|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Overzicht Griekse Muziek in Februari 2010
Yarkin Brothers & EnsembleSpirituele muziek uit Istanbul Het concert van de Yarkin broers en hun ensemble belicht de spirituele muziek van de verschillende religieuze gemeenschappen van Istanbul. Achttien zangers en muzikanten uit de Joodse, Armeense, Griekse en Islamitische gemeenschappen laten ons kennis maken met hun eeuwenoude liturgische muziek in al haar verscheidenheid. Maar anderzijds wil het concert ook de gemeenschappelijke elementen laten zien. In het multiculturele Ottomaanse Rijk werden al deze muziektradities immers ook door elkaar beïnvloed. De muzikale leiding is in handen van de gebroeders Yarkin. Zijzelf en hun ensemble zorgen voor de instrumentale begeleiding van deze spirituele muziek, die in wezen louter vocaal is. Fahrettin en Ferruh Yarkin zijn in Turkije bekende muzikanten die zich toeleggen op traditionele Turkse ritme- en percussie-instrumenten. Ze spelen in verschillende ensembles en richtten zelf hun eigen experimentele groep op, de Yarkin Turkish Rhythm Group (Yarkin Türk Ritm Grubu) . In deze groep zijn alle ritme-instrumenten vertegenwoordigd die in de Turkse muziek gebruikt worden. Ze hebben al vier cd's uitgebracht bij Kalan Music , een eigenzinnig Turks platenlabel dat zich vooral toelegt op volksmuziek van alle bevolkingsgroepen van Turkije. De meest recente cd, uit 2008, heet Hayy. Ze is gebaseerd op de vocale muziek van Soefi-meesters. Bij Kalan staat de Yarkin Turkish Rhythm Group als Turkish "Fusion" gecatalogeerd. De broers Yarkin zijn met dit concert niet aan hun proefstuk toe. Ze kijken wel vaker over de grenzen heen en bestuderen dan de kruisbestuivingen van de verschillende culturen en volkeren uit Anatolië. En zij beperken zich daarbij niet alleen tot religieuze muziek. Een goed voorbeeld is ' Kervansaray ' (Caravanserai), een project uit 2003 waarbij zij de oude zijderoute door Anatolië volgen en de verschillende invloeden van rondtrekkende muzikanten uit Centraal-Azië op de lokale (volks)muziek blootleggen. Met dit project waren ze reeds eerder in Nederland en België. Een ander project draagt de titel ' Birlikte Yaşayalım ' (Samen Leven). Hier verenigt de groep zowel religieuze als profane muziek uit de Griekse, Armeense, Joodse en Turkse cultuur in een programma. Samen met het ensemble krijgt u de volgende zangers te horen:
Dit concert staat niet op zichzelf. In 2010 is Istanbul immers culturele hoofdstad van Europa, en dat betekent dat we een jaar vol Turkse kunst en cultuur mogen verwachten, met nóg meer Turkse voorstellingen dan gewoonlijk al het geval is. De verschillende organisatoren hebben het concert dan ook telkens ondergebracht bij een uitgebreid festival. In Nederland loopt het Turkey Now ! Festival van 4 februari tot 4 april 2010 op diverse locaties in Amsterdam en Rotterdam. Het festival wordt al voor de derde keer georganiseerd door de Stichting Kulsan en het wil een staalkaart tonen van de diverse traditionele, klassieke en moderne kunst- en cultuurvormen van Turkije. Dit jaar wordt er speciaal gefocust op de enorme culturele diversiteit van Istanbul. Daarom wordt het concert van de Yarkin Brothers in Nederland aangekondigd onder de titel Istanbul Sacrée . In België is het concert een onderdeel geworden van het Festival Sacré, een verlengd festival-weekend met religieuze en spiritueel geïnspireerde muziek en dans uit verschillende culturen, niet alleen uit Turkije. Het vindt plaats in het Zuiderpershuis in Antwerpen (B) van woensdag 17 februari tot en met zaterdag 20 februari 2010. Op het programma staat ook een intrigerende filmtrilogie rond hetzelfde thema. Ze heet ' Au Choeur du Sacré ' (Arte) en bestaat uit drie documentaires over de liturgische muziek van drie grote religieuze stromingen die aan de basis liggen van de hedendaagse Europese cultuur. De eerste film, ' Chants de Sable et d'Etoiles ' (1996) zoekt naar de wortels en de evolutie van de joodse liturgische muziek. De tweede documentaire: ' Le Silence des Anges ' (2000) volgt de orthodoxie, het Oosterse christendom, in al haar verscheidenheid, haar riten en zang. Tot slot van dit drieluik is er ' Les Mille et une Voix ' (2001) met de islamitische muziek als thema. Deze documentaires focussen op de diversiteit, de geografische spreiding, de wortels en de evolutie van deze drie grote religieuze stromingen en hun liturgische muziek tot op vandaag. De filmtrilogie wordt voorafgegaan door een inleiding en dat alles vindt plaats in het Zuiderpershuis op woensdag 17 februari 2010 van 14 uur tot 22 uur. Van Festival Sacré is er ook een versie in Nederland, maar dan wel met een andere titel: daar heet het Sacred Weekend. Ook de invulling van het programma is niet helemaal identiek, maar het thema is wel hetzelfde als dat van het Zuiderpershuis: spirituele muziek en dans uit verschillende culturen. Het Sacred Weekend loopt in het Tropentheater in Amsterdam (NL), van vrijdag 19 tot en met zondag 21 februari. Naschrift : het blijkt dat het concert in het Zuiderpershuis een flink afgeslankte versie is geworden. De beschrijving hierboven was in eerste instantie gebaseerd op de tekst van de jaarbrochure, waarin wel degelijk Armeense, Joodse en Griekse zangers aangekondigd werden. In de maandbrochure van februari stond precies dezelfde tekst, maar dan wel ingekort tot alleen de eerste paragraaf uit de jaarbrochure. Maar de zangers stonden in de tweede paragraaf en bleken samen met de tekst weggezapt. Uiteindelijk bleef er nog één zanger en vijf muzikanten over (cello, kemençe/politiki lyra, ney en twee percussie). Die