en kleinzoon, eveneens beroemde violisten, waren dan respectievelijk Kioros II en Kioros III. Met al die puzzelstukjes kon men leven en werk reconstrueren van honderden muzikanten, die in de loop der eeuwen een min of meer belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de Kretenzische muziek. Het is met dit materiaal dat de vier muzikanten hun programma "Kriti" opbouwen. Zoals gezegd doorlopen ze het eiland van west naar oost, en ze beginnen meteen op de meest westelijke punt, in Kissamos. De muziek daar wordt gekenmerkt door westerse invloeden, en de viool speelt er bijvoorbeeld vaker de hoofdrol dan elders op Kreta, waar de lyra de bovenhand heeft. De traditie daar is bijzonder rijk en ook vrij goed gedocumenteerd, ook al omdat de hoger genoemde Kostas "Naftis" Papadakis uit de streek afkomstig was. Ze hadden dan bijvoorbeeld één van die legendarische violisten kunnen kiezen waarvan hij de eeuwenoude liedjes op plaat heeft gezet. In plaats daarvan koos het viertal voor een meer recente, maar ook meer schilderachtige figuur, namelijk Konstantis Tsengas (1900-1966). Het bijzondere aan deze man is dat hij eigenlijk visser was en geen muzikant. Maar hij had wel gevoel voor muziek, en als hij niet op zee was, dan zat hij op een helling boven het dorp ... te fluiten. Hij floot niet eender wat, of eigenlijk juist wel: hij verwerkte op die manier de vreugde en het verdriet van zijn dagelijkse leven, en het resultaat waren ... nieuwe liedjes. Beneden in het dorp zaten de mensen geboeid te luisteren, want Tsengas had wel degelijk talent, en zijn liedjes waren uitstekend. Ook de plaatselijke muzikanten spitsten hun oren, en die pikten al snel de melodie op - zoals ze dat gewend waren. En als Tsengas van zijn berg naar beneden kwam, en in het dorp iets ging drinken, dan vroegen ze om hen de woorden aan te leren - want die bedacht hij er ineens maar bij. Hij zette die woorden ook keurig naast elkaar, netjes in de maat, en rijmend op de juiste manier. Het waren met andere woorden de bekende Kretenzische mantinades , kant en klaar uit de mouw van een eenvoudige visser geschud. Veel van zijn liedjes zijn verloren gegaan, maar enkele van de (hopelijk) beste worden nog steeds gezongen. Een goed voorbeeld is "Barbouni" (Barbeel). Dat gaat als volgt: Μπαρμπούνι μου θαλασσινό, κι ολόχρυσό μου ψάριεγώ 'μαι που σε ψάρεψα, κι άλλος δεν θα σε πάρει. Oftewel: Barbouni mou thalassino, ki olochryso mou psariEgó 'me pou se psarepsa, ki állos den tha se pari Vrij vertaald: "Barbeel uit de zee, gouden vis van me, ik ben het die je gevangen heeft, niemand anders krijgt je te pakken". Tsengas zou het liedje geschreven hebben in 1943, nadat hij een uitzonderlijk goede vangst had gehad. In volle oorlogstijd was dat natuurlijk een meevaller, vandaar dat hij zijn vreugde moest uitzingen (of uitfluiten). Toch hield hij er zijn hoofd goed bij, getuige de versregels van exact twee keer acht lettergrepen elk. Zijn meest beroemde liedje is toch wel "Kakrapis". Dat is de naam van een gevaarlijke klip, waar hij voorbij moest als hij uit vissen ging. Misschien is het daarom dat ook het liedje een vervaarlijke reputatie heeft: het is een syrtos die zeer moeilijk te zingen is. Door de vele wendingen is het niet eenvoudig om de maat te houden. Toen Tsengas in december 1966 verdronk, nadat een storm hem overboord had geslagen, was niet alleen Kissamos en omgeving in rouw. Zijn reputatie had zich inmiddels over het hele eiland verspreid, en iedereen besefte dat het een groot verlies was. Niemand minder dan Kostas Moundakis schreef een liedje voor en over Konstantis Tsengas. Dat heet "Stis Gramvousas t' akrotiri" (Op de kaap van Gramvousa). Tsengas had daar namelijk zijn favoriete visgrond, en er zit nog altijd zoveel vis dat de plaatselijke bevolking er ook