Yazdjian
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Savina Yannatou

Volgende pagina
Matoula Zamani


Biografieën van de website over Griekse Muziek

Haig Yazdjian

Als je de outi -speler, zanger en componist Haig Yazdjian vraagt naar zijn vaderland, dan antwoordt hij dat hij er drie heeft: Syrië, Griekenland en Armenië.

Hij werd in 1959 geboren in Aleppo (Syrië) maar zijn ouders zijn Armeniërs, afkomstig uit Turkije, meer bepaald uit Cesarea in Cappadocië. In 1980 kwam hij naar Griekenland, waar hij nu dus al bijna dertig jaar woont - het grootste deel van zijn leven. Toch voelt hij zich nog altijd wat ongemakkelijk omdat hij op al zijn internationale concerten aangekondigd wordt als een Armeense Griek. "Ik weet eigenlijk niet of ik wel het recht heb om me Griek te noemen", zegt hij bescheiden.

De (andere) Grieken zelf doen daar niet moeilijk over. In het kader van het jaarlijkse "Festival van Athene" was er in 2001 een concert met als titel: "Το Εθνικό μας Εθνικ" ( To Ethniko mas Ethnik , vrij vertaald "onze eigen traditionele muziek"). Op de affiche stonden de grootsten in het genre, uit verschillende streken van Griekenland: Chronis Aidonidis , Tasia Verra , Yorgos Koros , Domna Samiou , Savvas Siatras , Babis Tsertos ... Maar ook Haig Yazdjian was erbij. Hij mocht zelfs de spits afbijten en het publiek - 4000 man sterk - ging meteen aan het dansen. Daarmee was het pad geëffend voor Babis Tsertos , de volgende op het programma. Die gooide er een tsamikos tegenaan en toen was er helemaal geen houden meer aan. De pannen zouden van het dak gegaan zijn als het concert niet in het Lykavittós theater had plaatsgevonden, en dat is - zoals bekend - een openluchttheater.

Het is maar een voorbeeld uit vele, maar het illustreert wel heel mooi waar Yazdjian staat in het rijke Griekse muzieklandschap. De organisatoren, die toch verondersteld zijn er iets van af te weten, beschouwen hem zo'n beetje als één van hen. En het publiek, grotendeels afgekomen op de grote namen en om de muziek van hún streek te horen, voelde zich toch ook aangesproken door de muziek van Yazdjian . Hoe komt dat dan, en wat is zijn muziek eigenlijk? Daarvoor moeten we teruggaan naar het begin.

Thuis in Syrië had hij vooral belangstelling voor Westerse muziek. De Oosterse muziek, die hij om zich heen hoorde, vond hij "banaal". Al als kleine jongen speelde hij elk instrument dat hij in handen kreeg, maar ook die waren Westers: vooral gitaren , in al hun vormen. Daarmee trad hij op in allerlei plaatselijke pop- en rockgroepjes.

Het werd hem al snel duidelijk dat hij in Syrië hoegenaamd geen toekomst had en hij week uit naar het Westen. Hij kwam eerder toevallig in Griekenland terecht: het was gewoon het eerste Europese land dat je tegenkomt als je westwaarts trekt. Maar het beviel hem wel, beter dan een groot Europees land als Frankrijk of Duitsland, en - zegt hij - de mentaliteit sloot ook beter aan bij wat ik gewoon was. En in elk geval was er veel meer vrijheid dan in Syrië. Hij besloot dus om daar te blijven en er een nieuw leven op te bouwen.

De eerste steen van dat nieuwe leven legde hij in een Arabisch restaurant in Athene, in de buurt van het Hilton hotel. Hij kreeg daar een baan als gitarist in hun orkestje. Het management haalde grote namen uit de Arabische muziek naar Griekenland en Yazdjian mocht die dan begeleiden. Zo leerde hij natuurlijk in snel tempo enorm veel bij over de Oosterse muziek, waar hij eerst een beetje op neergekeken had maar die hij nu - in Griekenland - leerde waarderen.

Nogal wat van die Arabische muzikanten raadden hem aan om outi te gaan spelen. Dat instrument zou hem beter liggen, dachten ze. Yazdjian leerde zichzelf outi spelen en, omdat hij niet van half werk houdt, pakte hij dat grondig aan. Hij kocht boeken, luisterde naar opnamen enzovoorts. En al snel bleek dat de Arabische meesters het goed gezien hadden: hij ontpopte zich in geen tijd als virtuoos. Zozeer zelfs dat hij indruk maakte op Griekse muzikanten die speciaal naar het restaurant kwamen om hem te horen. Het duurde dan ook niet lang of hij werd gevraagd om mee te spelen in een rembetika -orkestje. Ook in de rembetika speelt de outi namelijk een belangrijke rol.

Het aanbod zei hem wel wat. Het was een manier om de rembetika en de traditionele smyrneïka beter leren kennen. Dat was tenslotte de muziek van zijn nieuwe vaderland. In 1991 verliet hij dus zijn "Arabische restaurant-leerschool" en stapte over naar de Griekse clubs. Daar bracht hij het al snel tot een van de meest gevraagde outi -spelers van Griekenland. Hij speelde met groten als Babis Tsertos , Stelios Vamvakaris (zoon van Markos ), Yorgos Xindáris , ... Hij werkte ook mee aan platen van Thanasis Polykandriotis en Christos Nikolópoulos , twee belangrijke componisten en allebei behorend tot de beste bouzouki -spelers die er in Griekenland te vinden zijn. Hij zorgde voor de outi op de belangrijke cd "Aiolía" van de componist Michalis Nikoloudis , en met Nikos Xydakis ging hij voor het eerst mee op tournee, in Griekenland maar ook internationaal. Hij kwam ook op tv, in de bekende ET1 reeks documentaires "Rembétiki Istoría" van Panayotis Kounadis , waar hij onder meer Eleftheria Arvanitaki , Eleni Tsaligopoulou en Glykeria begeleidde. Tussendoor bleek dat hij nog uitstekend kon zingen ook.