waren uitstekend, daar niet van, maar een en ander leek ons wel minder sacraal dan aangekondigd, en aan "de kennismaking met de eeuwenoude liturgische muziek van de verschillende gemeenschappen" hebben wij alvast niet veel overgehouden. Als we het opnieuw zouden moeten aankondigen, dan zouden we er iets van maken in de aard van "een Turkish fusion groepje dat interessante muziek maakt en zich daarbij laat inspireren door de traditie van de verschillende gemeenschappen in Turkije". Iets dergelijks staat inderdaad ook in het programmaboekje van het Festival Sacré, maar dat krijg je pas op het festival zelf in handen, als je de kaartjes al (lang) betaald hebt. Onze excuses aan wie zich - net als wij - op het verkeerde concert waande. (20.02.2010) Intussen bood het Wereldculturencentrum Zuiderpershuis hun excuses aan. Ze lieten ons weten dat de verandering in het aantal artiesten het gevolg was van een wijziging in hun budgettaire situatie. Van overheidswege werd een deel van de structureel toegekende subsidie geschrapt en daardoor konden ze een dergelijke grote groep niet langer betalen. Toch wilden ze de Yarkin Brothers liever niet helemaal laten vallen, vanwege hun grote muzikale kwaliteit. Daarom opteerden ze voor een gereduceerde bezetting, maar men heeft hen niet gecommuniceerd dat er dan ook een sterk inhoudelijk verschillend project zou komen. Ze ontkennen met klem, en herhaaldelijk, dat het de bedoeling zou zijn geweest om hun publiek bewust te misleiden, of dat ze de wijziging opzettelijk zouden stilgehouden hebben om te voorkomen dat de mensen hun geld zouden terugvragen, of wat dan ook. Ze erkennen anderzijds wel dat de wijziging te weinig nadrukkelijk is gecommuniceerd en ze zullen dat in de toekomst proberen te vermijden. Dat deze mededeling (door ons samengevat) namens het Wereldculturencentrum Zuiderpershuis gedaan werd door de "grote baas", Dora Mols, in eigen persoon, geeft extra gewicht aan de inhoud, temeer omdat onze vraag om toelichting niet rechtstreeks aan haar gericht was geweest. (25.02.2010)
Op de site sinds: 16/08/2009 Terug naar het begin van deze pagina. Tim Meeuws & Band'Als een vreemde' Dit zijn voorlopig de laatste concerten die we aangekondigd kregen voor de tour die Tim Meeuws & Band door Nederland maken ter ondersteuning van de cd ' Als een vreemde '. Deze tour eindigt waar hij in november 2009 begon: in Groningen. De presentatie van deze cd, in maart 2008 , vond daar ook plaats. Tim Meeuws is nochtans niet van Groningen afkomstig, maar het is wel de stad waar zijn zangcarrière pakweg 30 jaar geleden van start ging. En ook nu nog lijkt hij steeds naar het hoge noorden terug te keren. Voor meer informatie over de cd en het programma 'Als een vreemde' kunt u terecht op onze maart 2008 -pagina en onze november 2009 -pagina.
Op de site sinds: 08/11/2009 Terug naar het begin van deze pagina. Nikos Portokaloglou & BandDe Griekse singer-songwriter en rocker Nikos Portokaloglou is aan een tweede start begonnen. Hij vierde deze zomer in het Irodio (Herodion theater) in Athene zijn dertigjarige carrière en zou het voortaan over een andere boeg gooien. Nikos Portokaloglou is autodidact. Hij zingt, schrijft zijn teksten en muziek zelf en speelt gitaar. Zijn carrière begon met de groep Fatmé tijdens zijn studententijd eind jaren zeventig. Het waren de jaren na de machtswissel in 1974 in Griekenland en dat was aan hun muziek te horen. Fatmé is een rock-groep met elektrische gitaren en bijhorende klanken. De liederen hebben vaak maatschappijkritische en indringende teksten, maar er zitten ook gevoelige liefdesliederen bij. Nikos Portokaloglou is wat dat betreft een beetje een boegbeeld, een "enfant terrible" zoals Vasilis Papakonstantinou . Ook de muziekstijl is vergelijkbaar, net als de muziek van de wat jongere Filippos Pliatsikas . In 1989 wordt de groep Fatmé ontbonden en Nikos Portokaloglou gaat solo verder. Zijn stijl wordt wat zachter en hij voegt ook oosterse instrumenten aan zijn muziek toe wat hem de bijnaam "oosterse rocker" oplevert. Stilaan krijgt hij erkenning en het vertrouwen van andere groten in het genre en daaruit vloeien natuurlijk vruchtbare samenwerkingen, zoals met Charis Alexiou , Eleni Tsaligopoulou , Afroditi Manou, Dimitris Mitropanos, Eleftheria Arvanitaki , Dionysis Savvopoulos en vele vele anderen. Nu zou Nikos Portokaloglou dus aan een tweede start beginnen en het bewijs daarvan zou zijn meest recente cd moeten zijn, die in maart 2009 verscheen. Die heet alvast ' Strofi ' (Draai of ommekeer). Volgens sommigen is het op muzikaal gebied helemaal niet de ommekeer die aangekondigd en dus verwacht werd. Maar hoe dan ook gaan de meeste teksten, zoniet allemaal, wel degelijk over een ommezwaai, over het inslaan van een andere weg na een periode van crisis. Aan deze cd werkten ook de drie muzikanten mee die Nikos Portokaloglou voor dit concert meebrengt. De bezetting op het concert ziet er dan als volgt uit:
Vermoedelijk biedt het programma een mix van oude succesnummers en nieuw werk van zijn meest recente cd. Om te eindigen citeren we hier de woorden van Nikos Portokaloglou (vrij vertaald): "De grootste uitdaging voor mij is om de traditie een eigentijds geluid te geven". En dat is precies wat hij probeert te doen. De concerten in de Music Village hebben een zeer intiem karakter. Er heerst de gemoedelijke sfeer van de kleinschalige muziekclubs van weleer, met goede muziek, grote namen op het podium en echte muziekliefhebbers in de zaal die van de muziek genieten. Daardoor onstaat er een soort samenhorigheidsgevoel en interactie tussen de muzikanten en het publiek.
