Mei  2018
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 Jaar 2020 Jaar 2021
Januari 2018
Februari 2018
Maart 2018
April 2018
Mei 2018
Juni 2018
September 2018
Oktober 2018
November 2018
December 2018

Overzicht Griekse Muziek in Mei 2018

Alle evenementen afdrukken

Enkel dit evenement afdrukken

"Xenitia"

Documentaire m.m.v. Katerina Fotinaki

Wat krijg je als je een Italiaans-Duitse cineast en een Italiaanse journaliste samen aan een project laat werken over de vele duizenden jonge Grieken die door de crisis hun land moesten ontvluchten? Een documentaire, natuurlijk.

Bij een documentaire hoort natuurlijk ook wat muziek, maar wat krijg je als je die muziek een ietwat meer prominente rol laat spelen dan gewoonlijk? "Xenitiá" natuurlijk, het project waar dit stukje over gaat.

De productie wordt dan ook omschreven als een "documentary concert", want het is inderdaad een mix van beide.

Voor de muzikale omlijsting zorgen de Belgisch-Nederlandse harpiste Andrea Voets , samen met de Griekse percussioniste Evi Filippou en - last but not least - de Griekse zangeres, gitariste en componiste Katerina Fotinaki .

Voor de eigenlijke documentaire interviewden de cineast Fabio Dondero en de journaliste Chiara Somajni achttien jonge Griekse emigranten, die sinds het uitbreken van de crisis hun vaderland de rug toekeerden. Noodgedwongen, weliswaar, want thuis hadden ze geen toekomst meer.

Nu is dergelijke emigratie al eeuwenlang een bittere realiteit in Griekenland, zodanig zelfs dat men zegt dat slechts de helft van de Grieken in Griekenland zelf woont, de andere helft woont in het buitenland, vaak al generaties lang. De " xenitia " (letterlijk "het verblijf in den vreemde") is dan ook een begrip, of beter: een woord met een bodemloze diepgang.

Het zal dan niet verbazen dat er vele honderden - en misschien zelfs duizenden - Griekse liedjes zijn die over de emigratie gaan. Er was dus materiaal genoeg voorhanden om de interviews muzikaal te omkaderen, maar toch lijkt er voor een deel geselecteerd te zijn op de muzikale kenmerken, en niet zozeer op de thematische. Op zich is dat niet onlogisch, want de documentaire is vooral gemaakt voor en door niet-Grieken, en een niet-Grieks publiek heeft natuurlijk niet veel aan de Griekse teksten, hoe mooi en ontroerend die ook mogen zijn.

In de lijst van liedjes vinden we bijvoorbeeld "Never on Sunday" van Manos Hadjidakis en "Zorba" van Mikis Theodorakis . De Grieken zelf catalogeren die dingen wat smalend in het vakje "touristika", maar dat neemt niet weg dat deze nummers niet voor niets wereldberoemd geworden zijn. Ze zijn dan ook uitstekend geschikt om een "Griekse sfeer" op te roepen. En ook al hebben ze weinig of niets met emigratie te maken, ze staan in zekere zin toch symbool voor de Griekse eigenheid. Bovendien zijn er natuurlijk nog de ongewone arrangementen: de sirtaki met een harp, een vibrafoon en een gitaar hoor je niet alle dagen...

Toch zitten er wel degelijk "toepasselijke" liedjes in het aanbod. Epirus bijvoorbeeld, in het bergachtige noorden van Griekenland, is een straatarme regio die hele generaties heeft zien vertrekken. Dat werd ontelbare keren bezongen, maar in dit "documentair concert" is de streek vertegenwoordigd door "Γιάννη μου το μαντήλι σου" (Yanni mou to mantili sou). Ook dat liedje is overbekend (toch minstens bij de liefhebbers van Griekse muziek), maar het gaat wel degelijk over de " xenitia ",

Andere liedjes zitten er soms tussenin, zoals "Της δικαιοσύνης ήλιε νοητέ" (Tis dikeosinis ilié noïté, Zon der rechtvaardigheid), een gedicht van Odysseas Elytis , in 1964 op muziek gezet door Mikis Theodorakis als onderdeel van het vermaarde "Axion Esti". Hier wordt de "rechtvaardige zon" gesmeekt om genadig te zijn voor het arme Griekse vaderland. Elytis schreef het werk weliswaar terwijl hij zelf in het buitenland zat, maar dat was in de periode tussen 1948 en 1951. Hij was geschokt door het contrast tussen enerzijds de situatie in zijn vaderland, dat door de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende Burgeroorlog totaal verwoest was, en anderzijds de relatieve welvaart in West-Europa, waar de oorlog al lang vergeten leek. Dat schreef hij van zich af in de Axion Esti, waarin de gebalde kracht van al zijn verontwaardiging verpakt zit.

