|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Biografieën van de website over Griekse MuziekNatasa Theodoridou
Een kamerbrede glimlach, een diepe warme stem en bakken vol natuurtalent, dat is hoe je Natasa Theodoridou (Νατάσα Θεοδωρίδου) in elf woorden zou kunnen omschrijven. Met die ingrediënten draait ze al jarenlang mee aan de top van het lichte laïka genre. Een biografie van eender welke collega van haar, daar op die eenzame hoogte aan de sterrenhemel, die gaat steevast volgens hetzelfde stramien. Ze zijn zo goed als allemaal geboren in een muzikale familie, waar minstens van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat gezongen werd of muziek beluisterd, en waar soms één of twee ouders professioneel met muziek bezig zijn, ze zingen zelf ook van zodra ze uit de wieg kruipen, ze staan voor het eerst op een podium als kersverse tiener - en dan volgt een lange moeizame weg naar de top, een weg die je nauwkeurig kan traceren aan de hand van de opeenvolgende albums met steeds stijgende verkoopcijfers. Bij Natasa Theodoridou is het verhaal een tikkeltje anders. Ze werd op 24 oktober 1970 geboren in een doorsnee arbeidersgezin in Thessaloniki zonder muzikanten, en ze begon pas relatief laat met gitaarlessen, namelijk toen ze al op de universiteit zat om journalistiek te studeren. Vanaf 1989 begon ze hier en daar wat op te treden in de clubs in de Noord-Griekse havenstad. In 1996 verhuisde ze naar Athene en in 1997 was ze beroemd. En niet zomaar gewoon beroemd. Haar eerste album haalde platina op enkele weken tijd, haar tweede ook, en haar derde ook ... tot en met het zevende. Het volgende, in 2004, was een flop - naar haar normen dan, want dat haalde "alleen maar" goud, net als de vier albums die daar achteraan kwamen. Dan was het weer platina, goud en platina. Haar zestiende en voorlopig laatste album, verschenen in 2013, staat voorlopig ook "nog maar" op goud. In totaal zou ze, alles bij elkaar, goed op weg zijn naar een half miljoen verkochte schijfjes. Schijn bedriegt, zegt men, en dat geldt ook hier, want zo'n duizelingwekkend succes komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen, daar is hard werk voor nodig. Dat geldt ook voor Natasa Theodoridou . Ze wandelt het podium op met dezelfde rustige vanzelfsprekendheid waarmee je bij de bakker om een brood komt, en haar hele programma lang blijft ze ongedwongen en spontaan haar ding doen, als een gastvrouw die haar vriendinnen ontvangt voor een gezellige babbel bij de koffie. Het lijkt allemaal vanzelf te gaan - en dan weet je dat je met een professional te maken hebt. Achter de schijnbare simpelheid gaat ook bij haar een grondige voorbereiding schuil, met aandacht voor de kleinste details: van kleding en haartooi tot de belichting, en ook haar muzikanten weten perfect wanneer er wat van hen verlangd wordt. Het valt dan wel meteen op - als je er op let - dat al die details bij haar ook echt details blijven. Neem nu haar kleding bijvoorbeeld. Voor glitterende podiumpakjes, verhullende hippiejurken of adembenemende uitsnijdingen ben je bij haar aan het verkeerde adres. Ze draagt meestal gewoon een geklede jurk en hoge hakken, een outfit waarmee ze ook op een normale, niet al te volkse receptie of op een trouwfeest terecht zou kunnen. Als ze daar dan al bewonderende of afgunstige blikken zou oogsten, dan zou dat niet zijn vanwege de verpakking, maar omwille van de inhoud.
