|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Biografieën van de website over Griekse MuziekEleonora Zouganeli"De stem die de liedjes omhelst en verwarmt"
In 2004 begon Eleonora Zouganeli (Ελεωνόρα Ζουγανέλη) voor het eerst met live optredens. Ze was toen nog een onbekend zangeresje, net 21 geworden. Intussen, op haar dertigste, heeft ze vier eigen albums op haar naam staan, die stuk voor stuk goud behaalden en waarvan er twee zelfs doorstootten naar platina. Haar concerten verkopen steevast uit, en het maakt dan geen verschil of ze het hele winterseizoen lang optreedt in de club "Stavrós tou Notou", of in het openluchttheater "Theatro Vrachon", met 6000 zitplaatsen. Het resultaat is altijd eender: overal verschijnt het bordje "sold out" . Nu zijn er wel meer jonge artiesten die de laatste tijd veel volk trekken, maar dat is dan vooral jong volk. De oudere generatie ziet die "artiesten" als producten van de hamburgercultuur en heeft er geen goed woord voor over. Eleonora Zouganeli daarentegen is populair bij jong én oud, ook met haar eigen repertoire, dat toch onmiskenbaar modern is. Sterker nog: samen met enkele van haar medewerkers van dezelfde generatie als zij, de componisten en tekstschrijvers die haar liedjes schrijven, wordt ze door de "oude garde" gezien als de voorbode van de heropleving van het Goede Griekse Lied, een genre dat zij al dood en begraven waanden. Voor een verklaring van dit merkwaardige fenomeen moeten we eigenlijk helemaal terug naar 1983, het jaar waarin ze geboren werd als dochter van Yannis Zouganelis en Isidora Sideri , twee - toen al - bekende toneelspelers. Maar vader Yannis is nog veel meer dan acteur, hij is zelf ook zanger en componist. Hij schreef de muziek voor een honderdtal toneelstukken, balletvoorstellingen, tv-series en films, en daarnaast heeft hij ook nog liedjes geleverd voor zowat zestig platen. In de lijst van meer dan veertig zangers en zangeressen, die liedjes van hem in hun repertoire opgenomen hebben, staan heel wat bekende namen, zoals Eleni Dimou , Tania Tsanaklidou , Afroditi Manou, Vasilis Papakonstantinou , Yannis Koutras , ... en dan zouden we nog bijna Yorgos Dalaras vergeten. Ook haar moeder Isidora Sideri is een begaafd zangeres. Ze is weliswaar al een hele poos geleden gestopt met zingen op regelmatige basis, maar dat neemt niet weg dat ze vier eigen platen uitbracht en meewerkte aan meer dan twintig andere. Haar eerste plaat verscheen in 1975, toen ze net 21 was. Enkele jaren later, in 1981, liet ze zich opmerken tijdens de liedjeswedstrijd die Manos Hadjidakis op Kerkyra organiseerde. Ze mocht met de andere winnaars mee op de plaat die hiervan uitgebracht werd, en daar prijkt haar naam in het illustere gezelschap van onder meer Sonia Theodoridou , Vasilis Lekkas , Penny Xenaki, Tania Tsanaklidou , en natuurlijk ook Kristi Stassinopoúlou . In de biografie van deze laatste leest u meer over de belangrijke rol die deze wedstrijd speelde in de Griekse muziekgeschiedenis, maar het zal duidelijk zijn dat Isidora Sideri niet bepaald een middelmatig zangeresje was. Hadjidakis bleef haar trouwens steunen, onder meer met zijn album "Tragoudia Agapis" (Liefdesliedjes) uit 1989, waar ze vijf liedjes op zingt. Maar de meeste van haar platen zijn toch wel in samenwerking met haar echtgenoot Yannis , en ook als actrice deelde ze vaak het podium met hem. Fase nul: jeugd in de coulissenMet twee dergelijke bomen kon de oogappel daar niet ver vandaan vallen, en de kleine Eleonora leek voorbestemd om in de voetsporen van haar ouders te treden. Dat is inderdaad wat ze deed, vanaf haar eerste kinderpasjes, en dat zelfs letterlijk. Haar ouders waren in die periode namelijk druk bezig met optreden in musicals en muziektheater, en tussendoor ook nog met plaatopnames. Ze waren bijna nooit thuis en daarom namen ze Eleonora gewoon mee naar hun werk. Het meisje speelde verstoppertje in de coulissen en sliep in de kleedkamers en was er verder overal bij: bij de repetities en bij de voorstellingen, bij de plaatopnames, bij de fotosessies voor de affiches en de platenhoezen, .... Het is dan ook niet overdreven om te zeggen dat ze opgroeide in het theater en in de studio. Zelf heeft ze daar goede herinneringen aan. Op haar vierde, in 1987, zong ze twee nummertjes mee op een plaat van haar vader, in duet met hem. Het was een plaat met kindermuziek, want ook daar heeft Yannis Zouganelis heel wat van geschreven. In 1996, toen ze dertien was, blikte hij haar stem nog eens in op een andere kinderplaat van hem. Ook de derde en haar vierde plaat in haar discografie (respectievelijk verschenen in 2001 en 2002) zijn van haar vader, maar deze keer zijn het modern aandoende nummers over Mykonos, waarvan dochter Eleonora er een paar meezingt. Het was dus duidelijk dat Eleonora zangeres zou worden als ze groot was. Of toch niet? Zelf wist ze het niet zo goed, maar ze zag zichzelf misschien toch eerder als actrice en dus ging ze toneelschool volgen. Dat zou haar in elk geval van pas komen, dacht ze, zelfs als ze zangeres zou worden. Fase één: de "tweede audiëntie"In 2004 had ze haar kersverse diploma op zak en ze kon werk gaan zoeken. Maar tijdens de zomervakantie loopt heel Athene leeg, ook de theaters zijn dan gesloten en er worden geen audiënties afgenomen. Haar oog viel op een aankondiging van een wedstrijd voor jonge muzikanten. Die werd georganiseerd door een klein platenlabel, dat "Mikri Arktos" ( Μικρή Άρκτος , Kleine Beer) heet, net als het sterrenbeeld. In tegenstelling tot de grote beren in de markt willen zij minder bekende artiesten een kans geven. Hun wedstrijd had dan ook een duidelijk doel: ze wilden jong talent boven water krijgen, ongeveer op dezelfde manier als Manos Hadjidakis dat twee decennia eerder had gedaan. Het was al de tweede keer dat ze die wedstrijd organiseerden, de eerste keer was in 2002 en toen heette die "Proti Akroasi" ( Πρώτη Ακρόαση ). Letterlijk betekent dat iets als "Eerste beluistering" maar "akroasi" is ook een audiëntie. Het lag dan voor de hand dat de tweede editie de naam "Defteri Akroasi" ( Δεύτερη Ακρόαση ) meekreeg, "Tweede audiëntie" dus. De spelregels waren eenvoudig: de kandidaten moesten jong zijn, maximum 30, en ze mochten nog geen plaat onder eigen naam uitgebracht hebben. De kandidaturen stroomden toe, uit alle hoeken van Griekenland. In totaal waren het er bijna duizend, verdeeld over twee categorieën: "auteurs" en "vertolkers". Ook Eleonora Zouganeli voldeed aan de voorwaarden en ze had toch niets beters om handen, dus ze dacht "waarom niet?" en ze deed mee.