vandaag nog graag naartoe gaat om te vissen. Het liedje, dat Moundakis aan Tsengas opdroeg, wordt algemeen beschouwd als één van de beste Kretenzische nummers ooit, en zowat iedereen heeft het in zijn repertoire zitten, tot en met de Chaïnides en Loudovikos ton Anogion . Dus misschien zou de naam van Tsengas ook wel bewaard zijn gebleven als hij enkele eeuwen eerder geleefd had (maar dan had wel een voorvader van Kostas Moundakis een keigoed liedje moeten schrijven). Na het virtuele bezoek aan Tsengas en de boten en vissen van Kissamos, nemen de vier muzikanten hun publiek mee de bergen in. Maar eerst houden ze even halt in de dorpjes aan de voet van de "Lefka Ori", de "Witte Bergen" bij Chaniá. Dit is het land van de rizitika , en ook dat zijn verzen die uitwendig sterk lijken op de mantinades . Het voornaamste verschil - voor de buitenstaander dan toch - is dat er op een rizitiko meestal niet gedanst wordt. Dat neemt niet weg dat ook zij een strak ritme hebben, ook al is dat hier dan variabel. Er zouden dertig tot zestig verschillende (maar wel voorgeschreven) melodieën zijn, al naargelang de bron. Meestal komen er ook geen instrumenten aan te pas, enkel de menselijke stem. Maar er zijn uiteraard ook heel wat andere liedjes waarbij de zanger door lyra en laouto begeleid wordt, en daar wordt dan wel degelijk op gedanst. Een eerste "stopplaats" - lees: bekende vertegenwoordiger van de streek en zijn traditie - is Charilaos Piperakis (1888-1978). Deze zanger en lyra-speler werd geboren in Xirosteri, een klein dorpje bij Chania, maar hij was nog maar een kleine jongen toen hij al naar de grote stad verhuisde, naar Iraklio. Daar moest hij uit werken gaan, en na zijn dagtaak zat hij de hele tijd in de taverna 's gefascineerd naar de muziek te luisteren. Op een dag vroeg een uitbater, die dat natuurlijk ook gemerkt had, of hij eigenlijk zelf ook kon spelen. Min of meer voor de grap drukte hij hem een lyra in de hand - en de jongen speelde de pannen van het dak. Op zijn vijftiende ging hij naar Amerika, waar hij met zijn talent al snel werk vond. In 1926 maakte hij daar zijn eerste plaat, met een zelfgeschreven liedje dat "Xirosterianós Syrtós" heet, uiteraard genoemd naar zijn geboortedorp. Hij keerde regelmatig naar huis terug, voor een soort vakantie, maar ook dan kon hij het spelen niet laten. Op die manier pikten de plaatselijke, jongere muzikanten een aantal van zijn liedjes op. Toch was en bleef Amerika zijn eigenlijke werkterrein. Hij was daar bekend onder zijn voornaam, Charilaos, of ook als "Charilaos Kritikós", en onder die naam maakte hij er een hele reeks platen. Na zijn dood, in 1978 in Californië, werden enkele van zijn liedjes ook in Griekenland op plaat uitgegeven. De reisleiders trekken met het publiek vervolgens wat verder oostwaarts, maar voorlopig toch niet te ver van Chaniá vandaan. Aan de nabijgelegen baai van Souda ligt namelijk een klein dorpje, Plaka genaamd, en dat is de geboorteplaats van de volgende markante figuur in het rijtje: de zanger en lyra-speler Plakianós (1903-1978). Zijn echte naam was Michalis Papadakis, maar op Kreta heeft nu eenmaal zowat iedereen een bijnaam - en het helpt natuurlijk ook om al die Papadakissen uit elkaar te houden. De broer van deze Michalis heette bijvoorbeeld Frangiós, hij speelde laouto en was ook de vader van Aspasia Papadaki, de eerste vrouwelijke lyraris van Kreta, die we in het stukje over het dansfeest hierboven al tegenkwamen als lerares van Stelios Kotsabasakis, één van onze vier reisleiders. Dat is dan wel de nieuwe tijd. In de oude tijd waren er nog geen lyra-scholen, dus ook Michalis "Plakianós" Papadakis leerde zichzelf lyra spelen - en ook bouwen. Het hout daarvoor sneed hij eigenhandig uit een moerbeiboom, en men vertelt dat hij daarbij zorgvuldig