|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Overzicht Griekse Muziek in September 2016KosmokratorsRembetika (FR-EN-NL-EL) De traditionele "Birthday night" in de Art Base wordt op al even traditionele wijze opgeluisterd door de Kosmokrators. Zoals bekend brengt de groep rembetika-liederen in 4 talen. De taal van het repertoire varieert al naargelang van de plaats van optreden. De Kosmokrators treden dit jaar uitgebreid op en toeren onder meer door Griekenland, Nederland en België. Toch maken ze nog even wat tijd vrij om gratis op te treden ter gelegenheid van de verjaardag van Frans, die zelf deel uitmaakt van de groep en de drijvende kracht is achter Art Base. De Kosmokrators hebben net een cd uitgebracht, "Frenetika", met de medewerking van niemand minder dan Agathonas . Voor meer informatie hierover verwijzen we u graag naar onze maart 2016-pagina . Op de "birthday night" spelen de Kosmokrators met 5 en dat zijn:
Op de site sinds: 31/07/2016 Terug naar het begin van deze pagina. RebetikoMuziekpublique en PointCulture ULB Ixelles slaan de handen in elkaar en organiseren een reeks mini-concerten en voorstellingen om een instrument, een zanger, een groep, een muziekstijl, een land en haar cultuur onder de aandacht te brengen. Een aangename manier om de woensdagmiddag door te brengen, een uurtje te ontspannen en de batterijen weer op te laden, of om een muzikale ontdekking te doen. De reeks gaat van start met twee middagen rond de Griekse rembetika -muziek . PointCulture heeft een uitgebreide mediatheek en maakt hiervan gretig gebruik om een selectie van de meeste representatieve rembetika-liederen, componisten en oude opnamen aan het publiek voor te stellen. Deze " Salon d'écoute " gaat door op woensdagmiddag 21 september op de campus "Solbosch" van de Franstalige Brusselse universiteit ULB. De daarop volgende woensdag, op 28 september, komt Giannis Sarris op dezelfde locatie zijn instrument voorstellen, de bouzouki . Hij zal met zang en bouzouki een demonstratie geven van een aantal rembetika-liederen uit de klassieke periode van het genre. Giannis Sarris geeft tevens bouzouki -les in de wereldmuziekschool van Muziekpublique .
Op de site sinds: 13/09/2016 Terug naar het begin van deze pagina. "Griekse Roots"Klassieke muziek met het Athens State Orchestra Het bekende Athens State Orchestra (Κρατική Ορχήστρα Αθηνών) komt - naar het schijnt voor de eerste keer - naar Gent met een programma dat bestaat uit composities van Beethoven, Gershwin, Skalkottas en Theodorakis. Dit concert is een onderdeel van het "Gent Festival van Vlaanderen" (dat loopt van 17 september tot 1 oktober) en het wordt aangekondigd onder de titel "Griekse Roots". Op zich mag dat niet verbazen, want "roots" is nu eenmaal het thema van de (overigens rijk gevulde) editie 2016 van dit prestigieuze programma, en "Griekse roots" in combinatie met Skalkottas en Theodorakis is zeer beslist een no-brainer, maar Beethoven en Gershwin? Waar is daar de Griekse connectie te zoeken? Goed, Ludwig van Beethoven (1770-1827) mag dan al de kleinzoon geweest zijn van een Vlaming uit Mechelen (B), maar dat brengt ons nog geen stap dichter bij Griekenland. George Gershwin (1898-1937) had dan tenminste nog Russisch-Joodse roots, en daarmee zitten we (misschien) al wat dichter in de buurt, maar toch ... Griekse roots? Het programma brengt wat meer duidelijkheid, toch wat Beethoven betreft. Van hem krijgt u de ouverture te horen van "Die Ruinen von Athen" (op. 113). Dat werk werd voor de eerste keer uitgevoerd in 1812, en het moet gesitueerd worden in het kader van het opkomende nationalisme op de Balkan. Het werd geschreven voor de opening van een theater in Pest, de helft van het huidige Budapest. Daarmee zitten we dan in Hongarije, indertijd onderdeel van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, met het opdringerige Ottomaanse Rijk