Uit de zeshonderd inzendingen in de categorie "auteurs" werden zeventien liedjes geselecteerd van in totaal vijftien tekstschrijvers en componisten. In de categorie van de zangers en zangeressen was de selectie nog drastischer: van de 350 werden er amper zes weerhouden. Onder hen ook Eleonora Zouganeli. Ze mocht dus ook mee op de cd die in 2004 uitgebracht wordt met de winnaars. Die heet uiteraard "Defteri Akroasi" en die geldt als haar debuut-cd, ook al is het de vijfde cd waar ze op meezingt. Op die cd stonden nog enkele andere laureaten die later van zich zouden doen spreken, waaronder Natassa Bofíliou . Zij en Eleonora zouden later, in 2007, door het muziektijdschrift Difono getipt worden als vertegenwoordigers van de nieuwe aanstormende generatie die het tegen 2010 zouden gaan maken. Ook Yannis Charoulis leek hen veelbelovend. Hij had weliswaar niet mogen meedoen aan de "Defteri Akroasi" maar dat was enkel omdat hij toen al een eigen plaat had uitgebracht. En tussen haakjes: in 2006 kondigde Mikri Arktos de "Derde audiëntie" aan. Deze keer kwamen er meer dan 7000 inzendingen binnen, maar geen enkele kon overtuigen en de wedstrijd werd afgeblazen. Toch was de selectie niet strenger dan in 2004. Fase twee: vier jaar harde praktijktrainingOndanks dit succes was Eleonora Zouganeli nog niet helemaal overtuigd dat ze een toekomst had als zangeres. Het was niemand minder dan Yorgos Dalaras die haar over de streep trok, en hij deed dat op een heel eigen manier. Hij vroeg haar om samen met hem op te treden tijdens het winterseizoen 2004-2005. Antonis Remos zou ook meedoen. Veel meisjes van haar leeftijd zouden ter plekke in zwijm gevallen zijn, maar niet Eleonora. Ze was het podium gewend en ze kende Dalaras vooral als vriend van haar vader, en niet zozeer als een mega-ster, dus ze dacht alweer "waarom niet?" en ze stemde toe. Toen het zover was kreeg ze er bijna spijt van, want de optredens waren in de "Arena" en dat is een reusachtige club, met z'n 3000 plaatsen een ietsepietsie groter dan het feestzaaltje in de middelbare school, de enige plaats waar ze eerder al in het publiek gezongen had. Ze zweette water en bloed maar ze hield vol, geholpen door Dalaras en Remos die haar de knepen van het vak bijbrachten. Ze ondervond dat het niet genoeg is om een beetje stem te hebben en de juiste toon te kunnen aanhouden, maar dat er veel meer komt bij kijken. Ze leerde hoe ze zich op het podium moest gedragen en hoe ze het contact met het publiek kon opbouwen en nog veel meer. Het waren intense maanden, vol stress, avond na avond, en ze vroeg zich meer dan één keer vertwijfeld af: "Is het dát nu wat ik wil gaan doen?". Maar ze hield vol en het ging steeds beter, ook al was ze zo gespannen dat ze dat eerst niet in de gaten had. Maar de reacties van het publiek werden steeds positiever en dan ineens, toen de reeks optredens bijna achter de rug was, realiseerde ze zich: "hé, ik kan het!".
Dat had Yorgos Dalaras natuurlijk meteen begrepen, anders had hij haar niet mee op het podium genomen. Maar hij was nog niet klaar met haar. Hij vroeg haar om een liedje mee te zingen op een cd van het gerenommeerde orkest " Estoudiantina Neas Ionias" , waarvan hij de producer is. Zo gezegd, zo gedaan, maar deze keer was Eleonora toch wel wat opgelucht toen de opname veilig en wel ingeblikt was. Toen zei Dalaras "wil je nu ook dit andere liedje eens zingen?" Ze protesteerde, want dat was een veel lagere toon dan ze gewend was, dat was iets voor een mannenstem. "Dat weet ik wel", zei Dalaras , "maar het is een nieuw liedje, ik zou graag eens horen hoe het klinkt, en we zijn hier nu toch allemaal bij elkaar. Ik zing de tweede stem. OK?". Eleonora vond het wel een grappig idee, zij als man, en het was toch maar een probeersel, dus ze deed wat hij vroeg. Gelukkig zag ze niet dat hij de opnametechnici een teken gaf, en ze zag uiteraard ook niet hoe het lampje "opname" buiten de studio aanfloepte, want anders zou ze er niets van terecht gebracht hebben wegens te veel zenuwen. Maar nu was ze op haar gemak en ze zong zonder er bij na te denken. Toen ze het resultaat hoorde moest ze toegeven dat het helemaal niet slecht was. Dalaras had haar doen inzien wat hij zelf meteen gehoord had: ze heeft een uitstekende stem met enorm veel mogelijkheden. Op de cd, die in april 2006 uitgebracht werd onder de titel "Dakry sto yalí" ( "Δάκρυ στο Γυαλί" , Tranen op glas), staan nog twee andere nieuwkomers, Adriana Bábali en Yannis Charoulis , maar al de andere zangers zijn gevestigde waarden: Glykeria , Pandelís Thalassinós , Dimitris Bassis , Areti Ketime , en natuurlijk ook Yorgos Dalaras himself. Achteraf gezien had Eleonora kunnen weten dat er iets niet klopte: Dalaras zingt haast nooit de tweede stem... Duetten genoeg, maar de tweede stem bijna nooit. Vroeger deed hij dat soms wel, bijvoorbeeld voor Poly Panou of Charis Alexiou , allebei in 1985, maar later viel die eer nog slechts weinigen te beurt. Als hij dan al een uitzondering maakt, dan is het ofwel voor iemand als de alom gerespecteerde Eleni Vitali (op een cd met liedjes van haarzelf, verschenen in 2008), ofwel voor een nieuwkomer die hij uitdrukkelijk wil steunen. Eleonora Zouganeli is daar één voorbeeld van, andere zijn Adriana Bábali (op dezelfde cd "Dakry sto yali" ) of Maria Spyropoulou (op haar tweede cd uit 2005). Ook de componist van het liedje, Michalis Koumbiós , is er vast van overtuigd dat Dalaras "met voorbedachten rade" heeft gehandeld. Het liedje heet "Όταν πέφτει το βράδυ" ( Otan pefti to vrady , Als de avond valt) en de tekst (van Nikos Stathopoulos) roept de sfeer op van de invallende duisternis die alle dingen wazig en geheimzinnig maakt. Het is de "εποχή των ψιθύρων" , de "tijd der fluisteringen", omdat je niet de aandacht wil trekken van de boze geesten die dan op pad gaan. Die onwerkelijke en ietwat surrealistische sfeer ( "ένα πλοίο από χιόνι, μια τσιγγάνα στα μαύρα, ένα σκάρτο πετράδι" - "een boot van sneeuw, een zigeunerin in het zwart, een waardeloze edelsteen") had Koumbiós proberen op te roepen met zijn muziek, en de stem van Eleonora, klinkend als een man maar toch onmiskenbaar vrouwelijk, past daar wonderwel bij. De sublieme orkestratie van Andreas Katsigiannis deed de rest. Dalaras wist wat hij deed. Koumbiós was een tijdje hoofdredacteur geweest van het muziektijdschrift Difono maar had dan zijn oude liefde weer opgenomen: het schrijven van muziek. Dit liedje was daar het eerste resultaat van. Difono wilde weliswaar de goede muziek promoten maar anderzijds probeerde het toch ook de ontwikkelingen binnen de Griekse muziekscène op de voet te volgen. Koubios wist dus perfect wat voor rotzooi er zoal op de radio te horen was, en hij verwachtte niet dat dit liedje, dat toch wat "moeilijker" was, een succes zou worden. Toch was dat precies wat er gebeurde. Hij was niet de eerste die het Griekse publiek onderschatte. Vele jaren eerder had ook de directeur van de platenmaatschappij Lyra dat gedaan, toen Thanos Mikroutsikos bij hem kwam aankloppen met zijn muziek bij de gedichten van Nikos Kavvadías . De plaat "Stavros tou Notou" (Zuiderkruis), gezongen door Yannis Koutras , werd een weergaloos succes en ze is nog altijd populair. In de zomer van 2005 hadden Mikroutsikos en Koutras met deze muziek nog maar eens een reeks concerten in heel Griekenland en Cyprus op stapel staan. Maar Yannis Koutras had Eleonora Zouganeli horen zingen. Ook hij is een vriend van haar vader, en hij had Eleonora gekend als klein meisje. Maar nu - zoals hij zelf zegt - was zijn mond open gevallen van verbazing. Dat was niet zozeer omdat het kleine meisje nu ineens een mooie jonge vrouw was geworden, maar vooral omdat de kinderstem nu ineens de stem bleek te zijn van een geschoolde zangeres. En Yannis Koutras is goed geplaatst om dat te beoordelen. Hij heeft niet enkel met Thanos Mikroutsikos samengewerkt, maar ook met zowat elke componist van enige betekenis in Griekenland. Dat betekent ook dat hij het podium gedeeld heeft met de meest formidabele zangeressen: Eleni Vitali , Maria Farantouri , Glykeria , Margarita Zorbala , Dimitra Galani , Alkistis Protopsalti , ... noem maar op. En toch was hij met stomheid geslagen toen hij Eleonora Zouganeli hoorde zingen.