Op de site sinds: 11/11/2009 Terug naar het begin van deze pagina. Vasilis Tsabropoulos, Anja Lechner & U.T.GandhiMelos Het prestigieuze platenlabel ECM mocht in 2009 veertig kaarsjes uitblazen. ECM (voluit: Edition of Contemporary Music) is een Duits label dat zich vooral toelegt op jazz en hedendaagse, geïmproviseerde muziek. Ze mikken daarbij op kwaliteit: kwalitatief hoogstaande muziek, geschreven en uitgevoerd door uitgelezen muzikanten, opgenomen in de beste omstandigheden en verpakt in een mooie vormgeving. Het is een succesformule die van ECM een top-label maakte, een soort keurmerk zelfs. Dat heeft ECM vooral te danken aan het vakmanschap van haar oprichter en producer Manfred Eicher , een man met een visie en een neus voor nieuwe creaties die het beste uit de muzikanten weet te halen . Uiteraard kiest hij zijn muzikanten met zorg. Dat betekent dat het, als muzikant, zonder meer een referentie is als je opgenomen wordt in de artiestencatalogus van ECM. Een handvol Grieken viel die eer ook te beurt en één van hen is Vasilis Tsabropoulos . Hij staat er zelfs - tot nog toe - zes keer in, waarvan vier keer met eigen werk. Vasilis Tsabropoulos is pianist en componist, maar zijn muziek is van een heel andere dimensie dan wat we ons normaal zoal bij Griekse muziek voorstellen. Hij maakt muziek om stilletjes bij te gaan zitten en luisteren, om bij te bezinnen en mijmeren. Of, zoals sommige commentatoren het uitdrukken: verstilde schoonheid, een moment van rust en contemplatie temidden van een jachtige wereld. Het is dus helemaal geen muziek om op te springen en dansen en bordjes bij stuk te gooien. En toch is de muziek van Tsabropoulos onmiskenbaar Grieks, met duidelijke oosterse en Byzantijnse invloeden. En ze is tegelijk ook uiterst toegankelijk, ook genietbaar voor wie minder thuis is in dit genre. Deze man komt naar België en Nederland voor enkele concerten. Op het programma staat " Melos ", een productie die in 2008 door ECM Records op cd werd uitgebracht. De hoofdmoot op die cd - en dus ook van de tournee - bestaat uit muziek van Vasilis Tsabropoulos zelf. Daarbij bouwt hij verder op zijn vorige werk, waarin hij het tijdloze karakter van de eeuwenoude Byzantijnse hymnen uit de orthodoxe liturgie; maar ook de al even oude traditionele volksmuziek, als uitgangspunt neemt. De onmetelijke schoonheid die daarin vervat zit, probeert hij te verklanken op de piano. Daarbij is de melodielijn uiterst belangrijk. Met het Griekse woord το μέλος (melos) duidden de Byzantijnen een lied of gezang aan, maar dan wel met de nadruk op de melodie, in tegenstelling tot de ρυθμός ( rythmos ) of μέτρον ( metron ). Uit de oude hymnen en volksliederen puurt Tsabropoulos de melodie, die dan telkens weer herhaald en steeds verder uitgewerkt wordt. Toch is het niet alleen door die herhaling dat een aantal nummers van "Melos" zich al bij de eerste beluistering "tussen de oren nestelen", het is eerder omdat de melodietjes zo zuiver en onverdund zijn dat ze meteen aanspreken. Zijn recept lijkt eenvoudiger dan het is. Het is al moeilijk genoeg om iets tot de essentie te herleiden, en als je dat dan gaat uitwerken voel je als pianist al snel de noodzaak om jezelf te bewijzen met technische hoogstandjes, wat natuurlijk betekent dat de beoogde eenvoud finaal de mist ingaat. Geen eenvoudige opgave dus, maar Tsabropoulos is dan ook geen eenvoudige pianist. Hij hoeft al lang niks meer te bewijzen, dat doet zijn goed gevulde prijzenkast voor hem. Techniek? Och kom, hij speelt met het grootste gemak de moeilijkste klassieke stukken voor de meest gerenommeerde symfonie-orkesten overal ter wereld. Doordringen tot de essentie? Wel, naast klassiek pianist is hij ook een overtuigend jazz-pianist, en dat is iets wat weinigen hem nadoen. Meer over dat alles leest u in onze biografie van hem. Wie bang is van Byzantijnse hymnen hoeft dit concert niet te mijden, wel integendeel. Dat blijkt ook al uit de motivatie van Tsabropoulos. Hij vond het jammer dat de hymnen, die aan de basis liggen van zijn eerdere ECM cd "Akroasis" (2003), alleen in de week voor Pasen in de kerk te horen zijn. Bovendien - ook al zegt hij dat zelf niet op die manier - zitten ze zo ingebed in hun specifieke religieuze uitvoeringsvorm dat ze moeilijk te appreciëren zijn voor een niet-orthodox publiek, dat in Byzantijnse gezangen vaak alleen maar "gebrom en gezoem" hoort. Uit dat keurslijf wilde Tsabropoulos ze bevrijden, en afgaande op de lovende kritieken is hij daar wonderwel in geslaagd. Na "Akroasis" volgde nog "Chants, Hymns and Dances" (2004) met een aantal bewerkingen van muziek van de Griekse-Armeense mysticus Georges Ivanovitch Gurdjieff . Ook op "Melos" staan drie bewerkingen van deze fascinerende figuur en daarom vindt u ook over hem en zijn muziek een woordje uitleg in onze biografie van Tsabropoulos . Ook hier is het weer tekenend dat (echte en vermeende) "kenners" van de Gurdjieff-muziek aanvankelijk eerder terughoudend reageerden op "Chants, Hymns and Dances". Het was een "andere" Gurdjieff dan ze gewoon waren, maar toch erkenden ze tegelijk dat Tsabropoulos en Lechner met veel respect gewerkt hadden. Gaandeweg draaiden ze bij en gingen ze zich afvragen of dit misschien toch niet de échte Gurdjieff was. Uiteindelijk werd de cd een enorm succes. "Melos" bouwt daar op verder en lijkt dezelfde richting uit te gaan. Net als op "Chants, Hymns en Dances" wordt Tsabropoulos ook op "Melos" begeleid door de Duitse celliste Anja Lechner. De cello en piano vullen elkaar melodieus goed aan en de cello geeft het geheel een melancholisch karakter. Voor "Melos" werd dit duo uitgebreid met de Italiaanse jazz-drummer en percussionist U.T.Gandhi, die voor een subtiele ritmische noot zorgt. Daarmee heeft u meteen ook de samenstelling van het ensemble dat deze concerten zal brengen. Met " Melos " wordt nog maar eens bewezen hoezeer Griekenland de poort is tussen Oost en West. " Melos " slaat een brug tussen het oosten en het westen, tussen klassieke muziek en improvisatie, tussen traditionele muziek en hedendaagse muziek en tussen liturgische muziek en volksmuziek. Tsabropoulos giet dat alles in een zeer genietbare en zeer toegankelijke vorm, en toch is het muziek met een extra dimensie, muziek om tot rust te komen, zoals Gurdjieff het zou gewild hebben. Zoals gezegd vindt u in onze Achtergrond-rubriek een biografie en beknopte discografie van Vasilis Tsabropoulos , waarin we wat dieper ingaan op zijn leven en zijn werk tot nog toe.
