|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Biografieën van de website over Griekse MuziekNikos XanthoulisDe Griekse trompettist, componist, schrijver, musicoloog, onderzoeker, professor en archeoloog Nikos Xanthoulis ( Νίκος Ξανθούλης ) werd in 1962 geboren in Larissa (Centraal Griekenland) en hij is zonder meer een veelzijdig man. Het is dan niet eenvoudig om dat allemaal in een biografie te gieten. Dat blijkt ook uit datgene wat er over hem op het Internet te vinden is: meestal wordt daar alles op één hoop gegooid, wat resulteert in ellenlange lijsten van diploma's, composities, optredens en dergelijke. In onze eigen bio vonden we het dan interessanter om dat allemaal wat te ontrafelen en te peilen naar "oorzaak en gevolg". Dan blijkt namelijk dat het ene uit het andere voortvloeit, en dat er bovendien een aantal momenten waren in zijn leven waar het toeval voor een verrassende wending zorgde. Maar laten we beginnen bij het begin. Nikos Xanthoulis ging trompet studeren aan het Conservatorium van Athene, en in 1983 behaalde hij daar zijn diploma met grootste onderscheiding. Enkele maanden later al, bij het begin van het nieuwe academiejaar, stond hij aan de andere kant van de schoolbanken: hij was meteen aangesteld als docent. Zowat dertig jaar lang, tot in 2013, doceerde hij er trompet en vanaf 2010 ook compositie. Hij publiceerde twee leerboeken, en die waren niet (alleen) bedoeld voor zijn studenten maar (ook) voor zelfstudie. Het eerste, "Τεχνική Τρομπέτας" (Techniki Trompetas, Trompet-techniek) verscheen in 1985 en het was meteen ook het eerste in zijn soort. Zijn tweede boek, "Η τέχνη της αναπνοής" (I Techni tis anapnoïs, De techniek van de ademhaling, 1996) is zowel bedoeld voor instrumentalisten als voor zangers. Zijn diploma in 1983 had nog een ander gevolg: hij mocht meteen aan de slag als solist op trompet bij het orkest van de Griekse Nationale Opera ("Εθνική Λυρική Σκηνή" , "Ethniki Lyriki Skini"). Dat zou hij vijfentwintig jaar lang blijven doen, tot hij van 2009 tot 2012 daar de leiding kreeg over de educatieve afdeling en ook over de afdeling die de vele radio-uitzendingen van het Orkest verzorgde. Met hen nam hij deel aan concerten over de hele wereld, en hij was ook regelmatig gast-solist bij gerenommeerde orkesten in andere landen. Dat verhoogde natuurlijk zijn zichtbaarheid, en zijn deskundigheid deed dan de rest. In 1999 gaf hij bijvoorbeeld een reeks masterclasses aan Amerikaanse universiteiten, waar hij het had over werk van hedendaagse Griekse klassieke componisten. In 2001 deed hij dat in Zweden en in 2002 zelfs in China, aan de universiteit van Tien Jin. Ondanks die twee betrekkingen (docent en solist) vond hij nog tijd om een doctoraat musicologie te behalen aan de Muziekacademie van Sofia in Bulgarije. Sinds 1993 mag hij "Dr. Xanthoulis" op zijn visitekaartjes zetten. Hij heeft nog meer diploma's in de la liggen. Aan het Conservatorium van Athene had hij natuurlijk ook muziektheorie en compositie gestudeerd. Maar hij leerde ook klavecimbel, en om de een of andere reden heeft hij – naast andere dingen – zelfs een diploma politieke wetenschappen behaald. Belangrijker is dat hij - uiteraard - ook zelf begon te componeren. Je zou zelfs van een "derde loopbaan" kunnen spreken, want hij is vrij productief, en zijn composities zijn van hoge kwaliteit. Naast symfonische werken (vaak voor trompet, maar ook voor piano, viool, fluit of klavecimbel) schreef hij – onder meer - ook vier opera's voor kinderen. Zijn reputatie als componist van klassieke muziek verspreidde zich snel. Een werk van hem verscheen in 1999 op een album van het Griekse blaaskwintet "Melos Brass", dat zich tot doel heeft gesteld om hedendaagse Griekse klassieke componisten beter bekend te maken bij het grotere publiek. In juni 2008 en in mei 2010 gaf de violist en dirigent Christos Kolovos in Nederland enkele concerten met muziek van "belangrijke Griekse componisten van de Twintigste Eeuw". Nikos Xanthoulis stond daar telkens op het programma, samen met zwaargewichten als Manos Hadjidakis , Nikos Skalkottas, Konstantinos Kydoniatis en nog een paar anderen. Maar ook elders in de wereld werden zijn werken opgevoerd. Bulgarije ligt enigszins voor