Toen hij van zijn verbazing bekomen was nodigde hij haar meteen uit om mee op tournee te gaan. De liederen van "Stavros tou Notou" zijn niet bepaald van de gemakkelijkste maar ze dacht "waarom niet?" en ze ging mee. Opnieuw was het voor haar zwoegen en zweten geblazen maar opnieuw kwamen er positieve reacties van het publiek. Voor het daaropvolgende winterseizoen 2005-2006 had de Atheense club "Dipla sto potami" aan Koutras en Mikroutsikos gevraagd om dat programma ook bij hen te brengen. Dat deden ze, met één kleine aanpassing: Eleonora kreeg zowat de helft van het programma toebedeeld, en dat in een club van aanzien. Die club is belangrijk genoeg om aan bod te komen in de uitzending Echi gousto op de voormalige staatszender ERT. Na de zomer werd daar telkens aandacht besteed aan wat er het komende winterseizoen te horen zou zijn in de voornaamste clubs van de Griekse hoofdstad. De verschillende artiesten mogen hun programma komen voorstellen en dan meteen een voorsmaakje geven. Op die manier introduceerde Koutras de stem van Eleonora in ontelbare huiskamers in het hele land (en ver daarbuiten, want het programma werd ook op satelliet wereldwijd uitgezonden). Zowat elke muziekliefhebber in Griekenland had haar naam gehoord, van haar optredens met Dalaras en Koutras . Nu hoorden ze ook haar stem, en ze constateerden dat het klopte wat de pers er over geschreven had: helder en zuiver, en dat zowel in de hoge als de lage tonen. Die indruk werd nog eens bevestigd toen enkele maanden later de cd "Dakry sto yali" verscheen, de cd met de vallende avond waar we het hierboven over hadden. Vanaf dan gaat het snel, zo snel dat je je afvraagt hoe ze het zelf allemaal kon bijhouden. In de zomer van 2006, na afloop van de optredens in de "Dipla sto Potami", gaan Mikroutsikos en Koutras weer op tournee doorheen heel Griekenland, en weer is Eleonora Zouganeli er bij, deze keer samen met Dionysis Tsaknís , nog zo'n oude rot in het vak. In de winter van 2006-2007 treedt ze dan op samen met Michalis Chatziyannis . Die wordt doorgaans gesitueerd in het lichtere genre, zonder daarom pop of disco te zijn. Het is in elk geval heel wat anders dan haar twee vorige samenwerkingen. In de zomer van 2007 gaat ze op tournee met Lavrendis Machairitsas , Adonis Mitzelos en Dimitris Staróvas, en ze doet vervolgens ook mee met concerten van Filippos Pliatsikas . Daarmee schuift ze dan op in de richting van de (Griekse) rock, met dien verstande dat zowel Machairitsas als Pliatsikas de betere rockballades brengen, ergens tussen de endechna en de rock in. In de winter van 2007-2008 doet ze een reeks optredens met de Griekse groep Onirama en met Christos Chatzinasios (net als zij de zoon van een beroemde vader, de componist Yorgos Chatzinasios ). Daarmee zit ze dan helemaal in de hoek van de pop-rock.
Dan bereikt de reeks samenwerkingen een hoogtepunt, als ze tijdens het winterseizoen van 2008-2009 in de club "Kentro Athinon" mee op het podium mag met Dimitris Mitropanos , de "keizer van de zeïbekiko " en daarmee een gerespecteerd en geliefd vertegenwoordiger van wat je de "zware laïka " zou kunnen noemen. Ook Babis Stokas en Manolis Lidakis zijn van de partij, maar de meeste aandacht gaat toch naar Mitropanos zelf, ook al omdat hij pas terug van weggeweest was na een zware ziekte (waaraan hij overigens in 2012 zou overlijden). Tijdens de première zitten de eerste rijen tafeltjes vol met (andere) beroemdheden en zowat alle overblijvende plaatsen zijn ingenomen door journalisten. In alle verslagen van die avond krijgt Eleonora Zouganeli een speciale vermelding. Mitropanos neemt haar in de daarop volgende zomer (van 2009) ook nog mee op zijn concerten buiten Athene, samen met Yorgos Karadimos. Maar intussen, ergens in de lente van 2009, heeft Eleonora Zouganeli een belangrijk besluit genomen: ze is klaar om alleen het podium op te gaan. Klaar voor de volgende stapDat besluit heeft ze zeker niet overhaast genomen. Ze is immers iemand die stevig met haar twee voeten op de grond staat. Misschien is dat omdat ze in die wereld opgroeide, zodat het applaus haar niet meteen naar het hoofd stijgt. Of misschien is het ook gewoon omdat ze verstandig is, want succes stijgt vooral naar het hoofd als er daar een leegte is die moet gevuld worden. Dat blijkt ook uit haar reactie als men haar vraagt hoe ze terugkijkt op al die samenwerkingen met al die grote namen. "Het was moeilijk", zegt ze, maar ze voegt daar snel aan toe: "Niet onaangenaam, maar gewoon moeilijk, heel moeilijk". Ze ziet met andere woorden de verschillen tussen de "groten" en zichzelf, en dat op zich is al iets wat niet iedereen gegeven is. Maar dat is niet alles: ze ziet glashelder op welke specifieke punten ze tekort schiet, ze begrijpt wat ze daar kan aan doen, en daar werkt ze dan aan. Misschien hebben we hiermee wel de sleutel in handen tot haar succes. Voor haar is zingen namelijk gewoon een vak. Om dat goed te doen heb je twee dingen nodig: vakkennis en ervaring. Je moet niet alleen de basisregels kennen maar ook de kleine kneepjes van het vak, want die maken het verschil. En de ervaring helpt je dan om dat allemaal in de praktijk te brengen. Zo simpel is dat. En dat is waar ze naartoe wil. Met dat in het achterhoofd is het ook veel gemakkelijker om een aantal van haar uitspraken in hun juiste context te plaatsen. Nogal wat journalisten hebben het daar blijkbaar moeilijk mee, want ze vragen haar voortdurend wie haar grote voorbeelden zijn, op wie ze zou willen lijken. "Op mezelf", antwoordt ze dan. "Maar heb je dan niemand waar je naar opkijkt?" klinkt het dan vertwijfeld. "Uiteraard", zegt ze, "naar zowat iedereen". Als de journalist dan aandringt, dan geeft ze twee namen van mensen waar ze het meest naar opkijkt: Charis Alexiou en Eleftheria Arvanitaki . Dan herademt de journalist: "Dus je zou willen zijn zoals zij?" "Nee, ik wil gewoon mezelf zijn", zegt ze dan, waarop de journalist dan gewoonlijk snel van onderwerp verandert. Toch is dat alles helemaal niet contradictorisch, maar integendeel heel logisch, want ze wil gewoon een goed vakman (of vakvrouw) zijn, en net als een bakker of een loodgieter wil ze graag dat de mensen naar haar komen luisteren omdat ze een goed product kan aanbieden, niet omdat haar "producten" lijken op die van iemand anders. Een andere journalist vroeg haar waar ze het liefst optreedt, in een grote zaal of in een kleine, en hij legde haar het antwoord in de mond, door er aan toe te voegen: "omdat je in een kleine zaal meer contact hebt met het publiek". Maar Eleonora antwoordde dat de afmeting van de zaal er niets mee te maken heeft. Immers, zei ze, "Zet een Dimitra Galani in een grote zaal, dan zul je zien dat die voldoende ervaring heeft om die toch op haar hand te krijgen". Dát is het niveau van vakmanschap dat ze wil bereiken. Haar vier jaar lange samenwerking met ervaren vaklieden heeft haar een heel eind op weg gezet, maar daar laat ze het niet bij, ze boort nog andere bronnen aan. Er is bijvoorbeeld veel kans dat zij in die grote zaal zat toen Dimitra Galani daar optrad, want ze gaat regelmatig naar optredens van anderen. Niet gewoon om zich te ontspannen, wel integendeel. Ze zit dan immers op het puntje van haar stoel toe te kijken hoe ze "het" doen. Ze zit letterlijk "de kunst af te kijken". Geen enkel detail ontgaat haar, en op die manier leert ze voortdurend bij. Ze luistert ook op dezelfde manier thuis naar muziek. Het is dan interessant dat ze naar alle mogelijke soorten en stijlen Griekse muziek luistert, en daarnaast ook naar muziek uit andere landen. Door dat alles had ze op relatief korte tijd heel veel bijgeleerd. Ook het publiek had dat opgemerkt, en een journalist schreef in die periode over haar: "We wisten al van vroeger dat ze kon zingen, nu blijkt dat ze intussen heeft leren vertolken ook". Dat is zowat de hoogste lof die je een Griekse zanger(es) kan toezwaaien.