Ondanks al dat succes ging hij zich afvragen of je als buitenlander wel het recht hebt om je met Griekse muziek bezig te houden, of dat niet voorbehouden is aan de Grieken. Het klinkt een beetje merkwaardig, aangezien de Griekse muzikanten min of meer voor hem in de rij stonden. Maar blijkbaar heeft ook hij negatieve reacties gekregen. In een interview uit 1996 vroeg men hem of hij ooit last had gehad van racisme. Dat had hij, maar hij tilde daar niet zwaar aan. "Uiteraard is er racisme in Griekenland", zei hij, "net als overal, maar het is hier veel minder erg dan in Frankrijk of Duitsland. Hier is het vooral onwetendheid en gebrek aan vorming die tot racisme leiden". Zo hoorde hij bijvoorbeeld, toen hij een Armeens liedje zong, iemand in de zaal opmerken: "Waarom zingt die vent in het Turks?". Het is precies uit dergelijke hoek dat je vaak de opmerking hoort dat Griekse muziek exclusief voorbehouden zou zijn aan de Grieken. De tegenstelling met Grieken, die er wél wat van kennen, is groot. Die kunnen blijkbaar de bijdrage van een niet-Griek beter inschatten, want uit die hoek komt vooral waardering, als het goed is tenminste. En dat is bij Haig Yazdjian duidelijk het geval.

Hij zegt wel dat hij zich van dergelijke opmerkingen niet veel aantrekt maar blijkbaar steekt het toch wel ergens. Het kan ook zijn dat hij gerijpt was na zijn jarenlange zwerftocht, van Westerse naar Oosterse muziek en dan weer min of meer halfweg terug naar de rembetika , een muzieksoort die zelf de omgekeerde weg heeft afgelegd. Feit is dat hij al na enkele jaren - in 1994 - zijn eigen groepje oprichtte en daarmee zijn "eigen" muziek ging spelen.

Eerst maakte hij nog wel een cd over de outi . Dat werd deel 7 in de reeks "Greek Folk Instruments" . Samen met Antonis Apérgis demonstreerde hij de mogelijkheden van zijn geliefde instrument. Ook hier geen half werk. In het contract met de platenmaatschappij waren 150 studio-uren voorzien, maar al snel zaten ze door dat budget heen. Yazdjian trok met lood in zijn schoenen naar de directie, maar toen die hoorden wat ze al ingeblikt hadden kreeg hij carte blanche . Uiteindelijk gingen er 310 uren studiowerk inzitten en in mei 1995 lag de cd in de winkelrekken.

Kort daarna, in december 1995, verscheen dan zijn eerste eigen cd, "Talar" . Die maakte meteen een enorme indruk. De recensenten waren vol lof en de cd werd zelfs genomineerd voor het lijstje "De twintig beste cd's van het seizoen 1995-1996" van het toonaangevende muziektijdschrift Difono . De cd haalde uiteindelijk het lijstje niet, maar de nominatie op zich is al niet slecht: in die periode (september 1995 - augustus 1996) verschenen in Griekenland namelijk zowat 600 cd's ...

Door deze cd was Yazdjian in één klap bekend bij het grote publiek, nu niet alleen meer als outi -speler en zanger, maar ook als een van de meest getalenteerde componisten van zijn generatie. Daarmee ontstond natuurlijk de behoefte aan een etiket: wat voor soort muziek is dat nu precies, die "eigen muziek" van Yazdjian ?

De muziek op "Talar" bevat duidelijk Armeense invloeden, en drie van de nummers zijn bewerkingen van traditionele Armeense liedjes. Het was dus verleidelijk om hem onder het kopje " ethnic" te klasseren. Dat etiket paste wel niet helemaal, want onder ethnic verstaan de Grieken eigenlijk de authentieke muziek van een bepaald land, en Yazdjian brengt geen "authentieke" Armeense muziek. Maar ethnic was toen nog een relatief nieuw begrip in Griekenland en het etiket kon er voorlopig mee door.

De vraag kwam opnieuw aan de orde toen er in 1997 een tweede cd, "Garin" , verscheen. Ook deze werd goed onthaald en het was nu voor iedereen duidelijk dat dit geen eendagsvlieg was. Gelukkig voor de etikettenklevers had deze cd een jazzy tintje. Dat gaf ze eindelijk houvast: een beetje Armeens, een beetje jazz, dat is - hoera! - fusion . Geen twijfel mogelijk. En eigenlijk paste de term " ethno-jazz " nog beter. Ja, dat was het helemaal!

Een recensent, die "Garin" op zijn bord kreeg, veegde die redenering van tafel. De essentie bij fusion is - volgens hem - de aanwezigheid van elementen van twee of meer stijlen. Maar de essentie bij de elf nummers van "Garin" is de onmiskenbare hoge artistieke kwaliteit. Al de rest is van ondergeschikt belang. Je doet de plaat onrecht aan door ze op één hoop te gooien met al die andere fusion , waarbij maar al te vaak gewoon een paar stijlen door elkaar geroerd werden. Het enige etiket dat volgens hem op "Garin" paste was het etiket "goede muziek".

Het was een verstandige keuze, niet in het minst omdat ook de volgende cd's van Yazdjian elk een eigen karakter hadden (zie de discografie, hieronder). In de aankondigingen van zijn concerten vind je dan ook de meest uiteenlopende omschrijvingen, maar ze draaien toch allemaal rond de pot van de ethnic en de wereldmuziek. Niet dat het er nog veel toe doet, Haig Yazdjian is intussen wel een begrip geworden in Griekenland en zijn muziek heeft al lang geen etiket meer nodig.

