Iro
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Biografieën van de website over Griekse Muziek

Iró (Lechouriti)

Foto van Iro al zingend in een microfoon
© Luc Pardon 2016
Iró

De best denkbare omschrijving voor Iró (Ηρώ) is "een zangeres die een groot deel van haar repertoire zelf schrijft". Je zou haar daarom een singer-songwriter kunnen noemen, maar met die definitie komt haar uitzonderlijke stem niet voldoende uit de verf. Ook "zangeres" is eigenlijk onvoldoende, want zonder die stem zou ze gemakkelijk aan de bak kunnen komen als pianiste.

Bovendien is "zangeres" op zich ook al een beetje een understatement, tenzij je het met een hoofdletter schrijft. Want eigenlijk hoeft Iró nauwelijks onder te doen voor de hele groten, zoals Charis Alexiou , Eleftheria Arvanitaki , Alkistis Protopsalti en nog een paar anderen van hoog kaliber.

In het buitenland is ze misschien wat minder bekend, maar in eigen land wordt ze wel degelijk naar waarde geschat.

Ze vulde tot nog toe al negen albums met (vooral) eigen materiaal, en in die albums zou je een bepaalde symboliek kunnen zien. Op de voorzijde staat gewoon "Iró", haar artiestennaam. Kort en krachtig, eenvoudig en no-nonsense. Dat is meteen ook Iró zelf, ten voeten uit, en die no-nonsense aanpak loopt als een rode draad door haar hele carrière.

Vermits zij een deel van haar materiaal zelf schrijft, staat ze ook op de achterzijde van haar albums, bij de andere auteurs van de tekst of de muziek, maar daar prijkt dan wel haar volledige naam: Iró Lechouriti (Ηρώ Λεχουρίτη). Dat zou je kunnen zien als een bevestiging van het principe dat als een tweede rode draad doorheen haar carrière loopt: zij neemt zelf haar beslissingen (inclusief wat er op haar platen komt) en zij neemt daar ook zelf alle verantwoordelijkheid voor.

Maar de hele (Griekse) wereld kent haar toch gewoon als "Iró". Sommige recensenten vinden het zelfs nodig om in hun besprekingen te vermelden dat het om één en dezelfde persoon gaat.

Het prille begin

Iró Lechouriti werd geboren in Patras ergens in de eerste helft van de jaren 1970 , in een familie waar iedereen muziekliefhebber was - maar dan wel met allemaal verschillende smaken. Haar vader was een groot liefhebber van klassieke muziek, vooral opera, haar moeder had het meer voor de pop van de jaren 1970, en haar vier jaar oudere broer was dan weer een fanatiek rocker, tot hij zich bekeerde tot de jazz. Het was dus met al die klanken dat Iró opgroeide.

Bovendien was haar moeder zelf ook muzieklerares. Het zal dan niet verbazen dat Iró al op heel jonge leeftijd pianoles ging volgen en dat ze een conservatoriumdiploma notenleer behaalde.

Daarna ging ze rechten studeren, nog steeds in Patras. Ze zag zichzelf dan wel niet als advocaat, maar eerder als rechter, en dan meer bepaald onderzoeksrechter, want één van de dingen waar ze een hekel aan heeft is onrecht en onrechtvaardigheid.

Maar intussen waren er wel een paar andere dingen gebeurd. Ze was nog maar net zeventien geworden toen ze wat zakgeld ging verdienen als pianiste. Zo speelde ze onder meer in grote hotels in de buurt. Na een jaar meldde de zangeres, die ze moest begeleiden, zich onverwachts ziek en de hoteldirectie zat met de handen in het haar. Maar Iró zei: "geen paniek, ik zal vanavond zelf wel zingen". Die ene avond werd een heel jaar.

Dat was op zich niets nieuws, want ook op school was Iró altijd al de zangeres van dienst geweest tijdens uitstapjes, schoolfeestjes en dergelijke. Ze had trouwens altijd haar gitaar bij zich gehad, want "je weet maar nooit". In feite wist iedereen altijd wat er zou gebeuren, en iedereen vond dat prima, ook Iró zelf. En nu werd ze er nog voor betaald ook.

Na dat hotel begon ze op te treden in de muziekclubs van Patras. Het duurde niet lang of heel de stad wist dat er wat nieuws te beleven viel, en iedereen vertelde aan iedereen hoe goed dat nieuwe zangeresje wel was, en waar ze wanneer te vinden was.

Zelf herinnert ze zich niet zo heel veel meer van die tijd, zegt ze, of toch geen details. Eén ding is haar wel bijgebleven, en dat is de attitude van een bepaald deel van het publiek van die clubs. Je had de halve nacht voor hen opgetreden, er werd gelachen en gezongen en plezier gemaakt, en iedereen was de beste vrienden. 's Anderendaags kwam je dan diezelfde mensen tegen in de straten van de stad, netjes in pak en das gestoken, en dan liepen ze je straal voorbij.

