Geschiedenis-turkokratie-dagel
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Griekenland

Deze pagina afdrukken

De Turkse overheersing

Het leven onder de Ottomanen

De ongelovigen betaalden meer belastingen dan de gelovigen, en niet alleen financieel. Een bijzonder wrange vorm van belastingen, die enkel de ongelovigen trof, was de devshirme, de "kindertaks", uit de beginjaren van het Turkse regime. Om de vier jaar trokken Ottomaanse ambtenaren het Rijk rond om veelbelovende jonge kinderen op te halen. Ze werden tot de Islam bekeerd en kregen een opleiding. De sterksten gingen naar het gevreesde Janitsarenkorps, de slimsten bemanden de hoogste rangen der ambtenaren, administrateurs en adviseurs van de Sultan (geen enkele rechtgeaarde Turkse aristocraat zou erover denken om klerk of handelaar te worden).

Voor het overige werden de christelijke onderdanen van de Sultan relatief met rust gelaten, zolang ze tenminste niet vergaten hun belastingen te betalen. Maar een rustige periode was het allerminst. Om te beginnen was er de permanente strijd tussen de Venetianen en de Turken, die meestal ter zee uitgevochten werd. De Turkse vloot werd niet alleen ontworpen door Grieken en gebouwd op de Griekse werven van de Gouden Hoorn, maar ook in de behoefte aan galeislaven werd voorzien door Griekse dorpen binnen te vallen en al wie een roeiriem kon hanteren voor de rest van zijn leven in de boeien te slaan. Voor de zeeslag van Lepanto (het huidige Nafpaktos), op 7 oktober 1571, één van de grootste zeeslagen uit de geschiedenis en de laatste die met door roeiriemen voortbewogen schepen werd uitgevochten, had de Turkse admiraal niet minder dan 14.000 Grieken gevangen genomen om zijn tweehonderd galeien te bemannen. Het heeft niet geholpen, want honderdtachtig ervan werden in de grond geboord door de Christelijke vloot, die naast Venetiaanse ook uit Spaanse schepen bestond, aangevuld met enkele galeien van de Paus. Aan boord van één van de Spaanse schepen bevond zich Miguel de Cervantès, die tijdens de slag zijn linkerarm verloor en later met de andere arm zijn "Don Quichote" zou schrijven.

Maar ook te land werd er flink wat gevochten, en het was bij zo'n gelegenheid, in 1687, dat een Venetiaanse voltreffer het kruitmagazijn van de Turken de lucht inblies. Dat het kruit opgeslagen lag in het Parthenon op de Akropolis in Athene was iets waar geen van beide partijen van wakker lag.

Het probleem voor de bevolking was dat zowel de geregelde troepen als rondtrekkende benden leefden van het land waar ze doortrokken. Of het nu vriend of vijand was die voorbijtrok, voor de dorpelingen maakte het niet veel uit, ze betaalden toch altijd het gelag. Daarom vluchtten ze bij het minste teken van onraad de bossen of de bergen in. De pope voorop, daarna de iconen, en dan de rest van de inwoners met al hun hebben en houden. In sommige dorpen stonden de iconen zelfs permanent op speciale karren, met een dissel aan beide kanten. Op die manier hoefde men ze niet om te keren, op de smalle bergwegen altijd een tijdrovende en hachelijke operatie. Men spande gewoon de trekdieren aan de andere kant in. Velen, vooral de zwakkeren, zoals ouderlingen en zwangere vrouwen, kwamen om door ontbering tijdens zulke vluchten. En als de overlevenden weer thuis kwamen vonden ze niet zelden het dorp leeggeplunderd en in brand gestoken.

In de steden was het wat rustiger. Daar was ook de invloed van de Turkse cultuur het grootst. Reizigers uit die tijd beklemtonen dan ook het Turks karakter van de Griekse steden. Vele christenen namen Turkse gewoonten aan, en kleedden zich als Turken, als ze al niet gewoon tot de Islam overgingen. Ook in de dorpen kwam het vaak voor dat het hoofd van de familie moslim was, terwijl de rest van de huishouding christelijk bleef. Daar was een pragmatische reden voor: de belastingen werden per "haard" bepaald, en zoals we zagen betaalden de gelovigen minder dan de ongelovigen.

De Grieken, van oudsher een volk van handelaars, hadden ook een grote invloed binnen het Rijk van de Sultan. De scheepsbouwers zijn al genoemd, maar ook talloze recruten van de devshirme (de kindertaks) maakten carrière aan het hof, in die mate zelfs dat na verloop van tijd bijna de hele toplaag van de administratie in handen was van Grieken. De grote architect Sinan werd in 1491 door de ronselaars van de Sultan weggehaald uit zijn geboortedorp Agrianos in Cappadocië. Hij zou niet minder dan 477 bouwwerken ontworpen hebben, waarvan er nog steeds twintig te zien zijn, waaronder de prachtige Selimiye-moskee in Edirne.

Inhoudsopgave

Vorige pagina
De organisatie van het Ottomaanse Rijk

Volgende pagina
Invloeden op de muziek

Valid HTML 4.01 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.