Op de site sinds: 11/01/2010 Terug naar het begin van deze pagina. The Story of Niko and EleniRembetiko-musical van eigen bodem In januari 2006 pakte de vzw Rizes uit met de verrassende productie 'Music roots of Greece 1930-1960' . Het werd een overdonderend succes en de voorstelling werd meerdere keren herhaald. Daarnaast organiseerde de vzw , die ontstond binnen de Griekse gemeenschap in Genk, ook elk jaar een feest, telkens rond een bepaald thema. Maar tussen het feesten door hebben ze niet stilgezeten: er werd in de grootste stilte - nu ja, relatief dan - hard gewerkt aan een vervolg, en de ploeg is nu klaar om daar mee naar buiten te komen. Het is een heuse musical geworden, en bij een musical hoort natuurlijk ook een verhaal. In dit geval gaat het over twee jonge kinderen, Nikos en Eleni . Hun geschiedenis is meteen ook de geschiedenis van de Griekse stadsmuziek, van de rembetiko tot de laïko. Meer details hebben we niet, en als we die hadden zouden we ze misschien toch niet verklappen, kwestie van de spanning er in te houden. Voor de première zijn twee avonden uitgetrokken. Eén daarvan was al half uitverkocht nog voor de officiële kaartverkoop van start ging (op 11 januari 2010). Dat is niet zo abnormaal als u weet dat er ook deze keer weer 33 (drieëndertig!) dansers en acteurs meedoen, die natuurlijk allemaal familie hebben en die familie wil natuurlijk ook zeker zijn van een plaatsje ... De voorstelling duurt 2 uur en 20 minuten. Om het niet al te laat te maken en om iedereen de kans te geven om rustig te eten sluiten de deuren stipt om 20u. U bent gewaarschuwd!
Op de site sinds: 11/01/2010 Terug naar het begin van deze pagina. TsiknopemptiMet de Kretenzers van Luxemburg en Nikos Gounakis Naar jaarlijkse gewoonte organiseert de Vereniging van Kretenzers in Luxemburg (Association des Crétois du Luxembourg - Σύλλογος Κρητών Λουξεμβούργου) een feest ter gelegenheid van Tsiknopempti, en ook deze keer doen ze weer een beroep op Nikos "Pathiaris" Gounakis om voor de muziek te zorgen. Tsiknopempti is de laatste dag waarop er nog vlees mag gegeten worden in de aanloop naar het Paasfeest, en van die gelegenheid zal er op dit feest dankbaar gebruik gemaakt worden. Meer uitleg over de betekenis van Tsiknopempti vindt u nog steeds op onze maart 2007 pagina.
Op de site sinds: 26/01/2010 Terug naar het begin van deze pagina. Traditionele Carnavalsgebruiken in GriekenlandLezing door Miranda Terzopoulou Nauwelijks een week na de verrassende dansstage komt de vzw Tradidanse met een nieuw initiatief: in samenwerking met Kyklos organiseren ze een lezing over "Το πνεύμα των εθίμων και των παραδόσεων της γιορτής της Αποκριάς στην Ελλάδα". Een hele mondvol, maar het zal in elk geval duidelijk zijn dat de lezing in het Grieks gehouden wordt. Dat is niet verwonderlijk want de spreekster komt speciaal hiervoor over uit Griekenland. Letterlijk vertaald gaat het over "De geest van de gebruiken en tradities van het feest van Carnaval in Griekenland". Dat klinkt nogal bombastisch en voor een Nederlandstalig publiek dekt het misschien niet helemaal de lading, want bij "het feest van Carnaval" denkt u mogelijk alleen aan die ene dinsdag waarop u eens flink de bloemetjes mag buitenzetten. We hebben de titel dus vertaald door "Traditionele Carnavalsgebruiken in Griekenland". In Griekenland duurt Apokriá namelijk drie weken en die zitten bijna van de eerste tot de laatste minuut vol met zeer specifieke gebruiken, liederen en dansen, die dan ook nog eens streekgebonden zijn. Veel daarvan is in snel tempo aan het verdwijnen, andere gebruiken houden glansrijk stand. Al die verscheidenheid is jarenlang nauwgezet in kaart gebracht door volkskundigen en musicologen. Voor veldonderzoek naar carnaval zijn er misschien wel kandidaten in overvloed te vinden, maar niet iedereen herinnert zich 's anderendaags nog voldoende om er een boek over te schrijven - of een lezing te geven. Miranda Terzopoulou (Μιράντα Τερζοπούλου) is daar zeer zeker toe in staat. Zij geniet zelfs een stevige reputatie als laografe en etnologe. Ze is verbonden aan het "Κέντρο Έρευνας της Ελληνικής Λαογραφίας" (Centrum voor Onderzoek naar de Griekse Volkskunde) van de Academie van Athene en ze is een medewerkster van de bekende Domna Samiou (voor wie ze onder meer bindteksten schrijft voor haar cd's), maar ze werkte ook samen met bijvoorbeeld Lambros Liavas. Haar belangstelling gaat vooral uit naar de traditionele muziek en naar de bijbehorende liedjes (de dimotika), maar ze doet ook onderzoek naar de traditionele religieuze rituelen. Die combinatie van muziek en rituelen is volop aanwezig in de gebruiken van Apokries (en omdat de muziek daarin zo'n belangrijke rol speelt vonden we dat deze lezing een plaatsje verdiende op onze website). Zoals ook in het Westen gaat het bij het Griekse carnaval in wezen om "heidense" gebruiken uit voor-Christelijke tijden, die door de Kerk "geadopteerd" werden omdat ze niet uitroeibaar bleken. Carnaval, oorspronkelijk een lentefeest, kreeg de rol toebedeeld van "begin van de Vasten". Alvorens hun lichaam en ziel te zuiveren, om klaar te zijn voor het Paasfeest, mochten de mensen eerst nog eens flink hun batterijen opladen, en zo'n aanbod sla je natuurlijk niet af. De Kerk had weinig andere mogelijkheden, want de heidense rituelen waren zo hardnekkig dat ze ook vandaag nog, vele eeuwen later, er nog los doorheen schijnen. De verwijzingen naar de orgieën ter ere van wijngod Dionysius en naar de bacchanalen ter ere van collega Bacchus zijn nooit ver weg, Niet ver genoeg in elk geval voor de Orthodoxe Kerk om er zich gemakkelijk bij te voelen, zo bleek nog maar pas enkele jaren geleden. Domna Samiou, die zich ook al jarenlang bezighoudt met onderzoek naar carnaval, had daar een documentaire over gemaakt en die werd in januari 2005 op tv uitgezonden. Een zekere Theodoros