En Katerina Fotinaki smokkelde er ook enkele eigen composities in, zoals "Τα τζιτζίκια" (Ta Tzitzikia, De krekels). Dat is alweer een gedicht van Elytis (geschreven in 1972, tijdens het Kolonelsregime ), en het gaat niet rechtstreeks over de emigratie, het bezingt "gewoon" de schoonheid van de eilanden. "Ta tzitzikia" is tegelijk ook de titel van het eerste eigen album van Katerina Fotinaki (waar ze toen nog wel de muziek van Angélique Ionatos gebruikte voor de titelsong). Dat album bespreken we op onze januari 2017 maandpagina . Toen kwam ze dat album namelijk in Gent voorstellen. Als u dat tekstje even herleest, dan bent u meteen weer helemaal bij over de persoon van Katerina Fotinaki zelf, en dan begrijpt u tegelijk ook waarom uitgerekend zij aan dit "Xenitiá" project meewerkte.

We zouden zo nog even kunnen doorgaan, en al de liedjes van het project tegen het licht houden, maar onze selectie uit de selectie zal allicht voldoende zijn om een indruk te krijgen.

En per saldo gaat het toch vooral over de getuigenissen van de jonge Grieken die emigreerden, en bij hen zijn de wonden nog vers. Zoals de promo-tekst van De Centrale het zegt:

De muziek, de woorden, de meningen en de tranen versmelten tot één fascinerend geheel. Xenitia is een unieke belevenis die je niet mag missen!

Het blijkt tussen haakjes ook dat dit project "na een grondige selectie" de financiële steun kreeg van het Nederlandse Ministerie van Cultuur, en dat nog wel in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de EU in 2016. Dat is enigszins ironisch, want "officieel Nederland", met toenmalig minister Dijsselbloem op kop, staat op de eerste rij als het er op aankomt om de "luie Grieken" een paar lesjes te spellen. "De zweep er op, dan komen ze wel tot inkeer", dat is zo ongeveer de teneur. Als er dan Nederlands overheidsgeld gebruikt wordt om de gevolgen van dit "beleid" in beeld te brengen, dan is het niet te verwachten dat het project erg diep zal graven naar de oorzaken ... Maar we kunnen ons vergissen natuurlijk, en het mag in elk geval geen reden zijn om dit project te mijden.

Naschrift: blijkbaar werd dit project ook al voorgesteld in Amsterdam, en wel op 30 april 2016 in het Compagnietheater, maar daar waren wij helaas niet van op de hoogte.

Praktische gegevens
Zaterdag 28 april 2018, 19u00, Stadsschouwburg Mechelen, Keizerstraat 3, 2800 Mechelen (B)

Tickets: € 16,-

In Mechelen wordt de documentaire ingeleid door Bruno Tersago, die tevens zijn jongste boek zal presenteren.

De voorstelling in Mechelen wordt georganiseerd door Festival van Vlaanderen Mechelen, in het kader van het nieuwe stadsfestival LUNALIA, de opvolger van "Mechelen hoort Stemmen". Deze editie van LUNALIA loopt van 21 april tot 6 mei 2018, en in die periode "wordt Mechelen omgetoverd tot een internationaal stemmenfestival waar 150 artiesten de ruimte krijgen om tijdloze muziek te creëren", zoals ze het zelf zeggen.

Dit festival is inmiddels wel voorbij.

Donderdag 17 mei 2018, 20u00, De Centrale, Kraankindersstraat 2 (Ingang Ham 72), 9000 Gent (B)

Tickets: € 17 in voorverkoop en € 20 aan de kassa. Met UITPAS is dat respectievelijk € 14 en € 17, en met UITPAS kansentarief is het slechts € 4.

Let op: dit concert is onderdeel van de "MIX" formule, een soort "à la carte abonnement". Wie in één keer kaarten koopt voor meerdere concerten met zo'n MIX label, krijgt een fikse korting: van 10% (vanaf 3 concerten) tot 20% (vanaf 9 concerten).

Dat is dan wel verleden tijd, want dit concert is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 11/01/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Alkinoos Ioannidis

Solo met zijn gitaar

De Grieks-Cypriotische singer-songwriter Alkinoos Ioannidis pakt opnieuw zijn koffertje. Hij komt onder meer naar Brussel en Amsterdam.

Zijn koffertje is nog kleiner dan gewoonlijk, want deze keer komt hij solo. Hijzelf met zijn gitaar, een podium, het publiek en heel veel liedjes, meer moet dat niet zijn. Of toch: Alkinoos is een perfectionist en heeft dus steevast zijn eigen klankmensen mee, en meestal ook nog iemand voor de belichting. Deze keer zouden het zelfs twee stuks van elk zijn.