En dat is ook haar bedoeling - maar met "inhoud" bedoelt zij dan natuurlijk wel de muziek, de liedjes. Dat is voor haar het enige wat telt op een concert, zegt ze, en ze wil dat alle aandacht daar naartoe gaat, want "dat is datgene wat blijft". Het is om die reden dat ze tijdens haar eigen optredens (waar zij het voor het zeggen heeft) bijvoorbeeld ook geen wervelende lichtshow wil, of geen ingewikkelde choreografieën, want dat leidt alleen maar de aandacht af. Die eenvoud is zowat haar handelsmerk geworden. Ze is dan wel een ster maar zonder de bijbehorende allures, en haar publiek weet dat te waarderen. Ze beschouwen haar als één van hen, een doodgewone doordeweekse vrouw. Naar eigen zeggen maakt Natasa trouwens niet veel onderscheid tussen haar werk en haar privé-leven. Ze blijft gewoon zichzelf, zegt ze. Tijdens de optredens moet je er natuurlijk wel een beetje netjes uitzien, en thuis hoef je daar niet zo op te letten, maar dat geldt toch voor iedereen die uit werken gaat? Ook in interviews blijft ze zichzelf. Ze probeert niemand naar de mond te praten, ze zegt gewoon wat ze denkt. Toen ze onlangs in Thessaloniki was voor een optreden kreeg ze uiteraard de vraag of ze haar geboortestad miste. Haar antwoord? "Ik zou liegen als ik ja zei. Ik ben hier nu achttien jaar weg, ik heb mijn leven in Athene opgebouwd, ik heb daar mijn vrienden en mijn werk, en ik voel me daar thuis. Hier in Thessaloniki is er niets meer wat me bindt. Mijn familie is er niet meer en ook de mooie momenten die ik hier beleefde, behoren tot het verleden". Het is misschien niet het juiste ding om te zeggen maar het is wel eerlijk, en dat wordt op prijs gesteld. Ze stopt haar privé-leven ook niet onder stoelen of banken, of zo lijkt het tenminste. Iedereen weet dat ze twee keer getrouwd is en twee keer gescheiden, en dat ze twee tienerdochters heeft die ze zelf heeft grootgebracht. Ze doet daar heel gewoon over en de pers dringt dan niet verder aan. Het doet een beetje denken aan de Franse president Mitterrand, toen hem in de jaren '90 gevraagd werd of het waar was dat hij een buitenechtelijke dochter had. "Et alors?" antwoordde hij droogjes (En wat dan nog?), en met die twee woorden maaide hij de op schandaal verlekkerde journalisten het gras voor de voeten weg. Natasa vertelt dus heel gewoon dat ze een gelukkige jeugd heeft gehad, dat haar dochters geen zangcarrière zullen kiezen "omdat ze geen goede stem hebben" (en omdat ze er ook geen belangstelling voor hebben, maar dat moet je tussen de regels lezen). En jazeker, zelfs als alleenstaande moeder is haar vak uitstekend te combineren met het moederschap, counterde ze toen haar daarnaar gevraagd werd, "want ik slaap uit terwijl mijn dochters op school zitten, en tegen de tijd dat ze thuiskomen ben ik weer helemaal fit en kan ik me volledig met hen bezighouden". Ze is ook één van de weinige vrouwelijke sterren op dat niveau aan wie je openlijk kan vragen hoe oud ze is. Bijna niemand vraagt haar dat, want iedereen weet het, maar ze maakt er ook geen geheim van. Ze heeft er ook geen probleem mee als anderen dat wel doen, ieder doet wat ze wil, vindt ze. Die openheid is relatief, want het is duidelijk dat ze eerder een gesloten persoonlijkheid is en geen flapuit. Maar desondanks is haar privé-leven niet off-limits en dat draagt er misschien wel toe bij dat ze door het publiek gezien wordt als één van hen. Er wordt zelfs gezegd dat ze een rolmodel is, en dat ze daar (een deel van) haar populariteit aan te danken heeft. Feit is wel dat ze daar alles voor in huis heeft: alleenstaande moeder met een succesvolle carrière, niet hulpeloos maar vastberaden, beminnelijk maar toch zelfverzekerd, zelfbewust zonder arrogant te zijn, ... Maar als je haar dan op de vrouw af vraagt of ze zichzelf als rolmodel ziet, dan veegt ze dat resoluut van tafel: "Ik ben Natasa , meer niet. Ik ben gewoon wie ik ben, ik ben altijd zo geweest en ik zal altijd