Wat is er dan zo kenmerkend aan de muziek van Yazdjian , en wat maakt dat hij het publiek zo aanspreekt?

Om te beginnen is er natuurlijk de heel eigen manier waarop hij elementen uit verschillende stijlen vermengt. Hij combineert traditionele Oosterse muziek - niet alleen Armeense - met eigen interpretaties. Hij voegt er ook wat Europese elementen aan toe: enkele noten hier, een melodietje daar. Het resultaat is uniek en vernieuwend en het mengen gebeurt op zo'n creatieve manier dat je de muziek niet zomaar "weer uit elkaar kan halen": je moet al een geoefend oor hebben om er de verschillende Oosterse en Westerse componenten afzonderlijk in te herkennen. Gelukkig is dat ook niet nodig, want een compositie van Yazdjian is een evenwichtig, harmonieus geheel dat gerust op zichzelf te genieten valt.

Voor een Westers publiek wordt hij nog steeds aangekondigd in termen van Armeense, Oosterse en mediterrane muziek, maar de modale Westerling is meestal ook minder vertrouwd met niet-Westerse muziek. Dan klinkt de muziek van Yazdjian inderdaad heel erg "oosters" (voor een modale Oosterling zou ze misschien erg "westers" klinken) en je moet toch iets op de affiche zetten om de mensen een houvast te geven.

Een Grieks publiek kan dat iets beter inschatten: Griekenland ligt geografisch én muzikaal immers op het kruispunt tussen Oost en West. Ze zijn daar dus meer vertrouwd met de verschillende gezichten van de Oosterse muziek. Maar voor hen is het dan weer de Armeense muziek die niet zo bekend is. Daarom worstelden zij in het begin met het onderscheid tussen enerzijds de Armeense invloeden in het werk van Yazdjian en anderzijds de traditionele Armeense muziek. Toen men hem vroeg naar het soort muziek op "Talar" , antwoordde hij eenvoudig: "Het is nieuw". "Maar het klinkt toch Armeens?" drong de Griekse reporter aan. "Ja, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik een dudúk gebruik", antwoordde hij. Deze Armeense houten fluit heeft een kenmerkende doordringende klank, die er meteen uitspringt. Maar daarom is het nog geen "Armeense muziek".

Men probeerde het dan langs een omweg: "Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Griekse en Armeense muziek?" Maar Yazdjian haalde de schouders op. "Kijk," zei hij, "of het nu Turks, Arabisch, Armeens of Grieks is, we zwemmen allemaal in dezelfde vijver. De taal, waarin gezongen wordt, mag dan anders zijn, en de manier van zingen is misschien verschillend, en er wordt op andere plaatsen en bij andere gelegenheden gezongen. Maar de onderliggende elementen, de drómoi, die zijn overal dezelfde". Wat de Grieken een dromos noemen is inderdaad de makam van de Arabieren en de Turken. Simpel gezegd is het een soort combinatie van toonladder en melodie waaruit de Oosterse muziek is opgebouwd. Met andere woorden: de ingrediënten zijn overal dezelfde maar plaatselijk doen ze er andere kruiden overheen. Je zou in zekere zin kunnen zeggen dat Yazdjian de muziek eerst tot de essentie herleidt en ze dan op smaak brengt met zijn eigen kruidenmengsel. Het resultaat van zijn muzikale kookkunst klinkt dan ook traditioneel en vernieuwend tegelijk.

Een tweede kenmerk van de muziek van Yazdjian is de manier waarop hij de verschillende instrumenten inschakelt in zijn composities. Op zijn cd's is de instrumentatie altijd bijzonder uitgebreid: tien tot vijftien muzikanten is voor hem heel gewoon. Daarbij kiest hij voor traditionele Oosterse instrumenten, zoals de lyra , de ney of het kanonaki , maar evengoed voor Westerse instrumenten als contrabas, saxofoon, elektrische gitaren , synthesizers of een volwassen drumstel waar elke rockgroep jaloers op zou zijn. De ene keer gaan Oosterse en Westerse instrumenten met elkaar in dialoog, de andere keer vullen ze elkaar aan. Soms spelen de instrumenten hun gewone, traditionele rol, soms gebruikt hij ze gewoon als gereedschap om het klankbeeld op te bouwen dat hij in zijn hoofd heeft. Zelf bespeelt hij zijn outi ook niet op de traditionele manier. Niet dat hij de traditionele rol van de outi als minderwaardig of verouderd zou beschouwen, integendeel, maar voor hem is de outi gewoon een middel om zichzelf te uiten. De laatste tijd experimenteert hij zelfs met een ... elektrische outi .

Maar als puntje bij paaltje komt dan zijn het toch vooral zijn intense manier van spelen en de kracht van zijn muziek die het meest indruk maken op het publiek, niet alleen in Griekenland maar ook internationaal. Want inderdaad: ook in het buitenland is hij veel gevraagd, je vindt hem op zowat alle festivals in heel Europa: Duitsland, Spanje, Frankrijk, Engeland, Zweden, ...

Het is ook opvallend hoezeer hij indruk maakt op andere topmuzikanten. Bekend is de - veel geciteerde - uitspraak van Ara Dinkjian , net als Yazdjian een Armeense outi -speler en componist maar dan met Amerika als thuisbasis. Hij zei (in een interview met Difono in maart 1996) dat hij al wist dat Yazdjian een uitstekend musicus is maar dat hij pas recent ontdekt had dat hij ook nog goed kon zingen, en hij wenste hem en zijn medewerkers alle succes toe. Maar dat zegt niet zoveel. Ook al is het waarschijnlijk wel gemeend, het zijn natuurlijk gewoon de juiste dingen om in zo'n interview te zeggen en vooral: het is vrijblijvend. Anderen gaan verder, zij voegen de daad bij het woord. Want inderdaad: het onmiskenbare talent van Yazdjian , in combinatie met zijn virtuositeit op de outi en zijn grondige kennis van Oosterse én Westerse muziek, oefenen blijkbaar een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op muzikanten uit de meest uiteenlopende genres en uit alle windstreken. Ze werken dan ook graag en veel met hem samen.