de hand, want daar kent men hem als briljant student. Maar er is ook nog Rusland, Zweden, Turkije, China en nog meer. Daarnaast zou hij ook een tiental eigen albums gemaakt hebben - of meer, want niemand lijkt het exact te weten. Het zijn er alleszins behoorlijk veel - en dan zeker voor een klassieke componist. Al deze activiteiten sluiten aan bij zijn opleiding als klassieke muzikant en trompettist, maar in 2004 gebeurde er iets dat hem daarnaast op een heel ander spoor zette. De befaamde actrice Anna Sinodinoú (Άννα Συνοδινού) vroeg hem toen namelijk om muziek te schrijven voor de "Eumeniden" van de Oud-Griekse toneeldichter Aischylos. Op het eerste zicht is dat niet zo bijzonder. In Griekenland is het heel gebruikelijk dat er muziek geschreven wordt "op maat van" een bepaalde toneelvoorstelling, ook al werd dat zelfde stuk al tientallen keren eerder opgevoerd. Het maakt dan niet uit of het van Shakespeare of Brecht is, of een klassieke tragedie uit de Oudheid. Niemand minder dan Mikis Theodorakis bijvoorbeeld schreef muziek voor "Ifigenia in Aulis" van Euripides. Dat was dan wel voor de verfilming van dat stuk door Michalis Kakoyannis (verschenen in 1977), maar het principe geldt dus ook voor "gewoon" toneel. Zelfs plaatselijke gezelschappen doen beroep op een componist om iets "op maat" te schrijven, bijvoorbeeld iets dat aansluit bij de visie die de regisseur voor ogen heeft. En Nikos Xanthoulis is tenslotte componist, dus ... Maar Anna Sinodinoú wilde graag iets hebben dat aansloot bij de muziek van de Oude Grieken. Xanthoulis had dat nog nooit gedaan, maar toch was ze bij hem aan het juiste adres. Tijdens zijn opleiding was die muziek aan bod gekomen in het kader van de lessen muziektheorie aan het Conservatorium. Zijn medestudenten hadden daar geen vragen bij gesteld, maar hij dus wel. "Ik begreep dat ik het niet begreep", zegt hij bescheiden. Lees: hij was kennelijk niet overtuigd door de uitleg die hedendaagse geleerden geven aan de weinige bewaard gebleven geschriften, dus ging hij de antieke bronnen dan maar zelf bestuderen. Ook nadien bleef het thema hem steeds verder boeien, en beetje bij beetje bouwde hij zijn eigen visie op. Belangrijk daarbij is dat hij niet probeert om kost wat kost te achterhalen wat de Oude Grieken zelf gehoord zouden kunnen hebben. Dat zullen we nooit weten, zegt hij, en hij verwijst naar de Akropolis in Athene. Die staat daar, we kunnen het gebouw zien, maar hoe keken de Oude Grieken er naar? Misschien hadden die een heel ander referentiekader dan wij. Met de muziek ligt het dan nog veel moeilijker, want daar zijn uiteraard geen opnames van bewaard gebleven. En als die er wel waren geweest, dan zouden ze misschien ongenietbaar zijn geweest voor moderne oren. Dus probeert hij iets te reconstrueren dat enerzijds aansluit bij de muziektheorie uit de Oudheid, zoals we die kennen (of denken te kennen), maar dat anderzijds toch ook afgestemd is op hedendaagse esthetische opvattingen. Dezelfde pragmatische benadering is volgens hem ook van toepassing voor antieke toneelstukken: nieuw geschreven muziek moet aansluiten bij de manier waarop die vandaag opgevoerd worden. In 2003, goed twintig jaar na zijn eerste kennismaking met deze muziek, mocht hij die visie komen uiteenzetten tijdens een reeks lezingen aan enkele gerenommeerde universiteiten in de Verenigde Staten en Canada (met name in Boston, Montreal en Ottawa). Nog in dat kader werd hij benoemd tot "Corresponding Member" van het "Archaeological Institute of America" . En toen kwam er dan dat verzoek van Sinodinou om muziek te schrijven voor haar "Eumeniden". Gewapend met de opgedane kennis en inzichten zette Xanthoulis zich aan het schrijven, en in augustus 2004 werd het stuk opgevoerd in het theater van Epidaurus en in het Irodion in Athene. Later schreef hij nog meer muziek voor dergelijke stukken, maar intussen was hij wel tegen iets anders aangelopen, namelijk het verschil tussen theorie en praktijk. Hij wilde uiteraard een antieke lier gaan gebruiken voor die muziek, en hij wist inmiddels ook wel een paar dingen over de achterliggende muziektheorie, maar hoe moest dat in de praktijk op dat instrument uitgevoerd worden? Of juister: hoe gebruikten de Oude