Vooraleer ze aan eigen optredens kon gaan denken wilde ze nog wel een klein detail geregeld hebben. Ze vindt namelijk dat je niet solo kan gaan als je op je optredens geen eigen materiaal kan brengen. Dus zorgde ze voor een eerste eigen cd, die "Έλα" ( Ela , Kom) gedoopt werd en in oktober 2008 verscheen. Een deel van het materiaal op "Ela" wordt geleverd door mensen die haar eerder al steunden. Die kennen haar intussen en ze kunnen voor haar "op maat" schrijven. Filippos Pliatsikas bijvoorbeeld geeft haar de tekst en de muziek voor "Έτσι είναι φίλε μου η ζωή" ( Etsi ine, file mou, i zoï , Zo is het leven, mijn vriend) maar hij schrijft voor haar ook de muziek van “Μικρά Βεγγαλικά” ( Mikrá Vengaliká , Vuurwerkpijltjes) op tekst van Kostas Tzanos, dat één van de succesnummers van de cd wordt. En Adonis Mitzelos schrijft voor haar de muziek voor "Κόψε και μοίρασε" ( Kopse ke mirase , Snijd en verdeel), terwijl Lina Dimopoúlou voor de tekst zorgt. Deze laatste levert ook de tekst voor "Μη ρωτάς" ( Mi rotás , Vraag niet) en daar is de muziek op maat van Eleonora gemaakt door Stavros Logaridis . Ook Nikos Moraïtis en Lakis Papadopoulos dragen hun steentje bij. Moraïtis levert onder meer de Griekse tekst voor "Φεύγω για μένα μια φορά" ( Fevgo ya mena mia fora , Ik vertrek een keer voor mezelf), een bewerking van het Italiaanse "Lasciala Andare" , en Papadopoulos zingt zelfs de tweede stem op het door hem geschreven "Το τικ τακ του ρολογιού" ( To tik tak tou roloyoú , Het tik-tak van het uurwerk), op tekst van Marianina Kriëzí . Het is een bewerking van een liedje dat oorspronkelijk gezongen werd door Margarita Zorbala , op haar plaat "Χαίρω πολύ" ( Chero poli , Aangenaam!) uit 1990, maar dat nu pas, met de stem van Eleonora, een hit wordt. Op deze twee bewerkingen na zijn alle nummers van "Ela" gloednieuw, en alle liedjes zijn verschillend van aard. Opmerkelijk is ook dat we op "Ela" , naast die "oude rotten in het vak", ook een aantal nieuwkomers aantreffen, zoals Tryfon Koutsourelis , en ook en vooral Sunny Baltzí , die tekst en muziek van de titelsong aanlevert, en in wie Eleonora een gelijkgestemde ziel heeft ontdekt en met wie ze nog vaker zal samenwerken. Ook de naam van Panos Mouzourakis , die de titelsong "Ela" meezingt, zal nog regelmatig terugkeren. Deze zelfde mix van "oud" en "nieuw", en van verschillende stijlen, vinden we ook terug bij de samenstelling van haar eerste live programma's. Dat leverde haar in het begin wat kritiek op. "Ze heeft geen muzikale eigenheid", klonk het dan. In het begin was ze daar enigszins van aangedaan maar dat stadium is voorbij. "Ik denk dat ze dat zeggen als je hen niet overduidelijk aan iemand anders doet denken", reageert ze, en dan is dat maar zo. "Ik ben wat ik doe, en ik ben daar tevreden mee". En op de kritiek dat ze allerlei genres in haar programma opneemt reageert ze al even fel: "Wat zouden ze dan willen? Dat je op je eenentwintigste zomaar pardoes als kant-en-klare zangeres uit de lucht komt vallen, compleet met repertoire en alles? Kunnen ze me niet gewoon wat tijd geven om mijn weg te zoeken?" Fase drie: alleen, maar toch niet alleenNu, die tijd neemt ze gewoon. Dat is ook te merken als ze met haar eigen optredens begint. Ook hier gaat ze alles behalve overhaast te werk. In feite heeft ze op dat punt in haar carrière - we schrijven dan 2009 - al meer dan voldoende naam gemaakt om alleen op de affiche te gaan staan, en ze heeft daar ook voldoende ervaring voor, plus een repertoire dat meer dan groot genoeg is om zelf de hele avond voor haar rekening te nemen, maar toch doet ze dat nog niet. Ze laat wel een proefballonnetje op, met vier solo optredens in mei 2009, in de Metropolis. Die worden goed onthaald, mede omdat enkele nummers van haar eerste plaat "Ela" meteen een hit geworden zijn, maar dan lijkt ze weer wat gas terug te nemen. Voor haar volgende concerten laat ze zich bijstaan door andere zangers en zangeressen van de jongere generatie. Zij staat nu wel bovenaan de affiche, maar ze staat er niet alleen op. Zo doet ze bijvoorbeeld enkele optredens samen met Yorgos Karadimos, die ze kent van hun concerten met Mitropanos , en in oktober 2009 geeft ze een concert samen met Natassa Bofíliou en Rita Antonopoulou . Deze laatste is weliswaar een tikkeltje ouder dan zij (°1976) maar kan toch als generatiegenote beschouwd worden. En tijdens het daarop volgende winterseizoen (2009-2010) zit ze voor de eerste leer in de bekende club "Stavrós tou Notou", samen met Dimos Anastasiadis . Ze hebben de acteur Thanasis Alevrás bij zich op het podium, hij zingt en voert sketches op. Achter de schermen leidt de choreografe Eleni Gasouka alles in goede banen. De optredens hebben zoveel succes - afgeladen vol van oktober tot april - dat de "Stavrós tou Notou Plus" met één klap op de muzikale kaart van Athene staat. De "Stavrós tou Notou" zelf stond daar al een tijdje, maar de "Plus" nog niet. Toch was deze derde zaal van de club al tien jaar tevoren, in december 1999, geopend, maar ze werd al die tijd als een soort "annex" beschouwd. Als je naar "de Stavrós" ging, dan was dat naar de oorspronkelijke zaal. Tegenwoordig is dat niet meer zo vanzelfsprekend, en dat dank zij Eleonora Zouganeli.