Ondanks dat alles verwaarloosde ze haar studies niet, wel integendeel. Maar toch - of misschien juist daarom - ging ze zich steeds meer vragen stellen. Ze kreeg het gevoel dat ze op een verkeerde trein zat, een trein naar een bestemming waar ze eigenlijk niet naartoe wilde. De muziek lag haar dan veel beter.

Ze peinsde en piekerde, wikte en woog, en op een dag - op een paar weken van haar eindexamen verwijderd - hakte ze de knoop door: ze zou stoppen met haar rechtenstudies en ze zou van de muziek haar beroep maken.

Dat was de eerste grote zelfstandige beslissing in haar leven, zegt ze. Het was ook geen eenvoudige beslissing, want zowel haar vader als haar moeder kregen bijna een appelflauwte toen ze hen vertelde dat ze zangeres ging worden. Ze wist dus dat ze een grote verantwoordelijkheid op zich nam door tegen de wensen van haar ouders in te gaan. Als het een flop werd, zou ze hen teleurstellen en dat wilde ze niet.

Maar ze had er goed over nagedacht en haar keuze was gemaakt.

Ze verhuisde naar Athene. Ze was toen twintig.

De Atheense beginjaren

In de Griekse hoofdstad vond ze al snel een baantje als zangeres, waarbij ze zichzelf begeleidde op de piano, zoals ze dat ook in Patras had gedaan. Dat was in een club in Neo Psychikó, een voorstad ten noordoosten van Athene. Ze zong er zowel Griekse als buitenlandse liedjes. Daar bleef ze twee jaar.

Toen was ze klaar voor de volgende stap in haar carrière. Ze begon op te treden met een groter orkest (groter dus dan één persoon) en in grotere zalen (groter dus dan een kleine club). Ook hier had ze grondig over nagedacht, en ook dit ging goed. Ze bleef het in elk geval vele jaren lang op deze manier doen. Pas twintig jaar later of zo keerde ze terug naar de formule waar ze mee begonnen was, een stem en een piano.

Het kan ook minder dan twintig jaar zijn, of meer, want Iró is erg karig met details over haar privéleven. Exacte datums zijn er pas te sprokkelen vanaf het moment dat ze met plaatopnames begint.

Zo weten we met vrij grote zekerheid dat haar stem voor de eerste keer op plaat te horen was in 1992. Toen zong zij één nummertje mee op de plaat "I lampsi". Dat is in feite de soundtrack van de gelijknamige tv-serie die in 1991 van start gegaan was. Op dat moment was er uiteraard niemand die wist dat dit de langstlopende Griekse tv-serie ooit zou gaan worden. Ze eindigde pas in 2005, na veertien jaar en bijna 3.500 afleveringen. Eén nummertje voor Iró lijkt dan misschien niet veel, maar het was wel de titelsong "Αν Αγαπάς" (An agapas, Als je liefhebt) van de eindgeneriek, en bovendien werd de muziek geschreven door Jack Iakovidis (Ζακ Ιακωβίδης, 1928-2015), de componist van een honderdtal grote successen. Zijn echte naam was Iakovos (of Isaac) Benveniste, en hij was de zoon van Chaïm Benveniste, de man die samen met Minos Matsas in de jaren 1930 de platenmaatschappijen in Griekenland op gang trok. Labels als Odeon en Columbia werden door hen geleid, en zoon Jack zat de hele tijd in de opnamestudio's waar hij alle groten van de vooroorlogse muziek persoonlijk leerde kennen. Vooral Markos Vamvakaris maakte een diepe indruk op hem. Tijdens de oorlog ging hij een tijdje in het verzet, zo jong als hij was, maar wegens zijn Joodse afkomst werd hij al spoedig met zijn hele familie opgepakt en afgevoerd naar een Duits concentratiekamp. Als bij wonder overleefden ze het, en na de oorlog begon Jack Iakovidis dan aan een succesvolle carrière met - zoals gezegd - een stuk of honderd liedjes die goud behaalden. Die werden gezongen door alle bekende zangers en zangeressen uit die tijd, van Sofia Vembo tot Yannis Parios . Hij had dus al heel wat talent zien passeren toen hij dat nummer in 1992 aan het jonge en toen nog volslagen onbekende zangeresje Iró Lechouriti toevertrouwde.

Naar het schijnt zat Makis Matsas daar voor iets tussen. Hij zou haar gehoord hebben in een club in Athene en het zou hij dus geweest zijn die Jack Iakovidis op haar attent maakte.

In datzelfde jaar 1992 laat de componist Nikos Laryngakis (Νίκος Λαρυγγάκης) haar vier nummers meezingen op zijn plaat "Άτακτο παιδί". Eén daarvan, de ballade "Βοτσαλάκι", zingt ze nog regelmatig tijdens haar optredens. Laryngakis heeft als componist niet zoveel deining verwekt op de Griekse muziekscène, maar Iró heeft toch enorm veel respect voor de man. Hij was goed op weg om het te maken, maar toen besliste hij om helemaal op z'n eentje op Skopelos te gaan wonen en daar zijn leven vanaf nul te herbeginnen. Hij opende een muziekschool, om aan de jongere generatie door te geven wat hij tot dan toe zoal geleerd had. Zoiets sluit helemaal aan bij de principes van Iró: op een gegeven moment in het leven sta je voor keuzes, en dan moet je de weg durven nemen die je de juiste vindt, ook al ligt die dan minder voor de hand.