zo blijven". Die nauwe band tussen haar beroep en haar privé-leven heeft ook zo zijn gevolgen voor de liedjes die ze uitkiest voor haar optredens en haar albums. Ze kiest niet om in de smaak te vallen. Dat zou ze niet eens kunnen, beweert ze. "Als ik de studio binnen stap met een nieuw liedje, dan weet ik nooit of er een succes zal uitkomen", zegt ze, "zelfs na al die jaren kan ik dat nog altijd niet voorspellen. Dat komt gewoon omdat het me niet interesseert. Mijn werk is niet het produceren van successen, ik ben zangeres en dus zing ik de liedjes die mij aanspreken". En dat wil al wel eens wisselen. "Net als iedereen heb ik ook hoogtes en laagtes in mijn leven", zegt ze, "de ene keer ben ik blij en opgewekt, en dan zing ik ook vrolijke liedjes. Een andere keer heb je een meer sombere periode, en dan ga ik niet geforceerd leuk doen. Dat werkt gewoon niet, mijn liedjes moeten van binnenuit komen, anders lijkt het nergens op". Na al die jaren heeft ze gelukkig wel een repertoire bij elkaar gesprokkeld waarmee ze alle omstandigheden aankan. De lijst van de bekende artiesten waar ze mee samenwerkte spreekt in dat verband boekdelen. In willekeurige volgorde: Marinella, Paschalis Terzis , Antonis Remos , Evanthia Reboutsika , Nana Mouskouri , Antonis Vardis, Yannis Parios , Kaiti Garbí, Nikos Vertis , Elena Paparizou, Mikis Theodorakis , ... Het is natuurlijk wel meegenomen dat ze over een meer dan behoorlijke hoeveelheid talent beschikt. Dat heeft er mogelijk mee te maken dat ze van Thessaloniki afkomstig is, want aan talent is daar geen gebrek,wel integendeel. De managers van de Atheense platenfabrieken zitten daar vaak op de eerste rij, op zoek naar nieuwe "producten". Ze hebben daar indertijd dan wel Natasa over het hoofd gezien, misschien omdat die vooral in de kleinere clubs zong. Eigenlijk kluste ze gewoon wat bij, eerst als studente en later, toen ze eenmaal haar diploma op zak had, bleef ze dat combineren met een baantje als journaliste. Tussen de lessen aan de universiteit door volgde ze ook nog notenleer en gitaar, maar dat was gewoon omdat ze het leuk vond en niet met de bedoeling om er haar beroep van te maken. Ook in haar jeugd was er niets dat liet vermoeden dat ze ooit een superster zou worden. Thuis werd niet méér en ook niet minder gezongen dan in eender welk Grieks huisgezin. Op school zong ze wel mee in het koor maar dat doen eigenlijk alle Griekse schoolkinderen. Het enige verschil was misschien dat ze op het podium wat minder zenuwachtig was dan haar klasgenootjes. En het was ook niet echt uitzonderlijk dat ze vanaf 1989 een centje ging bijverdienen met optredens in allerlei clubs in Thessaloniki. In die tijd floreerde het uitgangsleven daar nog, er was dus veel werkgelegenheid in de sector, en om een baantje te versieren was het dan niet nodig dat je supergoed was, gewoon goed was voldoende. Het is dan niet meteen duidelijk wat er zeven jaar later, in 1996, zo ineens een ommekeer veroorzaakte. Ze was toen zesentwintig en blijkbaar van de ene dag op de andere gaf ze haar journalistenbaantje op en verhuisde naar Athene. De gespecialiseerde Griekse pers legt een verband met haar eerste huwelijk, dat in datzelfde jaar 1996 op de klippen liep. Dat zou dan moeten verklaren waarom ze uit Thessaloniki weg wou, samen met haar toen driejarig dochtertje. Het verklaart dan wel niet meteen waarom ze in Athene al meteen met Antonis Remos op het podium mocht, maar echt raar is dat toch ook weer niet. Remos is maar enkele maanden ouder dan zij, hij is weliswaar niet geboren maar wel getogen in Thessaloniki en hij had daar ook jarenlang opgetreden. Hij had een jaar tevoren zijn werkterrein naar Athene verplaatst en het was dan niet onlogisch dat hij zijn stadsgenote aan boord hees toen die daar ineens aangespoeld kwam. Hoe dan ook: de timing had niet beter gekund. Remos had haar nog maar net voorgedaan hoe het moest. Na amper één jaar in de hoofdstad