Tussen de optredens door werkt ze aan haar tweede cd, die in juni 2010 verschijnt, en die heet "Έξοδος 2" ( Exodos dío , Uitrit 2). Enkele opvallende namen op de achterkant van de cd zijn Lakis Papadopoulos en Sunny Baltzí , die hun krachten bundelen. Hij schrijft de muziek, zij de teksten voor drie van de tien nummers, waaronder "Αττική οδός" ( Attiki Odós , het geheel van snelwegen dat min of meer de buitenring rond Athene vormt). Dat wordt één van de succesnummers van de cd. Het is de eerste keer dat Lakis Papadopoulos speciaal voor Eleonora schrijft, maar het blijft in de familie. Goed dertig jaar eerder componeerde hij immers voor haar moeder Isidora Sideri het liedje waarmee ze in 1981 in de prijzen viel tijdens de wedstrijd van Manos Hadjidakis op Kerkyra. Dat liedje, "Και θα χαθώ" ( Ke tha chatho , En ik zal verdwijnen), was meteen ook zijn eigen platendebuut. Twintig jaar nadien, in 2002, werd het ook een succes voor Michalis Chatzigiannis , en sindsdien denkt (bijna) iedereen dat het van hem is. Een ander succesnummer op de nieuwe cd van Eleonora is "Δεύτερη φορά" ( Defteri fora , Tweede keer), met muziek van Vasilis Gavriïlidis en tekst van Nikos Moraïtis . Deze laatste tekent nog voor twee andere teksten, "Αναποφάσιστα" ( Anapofasista , Besluiteloos), met muziek van Nikos Andipas, en "Αν" ( An , Indien), met muziek van Soumka, de artiestennaam van Christos Soumkas. Soumka maakte ook de arrangementen voor vier nummers van de cd, waaronder "Attiki Odós" , en dat zorgt voor een "eigentijdse klank" die volgens sommigen heel wat zou bijgedragen hebben tot het succes van "Exodos 2" . Hij wordt dan ook beschouwd als een soort muzikaal genie, niet alleen als muzikant maar ook als componist, als arrangeur, en niet te vergeten als opnametechnicus. Samen met Christos Avdelás (zelf ook al goed voor superlatieven) zette hij een opnamestudio op poten, die gewoon "Studio C&C" heet (naar hun voornamen) en die zowat als het mekka van het genre geldt. Wat Soumka deed voor "Exodos 2" , dat deed hij eerder al voor hits van o.a. Sakis Rouvás, Anna Vissi en Michalis Chatzigiannis . Zijn arrangementen en zijn mengtafeltechniek katapulteerden hun liedjes rechtstreeks de hitparade in. Zo eenvoudig is dat. Ook "Είναι τόσο απλό" ( Ine toso aplo , Het is zo eenvoudig), een ander liedje van "Exodos 2" , werd een hit, ook zonder Soumka. Hier is zowel de tekst als de muziek van Vasilis Babounis. Enkele jaren eerder, in 2007, was deze multi-instrumentalist ontmaskerd als een uitstekende zanger, en dat door Yannis Zouganelis , die hem zijn eerste cd bezorgde. Later zou blijken dat hij ook zelf liedjes kon schrijven. Zijn bijdrage aan "Exodos 2" is daar een voorsmaakje van. De tekst van twee andere nummers werd voor Eleonora geschreven door Olga Vlachopoúlou (°1974). In het dagelijkse leven is ze momenteel huisvrouw maar in een vorig leven was ze onderwijzeres, en tussendoor werkte ze in een weeshuis in Duitsland. Ze heeft ook een paar kindersprookjes geschreven en - niet te vergeten - een heleboel liedjesteksten. Eén van haar eerste teksten die op een plaat terecht kwam werd gezongen door Pyx Lax , en toen die groep uit elkaar ging bleven zowel Filippos Pliatsikas als Babis Stokas "klant" bij haar. Maar er zijn er nog meer: Eleftheria Arvanitaki , Dimitris Mitropanos , Antonis Remos ... tot en met Nikos Vertis en Despina Vandi . Voor Eleonora schreef ze nu de teksten van "Η αγάπη αργεί" ( I agapi argí , De liefde komt te laat) en "Γεννάει η ζωή" ( Gennáï i zoï , Het leven schept). De muziek is telkens van Tryfon Koutsourelis . Een andere opmerkelijke bijdrage komt van Dimitris Fákos . Deze jonge "liedjesmaker" (°1981) heeft tekst én muziek voor een heleboel successen van Sakis Rouvás en een tiental anderen op zijn naam staan. Op "Exodos 2" staat zijn eerste liedje voor Eleonora Zouganeli, "Δεν είμαι η μαμά σου" ( Den ime i mama sou , Ik ben je moeder niet), en opnieuw is het een schot in de roos: ook dit wordt een succes. Het zou dus een "onderdrijving" zijn om te zeggen dat "Exodos 2" goed onthaald werd. Enkele nummers worden grijsgedraaid op de radio en de cd nestelt zich maandenlang in de top-30 der meest gedraaide albums. Ook de verkoop gaat uitstekend, zelfs in volle crisistijd. Eind december mag Eleonora al een mooi ingelijst gouden exemplaar van "Exodos 2" in ontvangst gaan nemen, en ze krijgt er meteen een platina exemplaar van "Ela" bovenop. In afwachting heeft ze niet stilgezeten. Meteen na het verschijnen van "Exodos 2" gaat ze samen met Dimos Anastasiadis op tournee. Ze beginnen op 19 juli in Athene, waar ze voor een publiek van meer dan 5000 man optreden, en daarna gaat het kriskras door Griekenland, de hele zomer lang, om pas in september 2010 in Thessaloniki te eindigen. Daar komt nog bij dat ze meezingt op de soundtrack van de populaire tv-serie "Το νησί" ( To nisí , Het eiland), naar het boek van Victoria Hislop. Zij zingt slechts één nummer, "Είναι η αγάπη" ( Ine i agapi , Het is de liefde) maar dat is voldoende om haar te doen opvallen. De muziek is voor een Griekse serie minstens even belangrijk als de acteurs, en het aantal Grieken dat nog nooit van Eleonora Zouganeli gehoord had zal allicht gedaald zijn naarmate de serie vorderde.
Dat alles heeft natuurlijk ook zo zijn gevolgen voor haar tweede seizoen (2010-2011) in de "Plus", deze keer met Isaias Matiaba . Het programma is anders dan de vorige keer maar de formule is vergelijkbaar: veel zang, afgewisseld door sketches. Ook Thanasis Alevrás en Eleni Gasouka doen weer mee. Deze keer is het niet meer eivol maar gewoonweg uitverkocht, alle optredens, en dat vijf maanden na elkaar... Na de winter komt de zomer, die van 2011. Opnieuw lijkt ze haar voelhorens uit te steken als ze naar Cyprus gaat voor enkele solo optredens. Dat is op uitnodiging van het Rode Kruis en het zijn dan ook benefietconcerten. Daarna trekt ze samen met Isaias Matiaba en hun muzikanten heel Griekenland door. En moet het gezegd? Overal loopt het storm. Weer terug in Athene geeft ze op 7 september 2011 een concert in het "Theatro Vrachon - Melina Merkouri" , een groot openluchttheater met 6000 zitplaatsen - die in een mum van tijd uitverkocht zijn. Ook nu staat ze niet alleen op het podium, ze heeft een aantal vrienden uitgenodigd: Natassa Bofíliou , Kostís Maravéyas , Panos Mouzourakis en de groep Imam Baildi. Het zijn allemaal jongeren van haar generatie of daar in de buurt:
Het concert wordt live opgenomen en het verschijnt enkele maanden later als dubbel-cd onder de titel "Είπα στους φίλους μου" (Ipa Stous filous mou , Ik zei tegen mijn vrienden). In minder dan vijf maanden tijd is deze cd goed voor platina. Intussen is het winterseizoen 2011-2012 aangebroken en dat besteedt ze aan optredens in de Gazoo, een nieuwe club die nog maar pas een jaar open was. Opnieuw is Thanasis Alevrás van de partij, en ze introduceerde meteen ook Sofia Kourtidou bij het Atheense publiek, een jonge (pas afgestudeerde) liedjesschrijfster en actrice met knalrood haar die na afloop van de reeks optredens haar eerste eigen cd zou uitbrengen. De daarop volgende zomer, die van 2012 dus, gaat ze opnieuw op tournee met Filippos Pliatsikas . Ook deze tournee brengt haar op podia in heel Griekenland en op Cyprus, vier maanden aan één stuk door. Fase vier: eindelijk soloWeer terug in Athene doet ze nog snel even een optreden samen met Stamatis Kókotas (°1937) in het prestigieuze Megaron Mousikis . Ze zingen uitsluitend liederen van Stavros Xarchakos , begeleid door vier muzikanten, waaronder Takis Farazis op de piano. En dan is het zover: in het winterseizoen 2012-2013 gaat ze - eindelijk - solo optreden. Daarvoor kiest ze opnieuw de Stavrós tou Notou Club, waar ze intussen zowat kind aan huis is. Tijdens die optredens zingt ze ook heel wat nieuwe liedjes. Dat materiaal wordt enkele maanden later, in april 2013, op cd uitgebracht onder de titel "Μετακόμιση Τώρα" ( Metakomisi Tora , Verhuizing nu).
