Markoyannakis
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Mario

Volgende pagina
Andonis Mitzelos


Biografieën van de website over Griekse Muziek

Yannis Markoyannakis

De laouto-legende

Yannis Markoyannakis of kortweg Markoyannis ( Ιωάννης Μαρκογιαννάκης - Μαρκογιάννης ) was letterlijk en figuurlijk een toonaangevende laouto-speler. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Kretenzische muziek een hele evolutie doorgemaakt en daar heeft Markoyannis een belangrijke rol in gespeeld.

Yannis Markoyannakis met zijn luit
© Y. Markoyannakis 
Yannis Markoyannakis ( Markoyannis )

Hij werd in 1926 geboren in Spíli (Σπήλι), een klein dorpje op goed 30 kilometer van Rethymnon, op de weg die in zuidelijke richting over de bergen heen naar Agia Galini voert.

Hij was een telg uit een grote muzikale familie. Zijn vader, Yorgos Markoyannakis oftewel Markoyorgis (°1906), was een uitstekende lyra-speler, die bij de besten van zijn tijd behoorde.

Het gezin had acht kinderen: vijf jongens (waarvan Yannis de oudste is) en drie meisjes. Zijn vier broers spelen of speelden allemaal lyra of laouto , op feesten en dergelijke, maar enkel broer Evangelos (Vangelis of Markovangelis) maakte van de muziek zijn beroep. Dat was onder impuls van een oom van hen die in Athene als contrabassist aan de slag was bij het Griekse staatsorkest. Ook Markovangelis behaalde dus zijn diploma aan het conservatorium van Piraeus en trad in de voetsporen van zijn oom. Hij werkte niet alleen voor het staatsorkest, maar ook voor het symfonisch orkest van de ERT (de Griekse staatsradio en televisie). Na zijn pensioen keerde hij terug naar zijn Kretenzische roots: hij maakte een zestal platen met eigen nummers, waarop hij zelf ook laouto speelt en zingt.

Ook de meisjes van het gezin Markoyannakis kregen de muziek met de moedermelk mee binnen, maar enkel de oudste, Athiná, kon daar iets mee doen. Zij kon studeren - in die tijd niet vanzelfsprekend voor een dorpsmeisje - en werd lerares, maar helaas kwam ze al vrij jong (33 jaar) om het leven toen ze aangereden werd door een auto. Ze speelde uitstekend mandoline en dat had ze al als kind geleerd van een andere oom van hen, die tijdens de oorlog in het verzet ging en sneuvelde in de strijd tegen de Duitse bezetter.

Er zat langs vaderskant nog meer muzikaal talent in de familie. De zoon van een zus van zijn vader is niemand minder dan de legendarische lyra -speler Athanasios Skordalós (1920-1998), waarover zo dadelijk meer.

Markoyannis ' vader, Markoyorgis, werkte voltijds, maar na zijn dagtaak opende hij het grote familiale dorpscafé en daar speelde hij dan lyra tot in de vroege uurtjes. Hij "deed" ook de dorpsfeesten, die eveneens in dat café plaatsvonden. De jonge Markoyannis zat dan stilletjes in een hoekje te luisteren.

Een andere aandachtige toehoorder was zijn neefje, Thanasis Skordalos . Die speelde als klein jongetje al met twee stukjes hout, waarbij het ene dan de lyra moest voorstellen en het andere de strijkstok. Toen hij negen was kwam er een echte lyra in de plaats. Hij leerde zichzelf spelen maar in het café van Markoyorgis zat hij op het puntje van zijn stoel elke beweging in zich op te nemen. Zo keek hij de kneepjes van het vak af van vader Markoyorgis.

Deze laatste speelde niet alleen in zijn eigen café, wel integendeel. Hij werd ook gevraagd op andere feesten en zijn reputatie was zelfs tot in Athene doorgedrongen. Daar mocht hij elk jaar het feest van de Kretenzische gemeenschap gaan spelen. Hij bleef dan een maand weg, er waren immers meerdere feesten na elkaar.