Met dit programma experimenteert hij nu al een hele tijd, kennelijk met succes.

Het is wel een groot verschil met mei 2016 , toen hij vier andere muzikanten bij zich had. Dat was dan wel eerder uitzonderlijk voor hem, want meestal gaat hij op stap als duo, met zijn vaste reisgezel Yorgos Kaloudis, zoals bijvoorbeeld in april 2015 .

Nu staat hij dus alleen op het podium, maar in zijn koffertje heeft hij allicht wel heel wat liedjes van zijn vorige album gestopt. Zoals bekend heet dat inderdaad "Mikri Valitsa" (Kleine koffer). Het album is inmiddels alweer een paar jaar oud, maar Alkinoos is nu eenmaal geen veelschrijver.

Over dit album leest u het een en ander op onze april 2015 maandpagina , want toen kwam hij dat (ook) in Amsterdam voorstellen.

Praktische gegevens
Woensdag 2 mei 2018, 21u00, La Tentation, Lakensestraat 28, 1000 Brussel (B)

Tickets: € 25 in voorverkoop (€ 27,37 met kosten) of € 30 aan de kassa.

Deuren: 20 u.

Dit optreden is inmiddels voorbij.

Zaterdag 5 mei 2018, 20u30, De Duif, Prinsengracht 756, 1017 WB Amsterdam (NL)

Tickets: € 23 (of € 25,02 inclusief verkoopkosten).

Dit concert is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 15/01/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Vicky Leandros en Yorgos Dalaras

Barones Vassiliki von Ruffin werd ergens tussen 1948 en 1952 geboren op het Griekse eiland Korfu (Kerkyra). Toen heette ze nog gewoon Vassiliki Papathanasiou.

Haar vader, Leandros Papathanasiou (°1926), was eigenlijk jurist van opleiding, maar hij had toch wat naam gemaakt als "schlagerzanger". Tijdens de Griekse Burgeroorlog zou hij naar het schijnt meegevochten hebben in het Griekse regeringsleger, waarschijnlijk als dienstplichtige. Kort daarna emigreerde hij met zijn gezin naar Duitsland, waar hij zijn zangcarriëre verderzette als "Leo Leandros".

Ook zijn dochter had talent, en al in 1965 scoorde ze een eerste hit in Duitsland. Twee jaar later, in 1967, vertegenwoordigde zij Luxemburg op het Eurovisie Songfestival en ze haalde daar de vierde plaats met "L'amour est bleu". In 1972 nam ze opnieuw deel voor Luxemburg, en toen scoorde ze niet alleen de eerste plaats, maar ook een monsterhit met "Après toi".

Zelfs de niet al te aandachtige lezer zal inmiddels al lang begrepen hebben dat het hier gaat over Vicky Leandros , de artiestennaam waaronder ze wereldwijd bekend is.

Zij bleef actief in het lichtere genre, door sommigen als "Europop" gecatalogeerd. Daar reeg ze het ene succes aan het andere, en haar platen zouden inmiddels al bijna zestig miljoen keer over de toonbank gegaan zijn.

Inmiddels heeft ze de dubbele nationaliteit, Grieks en Duits, en in haar tweede vaderland blijft ze ook vandaag nog altijd even actief als vroeger. In 2018 geeft ze bijvoorbeeld een twintigtal concerten, verspreid over heel Duitsland, en dat in de grootste zalen van het land.

Eén van die concerten brengt haar naar Düsseldorf. Daar woont een grote Griekse gemeenschap, en al dan niet toevallig wordt daar in die periode ook de tweede editie van het "Griechenlandfestival Düsseldorf" gehouden, een titel die allicht geen vertaling zal behoeven.

De eerste editie, in 2017, vond grotendeels plaats op het centrale marktplein van de stad, waar allerlei standjes opgesteld waren. Vier dagen lang werd er veel gedanst, en uiteraard was er ook veel muziek, onder meer - als we goed ingelicht zijn - van Fotini Darra. Dat was dan wel einde maart, begin april, en het weer was dan ook kantje-boordje.

Voor de tweede editie speelt men blijkbaar twee keer op zeker, want ten eerste werd de datum verschoven naar midden mei, en ten tweede koos men - minstens voor één avond - een overdekte zaal. Het is niet bepaald een klein zaaltje, maar dat kon ook niet, want inderdaad, men nodigde Vicky Leandros uit om daar te komen optreden.

Die nodigde op haar beurt haar landgenoot Yorgos Dalaras uit om samen met haar het podium te delen.