als buurman. Het thema van "Die Ruinen von Athen" sluit daar nauw bij aan. De Griekse godin Athena had even een uiltje geknapt en we zijn getuige van haar ontwaken. Zoals bekend had zij iets met uilen, en ze had dus van in de Oudheid tot nu (begin 1800 dus) aan één stuk door geslapen. En wat ziet ze als ze haar ogen opent? Een nachtmerrie: haar geliefde - en naar haar genoemde - stad is in handen van de Ottomanen gevallen en ze is één grote ruïne geworden, haar tempel op de Akropolis een puinhoop. Zij gaat dus naar Pest, naar de Oostenrijkse keizer Franz I, niet toevallig degene die het theater liet bouwen (en dus ook voor de openingsmuziek betaalde). De godin zingt zijn lof, noemt hem de machtigste aller keizers van de hele wereld en omstreken, en vraagt hem vervolgens om hulp om de Grieken uit de Ottomaanse slavernij te bevrijden. Dat was dus in 1812, niemand wist toen dat de Grieken in 1821 in opstand zouden komen, maar (bijna) iedereen begreep wel dat het enkel een kwestie van tijd zou zijn alvorens de lont aan het kruitvat zou gaan. In die zin heeft dit werk dus wel degelijk "Griekse roots", maar dat komt u tijdens het concert in Gent niet te weten, want daar hoort u alleen de ouverture van het werk, en het verhaal over de godin en de Griekse slavernij wordt pas na de ouverture verteld door het koor. Ook de "Turkse Mars", een ander onderdeel van "Die Ruinen von Athen", krijgt u niet te horen - en het volledige stuk wordt overigens - naar het schijnt - nooit meer gespeeld. Dat kan niet gezegd worden over het volgende onderdeel van het Gentse programma, de "Rhapsody in Blue" van George Gershwin. Hij schreef het in 1924 maar het is zijn meest bekende werk en het is nog altijd zowat elke dag overal te horen. Het was in zijn tijd een revolutionair stuk, onder meer omdat het komaf maakte met de strikte scheiding tussen klassieke muziek, een genre dat zich ontwikkeld had tot een product voor consumptie door een hoog opgeleide elite, en de populaire muziek, waar het gewone volk naar luisterde en die bijvoorbeeld door straatmuzikanten gespeeld werd. Gershwin mengde beide stijlen door elkaar en hij was de eerste die bewees dat klassieke muziek ook goed in het oor liggende deuntjes kon produceren. Als er al een link is met Griekenland, dan is het misschien daar dat die moet gezocht worden, want Mikis Theodorakis - het zal bekend zijn - deed op zijn manier precies hetzelfde. Theodorakis ging zelfs nog een stap verder: hij verwerkte hoogstaande gedichten, zoals deze van Seferis en Ritsos - gedichten dus van Nobel-prijs niveau, tot "juke box deuntjes" (zoals Gail Holst het uitdrukt in de inleiding tot haar boek " Theodorakis . Myth and politics in modern Greece"). Nikos Skalkottas (1904-1949) ging daarin veel minder ver. Ook hij gebruikte gedurende een bepaalde periode elementen uit de Griekse populaire muziek in zijn werk, maar hij bleef toch altijd trouw aan de neo-klassieke idealen van de ""Neue Sachlichkeit" oftewel "Nieuwe Zakelijkheid", een kunstrichting die in de jaren 1925 tot 1933 haar hoogtij kende. Hij staat dus veel dichter bij "klassiek" dan bij "populair". Dat betekent ook dat, zelfs al zijn de "Griekse dansen" van Skalkottas gedeeltelijk gebaseerd op thema's uit de traditionele volksmuziek van de Griekse eilanden en het vasteland, de modale liefhebber van volksdansen ze toch niet meteen zal herkennen als een tsamikos , een kleftikos of een kalamatianos, ook al worden ze zo opgelijst in het programma. Wat Theodorakis betreft mag men daarnaast ook niet vergeten dat er in Gent de symfonische versie van "Zorba de Griek" zal opgevoerd worden, en dat is ook niet meteen een versie die je in een juke-box zou tegenkomen (zelfs al zouden die dingen niet uitgestorven zijn). Dat is allemaal niet zo verwonderlijk, want tenslotte is en blijft het "Athens State Orchestra" een klassiek symfonisch orkest. Het werd als staatsorkest opgericht in 1943 - in volle oorlogsperiode, tijdens de Duitse bezetting - maar het is de opvolger van het symfonisch orkest van het Atheense conservatorium, en op die manier gaat het terug tot ... 