Ze had dat zelf ook gedaan toen ze besloot om van de muziek haar beroep te maken, en ze zou dat nog een paar keer doen in de loop van haar carrière.

Die verdere carrière is het beste te volgen aan de hand van haar discografie. Meestal zetten we die achteraan, in een apart hoofdstuk, maar in haar geval hebben we ze in de bio zelf ingelast, met de (Griekse) naam van het album als tussentitel.

1995 - Άτιμα τα πράγματα

1995 - Άτιμα τα πράγματα (Atima ta pragmata). Haar eerste eigen album is interessant omdat het een flop werd. Dat zegt ze tenminste zelf, en eigenlijk heeft ze wel gelijk. Ze kreeg immers alles op een schoteltje aangeboden. De muziek werd voor haar geschreven door onder andere Minoas Matsas, de "componerende telg" van de "Matsas-dynastie" die zo'n belangrijke rol speelde in de Griekse muziekgeschiedenis. En de nummers werden gekozen door Makis Matsas zelf, de man die zo onder de indruk was geweest toen hij haar gehoord had. Bovendien was de producer niemand minder dan Achilleas Theofilou, de man die (toen) zowat de halve Griekse platenproductie onder handen had gehad, met inbegrip van grote sterren als Charis Alexiou (met wie hij overigens een tijdje getrouwd was), Yorgos Dalaras en dergelijke. Alles waar hij voor tekende was eigenlijk zo goed als verzekerd van succes. Maar met dit album ging het mis. Het was een belangrijke les voor Iró, want ze begreep wat er aan de hand was: de meeste nummers lagen haar niet. Er waren er twee bij die ze zelf geschreven had, maar de andere waren niet meteen haar ding, ze vond ze te "intellectualistisch". Eigenlijk had ze dat van in het begin geweten, maar ze vond niet dat ze zomaar kon weigeren. Het was niet alleen dat ze hier een kans in de schoot geworpen kreeg waarop ze in haar stoutste dromen niet had durven hopen, maar ze had ook niet de ervaring om tegen al die vaklieden in te gaan, vond ze. Misschien hadden die wel gewoon gelijk als ze haar repertoire wat wilden opentrekken. Ze had tot dan toe gewoon zelf gekozen wat ze wilde zingen, en andere dingen had ze nooit echt geprobeerd. Ze wilde het dus wel een kans geven. Ze steigerde alleen toen ze hoorde dat ze een tsifteteli moest zingen. Dat was een brug te ver, vond ze. Er werd op haar ingepraat ("Je kunt het wél, geloof ons nu maar, je zult wel zien") maar ze hield voet bij stuk en dat nummer werd uiteindelijk door iemand anders gezongen. Het is dan interessant om zien hoe Iró dit verhaal doet in allerlei interviews. Nergens is er ook maar één spoor van triomfalisme te vinden ("zie je wel, ik wist het beter dan die oude rotten met al hun ervaring") en al evenmin enig verwijt ("ze hadden me niet mogen dwingen"). Voor dergelijke kinderachtigheden ben je bij Iró immers aan het verkeerde adres. Ze had haar twijfels, dat wel, maar ze had beslist om er toch voor te gaan. Dat was dus háár beslissing en daarmee uit. En zelfs dat is niet eens tussen de regels te lezen, hoe goed je ook zoekt. Zo vanzelfsprekend vindt ze dat.

In 1998 verzeilt ze op de één of andere manier in de preselectie voor de Griekse vertegenwoordiging voor het Eurovisie Songfestival. Met haar nummer "Tipota" (Niets) komt ze zonder al te veel problemen door de preselectie heen, maar in de tweede ronde moet ze het afleggen tegen de groep "Thalassa", met amper een paar punten verschil. Anders had zij Griekenland mogen vertegenwoordigen.

Tegenwoordig heeft Eurovisie niet bepaald een goed naam bij muziekliefhebbers. Maar als je Iró daarop wijst, dan countert ze terecht dat je het spektakel van vandaag niet mag vergelijken met de Eurovisie van toen. Tegenwoordig gaat het om de show en nog een paar dingen die weinig met muziek te maken hebben, maar indertijd werd er nog geluisterd naar - en geoordeeld over - de stem van de zanger of zangeres. "De tijden van een Céline Dion of een Vicky Leandros zijn al lang voorbij", vat ze het samen, en dus nee, ze schaamt zich absoluut niet dat ze aan "zoiets" heeft meegedaan.