had hij zopas zijn eerste eigen cd uitgebracht en die was al na enkele maanden platina geworden. Zijn optredens zaten dus nokvol en dat gaf Natasa Theodoridou een enorme zichtbaarheid. Haar stem, haar uiterlijk en haar podiumprésence deden de rest. De jonge zangeres uit Thessaloniki was in geen tijd de "talk of the town" en voor ze het wist had ze een platencontract op zak - met Sony dan nog wel. Toen haar eerste eigen cd in oktober 1997 verscheen, heette die heel gewoontjes " Natasa Theodoridou ". Meer moest dat niet zijn. Het schijfje vloog de deur van de platenwinkels uit, werd goud op enkele dagen tijd en stootte vervolgens pijlsnel door naar platina. Natasa Theodoridou stond met één klap op de muzikale kaart van Athene, en dus van heel Griekenland, en vele jaren later staat ze daar nog altijd. Een volgende dosis zichtbaarheid kreeg ze het jaar nadien, toen ze ging optreden met Notis Sfakianakis , alias "Mister Sold-Out" . Die stond toen op het hoogtepunt van zijn succes, hij maakte albums aan de lopende band en die gingen met honderdduizenden exemplaren tegelijk over de toonbanken. Haar tweede album, "Δεύτερη αγάπη" (Defteri agapi , Tweede liefde) (1998), deed het een tikkeltje minder dan die van Sfakianakis , maar het verkocht toch wel 80.000 keer en daarmee rondde het met gemak de kaap van de 50.000 exemplaren die (toen nog) nodig waren voor platina. Op die cd staat ook een opgemerkt duet met Paschalis Terzis , en het is met hem dat ze tijdens het volgende zomerseizoen her en der in Griekenland optrad. In de studio liet ze er anderhalf jaar tussen. Haar derde album, "Θα μιλήσω με τ' αστέρια" (Tha miliso me t'asteria, Ik zal met de sterren praten), verscheen in maart 2000. Het leek wel of iedereen er vol ongeduld zat op te wachten, want het schijfje was nog maar nauwelijks uit of het haalde al platina. Het daarop volgende winterseizoen trad ze samen op met Stelios Dionysiou en Yorgos Mazonakis, en de zomer daarna was het weer raak in de platenwinkels. Haar vierde studio-album "Υπ' ευθύνη μου" (Yp' efthini mou, Onder mijn verantwoordelijkheid) kwam in juli 2001 beschikbaar en weer werd het platina. Kort nadien ging ze dan solo, in de (relatief) kleine club "Fos", waar ze drie jaar zou blijven. We zijn dan in 2002, ze is iets meer dan vijf jaar bezig en ze heeft vier persoonlijke albums op haar naam staan die stuk voor stuk goed waren voor platina. Ze wordt de hemel in geprezen, niet alleen door haar fans maar ook - en dat is toch wel opvallend - door de oude rotten in het vak. Zowel Grigoris Bithikotsis als Kaiti Greï bijvoorbeeld beschouwen haar als een waardige opvolgster van henzelf, en voor tekstschrijver Kostas Virvos is zij één van de besten van de jonge generatie. Dan is de vraag natuurlijk: hoe komt dat zo? Waar komt dat succes vandaan? Goed, de stem en de rest hadden we al, maar dat verklaart niet alles, zeker niet in Griekenland, het land waar de liedjes belangrijk zijn, en dan al helemaal niet in de laïka . De vraag is dus in feite: waar komen die liedjes vandaan? Eén blik op de tracklist leert alvast dat Natasa haar mosterd niet bij de gevestigde namen haalt, dus niet bij de mensen die de vorige generatie laïka -zangers en zangeressen groot gemaakt hebben. Je treft bij haar integendeel een aantal weinig bekende of zelfs totaal onbekende auteurs aan, de meesten van haar generatie. Een paar namen springen er wel uit. Op haar vier eerste cd's staan bijvoorbeeld nogal wat liedjes van Triantáfyllos . Zijn volledige naam is Triantafyllos Chatzinikolaou, maar dat weet (bijna) alleen zijn moeder. Deze jonge (°1977) zanger, componist en tekstschrijver is afkomstig van Rodos en hij woont sinds 1995 in Athene. Hij heeft zelf ook minstens vijf gouden platen op zijn naam maar als hij zijn liedjes door anderen laat zingen, dan wordt het platina. De muziek schrijft hij steevast zelf, voor de teksten werkt hij soms samen met andere jonge schrijvers