De tamboutsá of tamboutsiá is in feite een grote ronde zeef, maar dan zonder gaten, die op Cyprus als muziekinstrument gebruikt wordt. Dat klinkt misschien raar in een tijd waarin je een zeef met gaten en al in de supermarkt koopt. Vroeger werden die dingen echter zelf gemaakt uit een houten ring waarop een vel gespannen werd. Als je de laatste stap in het productieproces overslaat heb je dus een tamboutsa.
De tamboutsá wordt al zittend met de handpalmen en de vingers van beide handen bespeeld, soms ook met stokjes.
Men vindt hem meestal in een zigiá (een duo) in combinatie met een luit of een viool .
Een gelijkaardig instrument wordt op Ikaría gebruikt, daar wordt het toumbanás genoemd.
In de streek van Mégara (Attica) gebruikten de kinderen soms ook wel een echte zeef, dus compleet mét gaten en al, als muziekinstrument wanneer ze met Kerstmis en Nieuwjaar de kalanda gingen zingen.