Grieken hun lier? Ook daar is weinig of niets over geweten, en ook hier moest hij zelf aan de slag. En opnieuw herhaalde de geschiedenis zich: zijn belangstelling voor de lier was gewekt en hij wilde er meer van weten, ook nadat de muziek klaar was. Eerst bleef hij nog wel even bij de theorie. In 2005 publiceerde hij een nieuw boek onder de titel "Τέχνη Μουσικής" (Techni Mousikis", oftewel "De kunst van de muziek"). De ondertitel is "Αρχαία Ελληνική Μουσική Θεωρία" (Archaia Elliniki Mousiki Theoria, Oud-Griekse muziektheorie) en het bevat drie van de meest relevante Oud-Griekse teksten die bewaard gebleven zijn. De schrijvers zijn Aristoxenos (4de eeuw v.Chr.), Kleonidis (2e eeuw n.Chr.) en de zgn. "Anonymous van Bellerman" (4e eeuw n.Chr.) Nikos Xanthoulis had die teksten naar het Nieuwgrieks vertaald en hij had ze uiteraard voorzien van een uitgebreide toelichting. Maar de antieke lier bleef hem fascineren. Pas in 2012 kreeg hij eindelijk een bruikbaar exemplaar in handen. Het kwam uit de werkplaats van Nikolaos Brass (Νικόλαος Μπράς). In onze biografie van Daemonia Nymphe kunt u lezen dat deze man inderdaad gespecialiseerd is in het nabouwen van antieke instrumenten, en - niet onbelangrijk - dat zijn producten ook geschikt zijn voor professioneel gebruik. Nikos Xanthoulis was meteen onder de indruk van de kwaliteit en van de uitstekende klank van het instrument. Als je hem vraagt hoe je een instrument kunt leren spelen zonder enige vorm van gebruiksaanwijzing, zonder richtlijnen en zonder voorbeelden, dan haalt hij een beetje de schouders op. "Gewoon zoals elke muzikant zich vertrouwd maakt met zijn of haar instrument", zegt hij. Dat betekent: er ontelbare uren mee bezig zijn, en proberen om je in te leven in de "filosofie" van het instrument. Je moet het "leren aanvoelen". Hij had dat zelf ook zo gedaan met zijn trompet, en nu deed hij dat opnieuw met de antieke lier . In dit specifieke geval moet je dat natuurlijk aanvullen met "muzikale archeologie", zegt hij, wat dan bijvoorbeeld betekent het bestuderen van afbeeldingen op antieke vazen. In 2017 was er dan alweer zo'n onverwachte gebeurtenis die voor een nieuwe wending zorgde. De "Ethniki Lyriki Skini" had hem naar Peking gestuurd om hen daar te vertegenwoordigen als gast-solist tijdens een concert in de "Verboden Stad". Het "Centraal Conservatorium van China" had lucht gekregen van zijn komst en contacteerde de Griekse ambassade: als prof. dr. Xanthoulis dan toch in de buurt is, zou hij dan niet meteen bij hen een seminarie kunnen geven over de Oud-Griekse muziek ? Het is niet uitgesloten dat dit een gevolg was van een concert dat de bekende instrumentaliste Chang Jing in 2015 gaf in Shanghai. Normaal speelt zij guzheng en ze was toen nog maar net terug van een tournee in Griekenland waar zij met dat instrument een Chinees-Grieks cross-over album opnam en enkele concerten gaf waar ook Ross Daly aan meewerkte. Maar in Shanghai speelde zij dus antieke lier . Het was de eerste keer dat dit instrument in China te horen was en de belangstelling was enorm, zowel voor de lier als bij uitbreiding ook voor de aloude muziek. Maar wat ook de reden was voor het verzoek van het belangrijkste conservatorium van China, het werd (uiteraard) ingewilligd. En toen gebeurde het: na afloop van de drie uur durende lezing kwamen er verschillende studenten naar hem toe om te vragen waar ze in Griekenland terecht konden om een academische opleiding antieke lier te volgen. De vraag was niet onlogisch, want er is geen enkel instrument dat zo sterk met die muziek geassocieerd wordt als de iconische zevensnarige lier van Apollo . Toch moest hij hen teleurstellen: dergelijke opleidingen waren er niet. Maar het zette hem wel aan het denken. Hij had zelf ondervonden dat de belangstelling voor de Oud-Griekse muziek wereldwijd in de lift zit, getuige de talrijke lezingen, recitals en concerten waar hij bij betrokken was. Waarom zou het moderne Griekenland dan niet het voortouw nemen om, na een afwezigheid van 1600 jaar, een renaissance van de lier op gang te brengen? Weer thuis ging hij meteen aan het werk. Eerst zorgde hij voor cursusmateriaal. Zijn eigen ervaringen van de voorbije tien jaar schreef hij neer in een nieuw