Over Yorgos Dalaras hoeven we op deze site verder niets te vertellen. Het is trouwens precies omdat hij zo bekend en geliefd is bij een heleboel Lage-Landers, dat we dit "Duitse" concert toch maar een plaatsje gaven in onze Agenda met "Griekse muziek in België en Nederland". Düsseldorf ligt immers niet zo heel ver over de grens.

Over het programma van dit concert is (ons) verder niets bekend. De namen van de twee sterren staan allebei met even grote letters op de affiche, waaruit men dan zou mogen afleiden dat ze elk een even groot deel van de muzikale koek zullen krijgen.

Het zou ook geen verrassing zijn als ze minstens een paar nummers samen in duet zouden zingen. Ze hebben dat trouwens al een paar keer eerder gedaan, dus waarom nu dan niet?

Verder hebben ze natuurlijk allebei hun eigen repertoire. De vaste ingrediënten daarvan liggen vrij ver uit elkaar, waardoor de samenwerking op het eerste zicht misschien wel enigszins verrassend is.

Aan de andere kant heeft Yorgos Dalaras altijd wel opengestaan voor experimenten. Dat wordt hem niet steeds in dank afgenomen door een aantal van zijn "trouwe" fans, die van hem eigenlijk altijd opnieuw zijn tien zelfde "greatest hits" willen horen. Maar dat heeft Dalaras nooit belet om "muzikaal vreemd te gaan", door samenwerkingen met Griekse rockers als Panos Katsimichas en Babis Stokas (in mei 2001 trouwens in België en Nederland), of met een Portugese fado-zangeres als Dulce Pontes - om maar een paar dingen te noemen.

Dus wie weet, misschien heeft hij wel speciaal voor dit concert het liedje "Theo, wir fahr’n nach Lodz" ingestudeerd, waarmee Vicky Leandros in 1974 furore maakte. Of misschien zingt hij op het einde van het concert wel "Goodbye, My Love, Goodbye", het nummer waarmee Demis Roussos in 1973 wereldberoemd werd. Ook "Du mußt nicht weinen", de één jaar oudere hit van de Duitse schlagerzanger Ulli Martin, zou een passend afscheidsnummer zijn. Vader Leo Leandros was in die periode namelijk producer voor die twee artiesten - en trouwens nog enkele andere ook.

Als het concert in München had plaatsgevonden, dan was het misschien zelfs niet uitgesloten geweest dat Yorgos Dalaras in Lederhosen op het podium zou verschijnen om daar te beginnen jodelen. Met hem weet je nooit ... Maar gelukkig (?) is dit Düsseldorf, en dat ligt niet in Beieren.

Aan de andere kant van het podium, bij Vicky Leandros dus, zijn er ook wel wat mogelijkheden, en die liggen wel wat meer voor de hand. Zij heeft namelijk niet alleen Duitse schlagers in haar repertoire zitten. Ze zingt trouwens in tien verschillende talen, waaronder ook Japans en Nederlands. Maar in dit kader is het dan misschien meer relevant dat ze ook haar Grieks nog lang niet verleerd heeft. Ze zingt dan ook vrij veel Griekse nummers, vaak in vertaling. Eén van haar talloze albums, in Duitsland uitgebracht in 2003, kreeg bijvoorbeeld de toepasselijke titel "Vicky Leandros singt Mikis Theodorakis ". De inhoud is tamelijk voorspelbaar: een aantal Duitse vertalingen van de internationaal beter bekende hits van Theodorakis , zoals "Das lied von Zorba" bijvoorbeeld, of "Geliebte Stadt" (Omorfi Poli), en uiteraard ook "Ich hab' die Liebe geseh'n" (Kaïmos). Maar ook "Mera Maïou" staat er op, met de bekende (en historische) tekst van Yannis Ritsos, door haar gezongen in het originele Grieks.

Enkele jaren voordien ging ze muzikaal in zee met ... Stefanos Korkolis , die toen een "lichte periode" in zijn werk doormaakte. Hij schreef voor haar het album "Gefühle/Συναισθήματα" (1997). Dat veroorzaakte internationaal nogal wat deining toen zij een liedje van dat album, "Σκόνη και Θρύψαλα" (Skoni ke thrypsala, Stof en gruis), in duet zong met José Carreras. Het was net niet het begin van een pop-carriëre voor Stefanos Korkolis , maar die koos daarna toch maar voor andere pistes om zijn creativiteit de vrije loop te laten.