Een goed voorbeeld is de Canadese Loreena McKennitt . Ze begon als straatzangeresje en werkte zich op eigen kracht op tot ster van wereldformaat. Ze is haar eigen manager en produceert haar eigen cd's, van begin tot eind. Daartoe heeft ze haar eigen platenlabel, en dat label heeft maar één artiest: zijzelf. Toch hebben ze daar de handen vol, ze verkocht wereldwijd in totaal veertien miljoen albums. Ze weet dus echt wel wat ze wil en ze weet ook wat muziek is. Zij koos Haig Yazdjian uit vele andere outi -spelers om mee te werken aan haar zevende cd "An Ancient Muse" , die in 2006 verscheen. Net als in een aantal vorige cd's zoekt zij daarin naar de sporen van haar Keltische voorouders die sinds de tijd van Homeros doorheen Europa trokken. "Als ik de studio binnenstap", zegt ze, "dan heb ik zelden of nooit iets op papier staan. Met de muzikanten van het kaliber waar ik mee werk is dat ook niet nodig. Die kennen hun vak en ze zijn receptief. Bijna al mijn liedjes hebben een 'landschap', een bepaalde plaats in een bepaalde tijd, en daar horen visuele beelden bij. Neem het liedje 'The gates of Istanbul' : we zijn in 1453, er zijn kamelen, paarden ... de soldaten keren terug na een geslaagde veldtocht, ze naderen de imposante stadsmuren, zijn blij weer thuis te komen, rijden de stad binnen, daar zijn prachtige parken, fris water ... dat soort dingen. Ik vertel mijn muzikanten gewoon welke beelden ik in mijn hoofd heb, en ik geef soms met een paar noten aan waar ik naartoe wil. Dan zeggen ze 'Ah, ok' en de rest groeit vanzelf, als een organisch geheel". Naast Yazdjian werkten ook Sokratis Sinopoulos ( politiki lyra ), Yorgos Kondogiannis ( bouzouki ) en het Krótala ensemble (slagwerk) mee aan deze cd, die meer dan een half miljoen exemplaren verkocht.

Op die cd is ook een kanonaki te horen en ook daarvoor deed Loreena McKennitt beroep op een van de besten in het vak, op Panos Dimitrakopoulos . En, toeval of niet, als je met deze man over muziek praat, dan komt het gesprek al snel bij Haig Yazdjian terecht. Ook hier niets dan lovende woorden: "Zijn manier van spelen, de manier waarop hij zichzelf geheel tot uitdrukking brengt in zijn spel, dat is gewoonweg uniek. Hij speelt wel outi maar soms lijkt het alsof hij met een gitaar bezig is. Hij kent al de verschillende stijlen als geen ander maar daaruit heeft hij zijn eigen stijl ontwikkeld. Hij is een vrij man". Toch is het Yazdjian geweest die Dimitrakopoulos inwijdde in de ... traditionele Oosterse speelstijl. "Het was een belangrijke leerschool voor mij", zegt hij.

Tot zover geen verrassingen. Je kan zowel McKennitt als Dimitrakopoulos zonder al te veel moeite situeren in de hoek van de ethnic , wat dat dan ook moge zijn, en daarmee speelt Yazdjian min of meer op eigen terrein. Het valt overigens op dat de ethnic in Griekenland sterk in opkomst was in het midden van de jaren negentig, precies de periode dat Yazdjian zijn eigen weg insloeg. Toeval? Nee, integendeel, zo vindt (onder meer) Notis Mavroudís . Volgens hem heeft Yazdjian daar juist een belangrijke rol in gespeeld. Mavroudis is goed geplaatst om dat te beoordelen: deze componist en gitarist draait al een halve eeuw mee in de Griekse muziek en hij heeft daar, met zijn eigen 25 platen, actief aan bijgedragen. Daarbij volgt hij de evolutie op de voet, onder meer als uitgever van zijn eigen muziektijdschrift Tar . Zoals de naam het (min of meer) aangeeft gaat dat vooral over de gitaar, maar die wordt in zowat alle muzikale genres gebruikt en die komen dan ook in Tar aan bod. Volgens Mavroudis is de aanwezigheid van Yazdjian in Griekenland uiterst belangrijk, precies omdat hij, als getalenteerd en deskundig musicus, er van buitenaf tegenaan kijkt. Dat zorgt voor een verfrissende en verhelderende kijk en dat helpt dan weer de Griekse muzikanten om inzicht te krijgen in hun eigen muzikale traditie, aldus Mavroudis . Het doet onwillekeurig denken aan Ross Daly : die doet iets gelijkaardigs op Kreta en ook hij heeft een rol gespeeld in de heropleving die daar momenteel aan de gang is.

Yazdjian zelf doet daar niet druk over. Dat ondervond een Griekse reporter die het met hem probeerde te hebben over die zogenaamde "opkomst van de ethnic " en hem dan op de man af vroeg of hij daar voor iets tussen zat. Yazdjian ontweek de vraag schouderophalend. "Jullie hebben al eeuwenlang ethnic ", antwoordde hij, en hij gaf de Epirotische traditionele muziek als voorbeeld.