1999 - Έτσι είμαι εγώ

1999 - Έτσι είμαι εγώ (Etsi ime ego, Zo ben ik). De titel van haar tweede album is niet zonder betekenis, want Iró gooit het nu over een andere boeg, ze wil weer zichzelf zijn. Ze schreef dus zelf de meeste teksten, de andere zijn van Margarita Mytilineou (°1968). Ook de muziek is van Iró, op één liedje na dat geschreven werd door Dimitris Kontopoulos, die ook de orkestratie voor zijn rekening nam. Hij werd geprezen omdat hij de muziek perfect had laten aansluiten bij de frisheid en directheid van de teksten. Het is meteen ook het begin van de "pop" periode in haar carrière. Het is dan wel "pop à la Iró", met meer diepgang dan de doorsnee pop. Eerst vond ze geen enkele platenmaatschappij die belangstelling had voor haar nieuwe aanpak, maar toen kwam ze terecht bij Yannis Petridis en die zag het wel zitten. De plaat verscheen bij Virgin en al gauw bleek dat Petridis het (alweer) bij het rechte eind had gehad. Drie nummers van dit album nestelden zich maandenlang in de hitlijsten van de verschillende radiostations. Eén daarvan is de titelsong, de andere zijn "Chronia" en - toeval of niet - ook "Tipota", het liedje waarmee ze bijna naar Eurovisie trok. Dat succes vertaalt zich in een reeks geslaagde concerten in heel Griekenland. Uiteraard blijft ze ook in Athene optreden in de clubs, en daar komt steeds meer volk op af.

2001 - Απογείωση

2001 - Απογείωση (Apogiosi). Een "apógio" is een hoogtepunt, "apogiono" is iemand naar een hoogtepunt brengen, zowel letterlijk (in vervoering) als figuurlijk (met een vliegtuig), en een "apogiosi" is dan het feit van iemand zoiets aan te doen. Het vervoer(ings)middel op dit album is eigenlijk de "elektronische popmuziek", in de zin dat er flink wat keyboards en elektrische gitaren tegenaan gegooid worden, maar het zijn wel nog altijd sterke nummers, zowel muzikaal als wat betreft de teksten. Dimitris Kontopoulos schreef de muziek voor zeven van de elf liedjes, Iró de andere vier. Zij schreven ook de meeste teksten, op drie na, en die zijn van Natalia Germanou, Margarita Mytilineou en Christoforos Balabanidis. Bij de persvoorstelling zei Iró dat het een experiment was, iets wat ze al lang had willen doen. Het ging vooral om de verwezenlijking van die droom, zei ze, en "we zullen wel zien wat het wordt". Het werd al gauw duidelijk wat het werd: goud. En al vrij snel ook: ze mocht haar gouden plaat al in 2002 in ontvangst nemen, en op Cyprus haalde het album zelfs platina.

Haar carrière gaat nu inderdaad snel naar een (voor haar) ongekende hoogte. Ze reist opnieuw heel Griekenland af om overal concerten te geven, en in Athene komt ze in steeds grotere clubs terecht.

In de winter van 2001-2002 treedt ze bijvoorbeeld op in de gekende club "Fos", samen met Michalis Chatzigiannis en Eleni Peta. De club nam daarmee eigenlijk een behoorlijk risico, want deze drie artiesten worden doorgaans ingedeeld in het vakje "pop - rock" en dat is niet meteen wat het publiek van de "Fos" gewend was. Toch kwamen ze in dichte drommen opdagen, en ook de kritieken waren lovend. Kortom: het werd een succes, en dat trok des te meer aandacht omdat het zo onverwachts was. Volgens sommigen dan toch, maar Iró maakt zich boos over "etikettenklevers". Ze vindt het onterecht dat zij zonder meer in het bakje met "pop" gekieperd wordt. "Pop betekent gewoon 'populair'", foetert ze, "en er zijn dus heel veel soorten pop, maar daar maken ze geen onderscheid tussen". En inderdaad is de "pop" van Iró eigenlijk een genre apart, heel herkenbaar ook. Blijkbaar had het publiek dat beter begrepen dan de commentatoren.

In de zomer van 2002 gaat ze dan weer op tournee in heel Griekenland, deze keer met Eleni Peta maar ook met Antonis Mitzelos erbij.

2002 - Ένα Πουλί Που Το Έλεγαν Αγάπη

2002 - Ένα Πουλί Που Το Έλεγαν Αγάπη (Ena pouli pou to elegan Agapi, Een vogeltje dat "Liefde" heette). Dit is geen album maar "gewoon" een CD-single. Toch is ze het vermelden waard omdat de volledige opbrengst bestemd was voor een liefdadig doel. Iró schreef het nummer speciaal hiervoor.

Op de rem

Het is duidelijk dat ze goed op weg is naar de top, maar dan krijgt ze ineens hoogtevrees. Of eigenlijk is het niet echt hoogtevrees, ze vraagt zich gewoon af - alweer - of ze eigenlijk wel op de juiste trein zit.