Akridas, voorzanger in Mesolongi, nam aanstoot aan de tekst van enkele liedjes die ze daarin zong. Hij diende klacht in wegens ... zedenschennis. De brave man kreeg zowat heel Griekenland over zich heen. De hele culturele sector schaarde zich als één man achter Samiou en de kreten over censuur en dictatuur waren niet van de lucht. Meer gematigde stemmen wezen er op dat, als er al iemand hiervoor de gevangenis in moest, het dan beslist niet Domna Samiou was: zij had gewoon gedocumenteerd wat er, al duizenden jaren lang, elk jaar plaatsvindt. En politici van zowel regering als oppositie verklaarden - in een zeldzame aanval van eensgezindheid - dat dit echt niet kon. Een regeringswoordvoerder liet opmerken dat "een volk, dat zijn tradities verliest, tot uitsterven gedoemd is". Alleen aartsbisschop Christódoulos, hoofd van de Grieks-Orthodoxe Kerk, nam het op voor zijn zwarte schaapje. Hij zette de uitzending zelfs op één lijn met de blote actieblaadjes die je bij de periptero's kunt kopen. "We moeten onderscheid leren maken", zo verklaarde hij, "tussen de schatten van onze traditie en de ongewenste elementen die daar nog inzitten". Domna Samiou zelf hield zich ver van het strijdgewoel, en toen de media een deskundige nodig hadden voor de gebruikelijke panelgesprekken, deden ze een beroep op - jawel - haar medewerkster Miranda Terzopoulou. Het koelde uiteindelijk zonder blazen, de klacht werd geseponeerd en de traditie kon er weer enkele jaartjes tegen. We weten niet welke aspecten er precies in de lezing aan bod zullen komen, maar, afgaande op de titel, zal het misschien eerder gaan over de achterliggende betekenis van de verschillende gebruiken. Hoe dan ook leek het ons nuttig om eens een beknopt overzicht te maken van het aanbod. We hebben daar nogal kwistig de bijbehorende Griekse termen doorheen gestrooid. Daarmee kan het ook dienen als een soort spoedcursusje carnaval-Grieks, zodat u de lezing misschien wat beter kunt volgen dan met uw school-Grieks alleen (voor die specifieke terminologie, waar mijnheer Akridas zo ondersteboven van was, moet u wel niet bij ons zijn). Zoals dat hoort in een eerste les beginnen we met de tijdsaanduidingen. Met Apokriés duidt men de drie weken aan voor de vasten. Voor de orthodoxen duurt die vasten zeven weken, dus 49 dagen, maar hij heet toch Σαρακοστή (Sarakosti) of Μεγάλη Σαρακοστή ("Grote Sarakosti"). Daarin zit het woord "saranda" (veertig), ten eerste omdat het vroeger maar zes weken waren en ten tweede omdat de week voor Pasen (vanaf de zondag ervoor) niet beschouwd wordt als onderdeel van de Sarakosti. Dit voor de wiskundigen onder u. Dat betekent dat Apokries begint op 60 dagen voor Pasen. Reken het maar na en u zult zien dat het niet helemaal klopt. De drie weken van Apokries worden Τριώδιο (Triodio) genoemd, naar de drie odes (hymnen) die in de kerk gezongen worden. De drie weken hebben elk een eigen naam: Προφωνή (Profoni), Κρεατινή (Kreatini) en Τυρινή (Tyrini), dus de aankondigings-, vlees- en kaasweek. De eerste zou zo heten omdat daarmee de komst van het vervolg aangekondigd werd (vroeger zelfs door een omroeper), zodat de mensen geleidelijk "gas konden terugnemen" in plaats van van de ene dag op de andere aan het vasten te slaan. Ook de rest van de drie weken is daarop ingesteld. In de tweede week, de "vleesweek", mag er nog vlees gegeten worden tot en met de donderdag, de bekende Τσικνοπέμπτη (Tsiknopempti). In de derde week is het alleen nog kaas en andere zuivelproducten, en daarom wordt deze week ook wel de άσπρη εβδομάδα (aspri evdomada, witte week) genoemd. Daarna begint de vasten in ernst: vroeger werd er de eerste drie dagen helemaal niets gegeten. Zoals veel van die aloude tradities heeft ook dit systeem van geleidelijke uitloop een heel erg praktische achtergrond: in een tijd zonder koelkasten en diepvriezers kon je maar beter alle kasten leegmaken voor de vasten begon. De Triodio begint en eindigt op een zondag, dat zijn samen dus vier zondagen die ook elk een eigen naam hebben. Daarvan moet u voor het examen alleen de twee laatste kennen. Dat zijn de Κυριακή της Απόκρεω (Kyriaki tis Apokreo, letterlijk zoiets als "de zondag van het afscheid van het vlees"), die dus inderdaad aan het einde van de "vleesweek" kwam (en die zijn naam genereus liet gebruiken om de hele drieweekse periode aan te duiden), en de Τυρινή Κυριακή (Tyrini Kyriaki, Kaaszondag) die ook wel de Κυριακή της Τυροφάγου (Kyriaki tis Tyrofagou, zondag van de kaaseter) genoemd wordt. Op de avond van Kaaszondag is er de συγχώρεση (synchoresi, verontschuldiging) waarbij men elkaar vergiffenis vraagt en schenkt. Zo kan men met een schone lei naar de volgende dag, de Καθαρή Δευτέρα of ook Καθαρά Δευτέρα (Kathari of Kathara Deftera, Propere Maandag). Die heet zo omdat dan de vasten begon, de kookpotten moesten dus schoongemaakt en opgeborgen worden tot Pasen. De drie zaterdagen van de Triodio zijn de ψυχοσάββατα (psychosavvata) of zielezaterdagen, omdat dan de doden herdacht worden. Er zijn - uiteraard - nog meer namen en nog veel meer variaties op deze namen, maar dat is stof voor de cursus "carnavalogie voor gevorderden". Gedurende deze drie weken wordt er flink gefeest en gedanst, en er worden volop σκωπτικά τραγούδια (skoptika tragoudia, spotliederen) gezongen. Die spot is dikwijls heel expliciet en/of heel scherp. Zowat overal in Griekenland komen er ook vermommingen ( μεταμφιέσεις , metamfiesies) aan te pas. Vaak zijn er ook optochten in allerlei vormen. De carnavalstoet van Patras, het hoogtepunt van het Πατρινό Καρναβάλι (Patrino Karnavali) lijkt als twee druppels water op de Duitse en Belgische stoeten: rijkelijk versierde praalwagens en groepen die vaak de spot drijven met allerlei binnenlandse en buitenlandse personaliteiten of met een actueel thema. Het gebruik zou in 1829 zijn ontstaan maar in