Geschiedenis-onafhankelijkheid1
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Griekenland

Deze pagina afdrukken

De Griekse onafhankelijkheid

Het uitbreken van de revolutie

Nog een hoofdrolspeler in het zich ontvouwende drama was Ali Pasha , de "Leeuw van Iannina". Hij was een Ottomaans functionaris van Albanese afkomst, die in 1780 aangesteld was om een deel van Epirus en Zuid-Albanië te besturen. In de loop der jaren had hij zich feitelijk een eigen koninkrijkje uitgebouwd, daar in het noorden. Hij had al wat hem in de weg stond met ijzeren hand onderdrukt, en zijn zonen controleerden een deel van de Peloponnesos. Hij was dus een factor om rekening mee te houden, en de Griekse vrijheids-denkers hadden hem inderdaad gepolst. Ali was wel bereid om te helpen, en vooral was hij bereid om in hoogsteigen persoon de nieuwe Griekse staat - zeer welwillend uiteraard - te besturen. Dat vonden de Grieken van het goede teveel, en ze wachtten af. Hun kans kwam toen de Sultan in 1820 uiteindelijk vond dat het welletjes geweest was, Ali Pasha afzette en hem uitnodigde om naar Istanbul te komen om zijn straf in ontvangst te nemen. Ali vond dat geen goed idee en bereidde zich voor op de confrontatie met zijn aangestelde opvolger, die met een leger van 50.000 man optrok naar Iannina om zijn nieuwe post in te nemen.

De Grieken zagen hun kans schoon. Als de Sultan zijn handen vol had met Ali Pasha, redeneerden ze, dan zou hij wel minder tijd hebben om zich met hen bezig te houden. Het sein voor de opstand werd gegeven en de vrijheidsstrijd begon. Hij zou tien jaar duren en het land bijna ruïneren.

In februari 1821 stak Alexander Ypsilantis de Russisch-Turkse grens over, met een menigte goed menende vrijwilligers, die wel in het geheim voorbereid en bewapend waren, maar lang niet opgewassen tegen de geoefende legers van de Sultan. Ze werden in juni dan ook op een paar uur tijd in de pan gehakt bij Dragatsani.

Hun offer was echter niet helemaal tevergeefs, want het verhaal ging als een lopend vuurtje heel Griekenland rond, en nu begon de actie van binnenin. Op 25 maart 1821 hees Germanos, de bisschop van Patras, de revolutionaire vlag boven het Lavra klooster bij Kalavrita. Daarmee gaf hij niet alleen het sein voor de algehele opstand, maar hij hielp de latere Griekse staat meteen aan een eerste Nationale Feestdag. De eerste schoten werden gelost op de Peloponnesos, waar de Manioten onder hun leider Mavromichalis de Turkse garnizoenen in Monemvasia, Kalamata en Navarino te lijf gingen. Nu de lont eenmaal aangestoken was, verbreidde de opstand zich snel, en overal waren er opstootjes en confrontaties.

De Sultan kreeg hier uiteraard lucht van, en hij nodigde dus zijn plaatselijke ambtenaren uit voor een conferentie in Istanbul. Maar die ambtenaren - zoals we gezien hebben - waren de Griekse leiders van de plaatselijke Griekse gemeenschappen. Velen onder hen hadden getwijfeld om aan de opstand deel te nemen omdat ze het een riskante onderneming vonden. Maar nu de uitnodiging van de Sultan in de bus viel vreesden ze dat het daar in Istanbul niet bij een gezellige babbel zou blijven, en dan leek een opstand hun per saldo nog het minst riskante. Dus velen gingen meedoen, en de opstand breidde zich nog uit.

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Op weg naar revolutie

Volgende pagina
De reactie van de Sultan

Valid HTML 4.01 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.