Er zijn verschillende redenen om daar aan te twijfelen. Ze heeft altijd in kleine clubs opgetreden en ze houdt van het contact met het publiek. Maar nu maakt ze kennis met de grotere "dozen" en daar gaat het heel anders aan toe. Zij en haar collega's worden bijvoorbeeld "beschermd" door de "security" van de zaal, ze komen en gaan langs een bewaakte achteringang enzovoorts.

En dan is er het repertoire. Tot nog toe zong ze min of meer wat ze wilde, de liedjes die ze zelf graag hoort. En haar publiek vond dat prima, precies om die reden. Die voelen namelijk ook dat ze er met haar hart bij is. Maar als grote ster in een grote club sta je voor een publiek dat grof geld heeft betaald om je te horen, en dan willen ze ook waar voor hun geld. Je moet dan precies die liedjes zingen die zij willen horen, en het maakt dan niet uit wat jij daar van vindt. Iró besefte dat ze dan bijvoorbeeld ook tsifteleli's zou moeten gaan zingen, en daar gruwelt ze van.

En dan is er nog iets anders wat haar stoort, en dat is het aanhoudend gepraat tijdens de optredens. "Ga in het buitenland maar eens naar een concert van bijvoorbeeld Barbara Streisand", zegt ze, "daar zit dan tienduizend man bij elkaar, of soms zelfs twintigduizend. En van al die mensen is er dan geen enkele die ook maar één woord zegt, het hele concert lang. Ze luisteren aandachtig naar de muziek, allemaal. Hier in Griekenland is het precies omgekeerd, hier is er geen enkele die ook maar één ogenblik zijn mond houdt", sneert ze. En als het dan nog over belangrijke dingen zou gaan ... "Maar nee", vindt ze, "het gaat gewoon over die zelfde koetjes en kalfjes waarover ze al de hele dag met elkaar getelefoneerd hebben". Ze komen dus niet voor de muziek, maar gewoon om zich te amuseren, stelt ze vast. Want het is een vaststelling, niet echt een verwijt. Wij Grieken zitten nu eenmaal zo in elkaar, lijkt ze te willen zeggen. Of misschien toch niet helemaal. Want op haar eigen live optredens, in elk geval die waarop zij alleen met haar piano op het podium zit, kan ze meestal wel de aandacht van het publiek capteren. Maar, zegt ze, dat lukt alleen maar bij een publiek van hoogstens 200 of 300 man. Anders loopt het toch nog uit de hand. En aan de top kom je onvermijdelijk in die grote zalen terecht - waar er dan eigenlijk niemand is die naar je luistert.

Ze zat dus met een hoop twijfels, en toen werd ze zwanger. Over de omstandigheden bewaart ze de grootste discretie, maar ze steekt daarentegen niet onder stoelen of banken dat ze wel het kind wilde, maar dan zonder de vader er bij te moeten nemen. "Een huwelijk is daarom nog geen gezin", zegt ze, en daarmee is alles gezegd. Dat het haar menens is blijkt voldoende uit het feit dat het kind, een jongen, Jorgos genoemd werd, naar haar eigen vader, en niet zoals gebruikelijk naar zijn grootvader langs vaders kant.

Dat kind was dus een bijkomende reden om haar carrière een andere wending te geven. Het was haar keuze om het te krijgen, vond ze, en het kind mocht daar geen last van hebben. Maar dat zou niet kunnen als ze verder deed zoals ze bezig was. Ze had voldoende gezien om te beseffen dat het werk als superster te veel beslag op haar zou leggen om dat te kunnen combineren met de opvoeding van een kind.

Met een meer kleinschalige carrière zou het daarentegen wel kunnen. Niet dat het gemakkelijk was, maar het was doenbaar. Kennelijk voelt ze dat dit nogal onwaarschijnlijk klinkt, want in allerlei interviews legt ze uit hoe zij het aanpakte. Ze was 's avonds thuis om het kind in zijn bedje te stoppen, en ze was er 's ochtends als het wakker werd en naar school gebracht moest worden. Tussenin was ze dan wel aan het werk geweest, en op die manier bouwde ze een enorm slaaptekort op, maar dat was haar probleem.

Haar moeder sprong af en toe bij, maar verder nam ze de kleine Jorgos zoveel mogelijk overal mee naartoe. Ook bijvoorbeeld als ze naar de studio moest voor opnames. "Er is geen enkel kind dat in de armen van zoveel beroemdheden heeft geslapen als hij", grinnikt ze. Daar moet eigenlijk niet aan getwijfeld worden, want Grieken - dus ook Griekse artiesten - hebben nu eenmaal een zwak voor kinderen.