het begin van de twintigste eeuw verdween het voor een tijdje, omdat Griekenland in die periode de ene oorlog na de andere te verwerken kreeg. Rond 1950 waren er pogingen om het nieuw leven in te blazen maar niet iedereen kon de - niet bepaald subtiele - spot waarderen dus er was nogal wat tegenkanting, als de censuur al niet ingreep. Pas na de val van de Kolonels , in 1974, werd een nieuw begin gemaakt en tegenwoordig hoort dit carnaval bij de grootste van Europa. Het zou misschien zelfs Rio de Janeiro naar de kroon steken maar daar is het in die tijd van het jaar in Griekenland niet warm genoeg voor. Ook in andere grote steden en voorsteden, zoals Xanthi en Moschato, begint deze Westerse vorm van carnaval op te rukken. Zodra we de grote steden verlaten zitten we meteen in een heel andere sfeer. Daar zien we allerlei dansende dieren door de dorpen trekken. Er zijn kamelen, draken, beren, bokken en nog veel meer. De kamelen bijvoorbeeld, de Ντιβιτζίδες (Divitzides), maken enkele vluchtelingendorpen in Noord-Griekenland onveilig. Het gebruik kwam samen met hen uit Noord-Thracië (Bulgarije). Meer bekend zijn de Φλαμουριώτες (Flamouriotes, letterlijk vaandeldragers), die een beetje lijken op gorilla's maar dan met een hele hoge muts met linten op het hoofd. Dat alles gaat vaak gepaard met oorverdovend belgerinkel. De dansbeesten zijn immers rijkelijk behangen met bellen van het type dat je normaal rond de nek van schapen en geiten vindt, maar dan van een groter model. Daarom worden ze ook Κουδουνάτοι genoemd (koudouni = bel). Dat gebruik wordt al eens in verband gebracht met het verjagen van de boze geesten, of het verjagen van de winter (carnaval was een heidens lentefeest, weet u nog wel?). Op Kefalonia gaat het er, onder Italiaanse invloed, wat eleganter aan toe: daar beelden de dansers op sierlijke wijze een hanengevecht uit. Ook elders in Griekenland vindt men gelijkaardige μιμικοί χοροί (mime-dansen), overigens niet alleen met carnaval. Maar het zijn niet alleen de dieren die dansen: er zijn ook de Κορέλες (Koreles), als vrouw verklede mannen. In Naoussa zijn die er ook, daar heten ze Μπούλες (Boules), en er zijn daar ook dansende en gemaskerde Γενίτσαροι (Yenitsari), maar in plaats van een Janitsaren-kostuum dragen die een foustanella. En natuurlijk zijn er niet overal verplichte thema's, in vele dorpen zijn de vermommingen alleen afhankelijk van de fantasie van de drager. Vroeger werden de costuums zelf gemaakt, tegenwoordig worden ze vaak gekocht. Voor alle duidelijkheid: al dat dansen waar we het over hadden, dat is niet zomaar wat gehuppel, het zijn wel degelijk volwaardige volksdansen. Soms is die dans typisch voor carnaval maar vaak zijn het "standaard" dansen, zoals een tsamikos of een kalamatianos, die voorzien worden van een spottende of humoristische tekst, die dan alleen met carnaval gezongen wordt. Een voorbeeld van een "carnaval-dans" is de γαϊτανάκι (gaitanaki), die ook buiten Griekenland in gebruik is als meiboomdans. De dansers cirkelen rond een paal waaraan veelkleurige linten hangen. Elke danser houdt het uiteinde van een lint vast en al dansend worden die in elkaar gevlochten. In West-Europa neemt men aan dat we hier te maken hebben met een oeroud Germaans vruchtbaarheidssymbool, in Griekenland zijn het de vluchtelingen die de gaitanaki meebrachten uit de Pontos en uit Klein-Azië. Op vele plaatsen worden er ook sketches opgevoerd. In sommige streken zijn de acteurs vrijwilligers, die deze taak jaren na elkaar op zich nemen, en het hele dorp zit zich een heel jaar in spanning af te vragen wat ze deze keer weer verzonnen zullen hebben. Een steeds terugkerend thema is de βλαχικός γάμος (vlachikos gamos, vlachenhuwelijk) waarbij een als vrouw verklede man in het huwelijksbootje stapt met een als man verklede man. Dat een en ander niet altijd even geschikt is voor puriteinse procantors laat zich raden. De minderjarige kinderen in het publiek lijken er daarentegen geen moeite mee te hebben, die lachen even uitbundig als hun ouders. In Thracië en op vele andere plaatsen valt dit "schijnhuwelijk" op Kathari Deftera. Daar worden de acteurs door de dorpsgemeenschap aangesteld, telkens voor een periode van vier jaar. Voor de rol van de bruid kiest men een flinke maar slankgebouwde jongeman. Die moet vrijgezel zijn en hij moet ook beloven dat hij gedurende die vier jaar niet écht zal trouwen. Op Chios voert men de Αγά op, waarbij een rechtszaak uit de Turkse tijd uitgebeeld wordt. In Tyrnavos bereidt men, al dansend en onder het zingen van spotliedjes, de Μπουρανί (Bourani), een speciale soep. En overal in West-Macedonië worden enorme brandstapels, de Μπουμπούνες (Boubounes), aangestoken. Al deze feesten worden in en door de gemeenschap gevierd, maar er zijn uiteraard ook nog een heleboel andere grote en kleine tradities voor gebruik in familiekring. Op "Kaaszondag", dus de laatste zondag van Apokries en het einde van de "witte week", mogen de vrouwen hun haar niet wassen want anders wordt het meteen wit. Je kiest die dag beter ook niet uit om te trouwen want het huwelijk zal toch geen stand houden. In de Pontos staken de huisvrouwen die dag zeven kippevleugels in een aardappel of een ui, en elke week plukten ze er eentje weer uit. Op die manier wist het hele gezin ongeveer hoeveel nachtjes het nog slapen was tot Pasen. En op Kathari Deftera laten kleine en grote kinderen letterlijk een vlieger op. De hele familie trekt er op uit en op de Lykavittos-heuvel in Athene is het dan eivol. Enkele onderzoekers zijn van mening dat we al die gebruiken, die we vandaag in het kader van carnaval aantreffen, in een bredere context moeten zien. De Kerk zou indertijd slechts een deel van de aloude heidense riten aan de kapstok van (het begin van) de christelijke vasten hebben kunnen ophangen. Een aantal gebruiken zouden er afgevallen zijn