als Natalia Germanou (°1965) of Evy Droutsa . Die laatste was tot voor kort de wanhoop van de "celebrity pers" omdat er weinig of niets over haar privé-leven bekend was, maar haar teksten staan wel op een twintigtal gouden en platina platen. De twee eerste daarvan, in 1988 en 1989, zijn van Marinella. Droutsa had ook flink wat bijgedragen aan de debuut-cd van Natasa Theodoridou en ze mocht dus mee op het ereschavotje toen die voor de eerste keer haar platina mocht komen afhalen. Voor Droutsa was het al de dertiende keer dat ze daar stond, en het was (toen) ook de vierenveertigste cd waar ze teksten voor leverde. Een bezig bijtje dus. In diezelfde categorie hoort ook de tekstschrijfster Eleni Yannatsoulia thuis. Ze is lerares en haar teksten staan op pakweg vijftig platen, waarvan ook weer een twaalftal goud en platina. Op haar vijfde cd gooit Natasa Theodoridou het dan ineens over een andere boeg. Ze blijft wel in hetzelfde genre, de laïka , maar alle liedjes, zowel tekst als muziek, zijn nu allemaal van één en dezelfde auteur: van Yorgos Theofanous . Deze componist en tekstschrijver werd in 1968 op Cyprus geboren en hij kwam in 1989 naar Athene, waar hij prompt materiaal begon te leveren voor mensen als Evridiki, Anastasia Moutsatsou, Antonis Vardis, Mando, Kaiti Garbi, Vasilis Karras , Antonis Remos , Yannis Kotsiras en nog een heleboel anderen. Met de liedjes die hij schreef voor haar nieuwe cd bezorgde hij Natasa Theodoridou een vijfde keer platina. Voor hem was het al de vijftiende keer, goud en platina samen. Deze cd, "Τόση αγάπη πώς να χαθεί" (Tosi agapi pos na chathi , Zoveel liefde om te verliezen), verscheen in november 2002 en volgens sommigen is het haar beste album ooit. In de lente van 2003 kreeg ze er in elk geval een "Arion" prijs voor. De jury vond het de "beste cd van het jaar" in het genre " laïka ". Ook Natasa zelf viel in de prijzen. Ze werd verkozen tot "Beste laïka -zangeres van het jaar". In 2002 was ze al eens genomineerd in die categorie maar toen moest ze het nipt afleggen tegen ... Glykeria . Deze keer is het omgekeerd, en het is dan interessant om naar de andere genomineerden van 2003 te kijken: naast Glykeria waren dat ook Vicky Moscholiou, Lena Alkaiou en Peggy Zina . Op het eerste zicht lijkt het of Natasa nu de smaak van de verandering te pakken heeft, want ook voor haar volgende cd kiest ze weer voor een andere aanpak. Op haar zesde album "Μια διαδρομή Θεσσαλονίκη/Αθήνα" (Mia diadromi Thessaloniki/Athina , Een tocht van Thessaloniki naar Athene) vinden we nu ineens liedjes van de oude garde, de "vaklieden van de vorige generatie", zeg maar. Op de tracklist staan namen als Manolis Chiotis , Kostas Chatzis, Apostolos Kaldaras, Yorgos Zambetas , Christos Nikolopoulos , Manos Loïzos, Lefteris Papadopoulos , ... Maar ze vergeet haar trouwe hofleveranciers niet, de successchrijvers van de jonge generatie: ook zij dragen hun steentje bij en er zijn dan ook twee schijfjes nodig om dat allemaal ingeblikt te krijgen. Het is duidelijk wat er hier aan de hand is: dit is het materiaal van haar optredens, want daar zingt ze natuurlijk niet alleen nieuwe liedjes maar ook de klassiekers van het genre. En het is dan geen toeval dat deze dubbel-cd in november 2003 verschijnt, vlak voor ze aan haar tweede winter solo in de "Vox" begint. En hoeft het gezegd? Ook deze dubbel-cd is goed voor platina. Dat was dan voor Natasa de tweede keer op twee maanden tijd dat ze in de prijzen viel, want iets eerder in 2003 was de cd van "Politiki kouzina" verschenen, de muziek die Evanthia Reboutsika schreef voor de gelijknamige film. Die film maakte ook in het buitenland furore en Natasa zingt er één liedje in. De samenwerking bevalt blijkbaar goed want een jaar later, in 2004, rolt dan het volgende album van Natasa Theodoridou van de persen. De titel is "Έρωτα, δεν ξέρεις ν' αγαπάς" (Erota, den kseris n'agapas, Liefde, je weet niet hoe te