En als je dan wat verder teruggaat langs Vicky's wegen, dan kom je daar eigenlijk overal Griekse liedjes tegen. In 1994 had ze bijvoorbeeld een volledig Griekstalig album, dat "Μια φορά κι έναν καιρό" heette (Mia fora ki enan kero, Er was eens ...). Met die woorden beginnen alle Griekse sprookjes, maar toch was dat niet het begin van de titelsong. Vicky Leandros zong dat zelfde liedje namelijk al veel eerder, twintig jaar eerder zelfs, op haar al even Griekse album "Μόνο εσύ" (Mono esy, Alleen jij) uit 1974.

In de categorie "weetjes" vinden we dan bijvoorbeeld nog het feit dat ze één liedje van het album "Mia fora..." zelf geschreven heeft, zowel de tekst als de muziek. Het heet " Ήταν μια βραδιά" (Itan mia vradia, Op een avond) en voor zover wij weten is het de enige keer dat ze zelf de muzikale pen ter hand nam.

Er valt nog (veel) meer te vertellen over de "Griekse kant" van Vicky Leandros, maar het zal zo ook wel duidelijk zijn dat zij en Yorgos Dalaras voldoende aanknopingspunten hebben om samen een misschien ongebruikelijk maar toch interessant concert neer te zetten als ze dat zouden willen. En het is niet in te zien waarom ze dat niet zouden willen, want in zekere zin spelen ze allebei een thuismatch, daar op dat "Griechenlandfestival Düsseldorf",

Praktische gegevens
Zaterdag 12 mei 2018, 20u30, Mitsubishi Electric Halle, Siegburger Strasse 15, 40591 Düsseldorf (Oberbilk) (D)

Tickets: € 67, € 57, € 47, € 42, € 37 of € 26, al naargelang de categorie.

Dit concert is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 24/02/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

"Rebetiko Café"

Benefietavond

Een aantal Brusselse muzikanten, die zich toeleggen op de rembetika, komen regelmatig samen in de Art Base voor een gezellige jamsessie. Dat "Rebetiko Café" is inmiddels een vaste waarde geworden in het Brusselse muzieklandschap.

Normaliter is de inkom dan gratis.

Dat blijft ook zo, maar in januari 2018 beslisten ze wel om er een benefietavond van te maken. Er staat dus een collectebus aan de ingang, en er wordt gevraagd om daar een geldelijke bijdrage naar keuze in te deponeren.

Die (nieuwe) traditie wordt nu voortgezet. Deze keer gaat de opbrengst echter niet naar Griekenland, maar wel naar een vereniging die zich inzet voor kinderen in Klang Leu, in het zuiden van Cambodja.

Praktische gegevens
Vrijdag 4 mei 2018, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Gratis inkom, maar er wordt wel van u verwacht dat u een bijdrage deponeert in de collectebus aan de ingang.

Dit concert is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 05/04/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Stage "Rebétiko d'Amérique"

Met Maria Simoglou en Ourania Lampropoulou

Maria Simoglou en Ourania Lampropoulou maken gebruik van hun aanwezigheid in Brussel om ook daar hun stage (of workshop) te geven over "de rembetika in Amerika" . In Frankrijk kregen ze daar al heel wat positieve reacties op, zowel op de tweedaagse versie als op de ingekorte versie, die zowat een halve dag in beslag neemt. Het is die laatste, gecondenseerde versie die ze ook in Brussel zullen geven.

Deze stage is het resultaat van het onderzoek, dat deze twee getalenteerde en deskundige muzikanten verrichten voor hun nieuwste project, een hulde aan Marika Papagika , de Grieks-Amerikaanse zangeres die in de jaren 1920 tot 1930 enorm populair was in de Verenigde Staten.

Dat project zelf zullen ze eveneens voorstellen, met een concert op de avond na de stage.

Elders op deze pagina gaan we wat dieper in op dat concert, en dan vooral op Marika Papagika zelf, een uitermate belangrijke figuur uit de muziekgeschiedenis, waar paradoxaal genoeg heel weinig over geweten is. We vertellen u daar ook dat haar repertoire (heel) veel meer omvatte dan "alleen maar" rembetika , en ook waarom Marika Papagika desondanks over heel de lijn een markante figuur is, met een heel eigen stijl.

Ook naar die eigen stijl is nog niet echt veel onderzoek verricht, en daarom deden Maria Simoglou en Ourania Lampropoulou het maar zelf. De inzichten, die ze tijdens hun analyse opdeden, willen ze nu delen met anderen, en dat is dan meteen ook de verklaring voor deze stage.

Net als Marika zelf richt ook de stage, die aan haar gewijd is, zich tot een heel breed publiek. Ze is zowel geschikt voor zangers en zangeressen als voor muzikanten, het instrument heeft geen belang, en het is ook niet nodig dat de deelnemers zich professioneel met muziek bezig houden, ook gewone liefhebbers zullen er veel aan hebben.