Hij is daarmee allicht te bescheiden. Veel te bescheiden zelfs, want het heeft er alle schijn van dat zijn invloed op de Griekse muziek van de laatste decennia nog veel groter is dan "alleen maar" de ethnic . Hij heeft immers ontegensprekelijk het "oor van de meester" en dat maakt dat hij heel snel en heel nauwkeurig de sterke en zwakke kanten van iemand kan inschatten, ook al is de persoon zelf zich daar nog niet van bewust. Dat is precies wat hem zelf overkwam in zijn beginjaren, toen de Arabische meesters in de jonge gitarist een groot outi -speler herkenden. Nu lijkt het zijn beurt te zijn. Daarbij komt nog dat hij niet alleen bevoegd is om te gidsen binnen de Oosterse muziek: hij is inderdaad deskundig in heel veel muzieksoorten. Hij heeft dan ook al heel wat jonge musici de weg gewezen. In zekere zin lijkt de man een beetje op een onderzeeër: je ziet hem niet maar hij is er wel, ook op plaatsen waar je hem niet meteen zou verwachten. Hij valt niet op maar als je goed kijkt zie je hem ineens opduiken in allerlei bio's, meestal helemaal in het begin daarvan. Misschien zal binnen twintig jaar wel blijken dat Yazdjian op dat vlak een vergelijkbare rol gespeeld heeft als Manos Hadjidakis enkele decennia vóór hem. Ook Hadjidakis was immers een accurate wegwijzer voor artiesten als Savina Yannatou , Nana Mouskouri , Loudovikos ton Anogeion , Elli Paspala , en vele, vele anderen. Alleen al op die manier heeft hij een enorme impact gehad op de Griekse muziek. Toegegeven, Yazdjian heeft dan nog wel wat werk voor de boeg, maar hij is toch al goed bezig.

Neem bijvoorbeeld Dimitris Yfandís . Hij is tegenwoordig een van de drie stemmen van het succesrijke groepje Trifono (de andere twee zijn Nikos Kouroupakis en Erofíli ). Maar toen hij bij Yazdjian aanklopte was hij nog een naamloze tienerjongen die bouzouki speelde en nu ook outi wilde leren. Toen hij een pas aangeleerd Armeens liedje niet alleen naspeelde maar het ook nog nazong, spitste Yazdjian de oren. Hij begreep onmiddellijk dat hij met een uitstekende zanger te maken had. Yazdjian weet intussen wel de weg in de Griekse muziekwereld: hij kent iedereen, gewoon omdat iedereen hem kent en waardeert. Al gauw lag de eerste eigen cd van Yfandis in de winkels. Maar daar bleef het niet bij. Yazdjian introduceerde hem bij Dimitra Galani . Die luisterde naar de uitleg van Yazdjian , luisterde naar Yfandis , knikte goedkeurend, en liet Yfandis een liedje meezingen op haar eerstvolgende cd. Galani heeft nog meer jong talent een kans gegeven. Zo introduceerde ze bijvoorbeeld Alkinoos Ioannidis en Michalis Chatzigiannis bij het grote publiek. Ook Dimitris Yfandis was nu gelanceerd, dank zij Galani - en dank zij Yazdjian .

Een ander voorbeeld is de Cypriotische componist en pianist Stavros Lantsias . Die studeerde muziek in Lefkosia en in Boston, kwam naar huis met een koffer vol prijzen, verhuisde naar Griekenland waar hij samenwerkte met vele groten (waaronder zware kalibers als Yorgos Dalaras ), was orkestleider voor de Cypriotische inzending voor Eurovisie in 1996 en 1997, ... (Of dat laatste op artistiek gebied een referentie is, is een andere vraag, maar technisch is het dat in elk geval wel.) Met andere woorden: de man heeft aan talent geen gebrek. Hij hoorde Haig Yazdjian voor het eerst spelen met Alkinoos Ioannidis en hij was meteen in de ban van die muziek. Hij wilde er meer van weten en hij zag maar één manier: samen met hem spelen. Er was wel een klein probleempje: Lantsias is pianist en de club had geen piano. "Kan me niet schelen", zei hij, "dan doe ik wel wat slagwerk". En zo geschiedde. Maar Yazdjian begreep al snel dat zijn leerling ook talent had als componist. Toen Lantsias in 1999 zijn eerste cd uitbracht had hij er een nummer opgezet met als titel "To tragoudi tou Haig" (Het lied van Haig ). "Dat was het minste wat ik kon terugdoen", zei hij, " Haig heeft me immers geholpen om mezelf en mijn creativiteit te ontdekken, ik ben hem dus veel verschuldigd".

De invloed van Yazdjian hoeft niet altijd zo beslissend te zijn. Het kan ook subtieler, gewoon door de overdonderende eerste indruk die hij maakt op getalenteerde musici als Lantsias . Een gelijkaardig relaas hoor je bijvoorbeeld van Yotis Kiourtsóglou . Hij werd geboren in Kozani maar zijn roots liggen in Klein-Azië. Ook hij studeerde in Amerika, in Los Angeles, en zijn palmares is al even indrukwekkend als dat van Lantsias . Hij hoorde Yazdjian voor het eerst op cd en hij kreeg zowaar de tranen in de ogen. Dat is hem nog niet vaak overkomen, zegt hij, maar "de muziek van Yazdjian heeft zo'n kracht, er zit zoveel gevoel in, dat het niet normaal meer is". Hij was vooral onder de indruk van een liedje dat ging over de xenitia , het leven "in den vreemde". Het was in het Armeens gezongen en Yotis begreep er geen iota van, maar er sprak zo'n weemoed uit dat dat ook niet nodig was.