rekening hield met ... de stand van de maan. Feit is wel dat hij aan die lyra zijn faam te danken heeft. Zijn liedjes - vooral mantinades op maat van een syrtos - worden ook nu nog vaak gespeeld. Als je van Chania langs de kustweg naar het oosten rijdt, dan kom je vanzelf in Rethymno. In een klein dorpje daar vlakbij werd Kostas Moundakis (1926-1991) geboren. Deze zanger, componist en lyra-speler had niet alleen talent, maar hij heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud van de Kretenzische muzikale traditie. Hij was de jongste van zeven kinderen en de familie had het niet breed. Het waren niet alleen moeilijke tijden, maar zijn vader was ook al vroeg overleden. Ook deze jongen moest dus uit werken gaan, maar hij hield wel zijn oren wijd open en pikte de muziek op "langs de straat". Kort na de Tweede Wereldoorlog en de Griekse Burgeroorlog kwam hij in Athene terecht, waar hij prompt ging ijveren om meer Kretenzische muziek op de nationale radio te krijgen. Hij had daarbij de volle steun van onder meer Simonas Karas . In 1952 nam Moundakis zijn eerste plaat op als lyraris en in 1954 volgde zijn platendebuut als zanger, Het was het begin van een ellenlange reeks. Dat was niet alleen te danken aan zijn niet aflatende inspanningen om de Kretenzische muziek te promoten, maar natuurlijk ook aan zijn stem, zijn speeltechniek en zijn talent. In 1975 begon hij te sukkelen met zijn gezondheid en hij moest wat gas terugnemen. Maar de vrijgekomen tijd besteedde hij aan een ander stokpaardje van hem: het aanleren van de Kretenzische muziek. Hij had aan den lijve ondervonden dat de traditionele manier niet altijd optimaal is, en daarom richtte hij verschillende scholen op waar de kinderen lyra konden leren spelen op een georganiseerde wijze. De eerste kwam er in Iraklio, daarna volgden Chaniá, Rethymno en Agios Nikolaos in snel tempo. De kroon op zijn werk was het "Elliniko Odio" ("Grieks Conservatorium") in Athene, dat in 1985 zijn deuren opende. Zes jaar later was ook voor Moundakis het liedje uit, maar ook hij wordt nog veel en vaak gespeeld. Dan reizen de vier muzikale gidsen met hun publiek verder oostwaarts, opnieuw de bergen in. Deze keer is het Ida-gebergte aan de beurt. De uitschieter, letterlijk en figuurlijk, is uiteraard de Psiloritis, met zijn 2.456 meter de hoogste berg van Kreta. Vlak bij de top ligt de grot waarin Zeus geboren werd, de oppergod van de Oude Grieken. Zo zegt men althans. De streek heeft toch wel iets magisch, want aan de voet van de Psiloritis ligt natuurlijk het befaamde dorpje Anogia, waar de wiegjes stonden van een hele reeks beroemde Kretenzische muzikanten. Onder hen ook de familie Xylouris, met niet alleen de wereldberoemde Psarantonis , maar ook zijn al even legendarische broer Psaronikos oftewel Nikos Xylouris . Hij is de volgende stopplaats op onze muzikale rondreis. Deze veel te vroeg overleden zanger, lyra-speler en componist (1936-1980) wordt immers niet voor niets de "Aartsengel van Kreta" genoemd. Dank zij hem raakte de Kretenzische muziek tot ver buiten de grenzen van het eiland bekend. Hij zong trouwens ook niet-Kretenzische liedjes van andere componisten, waaronder Stavros Xarchakos . Ook hij leerde zichzelf lyra spelen. In 1969 maakte hij zijn eerste plaat, de eerste van een lange discografie die twintig tot dertig lp's omvat. Veel van de liedjes die hij zong zijn nog altijd dagelijks te horen in heel Griekenland, en hij mag dus op dit concert beslist niet ontbreken. Dan gaat het steeds verder oostwaarts, via Agios Nikólaos. Met een afsteek naar het dorpje Kritsa en zijn Byzantijnse kapel uit de dertiende eeuw zijn we meteen in de juiste stemming om verder te reizen naar Sitia, net niet de meest oostelijke punt van Kreta. Sitia is namelijk ook de geboorteplaats van