1893. Zij zien hun rol vooral opvoedkundig, in de zin dat ze het Griekse publiek willen laten kennismaken met belangrijke werken uit het klassieke repertoire. Dat is dan vooral werk van buitenlandse componisten, maar toch worden ook hun landgenoten niet vergeten. In de mate van het mogelijke dan toch, want als staatsorkest worden ze natuurlijk ook door de staat betaald, en dat betekent (niet alleen) in Griekenland dat ze bij hun programmering rekening moeten houden met de smaak van de "regering du jour". Zo zal er tijdens het Kolonelsregime (1967-1974) allicht geen werk van Theodorakis op de affiche gestaan hebben - die zat toen namelijk in de concentratiekampen van het regime, en daarna in ballingschap in Parijs. Maar die details terzijde gelaten kan je toch wel zeggen dat ze een uitgebreid repertoire hebben. Ze hebben ook al onder heel veel verschillende dirigenten gespeeld. Tijdens hun eerste optreden als staatsorkest in 1943 zwaaide niemand minder dan Manolis Kalomiris het dirigeerstokje, en later werden ze ook een tijdje gedirigeerd door Manos Hadjidakis . Eerder hadden ze gespeeld onder Dimitris Mitropoulos, die omstreeks 1937 naar New York verkaste en daar een tijdje de leiding had over het New York Philarmonics. Hun huidige dirigent is Stefanos Tsialis (Στέφανος Τσιαλής, °1964). Vóór hij in 2014 de leiding van het KOA op zich nam had hij al het Symfonisch Orkest van Hamburg en het Staatsorkest van Thessaloniki geleid, na studies in Duitsland en Oostenrijk. Hij staat bekend als een groot bewonderaar van - en specialist in - het werk van Mikis Theodorakis , minstens sinds hij in 1995 de Duitse première van diens opera "Medea" mocht dirigeren. Ook als gastdirigent heeft hij zowat de hele symfonische wereld afgereisd: Berlijn, Stuttgart, Kopenhagen, Hamburg, Leipzig, Wenen, Boekarest, Bologna, Montreal, Winnipeg, Havana, ... Omgekeerd doet ook het Athens State Orchestra een beroep op gastmuzikanten, als dat zo uitkomt met het programma. Zo speelt de jazzpiano bijvoorbeeld een hoofdrol in de oorspronkelijke "Rhapsody in Blue" van Gershwin, en dus werd ook de symfonische bewerking van het stuk (gemaakt in 1942) opgevat als een werk voor solo piano en volledig orkest. In Gent laat het KOA hiervoor de Bulgaarse pianist Evgeni Bozhanov aanrukken. In België en omstreken zal deze vooral bekend zijn van zijn tweede prijs in de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano in 2010, maar hij heeft nog heel wat meer internationale prijzen op zijn palmares, waaronder vijf eerste prijzen tussen 1999 en 2008, in Bulgarije, Roemenië, Duitsland, Italië en Rusland (die laatste was eigenlijk een tweede prijs, maar de eerste werd niet toegekend). En enkele weken na de (toch wel veeleisende) Koningin Elisabethwedstrijd nam hij deel aan de "International Chopin Piano Competition" in Warchau, waar hij een vierde prijs in de wacht sleepte. Samenvattend kunnen we misschien stellen dat het enerzijds een goede zaak is dat dit prestigieuze festival van klassieke muziek een Grieks orkest - één van de betere op dit terrein - de gelegenheid geeft om zich aan een verwend en veeleisend publiek voor te stellen. Anderzijds is het duidelijk dat dit orkest een programma heeft samengesteld waarmee ze de ervaren liefhebbers van klassiek willen bekoren, zonder daarom diegenen in de kou te laten staan die hun klassiek liever wat luchtiger geserveerd krijgen. Het is dan van minder belang dat er nogal stevige lijm nodig is om het etiket "Griekse roots" hier opgekleefd te krijgen. Per saldo staat het hele festival in het teken van "roots", en dit onderdeel is hoe dan ook Grieks, dus hoe zou het anders moeten heten?