In dat verband valt het op wat Iró antwoordt op de klassieke vraag aan welke van haar vele samenwerkingen zij speciale herinneringen heeft. De meeste andere artiesten zeggen dan heel diplomatisch dat ze allemaal speciaal waren en gaan over naar de volgende vraag. Maar Iró noemt zonder aarzelen de naam van Aleka Kanellidou ( Αλέκα Κανελλίδου ) als eerste. "Ik heb van allemaal veel geleerd", zegt ze, "maar Aleka was niet alleen een wandelende encyclopedie als het over de toenmalige muziekscène ging, en ze kende het vak ook door en door, maar ze was bovendien iemand die weet wanneer het tijd is om met iets te stoppen". Kanellidou (°1948) was enorm populair vanaf de jaren 1970, maar ergens in het midden van de jaren '90 had ook zij de stekker er uit getrokken. Ze stond voor de keuze tussen werk en gezin, en ze koos voor haar gezin. Iró en Aleka zijn altijd goede vriendinnen gebleven, en toen Aleka in 2002 een bescheiden come-back maakte met een nieuw album «Άργησες», was dat met liedjes van Iró.

Het is dan niet onwaarschijnlijk dat Iró het voorbeeld van haar vriendin voor ogen had toen zij zelf voor de keuze stond. Maar bij haar was er (nog) meer aan de hand: zij besefte dat de rol van sterzangeres haar eigenlijk helemaal niet lag - om de genoemde redenen.

Dus ging ze op de rem staan - met beide voeten. Ze nam bijvoorbeeld alleen nog optredens aan in kleinere clubs, de grotere wees ze resoluut af. Daarmee trok ze dan meteen ook de stekker uit haar carrière als superster, want die clubs hadden daar totaal geen begrip voor. Die waren gewend dat iedereen altijd een gat in de lucht sprong als ze hen vroegen. Iró dus niet.

De volgende jaren bleef ze dan haar tijd verdelen tussen haar werk 's nachts en de opvoeding van haar zoontje overdag. En tussen dat alles door bleef ze ook nog liedjes maken.

2003 - Κοίτα με, αντέχω

2003 - Κοίτα με, αντέχω (Kita me, andecho / Kijk naar me, ik hou het uit). Twee jaar na "Apogiosi" blijft Iró op haar vierde album inderdaad min of meer doorgaan in de richting van de "elektronische pop", maar dan wel haar eigen versie daarvan. Geen goedkope disco-dreunen maar sterke nummers, die met een andere orkestratie evengoed bij de laïka zouden onder te brengen zijn. Nieuw op dit album zijn de sterke saxofoon-partijen (van Dimitris Vasilakis) en een paar nummers die veel weg hebben van een ballade. Het materiaal is opnieuw grotendeels van haar, maar ook haar (inmiddels vaste) medewerkers als Dimitris Kontopoulos en Christoforos Balabanidis dragen hun steentje bij.

2005 - Χρώματα

2005 - Χρώματα (Chromata, Kleuren). Voor het nummer "Μένω" (Meno, Ik blijf) schreef niemand minder dan Dimitra Galani de muziek (een cadeautje van haar) en Iró zorgde voor de tekst. Ook de bekende pianist en componist Stefanos Korkolis heeft een cadeautje voor Iró, onder de vorm van het liedje "Πόσο μου μοιάζεις".

2006 - "Best of"

2006 - "Best of". Dit album is wat de titel aangeeft: een selectie van haar grootste successen tot nog toe. We vermelden ze dan ook vooral voor de volledigheid, maar toch ook omdat blijkt dat het publiek Iró helemaal niet vergeten is. Anders zou de platenmaatschappij immers geen brood zien in een dergelijk album.

Dat ze nog steeds naar waarde geschat wordt blijkt trouwens ook uit het feit dat zij in dat zelfde jaar 2006 gevraagd werd als jurylid bij het "Festival Tragoudiou", de bekende liedjeswedstrijd in Thessaloniki. Zij zat daar aan tafel met onder meer Dimitra Galani , Lavrendis Machairitsas , Nikos Antipas, Nikos Moraïtis en nog een paar andere grote namen uit de muziekwereld die open staan voor nieuwe dingen.

2008 - Αλλάζω

2008 - Αλλάζω (Allazo, Ik verander). In tegenstelling tot wat de titel aangeeft brengt dit nieuwe album geen revolutionaire omwentelingen. Op het eerste zicht blijft alles zelfs bij het oude. Het meeste materiaal is opnieuw van Iró zelf, en voor de rest werkt ze opnieuw samen met Dimitris Kontopoulos (muziek) en Margarita Mytilineou (tekst). Maar die laatste levert bijvoorbeeld maar één van de dertien teksten, er zijn er nog vier van andere auteurs, waaronder Rebeka Rousi (Ρεβέκα Ρούση) en Nikos Gritsis (Νίκος Γρίτσης). Toch zijn er wel degelijk ook veranderingen, maar dan meer geleidelijk. Iró blijft bij de pop, maar ze schuift steeds verder op in de richting die ze al eerder had ingeslagen. Er zit nog altijd een stevig ritme in, maar toch neemt haar stem steeds meer de bovenhand op de instrumenten. Ook de commentatoren hebben eindelijk door dat Iró "een heel eigen soort pop" serveert. En ook op dit album heeft ze weer een "special guest", namelijk de Italiaanse superster Gigi D' Alesio die samen met haar de super hit "Amore Mio" zingt.