Op een dag had hij bij zijn terugkeer een luit ( laouto ) bij zich. Dat was in die tijd min of meer een zeldzaamheid, toch in de streek van Rethymnon. De laouto -spelers daar waren letterlijk op de vingers van één hand te tellen: er waren er welgeteld vier. In Chaniá, ook toen al een vrij grote stad, waren er meer, en daar kon je ook viool horen, en santouri , en nog veel meer. Maar dat was honderd kilometer westwaarts en dus zowat aan de andere kant van de wereld. In Rethymnon daarentegen werd de lyra altijd begeleid door één of meerdere mandolines.

Daar zou spoedig verandering in komen, want korte tijd na zijn terugkeer uit Athene riep Markoyorgis zijn zoon bij zich. Hij plaatste er een stoel bij en duwde hem de luit op schoot: hij moest hem begeleiden. Nu is zo'n luit niet bepaald een klein instrument en het achtjarige jongetje kon met moeite zijn armpjes om de grote klankkast heen leggen, maar het lukte hem uiteindelijk toch om bij de snaren te komen. Vader speelde een stukje voor op de lyra en de jongen moest dat naspelen op de luit, en als hij het beet had speelden ze het samen. Ze oefenden en oefenden, de hele avond lang, en ze gingen laat naar bed. 's Anderendaags werd de jongen al bij het ochtendgloren door zijn vader uit bed getrommeld om verder te spelen, kwestie van het aangeleerde niet meteen weer te vergeten. Vader was tevreden, want Markoyannis leerde snel, het instrument lag hem ook wel. Van toen af aan werden vader en zoon onafscheidelijk op de feesten.

Twee jaar later, in 1936, mocht Markoyannis , amper tien jaar oud, Thanasis Skordalos begeleiden op de luit. Skordalos was zelf nog maar zestien en stond aan het begin van een briljante carrière, en een groot deel daarvan zou hij Markoyannis aan zijn zijde hebben.

Samen namen zij in 1946 hun eerste plaat op met het lied "Μόνο εκείνος π’ αγαπά" ( Mono ekinos p'agapa , Alleen hij die ik liefheb). Dit lied, een "Spiliano syrto", werd een mijlpaal in de Kretenzische muziekgeschiedenis. Het is opgebouwd uit twee delen, een eerste deel is louter instrumentaal en dient als opwarming van zowel de muzikant als de danser. Vervolgens, naarmate de adrenaline stijgt, gaat Skordalos over tot het eigenlijke lied, een mandinada , met zijn unieke speelwijze en manier van zingen vol baanbrekende wendingen. Het zal later de "speelwijze van Skordalos " genoemd worden en als voorbeeld dienen voor menig andere lyra -speler. Het bleef dan ook niet bij dat ene liedje, hij heeft een hele reeks successen op zijn naam staan. Tegenwoordig is er geen Kretenzisch feest denkbaar waar niet minstens enkele nummers van Skordalos gespeeld worden.

Op buitenlanders komt dat soms merkwaardig over. Zij beschouwen de Kretenzische muziek als traditionele muziek en die hoort dan natuurlijk eeuwenoud te zijn. Dat is ook zo, maar dat betekent niet dat het een statische bedoening is, en dat er geen nieuwe nummers geschreven worden, wel integendeel. De traditie lééft daar immers nog, en al wat leeft, evolueert. En zelfs in het westen worden nog steeds nieuwe walsjes en tango's geschreven. Op Kreta is dat niet anders, en ook daar zijn het de meest getalenteerde muzikanten die hun eigen accenten leggen. Dat wordt dan weer opgepikt door anderen en op die manier ontstaan er nieuwe stromingen binnen de traditie. Kenners noemen twee belangrijke grondleggers van dergelijke stromingen, twee lyra-spelers die samen min of meer de Kretenzische muziek zijn hedendaagse vorm gegeven hebben, en dat zijn enerzijds Thanasis Skordalos en anderzijds Kostas Moundakis (1926-1991).

De samenwerking tussen Skordalos en Markoyannis bleef nog tientallen jaren duren, tot aan de dood van Skordalos in 1998, en dat resulteerde in vele tientallen plaatopnamen. In 1958 gingen ze samen naar Amerika, op uitnodiging van de Kretenzische Vereniging aldaar, en ze bleven er een jaar.