beminnen). Alle muziek is van Evanthia Reboutsika , de teksten zijn van Michalis Ganás . Daarmee gaat ze dan in de richting van de meer ernstige laïka , met een flinke dosis zeïbekiko en chasapiko er bovenop. Het is (voor Griekse oren) een heel ander repertoire dan wat Natasa tot dan toe had gedaan, maar de kritieken zijn lovend. Haar trouwe fans zijn iets minder onder de indruk en deze cd haalt "slechts" goud. Ze probeert het nu met een uitstapje naar de andere kant, richting pop. Op haar album "Ως εκεί που η καρδιά μπορεί ν 'αντέξει" (Os eki pou i kardia bori n'andeksi, Tot waar het hart het kan uithouden), verschenen in 2005, zijn Michalis Chatziyannis (muziek) en Eleni Vrachali (tekst) de meest opvallende namen in de lijst van auteurs, maar ook deze dubbel-cd haalt "gewoon maar" goud. Ze zingt er in duet met Yannis Parios en met Sarbel , en met hen treedt ze die winter ook op in de prestigieuze club "Iera Odos". Ook het jaar nadien, in 2006, moet ze het stellen met goud, ook al worden de teksten en de muziek voor deze cd "Έχω μια αγκαλιά" (Echo mia agkalia, Ik heb een omhelzing) geschreven door Yorgos Moukidis . Hij is net als zijzelf van Thessaloniki (°1962) en hij kwam in 1990 naar Athene. Als "hofleverancier" van Notis Sfakianakis zorgde hij voor een hele stapel van diens grootste successen. In 2007 grijpt ze weer terug op enkele oude bekenden. Voor haar volgende cd worden alle liedjes gecomponeerd door Kyriakos Papadopoulos (°1971) op teksten van Ilias Filippou (°1959). Beiden hebben een indrukwekkend palmares, dat bij Filippou iets van een honderdvijftig (150) titels omvat. Samen schreven ze al eerder voor Theodoridou , op al haar "gemengde" platen staan wel enkele tracks van hen. De titel van deze nieuwe cd is ook al een beetje van het "weer naar huis" thema, hij heet gewoon " Natasa ". Toch haalt ook deze cd niet meer dan goud. Alles is relatief natuurlijk, en er zijn in Griekenland honderden, of zelfs duizenden, uitstekende zangers en zangeressen, waaronder ook bekende namen, die van goud niet eens durven dromen. Toch lijkt het of Natasa Theodoridou zich nu even wil bezinnen, want in 2008 verschijnt er géén nieuwe cd van haar. Er komt natuurlijk wel een "best of", want ze heeft dan net een carrière van tien jaar volgemaakt, maar op deze "Δίπλα σε σένα" (Dipla se sena, Vlak bij jou) staan "alleen maar" haar "oude" successen (op drie nieuwe nummers van Yorgos Theofanous na, die haar in 2002 aan haar voorlaatste platina had geholpen). Totaal onverwacht krijgt ze, in de zomer van 2008, dan ook nog een indrukwekkend "verjaardagscadeau", van niemand minder dan Mikis Theodorakis . Ook hij had haar opgemerkt en hij nodigt haar uit om samen met haar een concert te geven in Olympia. Dat wordt later herhaald in Thessaloniki, haar geboortestad. Maar in 2009 gaat ze er weer tegenaan met "Μια κόκκινη γραμμή" (Mia kokkini grammi, Een rode lijn). De muziek is alweer van Yorgos Theofanous. Voor de vorige liedjes, die hij voor Natasa componeerde, had hij zelf ook alle teksten geschreven, maar voor deze nieuwe cd zijn zowat de helft van de teksten van de hand van Thanos Papanikolaou , ook al afkomstig van Thessaloniki (°1977). Hij was nog maar recent, in 2004, naar Athene afgezakt en zijn discografie stond er toen nog maar kaaltjes bij (toch in vergelijking met al de anderen die we al ontmoetten). Daar kwam nu verandering in, want "Kokkini grammi" wordt opnieuw platina. De titelsong wordt een "mega hit", half Griekenland zingt het liedje, maanden aan een stuk, en het nestelt zich in het repertoire van vele andere artiesten. In 2010 klopt ze opnieuw aan bij Yorgos Moukidis (leverancier van Sfakianakis ). Alle teksten en alle muziek op haar volgende album "Η ζωή μου έρωτας" (I zoï mou erotas, Mijn leven is liefde) zijn van hem. De geschiedenis herhaalt zich ook in de verkoopcijfers: goud. En de geschiedenis blijft zich herhalen, want ze slaat nu opnieuw een jaartje