De deelnemers zijn hoe dan ook in goede handen: wat didactische kwaliteiten betreft hoeven Maria Simoglou en Ourania Lampropoulou al lang niets meer te bewijzen.

Praktische gegevens
Zaterdag 26 mei 2018, van 9u30 tot 13u30, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Deelname: € 60.

Let op: de stage gaat enkel door als er minimaal 5 deelnemers zijn, maar anderzijds zijn de plaatsen ook beperkt . Twee goede redenen dus om snel te reserveren: anders wordt ze misschien voortijdig (en onterecht) afgeblazen, ofwel vist u achter het net.

Dat is nu niet meer relevant, want deze stage is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 05/04/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Maria Simoglou en Ourania Lampropoulou

"Rebetika uit Amerika", hulde aan Marika Papagika

Maria Simoglou en Ourania Lampropoulou komen naar Brussel om ook daar hun project rond Marika Papagika voor te stellen, de Grieks-Amerikaanse zangeres die aan het begin van de vorige eeuw furore maakte. Met dit project waren de twee gerenommeerde muzikantes al te gast op verschillende prestigieuze locaties in Frankrijk, waar ze allebei wonen en werken.

Marika Papagika

De vraag is dan: wie was die Marika Papagika ( Μαρίκα Παπαγκίκα ), en waarom is ze interessant genoeg om er een heel concert aan op te dragen, vijfenzeventig jaar na haar dood? En niet alleen een concert, maar ook nog een stage over haar en haar muziek?

Het eerste deel van die vraag is misschien nog het moeilijkst te beantwoorden. Net als bij vele andere artiesten uit die periode weet men eigenlijk heel weinig over haar. Dat belet niet dat er heel veel over haar geschreven wordt, en sommige auteurs doen dat met grote stelligheid.

Het gangbare verhaal is dat zij op 1 september 1890 geboren werd op Kos, het eiland vóór de Turkse kust dat toen nog deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. Ergens rond 1900 verhuisde ze met haar familie naar Alexandrië in Egypte. Daar woonde een grote Griekse gemeenschap, en ze ging er aan de slag als zangeres. In 1913 zong ze daar ook voor het eerst op plaat. In totaal maakte ze er vijf of zes opnames.

In 1915 ging ze naar Amerika, en daar begon ook voor haar de "American dream". In 1918 verscheen daar haar eerste plaat, en in de decennia daarna zouden er nog bijna 250 andere volgen. Op het overgrote deel daarvan werd ze begeleid door haar echtgenoot, Kostas ("Gus") Papagikas, die uitstekend sandouri speelde.

Rond 1925 schraapte het koppel al hun spaargeld bij elkaar, en daarmee openden ze het eerste "café aman " in Amerika, dat simpelweg " Marika 's" heette. Het was een eerder luxueus etablissement, waar zij zelf uiteraard ook optrad voor een heel heterogeen publiek: niet alleen Grieken, maar ook Albanezen, Turken, Armeniërs, Bulgaren en nog veel meer. Waarschijnlijk kwamen die niet alleen voor Marika zelf. Die had weliswaar een heel uitgebreid repertoire, met voor elk wat wils, maar het was ook de periode van de "grote drooglegging" en officieel was sterke drank dus verboden in Amerika. Men vermoedt dat " Marika 's" één van die etablissementen was waar er "onder tafel" toch wel wat van dat spul te krijgen was.

De beurscrash en de daarop volgende crisis van de jaren 1930 maakte een eind aan heel wat mooie liedjes, en ook " Marika 's" moest de deuren sluiten. Dat was meteen ook het einde van de platencarrière van Marika Papagika , op enkele eenzame nakomers na. Haar laatste platen dateren uit 1937.

Daarna werd het stil rond haar, en op 2 augustus 1943 overleed ze eenzaam en verlaten in New York. Haar buren wisten niet eens wie ze was.

Het probleem is dat men ook vandaag nog altijd niet weet wie ze eigenlijk was. Ze had geen kinderen aan wie men het zou kunnen vragen, en tijdens haar leven heeft er ook niemand de moeite gedaan om haar te interviewen of zo. Dat was in die tijd ook niet gebruikelijk voor dergelijke artiesten, en ze is dus beslist niet de enige, wel integendeel.