Yazdjian zingt inderdaad vaak in het Armeens. Eigenlijk was het zelfs wachten op zijn vijfde cd Amalur (2007) om hem in het Grieks te horen. Op (bijna) al zijn cd's staan ook enkele bewerkingen van traditionele Armeense liedjes. Dat doet hij bewust. Op zijn eerste cd Talar had hij ook bewust voor de duduk gekozen omdat dit instrument "de hoop van het Armeense volk verklankt". Zijn derde vaderland is immers Armenië en hij wil met zijn muziek iets teruggeven. Hij vindt namelijk dat de Armeense muziek nog altijd onderbelicht is gebleven, en het zou goed zijn als hij dat - op zijn manier - een beetje kon corrigeren.

Het is niet alleen de muziek die onderbelicht is, natuurlijk. Er is ook nog de genocide op de Armeniërs in 1915, waarbij honderdduizenden van hen omkwamen door toedoen van de Turken. Die laatsten - of toch tenminste de opeenvolgende Turkse regeringen - ontkennen in alle toonaarden dat er zoiets geweest is als een genocide. De term impliceert een bewuste uitroeiing, opgelegd van hogerhand, maar dat was volgens de Turkse regering niet het geval. Er waren wel wat "ongelukjes" geweest maar het waren dan ook woelige tijden. Elke poging tot erkenning van de genocide is dan ook steevast aanleiding tot diplomatieke rellen. Het gevolg is dat het onderwerp relatief weinig bekend is, veel mensen hebben er nog nooit over gehoord. Dat is natuurlijk pijnlijk voor de Armeniërs. Yazdjian - wiens grootouders wegens diezelfde genocide vanuit Turkije naar Syrië vluchtten - zette op zijn tweede cd "Garin" dan ook een nummer dat "Bingeol" heet. Eleftheria Arvanitaki zong het al in het Grieks op de cd "Ta kormia ke ta macheria" uit 1994, in een bewerking van Ara Dinkjian . Maar haar tekst, geschreven door Lina Nikolakopoulou , is neutraler dan het origineel. Bin Geol is een dorp in het westen van Armenië, en het originele liedje gaat over iemand die naar dat dorp en naar zijn geliefde terugverlangt. Maar het dorp is uitgewist door de Turken - samen met alle inwoners.

Ooit wil Haig Yazdjian nog eens een cd maken met muziek van Komitas . Die wordt zo'n beetje als de aartsvader van de Armeense muziek beschouwd. Hij werd geboren in 1869, werd wees toen hij tien was en ging in het klooster. Daar zong hij hymnen in het koor, maar de eerste keer dat hij solo mocht was ook bijna de laatste keer. Hij zong namelijk in zijn moedertaal en dat was het Turks. Zoiets was destijds heel gewoon in het multi-etnische Ottomaanse Rijk maar enkele priesters wilden hem doen ophouden, de aartsbisschop was immers aanwezig. Het was uitgerekend de aartsbisschop die hen tegenhield. "Laat hem", zei hij, "horen jullie dan niet dat die jongen een prachtige stem heeft?". Later ging Komitas naar Duitsland om muziek te studeren en hij keerde terug met een doctoraat musicologie op zak. Hij componeerde zelf, maar hij is toch vooral bekend omdat hij Armeense traditionele muziek verzamelde en daar bewerkingen van maakte die meer aanleunden bij de Westerse muziek. Hij heeft zo meer dan 4000 werken geschreven, maar helaas is het meeste daarvan verloren gegaan tijdens de genocide. Slechts 400 zijn gered, maar als Komitas er niet geweest was, dan was allicht de hele Armeense muzikale traditie verdwenen. Ook Komitas zelf werd op transport gezet naar de dodenkampen in het Turkse binnenland. Hij ontsnapte op het nippertje aan de dodendans, maar de gruwelen, waar hij getuige van was, deden bij hem wel de stoppen doorslaan. Hij overleed in niet geheel opgehelderde omstandigheden in 1935, in een krankzinnigengesticht in Parijs. Hij wordt beschouwd als een van de martelaars van de Armeense genocide, en een cd met zijn werk zou dan ook een enorme symbolische betekenis hebben.

Dat neemt niet weg dat Yazdjian er geen moeite mee heeft om samen te werken met iemand als Omar Farouk Tekbilek . Die heeft weliswaar een Egyptische moeder maar zijn vader is een Turk en hij werd in Turkije geboren, dus Farouk (zoals hij kortweg genoemd wordt) is zonder twijfel een Turk. Als Armeniër ben je min of meer verondersteld om een soort eeuwigdurende haat te koesteren tegen de Turken, maar dat is aan Yazdjian niet besteed. Ook niet aan de andere Armeniërs die in het groepje van Farouk spelen. Een van hen kreeg inderdaad de wind van voren van zijn moeder, toen die hoorde dat haar zoon met een Turk ging spelen. "Je grootvader zal zich in zijn graf omdraaien", kloeg ze. Maar hij repliceerde dat er toch iemand eens de vicieuze cirkel moest doorbreken, anders zou er nooit een eind komen aan de haatgevoelens. "Het zou best kunnen dat zijn grootvader de mijne vermoord heeft", zegt hij nuchter, "en wat dan nog? We kunnen het goed met elkaar vinden, zowel muzikaal als op menselijk vlak, en het is toch dat wat telt?". Yazdjian lijkt dezelfde mening toegedaan.