Het is wel degelijk een toepasselijke titel, ze is immers begonnen aan een nieuwe fase in haar carrière - en de gespecialiseerde pers vertelt er bovendien bij dat ze ook letterlijk verhuisd is, van de noordelijke buitenwijken van Athene naar het centrum. Er is geen vergrootglas nodig om te zien dat ze alweer van look is veranderd. Volgens haar is dat zeker niet op vraag van haar platenmaatschappij, zoals een journalist suggereerde. "Integendeel", grijnst ze, "ze worden er wanhopig van, vooral de marketing-afdeling". Allicht, want herkenbaarheid is daar alles, en dan heb je natuurlijk liever een Nana Mouskouri , bij wie je vijftig jaar lang dezelfde foto kunt gebruiken. Maar daar heeft Eleonora geen boodschap aan. Fase vijf: het buitenland?De volgende etappe ligt dan voor de hand: het buitenland. Maar zoals gewoonlijk doet ze dat ook nu weer stap voor stap. In april 2013, pal na het verschijnen van "Metakomisi tora" , gaat ze naar Londen, voor twee concerten, solo. Het zijn haar eerste buitenlandse optredens, Cyprus niet meegerekend. In mei is de gouden plaat voor "Metakomisi tora" binnen en daarna gaat ze - ook nu weer solo - op tournee doorheen Griekenland, en dat tot in september 2013. En in november 2013 gaat ze dan op European Tour , maar dat doet ze samen met Filippos Pliatsikas en Nikos Portokaloglou . De bedoeling is om aan Europa "the other side of Greece" te tonen. Samen met Georgia Dagaki moet Eleonora Zouganeli laten zien dat de "veelbelovende jonge generatie", waarover de laatste tijd zoveel te doen is, wel degelijk realiteit is. Voor het komende winterseizoen 2013-2014 blijft ze toch nog maar even in Athene, in de "Anodos", waar ze zal optreden met Yannis Charoulis . NabeschouwingHet persbericht, waarin de nieuwe cd "Metakomisi tora" wordt aangekondigd, gaat uitgebreid in op de metafoor van een verhuizing, inclusief de kartonnen dozen. Dat is natuurlijk wel marketing bla-bla, maar toch is het wel interessant om eens te kijken wat Eleonora zoal in die dozen heeft gestopt. Dat is dan vooral omdat de tracklist van deze cd meteen ook een staalkaart is van de jongere generatie. Vier van de veertien teksten komen uit de pen (of het toetsenbord) van Gerasimos Evangelatos (°1980), die (net als Eleonora) één van de laureaten was van de "Defteri Akroasi" in 2004, en trouwens ook de tekstschrijver van het liedje waarmee Eleonora toen in de prijzen viel. Hij is in die tussentijd niet op zijn lauweren blijven rusten, wel integendeel. Hij schreef veel voor Natassa Bofíliou , maar onder zijn "klanten" zijn ook gevestigde waarden als Tania Tsanaklidou , Iró en recent zelfs Yorgos Dalaras . Zoals gewoonlijk worden zijn teksten ook voor deze cd op muziek gezet door Themis Karamouratidis (°1981), alweer een laureaat van de "Defteri Akroasi" . Maar Karamouratidis levert voor " Metakomisi tora" ook de muziek voor het liedje "Πού να σε βρω" ( Pou na se vro , Waar kan ik je vinden), op tekst van Eleana Vracháli. Dat liedje had eerder al op de cd "Όλα τα ναι του κόσμου" ( Ola ta ne tou kosmou , Alle ja's van de wereld) gestaan (meer informatie hierover in de discografie onderaan). Een andere naam die er uitspringt, alleen al door het aantal vermeldingen, is die van Kostas Livadás (°1973). Zijn bijdrage bestaat uit tekst én muziek voor vier liedjes, waaronder de titelsong. Bij het Griekse publiek zal de naam van Minos Theocharis (°1983) ook wel de aandacht hebben getrokken, maar dat komt omdat hij eigenlijk acteur en zanger is. Hij had in die hoedanigheid al samengewerkt met Eleonora, toen ze in september 2010 met Dimos Anastasiadis in Thessaloniki optrad. Voor "Metakomisi tora" laat hij zich van een heel andere kant kennen: hij schreef de tekst en de muziek voor het nummer "Το μισό του εμείς" ( To miso tou emis , De helft van ons). Ook Maria Papageorgiou (°1984) draagt een steentje bij, met de muziek van "Απαγορεύεται" ( Apagorevete , Het is verboden). Zij is beter bekend als zangeres ("met de kleine rode gitaar") en ze schrijft niet zoveel muziek of teksten. Hier doet ze dat dus wel. Eigenlijk draagt ze zelfs twee steentjes bij, want ze speelt ook akoestische gitaar op de nieuwe cd. En terzijde: er staan ook nog andere bekende muzikanten op de cover van "Metakomisi tora" , zoals Takis Farazis (piano), Stella Valasi ( santouri ) en Kostas Meretakis (slagwerk). De tekst van "Apagorevetai" is dan weer van de hand van Stavros Stavrou , en hij is weliswaar de benjamin van het gezelschap (°1988) maar hij heeft toch al heel wat teksten aangeleverd, en niet bepaald voor de minsten: Yannis Kotsiras , Filippos Pliatsikas , Tania Tsanaklidou , Melina Aslanidou , Peggy Zina , Rita Antonopoulou , Evridiki, Rallia Christidou en nog een paar anderen. Nu komt daar dus Eleonora Zouganeli bij. Tegenover al dat jong geweld staan toch ook twee bijdragen van de "oude garde". Een vertegenwoordiger die daarbij dan niet mag ontbreken is natuurlijk Filippos Pliatsikas , met wie ze al zo vaak samenwerkte. Zijn bijdrage is het liedje " Ό,τι γράφτηκε στους τοίχους" ( Oti graftike stous tichous , Wat er zoal op de muren geschreven staat). De muziek is van hem, en de tekst schreef hij samen met Pigí Konstantinou. De andere vertegenwoordiger van de "oude garde" is niemand minder dan Yannis Zouganelis , haar vader. Hij schreef de muziek voor "Βαλς για ένα φιλί" ( Vals ya ena filí , Wals voor een zoen), de tekst is van haar vriendin Sunny Baltzí . Volgens de pers is het de eerste keer dat Yannis Zouganelis muziek schrijft voor zijn dochter. Dat klopt niet helemaal, maar het gebeurt inderdaad niet zo vaak. In elk geval veel minder vaak dan je zou verwachten van een trotse vader die bovendien de liedjes aan de lopende band uit zijn mouw lijkt te schudden. De journalisten hebben dat ook opgemerkt en ze willen weten waarom er zo'n afstand gehouden wordt tussen haar en haar familie. Volgens Eleonora is dat met opzet. "Dit werk zorgt vaak voor hoogspanning en dus ook voor veel stress", zegt ze. "Een zuiver professionele relatie is daar redelijk tegen bestand, maar als je intensief met familie of vrienden gaat samenwerken, dan komen daar vroeg of laat problemen van". Het is in elk geval een feit dat de relatie met haar ouders uitstekend is. Meestal blijft dat zorgvuldig binnen de privé-sfeer, maar haar ouders zijn wel telkens present als dochterlief alweer eens een gouden of platina plaat in ontvangst mag nemen, en moeder Isidora is ook al gesignaleerd tijdens haar optredens. "Ze geeft me raad, zoals elke mama", glimlacht Eleonora, "en jazeker, ik houd daar ook rekening mee, want tenslotte hebben ze allebei ervaring met dit vak. Toen ik overwoog om te gaan zingen hadden ze me bijvoorbeeld gewaarschuwd dat het keihard werken zou worden. Ik heb pas later begrepen wat ze daarmee bedoelden." Er is misschien nog een andere reden om de carrières van vader en dochter gescheiden te houden. Eleonora wil graag zichzelf zijn, en ze wil dus ook dat de mensen naar haar komen luisteren omdat ze vinden dat ze hen iets te bieden heeft, en niet voor wie ze is. Als dat de bedoeling is, dan moet gezegd dat haar strategie ook hier weer werkt. Er is immers in de loop der jaren een merkbare verschuiving opgetreden in de manier waarop er over haar geschreven wordt. In het begin was ze de dochter van een bekende zingende vader. Nu is ze gewoon de zingende dochter van een bekende vader. Het is een feit dat haar naam wel wat deuren zal hebben geopend - je stapt bijvoorbeeld niet zomaar bij een Yorgos Dalaras