2011 - Ψύχραιμα

2011 - Ψύχραιμα (Psychrema, "Koelbloedig" of "hou het hoofd koel!"). Uitgegeven in eigen beheer, met haar eigen label "ero-music.com". Ook de titel is niet toevallig gekozen, in volle crisistijd, waarin de media de hele tijd de Grieken een schuldgevoel proberen aan te praten. Iró schreef zelf de muziek, maar deze keer meestal op teksten van anderen. Een opvallende naam is Gerasimos Evangelatos ( Γεράσιμος Ευαγγελάτος ), die eerder al voor jong talent als Natasa Bofiliou schreef. Aan de andere kant van de "beroemdheid" is er Lousil Petridou (Λουσίλ Πετρίδου), die haar naam voor de eerste keer op een plaat ziet staan. Er staat ook een nummer op, "Μεθυσμένη διαφορά", waarbij het Polyfonisch Koor van Patras met haar meezingt. Iró had als klein meisje nog les gehad van de koorleider Stavros Solomos, en zowel haar moeder als haar oudere broer zingen nog altijd mee in zijn koor. Solomos was meteen te vinden voor een samenwerking, en Iró schreef het nummer speciaal voor hen. Nieuw op deze cd is dat er in de arrangementen - die Iró ook zelf maakte - geen enkel elektronisch instrument meer te bespeuren valt, alles is akoestisch.

Nieuwe horizonten

Foto van Iro solo aan de piano
© Luc Pardon 2016
Iró tijdens een solo-optreden

Vanaf het najaar van 2012 begint ze regelmatig concerten te geven waarbij ze alleen met haar stem en haar piano op het podium zit. Ze heeft altijd al wel een aantal nummers solo met piano gebracht tijdens haar optredens met orkest, maar de hele avond solo deed ze bij ons weten alleen in het begin, en later niet zo vaak meer. Het is in elk geval pas rond 2012 dat het (ons) begint op te vallen dat ze het systematisch doet. Die concerten staan los van elkaar en vinden plaats in verschillende clubs en andere gelegenheden. Het programma is nooit helemaal hetzelfde, maar er zitten uiteraard altijd wel een aantal van haar eigen successen in, plus een heleboel "evergreens", zowel Griekse als buitenlandse. Ze lijkt zich wel te willen herbronnen, terug naar haar beginjaren dus.

Maar tegelijk experimenteert ze met allerlei variaties op dat zelfde thema.

Begin 2013 treedt ze op in de bekende "Half Note Jazz Club" in Athene, met een programma dat bestaat uit ... liedjes van Shirley Bassey en liedjes uit de films van James Bond. Ze werd enkel begeleid door Michalis Katsaros op keyboards. Er was één optreden voorzien, maar dat was in geen tijd uitverkocht en er werd een tweede ingelast.

In juli 2013 geeft Iró twee optredens in het kader van het Festival van Athene, samen met het (Griekse) Nuevo Siete Ensemble, dat gespecialiseerd is in Argentijnse muziek, en met de accordeoniste Zoï Tiganouria. Als "special guest" fungeerde Javier Di Ciriaco, één van de belangrijkste vertolkers van deze muziek, die speciaal hiervoor uit Argentinië overkwam. Uiteraard nam de tango een centrale plaats in (compleet met enige tango's die Iró zelf schreef en die ze eerder al in haar discografie had binnengesmokkeld), maar daarnaast was er ook aandacht voor andere Argentijnse muziek. Ze had overigens al eerder met dit ensemble samengewerkt, bijvoorbeeld in 2012, maar het is onbegonnen werk om alle concerten die Iró ooit gaf te willen oplijsten. We noemen deze samenwerking hier omdat het aantoont - denken wij - dat Iró druk aan het experimenteren is met allerlei formules.

2014 - Κατευθείαν καρδιά

2014 - Κατευθείαν καρδιά (Kathefthian kardia, Recht naar het hart). Tien nieuwe liedjes. Iró schreef zelf de muziek voor vijf daarvan, Dimitris Tsoukas drie (waaronder de titelsong) en Yorgos Tzavaras eentje. Het tiende is een bewerking van "Porque la vida es asi", geschreven door Marc Anthony en Victor Manuelle (en bekend van Jennifer Lopez). Het werd van een Griekse tekst voorzien door Eleana Vrachali, die ook alle andere teksten voor dit album schreef. Vrachali heeft een heel eigen schrijfstijl, en die past uitstekend bij Iró. Uitschieters op dit album zijn "Τόσο νωρίς" en "Πολύ κοντά, πολύ μακριά", allebei op muziek van Iró.