Op de site sinds: 16/09/2016 Terug naar het begin van deze pagina. "Fusion Flamenco-Lyrique"Daphné Souvatzi en François Aria Onder de titel "Fusion Flamenco-Lyrique" lijken de mezzo-sopraan Daphné Souvatzi en de flamenco-gitarist François Aria wel op zoek te gaan naar de kwadratuur van de cirkel. Zij proberen de strakke technieken van de klassieke muziek te combineren met de meer flexibele populaire muziek. Velen zijn hen daarin voorgegaan - denk aan Nikos Skalkottas of Mikis Theodorakis - en zij zullen beslist niet de laatsten zijn die hierdoor gefascineerd raakten. Daphné Souvatzi (Δάφνη Σουβατζή) groeide op temidden van de Griekse gemeenschap in Luxemburg, waar zij naar de Europese school ging. Daarna verhuisde ze naar Parijs, waar ze aan het conservatorium klassieke muziek ging studeren. Ze heeft een uitstekende stem en legde zich dan ook vooral toe op hetgeen de Fransen de "chant lyrique" noemen. De term komt eigenlijk uit de Griekse Oudheid, waar ook Apollo - zowat de eerste sterzanger aller tijden - zichzelf begeleidde op een lyra . Tegenwoordig verwijst "chant lyrique" naar de zang binnen de klassieke muziek. In dagdagelijks Nederlands: Daphné Souvatzi is eigenlijk opera-zangeres van opleiding. In dat kader bekwaamde ze zich ook in dramatische kunsten. Haar repertoire omvat dan ook een groot aantal verschillende rollen in opera's en operettes van - onder meer - Bizet, Mozart, Rimski-Korsakov, Offenbach, Ravel en nog enkele anderen. Ze is nog maar enkele jaren actief maar toch heeft ze met dat repertoire al een hele reeks prijzen in de wacht gesleept bij allerlei zangwedstrijden. Maar daar bleef het niet bij. Ze studeerde ook musicologie aan de Sorbonne, en daar komen dan haar Griekse roots om het hoekje kijken. Ook in haar klassieke repertoire schijnen die er al doorheen - van Ravel zingt ze bijvoorbeeld zijn "Cinq Mélodies Populaires Grecques", in het Grieks uiteraard - maar door haar opleiding als musicologe kreeg ze ook een andere kijk op de populaire Griekse muziek uit haar eigen jeugd. En niet alleen Grieks, want in een wereldstad als Parijs is er natuurlijk nog veel meer populaire muziek te horen. Ze raakte gefascineerd door de enorme verscheidenheid van al deze tradities, en ze ging samenwerken met instrumentalisten uit verschillende genres, waarbij ze dan telkens een programma op punt stelden waarin elk zijn eigen inbreng heeft maar dat toch complementair probeert te zijn. Zo vormde ze in 2013 bijvoorbeeld het "Duo des Quatres vents" waarin ze samen met de jonge gitarist Rémy Reber (afgestudeerd in 2012) een aantal Spaanse liederen zong, en vorig jaar, in 2015, bracht ze een "Frans-Grieks" programma met de pianist Arnaud Myotte Duquet, waar ze liederen zong van bijvoorbeeld Ravel, Debussy, Bizet, Hadjidakis enzovoorts - allemaal voorbeelden van componisten die klassiek en populair combineerden. Tegenwoordig werkt ze veel samen met de flamenco-gitarist François Aria . Deze kwam via een omweg bij de flamenco terecht. Hij begon met een elektrische gitaar en daarmee speelde hij verschillende westerse genres, zoals jazz en blues. Daarna "bekeerde" hij zich tot de klassieke muziek. Maar op zijn zestiende belandde hij toevallig in Spanje en daar raakte hij in de ban van de traditionele muziek van Andalusië. Dat werd zijn passie, en hij keerde regelmatig terug om zich steeds verder in deze stijl te bekwamen. Al snel begon hij zelf ook te componeren en het is dan niet zonder betekenis dat hij met zijn eigen werk ook al enkele prijzen won - onder meer in Spanje zelf. En toevallig of niet: ook hij studeerde musicologie aan de Sorbonne in Parijs. Zowel Daphné Souvatzi als François Aria hebben dus de nodige bagage op zak voor een avontuurlijke muzikale reis die begint bij het Spaanse lied, meer bepaald dat van Andalusië en diens beroemde telg Federico Garcia Lorca. Ook Manuel De Falla wordt er bijgehaald, en de Griekse opera-diva zingt dus in feite flamenco. Dan worden de rollen omgekeerd, en de Spaanse gitaar zoekt aansluiting bij de traditionele liederen uit de mondelinge tradities van het andere uiteinde van de Middellandse Zee: Cyprus, Klein-Azië en uiteraard ook Griekenland zelf, met onder meer enkele nummers uit Thracië, waar wij vermoeden dat Daphné Souvatzi haar roots heeft. Eén van die liederen bezingt trouwens de val van Constantinopel in 1453. Dat liedje zou dan pakweg vijf eeuwen lang mondeling overgeleverd zijn, en we schreven al eerder dat zoiets helemaal niet zo ongeloofwaardig is als het misschien klinkt. En zoals de meeste reizen eindigt ook deze waar ze begon, in Andalusië. Dit alles onder voorbehoud, want deze muzikanten brachten dit programma al vorig jaar op de Franse radio en in enkele Parijse zalen, en het is niet uitgesloten dat er intussen flink aan gesleuteld werd. En eigenlijk zou het zelfs onwaarschijnlijk zijn als deze muzikale avonturiers dat niet zouden gedaan hebben ...
Op de site sinds: 16/09/2016 Terug naar het begin van deze pagina. |
||||||||||||
|