naar binnen - maar daar zal niemand haar op aankijken. Iedereen weet immers dat Dalaras haar niet omwille van haar familienaam onder zijn hoede nam, maar wel omdat ze kwaliteiten had. Toch zijn er mensen die zeggen dat haar naam wel degelijk bijdraagt tot haar succes bij de oudere generatie. Het zou haar credibiliteit geven, zoiets van "we kennen je vader, dan zal het wel OK zijn". Volgens anderen heeft dat er niets mee te maken, die schrijven de waardering van de oudere generatie vooral op rekening van de teksten die ze zingt. Die bestaan niet uit pakweg vijf of zes woorden die telkens herhaald worden, maar het zijn volwaardige gedichten, compleet met inhoud, zoals het hoort. En haar liedjes hebben niet alleen inhoud, ook de vorm is dik in orde, met coupletten en met een refrein dat telkens wat anders is ... Kortom: net als vroeger. Het is dan niet erg dat er tussendoor een volwassen drumstel in actie komt, zolang dat maar wat gas terugneemt als de volgende strofe begint, zodat je weer naar de tekst kan luisteren, want die is de moeite meer dan waard. Een recensent bracht dat treffend onder woorden, door te verwijzen naar een uitspraak van de eminente tekstschrijver Lefteris Papadopoulos . De man - van wie gezegd wordt dat hij "schildert met woorden" - steekt zijn kritiek op de muzikale fast-food cultuur niet onder stoelen of banken. In één van zijn liedjesteksten had hij daarover gezegd: "τα λόγια που είναι μέσα στα τραγούδια κρυώνουνε τα βράδια και φοβούνται" (De woorden van de liedjes krijgen het 's avonds koud en worden bang). Welnu, zei de recensent, vanaf nu hoeven ze niet langer bang te zijn, want nu is er Eleonora Zouganeli, "η φωνή που αγκαλιάζει και ζεσταίνει τα τραγούδια" (de stem die de liedjes omhelst en ze verwarmt). De grote platenfabrieken schijnen een tijdlang van mening geweest te zijn dat zoiets te moeilijk was voor de moderne luisteraar, vandaar de disco-dreunen en dergelijke. Het succes van Eleonora Zouganeli bij de jeugd lijkt hen ongelijk te geven. Daarmee is dan de voorspelling uitgekomen die het muziektijdschrift Difono in 2007 deed. Het publiceerde toen een reeks artikels onder de titel "Η γενια του 2010" ( I geniá tou 2010 , De generatie van 2010). Volgens hen zou tegen die tijd - op dat moment nog drie jaar verder in de toekomst - de toon gezet worden door mensen als Eleonora Zouganeli, Natassa Bofíliou en Yannis Charoulis . De eerste, Eleonora Zouganeli, is nu al tot in de Lage Landen geraakt, nu is het wachten op de andere twee... DiscografieIn onderstaande lijst is wat meer aandacht besteed aan de samenwerkingen van Eleonora Zouganeli, omdat die in bovenstaande biografie minder of helemaal niet aan bod komen. Haar eigen platen daarentegen (gemerkt met een sterretje en in vette letters) zijn in de biografie al uitgebreid besproken en hoeven hieronder dan niet meer uitgebreid toegelicht te worden. Met andere woorden: biografie en discografie vullen elkaar aan. 1987 Γύρω-γύρω όλοι - Gyro gyro oli (Allen in het rond). Muziek van vader Yannis Zouganelis , geschreven voor de gelijknamige reeks tv-programma's voor kinderen, die hij ook mee presenteerde. De vierjarige Eleonora zingt twee nummertjes mee. 1996 Παραμυθοτράγουδα - Paramythotrágouda (Sprookjesliedjes). Een plaat met teksten van dichters die speciaal voor kinderen schreven (waaronder overigens ook Dionysios Solomos en Yannis Ritsos ), op muziek gezet door haar vader. Eleonora is dan net geen veertien (zij is van februari, de plaat van december) en ze zingt drie nummertjes mee. 2001 Passaggio Bar - Mykonos Lounge . De eerste cd van Yannis Zouganelis in hetgeen later een trilogie zou blijken te zijn met het Cycladen-eiland Mykonos als centraal thema (één van zijn ouders was van Mykonos afkomstig, de andere van Naxos). Eleonora zingt twee nummers mee. 2002 Anixi Lounge - Mykonos . De tweede cd in de trilogie. Eleonora zingt de titelsong "Άνοιξη" ( Aniksi , Lente) in duet met haar vader, hij in het Grieks en zij in het Engels. Ook haar tweede bijdrage is in het Engels, die heet "Spring is here" . Ze zingt het in duet met Tasos Skoúras, beter bekend als gitarist van Vasilis Papakonstantinou , maar ook actief als zanger, zij het meer in de hoek van rock, blues en dergelijke. 2004 Δεύτερη Ακρόαση - Defteri akroasi (Tweede audiëntie). Eleonora mag twee liedjes zingen. Het eerste is "Μια βροχή" ( Mia vrochí , Een regen) met muziek van Kostas Tsirkas op tekst van Gerasimos Evangelatos . Het tweede liedje, dat ze in duet zingt met Natassa Bofíliou , heet "Ποιός ξέρει" ( Pios kseri , Wie weet). Hier is de muziek van Miltos Selitsaniotis en de tekst van Maria Polydouri . 2004 Ότι αγάπησα - Oti agapisa (Waar ik van hield). Muziek van vader Yannis Zouganelis op teksten van Yannis Tzouanopoulos . Eleonora zingt hier één liedje op, "Γύρνα κοντά μου" ( Gyrna konda mou , Kom terug bij mij), en ze is daarmee in het illustere gezelschap van Eleni Vitali , Kostas Makedonas , Manolis Lidakis , Gerasimos Andreatos , Kostas Chatzis en nog een paar anderen. 2005 Οι τσαμπουνιέρηδες – I Tsambounierides (De doedelzakspelers). Zoals blijkt uit de ondertitel van deze cd, "Μύκονος των θεών και των ανθρώπων" ("Het Mykonos van goden en mensen") voltooit Yannis Zouganelis hiermee zijn trilogie over het eiland. Met dit derde deel besteedt hij vooral aandacht aan de traditionele muziek en op die manier is het meteen ook een documentaire cd geworden. Er is dan ook veel muziek van de tsambouna op te horen, maar niet in de bijdrage van Eleonora. Die zingt een beklijvende "Νανούρισμα" ( Nanourisma , Wiegelied), enkel begeleid door een piano. De tekst is van Isidora Sideri , haar moeder. 2006 Δάκρυ στο Γυαλί - Dakry sto yalí (Tranen op glas). De tweede cd van het befaamde orkest Estoudiantina Neas Ionias , geproduceerd door Yorgos Dalaras . Oorspronkelijk zou Eleonora slechts één nummer zingen, "Μια του κλέφτη" ( Mia tou klefti , Eén voor de dief) , maar daar kwam een tweede bij, "Όταν πέφτει το βράδυ" ( Otan pefti to vrady , Als de avond valt), dat ze veel lager van toon zingt. En tussen haakjes, de titel van het eerste liedje, "Mia tou klefti", is eigenlijk onderdeel van een Grieks gezegde, dat luidt: "Μια του κλέφτη, δυό του κλέφτη, τρεις και την κακή του μέρα". Letterlijk is dat zoiets als "Eénmaal voor de dief, andermaal voor de dief, drie en het is zijn slechte dag" . In de tekst van het liedje, net als de muziek geschreven door Nágia Drakiá, loopt het wel wat beter af voor de dief: "Τρείς και το 'σκασε", bij drie is hij hem gesmeerd. 2006 Ήρωες με καρμπόν - Iroës me karbón (Carbonhelden). Een cd van Lavrendis Machairitsas . Eleonora zingt er één nummertje op, in duet met hem. Het heet "Είπα στους φίλους" ( Ipa stous filous , Ik zei tegen m'n vrienden), op muziek van Machairitsas zelf en met een tekst van Peggy Politou. 2007 Omnia . Eleonora zingt één nummer mee op deze cd van Filippos Pliatsikas . Het heet "Θέλω ακόμα μια βόλτα" ( Thelo akoma mia volta , Ik wil nog een wandeling) en ze zingt het in duet met hem. Maar ze neemt op drie andere nummers ook de backing vocals voor haar rekening. Meer over deze belangrijke cd vindt u in onze biografie van Filippos Pliatsikas . 