over, haar volgende album "Απέναντι" (Apenandi, Aan de overkant) (november 2012) wordt opnieuw geschreven door Yorgos Theofanous (muziek) en Thanos Papanikolaou (tekst), en opnieuw is die goed voor platina. Toch laat ze zich niet in een keurslijf dwingen en voor haar album "Σ' αγαπώ" (S'agapo, Ik hou van jou) (oktober 2013) haalt ze de muziek bij Antonis Vardís (°1948) en de teksten bij Vasilis Yannopoulos (°1960). Deze - voorlopig laatste - cd haalde op korte tijd goud. Antonis Vardis zingt zelf ook mee, en dat is iets wat ze al lang had willen doen. "Maar", zegt ze, "op de één of andere manier is het er nooit van gekomen. Ik heb het hem nooit goed durven vragen". Maar dan was er ineens het juiste moment, de samenwerking kwam er en ze kijkt er tevreden op terug. Het is typerend voor haar, want naar eigen zeggen heeft ze helemaal geen plannen voor de toekomst. Ze pakt gewoon de kansen die zich voordoen, en zo rolt ze van het ene in het andere. Niet hals over kop, ze denkt goed na, maar "oei" en "ai" zijn dan geen argumenten. De vraag is niet: "heb ik dat al eerder gedaan?", maar wel: "kan ik het, en wil ik het?". Dan hakt ze de knoop door en ze springt zonder aarzelen in het diepe als dat nodig is. Ze zei bijvoorbeeld "ja" toen Nana Mouskouri haar vroeg om mee te werken aan haar recente cd met eilandmuziek. Het is niet meteen haar specialiteit maar toch staat ze met een erg overtuigende uitvoering van het overbekende "Mes tou Egeo" op de cd die in oktober 2011 verscheen. Tijdens het daarop volgende winterseizoen 2011-2012 had ze ook nog één van haar andere dromen kunnen realiseren, door samen op te treden met Marinella in de club Votanikós. Marinella wordt niet voor niets de "Keizerin van het podium" genoemd. Het was zij die een halve eeuw geleden voor een ware revolutie zorgde in de laïka . In het pre-Marinella tijdperk zaten zangers en muzikanten nog netjes op een rij naast elkaar op het podium. Marinella maakte daar komaf mee. Ze had eigenlijk actrice willen worden en dat bleek ook op het podium: ze wandelde rond, maakte danspasjes en onderlijnde de liedjes met armbewegingen. Sindsdien worden de stoeltjes nooit meer op een rij gezet. Voor het najaar van 2014 heeft Natasa Theodoridou zelf ook plannen in de richting van het theater. Ze heeft een rol aangenomen in een stuk van Mimi Denisi dat de lotgevallen van een familie uit Smyrna vertelt. Het bekende orkest "Estudiantina Neas Ionias" zal voor de muzikale omlijsting zorgen en het was Andreas Katsigiannis , artistiek directeur van de Estudiantina, die voorstelde om Natasa te vragen. Het is een indrukwekkend project, niet in het minst omdat het over een budget van één miljoen Euro zou beschikken. Dat doet natuurlijk heel wat inkt vloeien. Bij de fans van Natasa staat de boel al helemaal op stelten. Is ze nu echt op haar hoofd gevallen om zomaar ineens actrice te willen worden? Natasa blijft er haar nuchtere zelf bij, en ze legt geduldig uit dat ze helemaal niet hoeft te acteren. Zij heeft de rol van een zangeres die smyrneïka en andere liedjes uit die tijd zingt. "Ik moet dus gewoon mezelf zijn", zegt ze. En dat is haar wel toevertrouwd. De zangeres die ze moet spelen, Fotiní, is dan wel de meest beroemde zangeres van het Smyrna van toen, maar ook dat is een rol die haar op het lijf is geschreven. Minder voor de hand liggend is alweer een ander project dat voor het najaar van 2014 op stapel staat. Dat wordt een huldebetoon aan Vasilis Tsitsánis . Die overleed in 1984, dertig jaar geleden dus. Samen met de sopraan Sonia Theodoridou (geen familie), de jonge endechna -zanger Kostas Karafotis en een volledig symfonisch orkest zullen ze alle facetten van het werk van de belangrijke componist belichten. In het buitenland is Natasa Theodoridou tot nog toe minder bekend, maar daar zou misschien wel verandering in kunnen komen, nu ze eenmaal de weg naar "Evropi" gevonden heeft. |
|||||||||||
|
||||||||||||
|