Na zijn terugkeer naar Kreta heeft Markoyannis ook nog met alle grote overige lyrarides samengewerkt. Het lijstje is onmetelijk lang, en Markoyannis is trouwens de tel kwijt. Volgens hem moeten het er zeventig of tachtig zijn. Zelf vindt hij daar niets bijzonders aan. "Als laouto moet je gewoon de lyra ondersteunen", zegt hij, "meer is daar niet aan". Op die manier gesteld is het inderdaad erg eenvoudig. Maar een goede lyra met een ondermaatse laouto zal ook een ondermaats resultaat opleveren, terwijl een goede lyra pas tot volle ontplooiing kan komen met een uitstekende begeleider naast zich. Bovendien is het niet zomaar een beetje "ondersteunen": elke lyra-speler - zeker aan de top - heeft zijn eigen stijl en daar moet je als laouto dan uiteraard kunnen in meegaan, anders ben je alweer een blok aan het been. De vele lyrarides die Markoyannis gedurende zijn zeventigjarige carrière begeleidde beschouwden hem allerminst als een rem, wel integendeel.

Een opmerkelijke samenwerking was die met de zanger en lyra-speler Spyros Sifoyorgakis oftewel Sifoyorgis (°1930). Naar Kretenzische normen was hij een laatbloeier: hij leerde "pas" lyra spelen toen hij zeventien was. Hij was al eerder in de ban geraakt van het instrument maar zijn vader wilde daar niet van weten. Lyraris was toen nog geen eerbaar beroep en het bracht niet veel op. Dat laatste was wel nodig want het was een groot gezin (acht kinderen) en het was niet eenvoudig om voor al die monden brood op de plank te krijgen. Eerst was er de oorlog, met de Duitse bezetting, maar ook daarna waren het moeilijke tijden. De jongen deed wat van hem verlangd werd, maar hij zette de lyra niet uit zijn hoofd. Ook Sifoyorgakis is uit de buurt van Rethymnon en ook hij noemt de vader van Markoyannis als één van de eerste lyra-spelers die hem beïnvloedden. In 1948 ging hij in de leer bij Alekos Karavitis, een andere bekende lyra-speler uit die tijd, maar die woonde en werkte in Athene. Hij was naar Spili gekomen voor een optreden in het café van vader Markoyorgis en bood aan om Sifoyorgakis onder zijn hoede te nemen. Maar in Athene bleek hij de jongen als een soort gratis dienstbode te beschouwen, muzieklessen kwamen er niet aan te pas. Bovendien was de Griekse Burgeroorlog toen nog altijd aan de gang en het leven in de hoofdstad was nog veel moeilijker dan op Kreta, dus al na een jaar was de jongen weer terug. Maar hij gaf de lyra niet op, en tegen de tijd dat hij in legerdienst moest had hij het instrument al zo goed onder de knie dat hij opgemerkt werd door Simonas Karas . Bij zijn terugkeer uit het leger, in 1955, begon zijn carrière dan pas goed en vanaf 1960 ging hij samenwerken met Markoyannis .

Hun eerste buitenlandse optreden was een festival in Helsinki in 1962, waar ze een Kretenzische dansgroep begeleidden die prompt de eerste prijs in de wacht sleepte voor de dans, zijzelf kregen een eerste prijs voor de muziek. Daarna reisden ze samen de wereld rond, overal waar er Kretenzers in de diaspora zitten. In de Verenigde Staten, nog steeds in 1962, namen ze samen hun eerste plaat op. Die heet "Ο Φάρος" ( O faros , De vuurtoren) en het is alweer een mijlpaal in de Kretenzische muziekgeschiedenis. Sifoyorgakis zou in totaal een zestigtal platen uitbrengen en op veel daarvan neemt Yannis Markoyannakis de laouto voor zijn rekening.

