Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
Overname of verspreiding zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming is NIET toegestaan.
Zie onze copyright pagina voor meer informatie.
Praktisch
Informatie over concertzalen, festivals, prijzen, reserveren, ..
Achtergrond
Bijkomende informatie over Griekse muziek
Geschiedenis van Griekenland
De Turkse overheersing
De organisatie van het Ottomaanse Rijk
Het Ottomaanse systeem deelde zijn onderdanen in twee grote groepen in: de
moslem
("gelovigen") en de
zimmî
("beschermde personen"), niet-gelovigen die in het Rijk woonden en aan de wetten gehoorzaamden. Dat was wel problematisch, want die wetten waren gebaseerd op de
charîa,
de islamitische wet op basis van de Koran, maar daar kon je niet veel mee doen in het geval van ongelovigen. Vandaar het systeem van de millet, een groep onderdanen die een vorm van zelfbestuur genoten onder een eigen leider, de
millet bachi
.
Er waren drie millet, alle op basis van religie. De
Rûm millet
("Griekse millet") omvatte alle christelijke groepen: Grieken, maar ook Bulgaren, Serviërs, Albanezen, Vlachen. Hun leider was de Patriarch van Constantinopel, die dus in feite ook een ambtenaar van het Rijk was (hij had de rang van pasha). De twee andere millet waren de Joodse (
yahudi millet
) en de Armeense.
Zoals gezegd genoten de millet een vorm van zelfbestuur. Hun leiders hadden de vrije hand wat religie en moraal betrof, maar moesten zich conformeren aan de wetten van het Rijk voor al de rest. Dat was niet zo gemakkelijk, want in die tijd regelden de religieuze wetten veel meer aspecten van het dagelijkse leven dan vandaag. Er kwamen dan ook regelmatig botsingen, waarbij het Rijk uiteraard steevast aan het langste eind trok. In de praktijk kan men stellen dat, naast de religie, ook nog de familie, het onderwijs en de welzijnssector onder de bevoegdheid van de millet vielen. Die moest zelf instaan voor de nodige infrastructuur, zoals kerkelijke rechtbanken, scholen en ziekenhuizen, en ze hadden hun eigen hiërarchische structuren. Voor de Griekse millet was dat in de eerste plaats de kerkelijke hiërarchie, maar in de afgelegen dorpen werd die aangevuld door de archontes, de rijkste of invloedrijkste mannen van de dorpsgemeenschap.
Dat betekende dat er dus in feite twee hiërarchieën naast elkaar bestonden: die van het Rijk en die van de millet. In de hiërarchie van het Rijk vinden we telkens twee ambtenaren naast elkaar: een
bey,
verantwoordelijk voor militie en ordehandhaving, en een
kadi,
verantwoordelijk voor de rechtspraak. De kadi moest de charîa (islamitische wet) toepassen op de gelovigen, maar was ook bevoegd voor geschillen tussen gelovigen en ongelovigen, en in principe ook voor geschillen tussen ongelovigen. Maar in het laatste geval deed men alle moeite om de zaak voor een kerkelijke rechtbank te krijgen. Kadi en bey rapporteerden onafhankelijk van elkaar aan hun oversten, en hadden dus over elkaar niets te zeggen. De bey mocht geen straffen uitvoeren zonder een vonnis van de kadi, en omgekeerd moest de kadi op de bey beroep doen om de opgelegde straffen te laten uitvoeren.
Een vrij goed systeem dus, tenminste in theorie. Want uiteraard maakten de plaatselijke autoriteiten, vooral op verafgelegen plaatsen, nogal eens misbruik van hun macht, en corruptie was aan de orde van de dag. Dat werd nog in de hand gewerkt omdat ook het innen van de belastingen gedecentraliseerd was, en slechts een deel van die belastingen was voor het Rijk bestemd. Het andere deel werd rechtstreeks aangewend om de plaatselijke ambtenarij te betalen. De kadi mocht een deel van de opgelegde boetes zelf houden (voor zover het geen lijfstraffen waren, uiteraard), en bovendien was er nog het systeem van de bakhchich (fooien) die je aan de kadi moest geven. Misbruiken werden dus alleen tegengegaan door de praktische mogelijkheden van de Sultan om ervoor te zorgen dat hij niet vergeten werd. En, zoals eerder opgemerkt, in verafgelegen streken was dat niet altijd even gemakkelijk. Bovendien, zolang de Sultan maar zijn deel kreeg, had hij wel andere dingen aan zijn hoofd dan ervoor te zorgen dat zijn ambtenaren hun boekje niet te buiten gingen.