|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
Al de informatie op deze site is beschermd door het auteursrecht.
|
|
Geschiedenis van Griekenland
Het KolonelsregimeDe gebeurtenissen in de Polytechnio De Griekse bevolking, geconfronteerd met de meedogenloze repressie, kon weinig anders dan berusten en zich koest houden. Toch waren er enkele uitschieters, in beide richtingen. Enkelen, waaronder ex-communisten, werkten enthousiast samen met het regime. Anderen verzetten zich, op allerlei manieren. Yannis Papaioannou , de bekende rembetika-componist, auteur van o.m. "Kapetan Andreas Zeppos", "Anoikse yati den andecho", "Pente Ellines Ston Adi", "Faliriotissa" en vele andere, en op foto's onmiddellijk herkenbaar aan zijn lange, magere en altijd grinnikende gestalte, is een goed voorbeeld van passief verzet. Hij deed niet aan politiek, maar vond het niet gepast om platen uit te brengen zolang de junta aan de macht was, en hij deed dat dan ook niet. Hij kwam in augustus 1972 om het leven bij een auto-ongeval. Anderen waren meer actief. Twee boegbeelden van het verzet waren Yorgos Papandreou , oudgediende van de Griekse politiek, en Panayotis Kanellopoulos , een eerder neutrale figuur. Beiden uitten openlijk kritiek. Kanellopoulos deed dat bijvoorbeeld al in september 1967 in interviews met buitenlandse radiostations. Ze werden zowat nationale helden, en toen Papandreou overleed in november 1968 was zijn begrafenis aanleiding tot stil maar massaal protest. Er was ook één moordaanslag op Papadopoulos, in augustus 1968 gepleegd door een jonge luitenant, Alexander Panagoulis . De aanslag mislukte, Panagoulis werd gevat en ter dood veroordeeld. Dat werd later omgezet in levenslange opsluiting in barbaarse omstandigheden. Naarmate het regime langer aan de macht was, dreef het steeds meer mensen tegen zich in het harnas. In november 1973 kwam het tot een uitbarsting. De studenten van de Polytechnische School, de Polytechnio , in Athene bezetten hun universiteit en riepen met spandoeken en een geïmproviseerde radiozender op tot verzet tegen de junta. De bezetting was vrij goed voorbereid, en de studenten wisten waar ze mee bezig waren. Naast levensmiddelen hadden ze ook medisch materiaal opgeslagen, en ze hielden rekening met de mogelijkheid dat er gewonden en zelfs doden zouden kunnen vallen. Papadopoulos liet eerst een dag of twee begaan, maar in de nacht van 16 op 17 november 1973 walsten zware tanks de omheining van de universiteit plat en de soldaten kregen bevel op de weerloze, ongewapende studenten te schieten - om te raken. Het is nooit met zekerheid geweten hoeveel doden er precies gevallen zijn. Minstens twintig volgens de enen, zeker meer dan vijftig volgens de anderen. Ouders van slachtoffers kregen de dringende raad hun bek te houden als ze niet wilden dat hun andere zonen "in de problemen" zouden raken. De brutaliteit van de reactie veroorzaakte schokgolven in Athene maar ook ver daarbuiten. Velen, vooral jongeren, die tot dusver berust hadden, gingen nu actief in het verzet. En in het buitenland verspeelden de Kolonels het laatste beetje sympathie bij die landen, zoals de Verenigde Staten, die hen tot dusver min of meer gesteund hadden. Ook vanuit eigen rangen kwam sterke man Papadopoulos onder vuur te liggen. Men zegt dat enkele officieren walgden van wat er bij de Polytechnio gebeurd was en ze besloten dat Papadopoulos weg moest. Helaas deden ze daarvoor beroep op ... Ioannidis, die, als hoofd van de Militaire Politie, Papadopoulos op 25 november liet arresteren en vervangen door een marionet van Ioannidis, generaal Fedon Gizikis . Daarmee raakte Griekenland van de regen in de drup, want, zoals één commentator het uitdrukt, terwijl Papadopoulos niet meer was geweest dan een Zuid-Amerikaanse caudillo, zou Ioannidis perfect op zijn plaats geweest zijn bij de Gestapo. De repressie nam dus toe, het gemor en het verzet groeide. De opstand van de Polytechnio had dus weliswaar geen rechtstreekse gevolgen - in feite was hij mislukt - maar het was onrechtstreeks wel het begin van het einde van de Junta. De opstand staat dan ook in de geschiedenisboekjes van de Griekse middelbare scholen vermeld als "het hoogtepunt van het verzet tegen de tirannie", en sinds 1974 is er elk jaar op 17 november een massale herdenkingsoptocht in Athene. De optocht vertrekt bij de Polytrechnio en eindigt altijd bij de Amerikaanse ambassade, als protest tegen de steun van de Verenigde Staten aan de dictators. De Amerikaanse ambassadeur heeft hiervoor in januari 1998, bijna vijfentwintig jaar na de feiten, zijn excuses aangeboden. Overigens zijn vele Grieken er vast van overtuigd dat er meer aan de hand was dan steun achteraf. Ze denken dat de CIA en Washington achter de staatsgreep van de Kolonels zaten. Er zijn inderdaad aanwijzingen in die richting, en het zou zeker niet onlogisch zijn. Harde bewijzen zijn echter nooit gevonden, ook niet toen recent de geheime archieven geopend werden. Tenzij ... voor de Amerikaanse archieven kwam de vrijgave twee jaar later dan de gebruikelijke 30 jaar, naar men zegt wegens tegenwerking van de CIA. Er zouden ook stukken verdwenen zijn. |
||||||||
|
|||||||||
|