Vitsenzos Kornáros , de auteur van de bekende "Erotókritos" en dus ook de aartsvader van alle Kretenzische dichters. Hij schreef zijn meesterwerk tussen 1600 en 1610, en er was inderdaad wel wat werk aan, want het telt niet minder dan 10.000 versregels - die uiteraard allemaal keurig in de pas lopen, elk met vijftien lettergrepen. Het gedicht nodigt dus als het ware uit om gezongen te worden, en dat is ook precies wat er nog dagelijks gebeurt. Uiteraard beperkt men zich tot fragmenten, want een volledige uitvoering zou ongeveer vier dagen in beslag nemen. Dat neemt niet weg dat veel zangers - en zelfs eenvoudige herders - toch het hele werk volledig uit het hoofd kennen, en vele anderen hebben toch enkele duizenden versregels tussen hun twee oren zitten. Eigenlijk was het dus nergens voor nodig geweest om het in 1713 te laten drukken in Venetië, maar het zal zeker ook niet geschaad hebben. Daarmee is de "Erotokritos" voor de liefhebbers van Kretenzische muziek niet alleen zowat de "moeder van alle mantinades ", maar hij is bij taalkundigen ook bekend als één van de oudste meesterwerken van de Nieuwgriekse literatuur. Het verhaal van de "Erotokritos" sluit mooi aan bij zowel de Europese literaire traditie uit die tijd als bij de meer recente Kretenzische traditie. In eenvoudige volkstaal vertelt Kornáros het verhaal van een gewone boerenzoon (Erotokritos) die verliefd wordt op een koningsdochter (Aretousa). De liefde is wederzijds, maar de koninklijke vader wil er natuurlijk niet van weten. Het happy end komt er nadat Erotokritos (in vermomming) de koning een enorme dienst bewijst, waardoor hij van de (nietsvermoedende) koning mag vragen wat hij als beloning wil hebben. Gelukkig had Erotokritos geen deal met een hedendaagse president, maar gewoon met een traditionele koning, voor wie een woord nog een woord was, en hij kreeg dus inderdaad wat hij vroeg. Drie keer raden wat het was ... Met dit vier eeuwen oude verhaal sluiten de muzikanten het "geschiedkundige" deel van de rondreis af. Daarna is het tijd om te laten horen wat hedendaagse Kretenzische muzikanten zoal doen met al dit waardevolle erfgoed. Dat op zich levert genoeg materiaal op voor verschillende concerten, dus ze zullen al even zorgvuldig geselecteerd hebben als in het "historische" deel. Ze verklappen niet wie er in het "hedendaagse" deel aan bod komt, maar het spectrum is wel heel breed. Bekende namen als Psarantonis , Michalis Tzouganakis , Stelios Petrakis en Georgia Dagaki doen allemaal heel boeiende dingen, die toch totaal verschillend zijn. Er is dus maar één manier om te weten te komen wie er de jonge generatie mag vertegenwoordigen op dit concert: gewoon gaan luisteren.
Op de site sinds: 16/06/2018 Terug naar het begin van deze pagina. Optreden van "Maiandros"De Griekse band "Maiandros" (of "Meandros") laat ons weten dat ze het eindfeest van de Regentenkamer in Den Haag zullen afsluiten. Voor de Regentenkamer zelf wordt het een dubbele afsluiting: enerzijds is dit feest tegelijk ook het einde van het seizoen 2017-2018, en anderzijds verhuizen ze binnenkort naar een nieuwe locatie. Om dat alles in stijl te vieren hebben ze een heleboel artiesten uitgenodigd, en Maiandros is de laatste in het rijtje. Dat betekent concreet dat ze beginnen rond 21u30, en dat hun optreden slechts een half uurtje zal duren. Wie een half uurtje Maiandros te weinig vindt, en/of wie er meer pap van lust, die kan na de zomer terecht in het Verhalenhuis Belvédère in Rotterdam. Daar zal dit ensemble min of meer het nieuwe seizoen openen. Meer informatie, zowel over Maiandros zelf als over het Verhalenhuis (dat goed op weg is om hun vaste stek te worden) leest u op onze april 2018 maandpagina .
Op de site sinds: 16/06/2018 Terug naar het begin van deze pagina. |
||||||||||||||||||
|