boek met een leermethode voor de antieke lier . Dat heet "Αρχαία Ελληνική Λύρα – Μέθοδος Εκμάθησης" (Archaia Elliniki Lyra - Methodos Ekmathisis) en het verscheen in 2018. Net als zijn vorige leerboeken is ook dit geschikt voor zelfstudie. Daarna maakte hij een cd met instrumentale solo's voor lier en hij plaatste ook een heleboel opnames op YouTube . Dat hielp bij het oefenen, maar een instrument heeft natuurlijk ook een écht repertoire nodig. Dus schreef hij zelf nog een aantal composities voor het instrument en hij vroeg enkele andere componisten om hetzelfde te doen. Toen die hoorden wat hij van plan was deden ze dat met veel genoegen. Met elkaar had hij nu een repertoire met stukken van tien componisten uit zes verschillende landen. Dat alles was prima voor zelfstudie, maar hij wilde meer. Daarom stapte hij naar het Griekse Ministerie van Cultuur, met het verzoek om de antieke lier te erkennen als een volwaardig instrument, zoals dat ook al het geval was met andere, meer moderne instrumenten. Met een carrière van vier decennia in de hoogste regionen van de Griekse muziekscène had hij daar natuurlijk heel wat contacten, maar belangrijker was toch dat hij niet zomaar een illustere onbekende was. Zijn reputatie maakte dat er naar hem geluisterd werd. Voor alle zekerheid had hij zijn verzoek toch maar onderbouwd met een kant-en-klaar opleidingsplan, naar analogie met andere instrumenten. Enigszins tot zijn verbazing was die kogel vrij snel door de kerk. De volgende stap was dan om opleidingsinstituten warm te maken om een dergelijke cursus aan te bieden, maar ook dat ging vrij vlot. Het resultaat: in juni 2021 werd het allereerste doctoraat antieke lier uitgereikt. De wereldpremière ging naar Roza Frangorapti (Ρόζα Φραγκοράπτη). Ze werd in 1985 geboren in Thessaloniki, studeerde piano aan het Conservatorium van die stad en behaalde vervolgens een diploma musicologie aan de Universiteit van Pavia (Italië). Ze is al sinds 2013 actief bezig met Oud-Griekse muziek en ze is lid van "Ορφεία Αρμονία" (Orfia Armonia), een ensemble dat zich daarop toelegt. Ze was dus meteen enthousiast geweest toen ze over de nieuwe opleiding hoorde. Inmiddels geeft ze zelf masterclasses op de zevensnarige lier. Nikos Xanthoulis is er dan ook van overtuigd dat er nog vele diploma's zullen volgen, maar er zijn natuurlijk ook docenten nodig om de toenemende belangstelling op te vangen. Daarom begon - op zijn initiatief - de Democritus Universiteit van Thracië in november 2023 met een internationaal studieprogramma onder de titel "The Ancient Greek Lyre in Education" . Dat leidt tot een officieel erkend "Certificate of Specialized Training" , in essentie een postgraduaat dat goed is voor 25 ECTS studiepunten. De voertaal was Engels en de studenten kwamen uit de hele wereld. In juli 2024 gaven de trotse afgestudeerden twee concerten om hun nieuw verworven kennis aan het brede publiek te toen. Het eerste vond plaats in het prestigieuze Megaron Mousikis in Athene, en voor het tweede gingen ze naar Delfi, een heel toepasselijke locatie. Onder die kersverse afgestudeerden was ook Giorgos Tabakis – dezelfde die in december 2024 met het al even kersverse "Gaia Duo" naar Antwerpen en Brussel komt – wat voor ons meteen ook de aanleiding was om deze bio van Nikos Xanthoulis te schrijven. Wordt ongetwijfeld vervolgd, want er zijn aanwijzingen dat Xanthoulis al denkt aan een volgende stap: de UNESCO overtuigen om de Oud-Griekse muziek te erkennen als "immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid". Zijn kaarten liggen alvast goed, want één van de belangrijkste criteria voor zo'n erkenning is precies dat het levend erfgoed moet zijn. Dat houdt onder meer in dat het nog altijd gebruikt wordt, dat er opleidingen zijn enzovoorts. Dat eerste criterium zou geen probleem mogen zijn, want er zijn heel wat groepjes die actief bezig zijn met die muziek, soms al jarenlang en elk op hun eigen manier. En inmiddels zijn er – dank zij Xanthoulis – ook officieel erkende opleidingen, dus ook dat obstakel is van de baan. Hoe dan ook: als de UNESCO zich niet zou laten overtuigen, dan zal het zeker niet te wijten zijn aan een gebrek aan inzet van Nikos Xanthoulis . |
|||||||
|
||||||||
|