en sommige daarvan bestaan nog steeds. Dus moeten we die ook in dezelfde context bekijken en ze samen bestuderen met de "eigenlijke" carnavalsgebruiken. Een voorbeeld daarvan zijn de Καλ(λ)ικάντζαροι (Kalikantzari), die we uitgebreid bespraken op onze januari 2005 maandpagina, naar aanleiding van een activiteit van - alweer - Tradidanse. De kalikantzari zijn mythische wezens die de mensenwereld onveilig komen maken tijdens de Δωδεκαήμερο (Dodekaimero), de Twaalf Dagen tussen Kerstmis en Driekoningen. Niet gerelateerd dus aan het hedendaagse carnaval, maar ook deze traditie gaat terug op de aloude rituelen ter ere van Dionysius. En ook in deze periode zijn er op verschillende plaatsen in Griekenland nog altijd carnavaleske verkleedpartijen, dansende kamelen, pseudo-huwelijken en dergelijke. Een ander voorbeeld zijn de Αναστενάρια (Anastenaria), de driedaagse feesten in Noord-Griekenland, die de wetenschap nog altijd voor een raadsel stellen. Op het hoogtepunt daarvan lopen de dansers namelijk op blote voeten over gloeiende kolen zonder daar brandwonden aan over te houden. Het heeft natuurlijk een hoog spektakelgehalte en er komen dan ook vele kijklustigen op af, maar op de een of andere manier is men er blijkbaar toch in geslaagd om het (nog) niet tot een kermisattractie te laten verworden. De feesten beginnen op 21 mei, feestdag van Agios Konstantinos en Eleni. Ze zijn dus niet gerelateerd aan de veranderlijke datum van Pasen maar ook hier zou er wel een verband zijn met onze aloude vriend Dionysios. Het gebruik zou afkomstig zijn uit Bulgarije (waar het ook nog steeds bestaat) en door Griekse vluchtelingen mee naar Griekenland gebracht zijn. Enkelen vluchtten in de andere richting en zo vindt men ook Anastenaria op de Krim. Met dit alles heeft u alvast een indruk van de enorme verscheidenheid die rond het thema "carnaval" in Griekenland te vinden is. Denk niet dat alles hiermee gezegd is, we hebben integendeel alleen maar het tipje van de ijsberg een beetje in kaart kunnen brengen. En ook wij weten niet wat Miranda Terzopoulou zal komen vertellen maar nu weet u in elk geval waar het over gaat als u haar over een "Tyrini Kyriaki" hoort praten. Schrik toch maar niet als ze in plaats daarvan de term Κυριακή της Τυρινής gebruikt ...
Op de site sinds: 01/02/2010 Terug naar het begin van deze pagina. Hommage aan Manos HadjidakisMet Vasilis Lekkas en Irina Valentinova De Griekse vereniging "Ελληνικός Κύκλος Σύγχρονων Μελετών" ( Ellinikos Kyklos Synchronon Meleton - Griekse Kring voor Eigentijdse Studies), kortweg Kyklos genoemd, organiseert een "Hommage aan Manos Hadjidakis ". Deze voorstelling, die in totaal meer dan twee uur zou duren, is opgedeeld in zes modules. Elke module belicht één aspect van het leven en het werk van Hadjidakis , bijvoorbeeld: " Manos en Melina ", "Manos en de film", " Manos en de dichters", enzovoorts. Elk thema wordt ingeleid met een korte voordracht, die geïllustreerd wordt met beeldmateriaal: foto's, video's, filmfragmenten en dergelijke. Dan wordt het thema muzikaal uitgewerkt met bijbehorende muziek van Hadjidakis , gezongen door Vasilis Lekkas die op piano begeleid wordt door Irina Valentinova . De samensteller en spreker is Nikos Papageorgiou , die hiermee niet aan zijn proefstuk toe is. Hij zette eerder al verschillende andere hommages op touw. Vorig jaar, ter gelegenheid van het "Ritsos-jaar", realiseerde hij bijvoorbeeld verschillende muzikale herdenkingen voor deze grote dichter. De meeste daarvan vonden plaats in Griekenland, maar hij zat ook achter de Ritsos-herdenking van Kyklos in november 2009 in Brussel. De uitleg zal in het Grieks gegeven worden, maar er is gezorgd voor een Nederlandstalige vertaling. Een simultaanvertaling, met koptelefoons en dergelijke, zou natuurlijk ideaal geweest zijn maar dat valt buiten de technische (en budgettaire) mogelijkheden. Er wordt nu gedacht aan het simultaan projecteren van een Franse versie en misschien ook een Nederlandse. Maar hoe dan ook zal er een gedrukte Nederlandse vertaling van de integrale tekst van de uitleg beschikbaar zijn. Er is ook een programmablaadje in het Nederlands voorzien. Let op: het zijn drie aparte programma's, eentje per taal. Zorg dus dat u een exemplaar in de juiste taal neemt. Dat is ook voor de organisatoren belangrijk, in verband met eventuele volgende evenementen.. De taal van de muziek zelf is hoe dan ook universeel... De naam van de componist Manos Hadjidakis ( Μάνος Χατζιδάκις , 1925-1994) zal wel bekend zijn bij iedere liefhebber van Griekse muziek. Ook ver buiten dat selecte gezelschap is hij bekend als componist van "Never on Sunday" (eigenlijk Τα παιδιά του Πειραιά , Ta Pedia tou Pirea ), het kenwijsje van de gelijknamige film uit 1960 met Melina Merkouri (1920-1994) in de hoofdrol. Hij wordt meestal op één lijn geplaatst met andere grote componisten als Mikis Theodorakis en Stavros Xarchakos . Zijn invloed op de hedendaagse Griekse muziek is onschatbaar, en dat niet alleen door zijn muziek zelf. Die heeft sowieso een enorme impact gehad, veel van zijn platen worden niet voor niets als mijlpalen beschouwd. Maar Hadjidakis kon ook feilloos de sterke en zwakke kanten detecteren van de aankomende zangers en zangeressen waar hij mee te maken kreeg. Dan gaf hij met één zinnetje aan waar volgens hem de carrière naartoe moest. Dat was niet altijd wat de artiest zelf voor ogen had gehad maar het was wel altijd midden in de roos. In de lijst van de top-artiesten van de laatste decennia prijken dan ook verbazend veel van zijn "pupillen". Alleen al in de biografieën op onze eigen website bijvoorbeeld staat zijn naam helemaal aan het begin van de carrière van Loudovikos ton Anogion , Elli Paspala , Nana Mouskouri , Nena Venetsanou , Savina Yannatou , Panayotis Kalantzopoulos en Vasilis Lekkas . En, zoals u daar kunt lezen, die