Geschiedenis-onafhankelijkheid
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Griekenland

Deze pagina afdrukken

De Griekse onafhankelijkheid

Op weg naar revolutie

Zoals we gezien hebben werden de Griekse onderdanen van de Sultan relatief met rust gelaten, zolang ze hun belastingen betaalden en niet in opstand kwamen, want dan volgde er meedogenloze repressie. Maar de Grieken hielden zich meestal vrij rustig.

De problemen begonnen toen de voortdurende expansie van het Ottomaanse rijk tot stilstand kwam, door een reeks van nederlagen enerzijds en door een uitholling van het bestuur anderzijds. Het omvangrijke staatsapparaat was tot dan toe in stand gehouden dank zij een voortdurende reeks plunderingen van nieuw veroverde gebieden. Toen die stroom opdroogde, moesten andere bronnen aangeboord worden, en de druk op de ongelovige onderdanen nam toe. Door het afbrokkelende centrale gezag kregen roversbenden en plaatselijke potentaten vrij spel. Het gewone volk kreeg het steeds harder te verduren, en snakte naar verandering.

Anderzijds bereikte de invloed van de Grieken in de hofhouding van de Sultan een nooit geziene hoogte, en sommige historici stellen zelfs dat de Grieken tegen het einde van de 18de eeuw goed op weg waren om het Ottomaanse Rijk van binnenuit over te nemen. Deze groep was dus eerder gebaat bij een behoud van de bestaande situatie. Ook de Kerk vreesde voor het verlies van haar privileges en voor represailles in het geval van een opstand, waarvoor hier en daar stemmen opgingen.

Die stemmen kwamen dan vooral van Grieken in de diaspora. In veel belangrijke Europese handelssteden, zoals Venetië, Marseille, Genève, Odessa en Moskou, vond men inderdaad aanzienlijke Griekse gemeenschappen. Die bestonden uit handelaars en scheepsmagnaten, die zich buiten het Ottomaanse Rijk gevestigd hadden omdat "buitenlandse" handelaars meer voordelen hadden dan "binnenlandse": ze betaalden minder tol en waren niet onderworpen aan de Ottomaanse wetten. Ze waren geletterd, goed opgeleid en rijk, en stonden daarom in hun plaats van vestiging in hoog aanzien, hadden er dus ook veel invloed. En bovenal: ze zaten met hun neus bovenop de omwentelingen in Europa van het begin van de 19de eeuw: de Franse Revolutie (1789), en de omwentelingen veroorzaakt door Napoleon Bonaparte. Soms zaten ze er zelfs middenin, vermits het vooral Griekse schepen waren die de Engelse blokkade doorbraken en Frankrijk van het nodige voorzagen.

De revolutionaire wind, die door Europa waaide, deed ook bij de Griekse intelligentsia een nationaal gevoel ontwaken. Met de hoogdagen van het Oude Griekenland en van het Byzantijnse Rijk in het achterhoofd begonnen sommigen onder hen plannen te smeden voor een onafhankelijk Griekenland.

In dit verband moeten we de naam van Rigas Velestinlis noemen, ook bekend als Rigas Fereos naar zijn geboorteplaats in de Pelion. Heel veel is van hem niet geweten, zelfs over zijn geboortedatum is men het niet eens (1757 of 1758) en naar zijn echte naam (Adonis Kyritzis) heeft men lang het raden gehad. Zijn ideëen zijn wat beter bekend. Hij kantte zich niet tegen de Turken in het algemeen, maar uitsluitend tegen het corrupte Ottomaanse bestuur. Hij droomde van een multi-ethnische staat waarin iedereen gelijk zou zijn, ongeacht rang of stand, en zelfs ongeacht zijn geloof. Om praktische redenen zou de officiële taal het Grieks moeten zijn, maar dan wel het "simpel Grieks" (later dimotika - volkstaal genoemd) en niet het Oud-Grieks uit de klassieke tijd. Hij had zelfs een hele grondwet klaar, in feite een vertaling van de nieuwe Franse grondwet met enkele aanpassingen  Hij werd in 1797 door een Griek verraden aan de Oostenrijkse politie, die hem na ondervraging samen met zeven andere medestanders aan de Turken uitleverde. Ze werden prompt uit de weg geruimd, maar als succesvol zakenman had Rigas veel contacten gehad in heel Europa, en anderen namen de fakkel over. Er werden geheime genootschappen opgericht, geld ingezameld en wapens gekocht.

Ze kregen steun binnen Griekenland zelf van de gewapende benden, die zich op de Peloponnesos en in Epirus min of meer georganiseerd hadden, en die kleften (dieven) genoemd werden. Wat eerst een scheldnaam was, is later een erenaam geworden, een beetje zoals de geuzen ("bedelaars") bij ons.

Inhoudsopgave

Vorige pagina
De Turkse overheersing

Volgende pagina
Het uitbreken van de revolutie

Valid HTML 4.01 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.