Omar Farouk Tekbilek maakte in 1992 (samen met de Amerikaanse producer, componist en gitarist Brian Keane ) het legendarische "Beyond The Sky" . Deze plaat, die intussen beschouwd wordt als een klassieker van de wereldmuziek, sloeg in als een bom in het hele Midden-Oosten. Ook in Griekenland zorgde ze voor uitverkochte concerten. Nog in 1995 stonden Keane en Farouk samen in de Megaron Mousikis in Athene. Farouk leerde Yazdjian enkele maanden daarna kennen, toen ze allebei meewerkten aan de cd "Aiolía" van de Griekse componist Michalis Nikoloudis : Yazdjian met zijn outi , Farouk op de ney , een instrument waarop hij als een grootmeester geldt. Maar Farouk is ook componist en zanger, en hij speelt evengoed saz of slagwerk. Ook hij was meteen onder de indruk van de manier waarop Yazdjian outi speelt. Hij zegde zonder aarzelen toe om mee te werken aan diens eerste cd, zelfs zonder de muziek gehoord te hebben. "Dat was ook niet nodig", zegt hij, "zijn spel was voldoende. Jammer dat ik hem niet eerder gekend heb, anders had ik hem gevraagd om erbij te zijn in de Megaron ".

Farouk doet iets gelijkaardigs als Yazdjian . Zijn motto is "eenheid in verscheidenheid" en wie hem en zijn multi-nationaal ensemble bezig hoort, die denkt onwillekeurig "Als alle politici nu eens musici waren, dan was er vanzelf vrede in de wereld". Het is dan ook niet uitgesloten dat Haig Yazdjian mede door Farouk geïnspireerd werd om de weg in te slaan die hij nu met zoveel succes bewandelt.

Bij ons weten heeft hij dat nooit expliciet gezegd, maar Yazdjian is dan ook geen groot prater. Tijdens interviews doet hij soms een beetje denken aan een vis op het droge. Het is misschien daarom dat hij steevast zijn outi op schoot houdt, hij lijkt er zich achter te verschuilen als achter een schild. En als hij ook maar even de kans krijgt laat hij de outi aan het woord om zijn punt te illustreren. Want de muziek is zijn taal, zijn element. Niet dat er iets mis is met zijn Grieks, integendeel. Hij spreekt het vrijwel accentloos, en hij schijnt ook perfect Turks, Arabisch en Armeens te spreken. Voor de camera's van de Griekse tv lijkt het soms wel alsof hij even naar een woord moet zoeken, maar het kan evengoed zijn dat hij zijn gedachten aan het ordenen is. Helaas kom je daar als kijker nooit achter, want de meeste Griekse reporters horen zichzelf nogal graag aan het woord. In alle bescheidenheid vinden ze zichzelf zo goed, en hun vragen zo intelligent, dat ze hun slachtoffer midden in het antwoord alweer onderbreken met de volgende vraag. Politici en andere ervaren veelpraters weten daar wel raad mee: ze tateren gewoon door alsof ze niets gehoord hebben. Zo halen ze soms zelfs het eerstvolgende reclamespotje, in een soort van kakofonisch duet met de reporter. Maar dat is niets voor een musicus als Haig Yazdjian . Hij zwijgt, klemt zijn outi wat steviger vast en lijkt tevreden dat het einde van het interview weer wat dichterbij is.

Het is misschien precies omdat hij zo weinig van zeggen is dat Griekse muzikanten zo graag bij hem in de leer gaan. Bij hem studeer je op de eeuwenoude manier: al doende, in de praktijk. Voor een voldoende getalenteerde leerling is dat ook een zeer efficiënte methode - op voorwaarde dan wel dat je een goede leermeester hebt. En dat is Yazdjian blijkbaar ook nog. De jonge Aretí Ketimé , bijvoorbeeld, zegt van hem dat hij een uitmuntend leraar is. "Hij kan je meteen duidelijk maken hoe je iets moet spelen, en toch komt hij daarbij niet als een schoolmeester over. Weinig mensen hebben die gave" zegt ze. En zij kan het weten want ze heeft uitstekende leermeesters gehad. Ze werd min of meer als wonderkind ontdekt door Yorgos Dalaras . Ze was toen nauwelijks dertien maar zong en speelde santouri (een "duivels moeilijk" instrument) als een grote. Nadien ging haar carrière steil bergop, en in 2005 - ze was toen zestien - begon ze professioneel op te treden met haar eigen groep. Tegenwoordig (dus het winterseizoen 2008-2009) treedt ze samen op met Haig Yazdjian in de bekende muziekclub Kyttaro in Athene.

Het programma is een enorm succes en dat is natuurlijk ook mee te danken aan de derde grote naam die eraan meewerkt: Eleni Vitali . Ze is van zigeunerafkomst en wordt door velen beschouwd als een van dé allergrootste zangeressen van Griekenland. Dat heeft ze vooral te danken aan het onbeschrijflijk intense gevoel waarmee ze haar vertolkingen brengt. Ook zonder een woord Grieks te kennen is dat goed voor kippenvel. En als je haar vraagt naar haar mening over Yazdjian dan zegt ze zonder aarzelen dat hij misschien wel de belangrijkste muzikant is waar ze ooit heeft mee samengewerkt. Dat is niet niks, haar carrière overspant vier decennia. Ze begon in 1967, maakte haar eerste plaat met Sotiria Bellou en werkte sindsdien samen met al wat naam heeft in Griekenland. Volgens haar zijn er op deze planeet maar weinig mensen zoals Yazdjian . Oum Kalsoum was van het zelfde kaliber, maar dat is het wel zo'n beetje, vindt ze. Straffe taal, maar daar blijft het niet bij. "Ik kan hem niet gewoon een 'uitstekend artiest' noemen" zegt ze, "want dan zou ik hem tekort doen. Hij is zonder meer een uitstekend mens, in alle opzichten". Ook zij heeft het over de intensiteit van zijn muziek. En peinzend voegt ze daaraan toe: "Soms vraag ik me af of die man misschien een rechtstreekse verbinding met God heeft".

Discografie

We geven hier alleen zijn eigen platen. De samenwerkingen hebben we niet opgenomen wegens ondoenlijk. Niet alleen omdat de lijst zo lang is, maar ook en vooral omdat de namen van de muzikanten meestal nogal 'discreet' vermeld worden. Enkele belangrijke en/of interessante samenwerkingen zijn wel in de tekst van de biografie opgenomen.