Het gevolg is wel dat haar levensverhaal, zoals hierboven geschetst, gerust van een flinke korrel zout mag worden voorzien. Het is immers grotendeels gebaseerd op gissingen en veronderstellingen. Zelfs haar geboortedatum is kennelijk enkel gebaseerd op hetgeen in haar akte van overlijden vermeld staat, maar daarbij wordt over het hoofd gezien dat veel mensen in die tijd gewoonweg niet wisten wanneer ze precies geboren waren. Als ze dan officiële papieren moesten invullen (bijvoorbeeld toen ze naar Amerika kwamen), dan werd er noodgedwongen met de pet naar gegooid. In het beste geval was dan alleen het jaartal min of meer correct, maar zelfs dat is niet zeker.

Marika 's muziek

Toch wordt Marika Papagika algemeen beschouwd als één van de belangrijkste Griekse zangeressen uit die tijd, en het is eigenlijk ironisch dat we over haar (en haar tijdgenoten), die minder dan één eeuw geleden actief waren, eigenlijk minder weten dan over de Egyptische farao's van 3000 jaar tevoren.

Gelukkig is er van die vroege muzikanten toch wel iets anders bewaard gebleven, iets dat we niet hebben van de oude Egyptenaren, want die maakten immers geen grammofoonplaten. Maar ook die informatie ligt niet zomaar voor het grijpen. Het overgrote deel van die oude 78-toerenplaten (om maar te zwijgen van de nog oudere cylinders) belandde op de vuilnisbelt. Slechts een klein deel overleefde de onverschilligheid van de latere generaties. Met Marika Papagika valt het al bij al nogal mee. Wegens haar enorme populariteit werden haar platen in grote aantallen geperst, en omdat ze vooral met grote maatschappijen werkte, werden ze ook massaal verkocht. Sommige bronnen spreken zelfs van honderdduizenden exemplaren, en dat vergroot natuurlijk de kans dat er daar eentje van overblijft.

Helaas waren die opnames vele decennia lang onbereikbaar voor de liefhebbers - als die er al waren, want Marika Papagika werd pas meer dan dertig haar na haar dood opnieuw ontdekt. Die oude platen waren immers verzamelobjecten, en die belandden meestal in privé-collecties. Pas in november 1976 verscheen er een eerste langspeelplaat waarop zeven liedjes van haar stonden, overgenomen van originele 78-toerenplaten en lichtjes "opgepoetst". In de jaren nadien werden er nog meer van haar oude opnames opnieuw uitgebracht.

Dat alles is dan wel te situeren in de heropleving van de rembetika in die periode. Naar het schijnt zou een opname van Marika Papagika ("Armenaki", Victor 68790, 1926) de eerste plaat ooit geweest zijn waar het woord " rembetika " op het etiket staat.

Daarmee werd ze prompt gecatalogeerd als " rembetika -zangeres", en die tunnelvisie had als gevolg dat er voor de heruitgaves bijna alleen maar liedjes van Marika geselecteerd werden die min of meer in het toenmalige plaatje pasten. Dat was enerzijds de verfijnde Smyrna-stijl, maar ook en vooral de rauwe Pireaus-stijl, inclusief het romantische onderwereld-sfeertje dat daarom heen hing. Voor allebei kon je bij Marika terecht - alleen moest je dan wel even over het hoofd zien dat er bij haar geen bouzouki aan te pas kwam, en dat ding heet toch wel kenmerkend te zijn voor de Pireaus-stijl. En ook het etiket "Smyrna" paste niet helemaal. Eén van de eerste platen, die ze in Amerika maakte (Victor 72192, december 1918) heet bijvoorbeeld "Smyrneiko minore", dus: ja, hoera, dit is Smyrna-stijl, geen twijfel mogelijk! Dat wordt ook bevestigd als je de opname beluistert, want dan hoor je inderdaad de typische, klagerige amanes . Driewerf hoera, dus. De pret wordt dan wel bedorven als je tot het einde blijft luisteren, want dan gaat het naadloos over in ... een vrolijk Weens walsje.

En zelfs als je dat soort "details" even terzijde schuift, dan nog past er maar een klein deel van de muzikale nalatenschap van Marika Papagika min of meer binnen de lijntjes van de gangbare definitie van " rembetika ". Er zouden maar acht van haar (ongeveer) 250 platen zijn waar " rembetika" uitdrukkelijk op het etiket staat, en er zijn er nog tientallen andere die je met wat goede wil in dat vakje kan stoppen. Maar ongeveer twee derde van die 250 opnames krijg je daar toch onmogelijk in ondergebracht. Ze zong namelijk gewoonweg alles. Zo had ze vrij veel zuivere dimotika op haar repertoire, de traditionele dorpsmuziek van Griekenland: kalamatianos, tsamikos , sirtos nisiotikos, .... Ze heeft het allemaal in het aanbod. Op de achterkant van haar "Smyrneïko minore" staat trouwens een onvervalste kleftiko. En "Armenaki" had dan misschien wel " rembetiko" op het etiket, maar er staat ook bij "sousta - ballos", en eigenlijk is ook dat een traditionele dans.