steken hun erkentelijkheid niet bepaald onder stoelen of banken. Het lijstje is zeker niet volledig maar zelfs dan blijkt duidelijk dat het niet allemaal "typische Hadjidakis-zanger(e)s(en)" zijn. Het is inderdaad kenmerkend voor Hadjidakis dat hij zeker niet gedreven werd door eigenbelang. Hij probeerde niet per definitie om aankomend talent aan zich te binden, zijn "wegwijzers" konden je evengoed een heel andere richting uitsturen als hij dat beter voor jou vond. Het maakt zijn verdienste voor de o zo veelzijdige Griekse muziek alleen maar groter. In Griekenland wordt Hadjidakis regelmatig geëerd, maar in Brussel was het tot nog toe wat minder. Geen wonder dus dat enkele mensen van Kyklos vonden dat daar, vijftien jaar na de dood van de componist, wel wat mocht aan gedaan worden. Geen wonder ook dat de bekende zanger Vasilis Lekkas onmiddellijk bereid was om daaraan mee te werken: hij heeft veel aan Hadjidakis te danken. Mocht het u ontgaan zijn: zijn naam staat ook in het rijtje hierboven (de details kunt u nalezen in onze biografie van hem ). Ook aan Irina Valentinova ( Ιρίνα Βαλεντίνοβα ) moesten ze het geen twee keer vragen. Haar naam staat weliswaar niet in het rijtje maar dat komt alleen maar omdat we (nog) geen bio van haar hadden: ze was (bij ons weten) immers nog niet eerder in België of Nederland. Ze werd in Moskou geboren maar dat had u uit haar naam niet kunnen afleiden want het is een pseudoniem, haar echte naam is Irina Karpouchina. Haar familie was zeer muzikaal: vader was saxofonist, moeder en grootmoeder waren opera-zangeressen en grootvader leidde een kerkkoor. Ze studeerde piano en muziektheorie aan het prestigieuze Tsjaikovsky Conservatorium van Moskou. De hele Russische muzikale top van de laatste honderdvijftig jaar heeft daar hun opleiding gekregen (of anders aan het iets oudere conservatorium van Sint-Petersburg). Bijna twintig jaar geleden kwam Irina naar Griekenland en daar werd haar uitzonderlijk talent al meteen opgemerkt door ... Manos Hadjidakis . Het was niet alleen de combinatie van een gedegen technische en theoretische bagage met een sterk ontwikkeld muzikaal gevoel die hem opviel. Hij begreep al snel dat ze ook nog een "absoluut gehoor" had, het vermogen om tonen te kunnen benoemen zonder daar een referentietoon voor nodig te hebben. In het Engels wordt dat "absolute pitch" genoemd en het is vrij zeldzaam: de meeste muzikanten hebben een "relatief gehoor". Hij had meteen de geknipte opdracht voor haar: ze kreeg een hele stapel van zijn werken op haar bord. De orkestwerken moesten bewerkt worden voor piano en zang, de pianowerken herwerkt voor een meer uitgebreide bezetting. Dat was in 1992. Een jaar later speelt ze piano op de plaat "Music on stage" , met muziek voor film, televisie en toneel van Nikos Kypourgos , zelf een uitzonderlijk begaafd componist en een trouwe medewerker van Hadjidakis . In 1994 overlijdt Hadjidakis en daarmee valt ook het door hem opgerichte en geleide Orchestra of Colours (Ορχήστρα των Χρωμάτων) even stil. Maar nog geen jaar later staan ze er weer, op een nieuwe leest geschoeid maar met dezelfde bezieling en visie als vroeger. Ze maken al meteen een sterk begin met de postume première van Το Χαμόγελο της Τζοκόντας (De glimlach van de Mona Lisa). Hadjidakis had dit orkestwerk geschreven in 1964 en het was toen ook wel op plaat gezet, maar nu was het de eerste keer dat het live uitgevoerd werd. De bewerking was van ... Irina Valentinova . Zij blijft nog een tijdje betrokken bij de muziek van Hadjidakis en ze blijft ook samenwerken met Nikos Kypourgos : ze speelt piano op een aantal platen en bij optredens van hem. Maar haar talent wordt ook door anderen opgemerkt en dat resulteert in samenwerkingen met Vangelis Papathanasiou (Βαγγέλης Παπαθανασίου, internationaal bekend als "Vangelis"), Stavros Xarchakos , Savina Yannatou , Alkinoos Ioannidis , Maria Farantouri en een heleboel anderen. Dat betekent ook dat ze zowat alle zangers en zangeressen heeft begeleid die in dit genre, de "betere endechna", enige bekendheid genieten: Nena Venetsanou , Dimitra Galani , Elli Paspala , Manolis Lidakis .... Een ander hoogtepunt uit haar carrière is de cd Odyssia (Οδύσσεια) van Mikis Theodorakis die in 2007 verschijnt. Maria Farantouri zingt teksten van Kostas Kartelias (Κώστας Καρτελιάς), maar ook de naam van Irina Valentinova staat op de hoes. Drie keer zelfs: orkestratie, muzikale leiding, piano. Voor dit evenement werkt Kyklos samen met het CRE, het "Centrum voor Relaties in Europa", een vzw die ressorteert onder de gemeente Sint-Pieters-Woluwe.
Op de site sinds: 02/02/2010 Terug naar het begin van deze pagina. VinylioRembetika - The Greek blues Yannis Sarris ( peervormige bouzouki en zang) en Maria Spyroglou (zang en defi ) deden vorige maand een nieuwe rentree onder de naam Vinylio . Samen met gitarist Dimitris speelden ze op zondagmiddag 17 januari in de Art Base een meer dan geslaagde rembetika -matinee. Een dubbele première, zo bleek, want deze muzikanten zijn het gewend om 's avonds en 's nachts op te treden. De stemmen en spieren moesten op dit vroege (?) uur nog wat loskomen, zo vertelden ze ons zelf, maar aan het resultaat was dat alvast niet te horen. Voor dit tweede concert programmeert Art Base het rembetika -groepje toch maar weer op een zaterdagavond, kwestie van de muzikanten niet helemaal te ontregelen. De bezetting ziet er deze keer als volgt uit:
In april zal Vinylio meermaals te horen en te zien zijn, in een voor hen min of meer natuurlijke omgeving: in het rembetiko -café op het Balkan Trafik 2010 festival in Bozar. Houdt u van een rustiger omgeving of van een voorproefje, of bent u helemaal weg van de Griekse rembetika , dan kunt u in februari in de Art Base terecht.
Op de site sinds: 16/02/2010 Terug naar het begin van deze pagina. |
||||||||||||||||||||||||||||
|