2007 Η γενιά του 2010 - I geniá tou 2010 (De generatie van 2010). Deze cd verscheen als bijlage bij het juni 2007 nummer van het tijdschrift Difono , dat gewijd was aan de nieuwe generatie van jonge muzikanten die het de volgende jaren zouden moeten gaan maken. Voor de teksten en de muziek tipte het tijdschrift op Gerasimos Evangelatos , Danaí Panayotopoulou en Thanasis Platamonas, en voor de vertolkingen leken Natassa Bofíliou , Yannis Charoulis en Eleonora Zougeneli hen erg veelbelovend. Van Eleonora kozen ze de twee nummers die ze op "Defteri akroasi" (2004) zong, plus de "Nanourisma" van de cd "I Tsambounierides" uit 2005. * 2008 Έλα (Kom). Haar eerste eigen studio-album, dat hoger al uitvoerig besproken werd. Het verscheen in oktober en werd platina. Succesnummers zijn de titelsong "Ela" , maar ook "Mikra vengaliká" , "Kopse ke mirase" , "To tik tak tou roloyoú" , "Fevgo ya mena mia fora" , en nog een paar andere van de in totaal 10 liedjes zijn van het soort dat zich al na één of twee keer beluisteren "tussen de oren nestelt". Platina komt immers niet zomaar uit de lucht vallen. 2009 Τόσα χρόνια μια συναυλία - Tosa chronia mia synavlia (letterlijk: Zoveel jaren, een concert). Twee jaar na zijn eerste "best of" cd "Tosa chronia, mia anasa" (Vrij vertaald: na al die jaren even op adem komen) organiseert Lavrendis Machairitsas een groot concert in het Lykavittos theater, waar zoveel volk op afkomt dat er een tweede concert ingelegd werd. Hij zingt niet alleen zijn eigen succesnummers maar hij heeft ook vrienden uitgenodigd, waaronder ook Eleonora Zouganeli. Zij zingt, in duet met Machairitsas , opnieuw het "Ipa stous filous mou" dat overgaat in "Ψυχή βαθειά" ( Psychí vathiá , Met hart en ziel). Maar verder is zowat iedereen present die de laatste halve eeuw iets te betekenen had in de Griekse pop-rock en omstreken: Dionysis Savvopoulos , Vasilis Papakonstantinou , Tania Tsanaklidou , Vangelis Germanos , Yorgos Dalaras , Yannis Kotsiras , Filippos Pliatsikas , .... Om dat allemaal ingeblikt te krijgen is er een vierdubbele (!) cd nodig, plus een dvd. Ook Eleonora's vader, Yannis Zouganelis , was van de partij. Machairitsas had namelijk het liedje "Soultanos tis Vavylonas" (een bewerking van een liedje van Angelo Branduardi) ingeleid met de mededeling dat Branduardi zelf was uitgenodigd maar niet kon komen. Tijdens het refrein verscheen "Branduardi" dan toch op het podium, maar het publiek had meteen door dat het Yannis Zouganelis was, uitgedost met een pruik om het nogal grote verschil in hoofdbegroeiing op te vangen. * 2010 Έξοδος 2 ( Exodos 2 , Uitrit 2). Haar tweede eigen plaat, goed voor goud in een minimum aan tijd (verschenen in juni, goud in december). Nummers uit de cd zijn te horen op zowat alle radiozenders, zo vaak dat ze meer dan acht maanden lang in de top 30 staan. Toppers zijn "Attiki Odos" , "Défteri forá" , "I agapi argí" , "Ine toso apló" , "Den ime i mama sou" ... 2010 Το νησί - To nisi (Het eiland). Soundtrack van de gelijknamige succesvolle tv-serie naar het boek van Victoria Hislop. Eleonora zingt "Είναι η αγάπη" ( Ine i agapi , Het is de liefde), op muziek en tekst van Minos Matsas. 2010 Την αλήθεια να πω - Tin alithia na po (Om de waarheid te zeggen). Twee jaar na "Omnia" werkt Eleonora Zouganeli opnieuw mee aan een cd van Filippos Pliatsikas . Ze zingt samen met hem het liedje "Απ’ το πουθενά" ( Ap' to pouthená , Vanuit het niets). * 2011 Είπα στους φίλους μου - Ipa Stous filous mou (Ik zei tegen mijn vrienden). Dit is haar eerste live-cd, opgenomen in september 2011, tijdens een openluchtconcert in Athene voor 6000 toeschouwers. Het is een goede kennismaking met haar repertoire, want op haar studio-albums zingt ze enkel haar "eigen" materiaal, maar op haar concerten brengt ze ook liedjes van anderen. Het is dan ook een dubbele cd geworden, en eigenlijk is zelfs dat nog niet voldoende. De titel is ontleend aan het liedje dat ze vijf jaar eerder zong op de cd van Machairitsas . In minder dan vijf maanden tijd is deze cd goed voor platina. 2011 Φεύγουν τα τραγούδια - Fevgoun ta tragoudia (De liedjes vertrekken). Een eerbetoon aan de kort tevoren overleden tekstschrijver Ilias Katsoulis . Alle teksten zijn dan ook van zijn hand, de muziek is van bekende en minder bekende componisten, zoals Andreas Katsigiannis , Pandelís Thalassinós , Kostas Bravakis, Michalis Koumbiós , Michalis Terzís e.a. Eleonora opent de cd, in duet met Yorgos Dalaras , met het liedje "Τα πουλιά που ταξιδεύουν" ( Ta poulia pou taksidevoun , De vogels die reizen) 2012 Με γεια το κούρεμα - Me ya to kourema (Je nieuwe kapsel staat je goed). Dubbel-cd van Yannis Zouganelis . Vader en dochter, voor het eerst in vele jaren weer samen in de studio, zingen ook samen "Να φυλάγεσαι" ( Na filagese , Pas goed op jezelf), waarvan hij de muziek speciaal voor haar had geschreven. De "kourema" in de titel van de cd verwijst anno 2012 natuurlijk niet alleen naar een echte sessie bij de kapper maar ook (en vooral) naar de "haircut", oftewel de herschikking van de Griekse staatsschuld, en daarmee dus ook naar de crisis zelf. Met deze cd wil Yannis Zouganelis zich naar eigen zeggen "verontschuldigen bij de jeugd" en daarmee legt hij de vinger op een zere plek. Griekenland had het in de vorige eeuw hard te verduren maar generatie na generatie heeft geknokt om hun kinderen een betere toekomst te geven. Dat is nu mislukt, en dat gevoel van gefaald te hebben is zwaar om dragen. Volgens nogal wat waarnemers zou dat weleens tot een explosie kunnen leiden, als zich dat ooit zou keren tegen degenen die voor de crisis aansprakelijk worden geacht. Voorlopig houdt Yannis Zouganelis het echter bij vlijmscherpe spot. Zo schreef hij de muziek bij een gedicht van de satirische dichter Yorgos Sourís, dat "Δυστυχία σου Ελλάς" heet ( Dystychia sou Ellas , Ongelukkig Griekenland) en dat de politici op de korrel neemt die vooral met zichzelf bezig zijn en meer uitgeven dan wat er binnenkomt. Pikant detail: Sourís leefde van 1853 tot 1919 en de tekst hekelt de situatie omstreeks 1910. Niets nieuws onder de zon dus, en overigens had Vasilis Papakonstantinou die tekst al eerder onder het stof vandaan gehaald, bij hem heet het liedje dan wel "To tragoudi tis platías" (Het lied van het plein), en met dat plein is dan uiteraard het Syntagma-plein bedoeld. 2012 Οι Άγγελοι ζουν ακόμη στη Μεσόγειο - I ángeli zoun akoma sti Mesógio (Er wonen nog engelen aan de Middellandse Zee). Een dubbel-cd van Lavrendis Machairitsas , waaraan een heleboel andere artiesten meewerken, niet alleen Grieken maar ook buitenlanders, zeventien in totaal, waaronder. Charis Alexiou , Vasilis Papakonstantinou , Maria Farantouri , Charis Katsimichas, Christophe, Salvatore Adamo, Tonino Carotone, Nomadi, ... Ook Eleonora Zouganeli was van de partij, zij zingt "Μισό και μισό" ( Miso ke miso , Half en half) in duet met Machairitsas . Onder dezelfde naam ( "I angeli zoun ..." ) werd later op het jaar, op 9 juli 2012, een reusachtig concert gegeven in het Kallimarmaro stadion, met 50.000 toeschouwers. 2012 Όλα τα ναι του κόσμου - Ola ta ne tou kosmou (Alle ja's van de wereld). De opbrengst van dit album (dat ook elektronisch verkrijgbaar is) gaat naar een liefdadig doel. Eleonora Zouganeli zingt één nummertje mee, "Που να σε βρω" ( Pou na se vro , Waar kan ik je vinden). Opnieuw verkeert ze in illuster gezelschap: Tania Tsanaklidou , Yota Nenga , Dimitra Galani , Michalis Chatzigiannis , Iró , ... Er zijn ook enkele andere relatieve nieuwkomers bij, zoals Onirama en Adriana Bábali . * 2013 Μετακόμιση Τώρα - Metakomisi tora (Verhuizing nu). Haar derde studio-album, dat in april verschijnt en dat in mei - dus één maand later - al goud werd. Wordt ongetwijfeld vervolgd. |
|||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
|