Tussendoor, in 1963, werkten beide Kretenzers ook mee aan een Griekse film. Die heet "Ευτυχώς Χωρίς Δουλειά" ( Eftichos choris doulia , Gelukkig zonder werk) en het is een komedie over twee vrienden die niet al te wanhopig op zoek zijn naar een baantje. Enige gelijkenis - ook fysiek - met Laurel en Hardy is niet louter toevallig, maar belangrijker is de generiek, of toch het muzikale gedeelte daarvan. Sifoyorgakis (lyra) en Markoyannakis ( laouto ) nemen het traditionele deel voor hun rekening, terwijl niemand minder dan Markos Vamvakaris de bouzouki speelt en Yorgos Zambetas , Yota Lydia en Spyros Zagoraios zingen. Dergelijke films waren - uiteraard - bedoeld voor de binnenlandse markt en de beroemde muzikanten moesten natuurlijk volk naar de bioscoop lokken. Dat werkte, want het was de enige mogelijkheid om die artiesten buiten Athene te zien te krijgen. Het zegt iets over de belangrijke plaats van de muziek in de Griekse samenleving, en in dit specifieke geval zegt het ook iets over de reputatie van Sifoyorgakis en Markoyannakis ..

Sifoyorgakis stopte met optredens in 1995 ("het is nu de beurt aan de nieuwe generatie", zei hij) maar de vier jaar oudere Markoyannis ging nog een hele tijd door.

Zo werkte hij recent nog samen met Psarantonis . Die is wel van 1942 maar alles is relatief en voor iemand van de generatie van Markoyannakis is dat in feite een broekventje. Met Psarantonis dus nam hij in 2004 de cd op met als titel "Όταν σε βλέπω τραγουδώ" ( Otan se vlepo tragoudo , Als ik je zie ga ik zingen). Zelf vindt Markoyannakis het een uitstekende cd.

Markoyannis heeft op zijn beurt vele jonge luitspelers op weg gezet. Zo was hij ook de leermeester van Michalis Frangiadakis. Die woonde een tijdje in België en speelde daar samen met Nikos Gounakis , maar een aantal jaren geleden keerde hij definitief naar Kreta terug.

Recent nam Markoyannis ook de jonge Ioannis Kontoyannis (°1992) onder zijn hoede. Die begon met lyra toen hij zeven was. Ondanks zijn jeugdige leeftijd is hij volgens Markoyannis toch al één van de beste lyra-spelers van de laatste tijd, zoniet de beste. "Een groot talent", vindt hij, en talent is onmisbaar voor een muzikant. Talent op zich is wel niet voldoende volgens Markoyannis , je moet ook nog hard willen werken, maar zonder talent kan je het vergeten, ook al zwoeg je nog honderd jaar lang. Hij maakt graag de vergelijking met dansen: dat kan je leren, en het is ook gemakkelijker te leren dan spelen of zingen, zegt hij, maar als je dan naar de dansvloer kijkt, dan zijn er daar misschien vijftig man bezig, en die brengen het er dan redelijk van af, maar er zijn er toch maar twee of drie die het echt goed doen, die het in zich hebben.

Talent heeft Ioannis Kontoyannis dus voldoende, en werken wil hij ook, maar toch heeft Markoyannis nog een goede raad voor hem: "Hij moet met beide voeten op de grond blijven, en ook niet te veel naar de meisjes lonken, dan zal hij het nog ver schoppen".

Ook voor Nikos Gounakis zelf had hij goede raad. Nikos ' stijl is doorgaans zeer hartstochtelijk - hij heeft zijn bijnaam "Pathiaris" niet gestolen - maar Markoyannis zei dat hij zich wat moest intomen: Hij mocht zich zo niet laten meeslepen en moest zich meer in bedwang houden. "Ja maar, Meester", protesteerde Nikos , "als ik u hoor spelen ga ik door het dak, hoe moet ik daar dan rustig bij blijven?". Toch neemt hij de raad van Markoyannis ter harte, of hij probeert dat toch. Logisch eigenlijk, want het advies van iemand met het talent van Markoyannis , en dat dan nog in combinatie met bijna tachtig jaar ervaring, dat is toch wel iets om rekening mee te houden.

Markoyannis overleed op 29 maart 2017, op de leeftijd van 91 jaar.

 

Laatst bijgewerkt op : 2017-04-13

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Mario

Volgende pagina
Andonis Mitzelos

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.