1995 - Talar . Zijn eerste eigen cd en meteen een groot succes. In 2004 kreeg hij hiervoor een "gouden plaat", de allereerste ooit die in dit genre in Griekenland toegekend werd. Er staan 11 nummers op waaronder zeven nieuwe composities van hem. Drie zijn traditionele Armeense liedjes, door hem bewerkt, en het elfde is een nieuwe compositie die overgaat in een traditional. De meeste van de 11 nummers zijn instrumentaal, en zelfs bij de andere is de stem eerder een bijkomend instrument. Toch was dat voldoende om hem ook als zanger op de kaart te zetten. De naam van de cd is meteen ook de naam van zijn jongste dochter.

1997 - Garin . Zeven composities van Yazdjian en vier bewerkingen van traditionele Armeense liedjes (een instrumentaal en drie gezongen). Vele nummers hebben een jazzy tintje, wat niet zo raar is want de groep Human Touch werkte hieraan mee en die worden meestal als " ethno-jazz" gecatalogeerd. Het groepje bestaat uit David Lynch en uit de hogergenoemde Stavros Lantsias en Yotis Kiourtsoglou . Ook deze cd kreeg lovende kritieken. Garin is de naam van zijn andere dochter, en het is ook de naam van een oude Armeense stad (dan ook 'Karin' gespeld, het huidige Erzurum in het oosten van Turkije).

2000 - Το κτήνος στο φεγγάρι / Beast on the moon . De enige cd tot nog toe (2009) waar geen enkel Armeens traditioneel liedje opstaat, en de muziek klinkt ook meer als (goede) filmmuziek en minder als de Yazdjian van de twee eerste cd's. Het is dan ook muziek voor het bekende toneelstuk met dezelfde naam van Richard Kalinosky . Dat gaat over een Armeens koppel, Aram en Seta , dat in het Milwaukee (USA) van de jaren 1920 een nieuw bestaan probeert op te bouwen. Hun huwelijk wordt overschaduwd door de genocide van 1915, waarbij ze allebei hun hele familie hebben zien uitmoorden. De jonggehuwden zijn vreemden voor elkaar, beiden stonden alleen op de wereld en hij heeft haar gekozen uit een catalogus van een bemiddelingskantoor. Naarmate ze elkaar leren kennen lopen ze tegen elkaars trauma's en nachtmerries aan. Hij denkt aan het nageslacht, zij aan haar zus die voor haar ogen door de Turken misbruikt werd. Zij ziet aan de muur de foto van zijn familie waar hij de hoofden heeft uitgeknipt, hij heeft de afgehakte hoofden in de tuin aan de waslijn zien hangen. Toch is het een sereen stuk, de nadruk ligt op het verwerkingsproces. De titel is niet lukraak gekozen. In 1893 was er een maansverduistering in Turkije en de angstige Turken schoten met kanonnen en geweren op het "beest op de maan". Enkele jaren later schoten ze op hun buren, de Armeniërs, alweer omdat ze die onterecht als bedreiging van hun wereld zagen. Kalinosky is zelf geen Armeniër, maar wel zeven jaar getrouwd geweest met een Armeense. Het zijn de pakkende verhalen van haar grootmoeder die hem tot het schrijven van "Beast on the moon" inspireerden. Het werd een wereldwijd succes: vertaald in 12 talen, opgevoerd in 17 landen. Yazdjian schreef de muziek voor de opvoeringen in Athene. Rond deze tijd begint hij ook internationaal goed door te breken: zijn platen komen wereldwijd in de handel, hij tourt uitgebreid in Spanje en Duitsland, en hij wordt opgepikt door het Europese festivalcircuit.

2001 - Yeraz (Droom). Deze vierde cd is wat levendiger van karakter dan de vorige. Het basismateriaal zijn een aantal liederen uit de verzameling van de (toen pas overleden) oude Armeense zanger Hayrik Mouradian (1905-2000). De bewerkingen zijn van Yazdjian . Ook nu weer de stilaan gebruikelijke lovende - soms zelfs dromerige - commentaren. Eén (Griekse) commentator vond toch een minpuntje: de teksten in het bijbehorende boekje zijn enkel in het Armeens. Er is wel een vertaling in het Grieks en het Engels, maar die is in tekstvorm en hij had toch liever een poëtische Griekse versie gezien ... Tja, als dat de ergste tekortkoming is die hij kon bedenken, dan weet u het waarschijnlijk wel.

2007 - Amalur . Het resultaat van een jarenlange stilte (toch in de platenwinkels, niet op de podia) en van tien jaar experimenteren. De cd bevat meteen een aantal primeurs. Het is de eerste keer dat anderen meezingen op zijn cd's, en dat zijn dan niemand minder dan Eleftheria Arvanitaki en Ara Dinkjian (elk één nummer). Het is ook de eerste Yazdjian cd waarop liedjes staan met Griekse teksten. Die zijn geschreven door Nikos Moraïtis , Iris Louká en Ilias Katsoulis . Tenslotte is op deze cd een elektrische outi te horen en dat is zelfs een wereldprimeur. Verder een aantal traditionele Armeense nummers, zoals gewoonlijk, maar ook een Irakese traditional en een elektronisch nummer. "Amalur" is Baskisch en het betekent "Moeder Aarde". Yazdjian hoorde het toevallig en de klank van het woord beviel hem meteen. Haig is trouwens erg populair in Spanje, van deze cd is speciaal voor de Spaanse markt een versie verschenen met bijhorend boekje in het Spaans.

 

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Savina Yannatou

Volgende pagina
Matoula Zamani

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.