In april 2015 zorgde ze opnieuw voor een verrassing, toen ze in de "Half Note Jazz Club" optrad samen met Evridiki (Ευρυδίκη), de Cypriotische zangeres (°1968) die haar land twee keer op Eurovisie vertegenwoordigde in de tijd dat je daarvoor nog moest kunnen zingen (1992 en 1994). Zij en Iró zijn aan elkaar gewaagd, en ze zijn ongeveer in hetzelfde genre actief, maar het was de eerste keer dat ze samen op één podium stonden. Twee sterke stemmen en een piano, meer moest dat niet zijn om lovende kritieken te genereren.

Geen verrassing maar integendeel zeer voorspelbaar was haar medewerking aan het groots opgezette concert, dat op 3 juli 2015 georganiseerd werd op het Syntagma-plein in Athene. Dat was vlak vóór het referendum, waarin de Grieken gevraagd werd of ze het eens waren met het "reddingsplan" van de Troïka. De Europese leiders schreeuwden in alle talen dat het "ja" moest worden, want anders zou de hemel boven Griekenland invallen en dergelijke. Het concert was georganiseerd door de voorstanders van een "nee". Iró was daar niet alleen: ook Rita Antonopoulou , Eleni Vitali , Christos Thyveos, Alkinoos Ioannidis , Sokratis Malamas , Afroditi Manou, Thanos Mikroutsikos , Ralia Christidou en de Chaïnides deden mee - om alleen maar de bekendsten te noemen. En zoals bekend werd het "nee" met een overweldigende meerderheid.

Het was inderdaad voorspelbaar dat Iró zou meewerken, omdat zij nog steeds geen onrecht kan verdragen. Zij is dan ook altijd bereid om op te treden voor benefietconcerten, of bijvoorbeeld in het kader van een campagne tegen pestgedrag of voor drugsbestrijding.

In augustus 2015 kwam ze met een programma rond haar recentste album "Katheftian kardia", maar dat deed ze samen met Adám Tsarouchis (Αδάμ Τσαρούχης). Dat was wel weer een verrassing, maar de aanwezigen stelden vast dat haar pianospel uitstekend samenging met de jazzy en swing klanken van Tsarouchis.

Een variatie op datzelfde thema presenteerden ze in december 2015 in de gloednieuwe club "Loft" in Kifisiá. Daar was het programma nog iets meer gevarieerd, met oude succesnummers en nieuwe verrassingen. De artistieke leiding van de "Loft" is in handen van een oude bekende van Iró, namelijk Margarita Mytilineou .

Het buitenland

Tussendoor had ze in oktober 2015 nog even een oversteek gemaakt naar Cyprus, alleen met haar piano, maar belangrijker is misschien dat ze in november 2015 in Duitsland optrad. Voor zover ons bekend was dat haar eerste buitenlandse optreden - als je Cyprus even niet meetelt als "buitenland". Het lijkt er op dat ze daar twee verschillende soorten publiek op het oog heeft. Enerzijds zijn er de "buitenlanders", de niet-Grieken dus, die ze wil inpalmen met een aantal sterke nummers, en anderzijds zijn er de Grieken van de diaspora, die volgens haar vol heimwee zitten en verlangen naar de goede oude klassiekers. Vandaar allicht dat ze heel veel liedjes zingt van bekende componisten als Mikis Theodorakis , Manos Hadjidakis , Mimis Plessas en dergelijke.

In het begin van 2016 zette ze een volgende stap in haar buitenlandse carrière, met drie concerten in Zweden (één in januari en twee in maart). Ze reisde in het gezelschap van de groep "Ευήκοον Μέλος", net als zij afkomstig uit Patras. Het programma was vergelijkbaar met haar andere buitenlandse optredens: een "muzikale reis" van Theodorakis tot Hadjidakis , met alles daar tussenin. Het enige verschil was uiteraard de bezetting: Iró met haar stem en haar piano werden bijgestaan door een bouzouki , twee mandolines, een gitaar en een contrabas.

Opmerking: het zou kunnen dat Evykoon Melos ook al mee in Frankfurt waren in november 2015, en dat Iró daar opnieuw optrad in januari 2016 maar dan solo. Dit zijn we nog aan het uitzoeken.

Tussen de twee Zweedse uitstapjes in, in februari 2016, gaf ze ook nog concerten in Athene en Thessaloniki, in feite een herhaling van haar eerdere optredens met Adám Tsarouchis in december.

In april 2016 waren er dan de twee solo concerten in Brussel, haar eerste Belgische optredens, waar ze er helemaal alleen voorstaat. Dat was meteen ook de aanleiding voor deze biografie.

En nog een maand later, in mei 2016, gaat ze dan voor de allereerste keer naar Londen, met precies hetzelfde programma als in Brussel. Daar werd ze uitgenodigd door de Griekse gemeenschap aldaar, en haar optreden is onderdeel van de festiviteiten rond het Griekse Paasfeest. Een roodgeverfd ei is dan ook in de toegangsprijs inbegrepen.

 

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Angélique Ionatos

Volgende pagina
Panayotis Kalantzopoulos

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.