Er zit overigens nog een andere kink in de kabel die Marika Papagika met de rembetika verbindt, en dat is haar orkestratie. Bijna al haar opnames maakte ze met een (naar huidige normen) erg "ongebruikelijke" bezetting. Het was nog tot daar aan toe dat ze zich liet begeleiden door Kostas Papagikas en zijn santouri , want ten eerste was dat haar echtgenoot en ten tweede is de santouri wel degelijk een instrument dat veel gebruikt werd in de dimotika (en veel minder in de rembetika , maar goed). Maar ze had ook nog een andere vaste begeleider: die heette Markos Sifneos en hij speelde ... cello. En dat instrument is zowel in de rembetika als in de dimotika toch echt wel een kat in een vreemd pakhuis.

Met dit tweetal werkte ze haar hele platencarrière samen, dus van 1918 tot 1937, bijna twintig jaar lang dus. Voor de melodie deed ze de ene keer beroep op een violist, de andere keer op een klarinettist. Die wilden weleens wisselen, maar toch zijn ze met z'n allen op de vingers van één hand te tellen.

Dat brengt ons meteen bij een ander merkwaardig fenomeen. Zowat alle kenners zijn het er over eens dat de muziek van Marika Papagika van uiterst hoge kwaliteit is. Dat heeft dan niets te maken met de opnametechniek, die was in die tijd wat ze was. Maar zelfs krakend en wel is nog altijd te horen dat haar uitvoeringen met kop en schouders uitsteken boven het andere materiaal uit die tijd en in dat genre (of die genres). Het is duidelijk dat er hier professionele muzikanten aan het werk zijn, die perfect op elkaar ingespeeld zijn, en die veel meer doen dan wat je gewoonlijk op een dorpsfeest of in een taverna te horen krijgt. Daar speelt elk instrument de rol die hem toebedeeld is, maar bij Marika Papagika gaat de muziek heen en weer tussen de muzikanten. Dat werd pas veel later opnieuw gebruikelijk, in moderne ensembles en dan nog op voorwaarde dat ze het talent aan boord hebben om op die manier met elkaar in dialoog te gaan. Het valt trouwens op dat er voor veel platen van Marika en haar trio slechts één opnamesessie nodig was, en die was meteen goed genoeg om naar de persen te gaan. Dat is uitzonderlijk, want meestal had men twee tot vier pogingen nodig.

Op zich was dat niet onlogisch. De primitieve opnametechniek stelde hoge eisen aan de muzikanten. Ze moesten heel anders spelen dan ze gewend waren, en dat vereiste toch wel wat aanpassing. Zo moesten ze bijvoorbeeld op een kluitje voor een grote trechter gaan staan spelen en zingen. Over het andere, smalle uiteinde van die trechter was een membraan gespannen, waaraan een naald bevestigd was. Die naald kraste de opgevangen trillingen rechtstreeks in het van was voorziene oppervlak van een ronddraaiende cilinder of schijf. Later, rond 1926, werden de trillingen van het membraan omgezet in elektrische impulsen, en dat resulteerde in een massieve verbetering van de klank. Helaas maakte Papagika de meeste van haar opnames nog met het oude, mechanische procédé. Zelfs na een grondige poetsbeurt klinken die nog altijd oubollig, en ze zijn dus massaal ondervertegenwoordigd in de moderne heruitgaves.

Die elektrische opnametechniek maakte het tussen haakjes ook mogelijk om grotere orkesten op te nemen. Je kon dan meerdere trechters gebruiken en de signalen mixen. Voordien was dat gewoonweg onmogelijk. Het is dan in feite perfect denkbaar dat Marika in haar club wel degelijk optrad met een groter ensemble dan in de studio, gewoon omdat er daar geen plaats was voor iedereen. Maar hoe dan ook: zij en haar begeleiders zijn ook op plaat zo perfect op elkaar ingespeeld dat dit duidelijk geen "sessiemuzikanten" waren (zoals dit tegenwoordig heet).

Dat neemt niet weg dat Marika Papagika omstreeks 1920 toch al experimenteerde met een ander en iets groter ensemble, dat bestond uit viool, cello, klarinet en piano. Eén (Amerikaanse) onderzoeker interpreteert dat als een poging om aansluiting te zoeken bij de Amerikaanse pop uit die tijd. Misschien wel, maar misschien is er ook wel een andere verklaring. Eén van die opnames is bijvoorbeeld "Gypsy tango", opgenomen in november 1920 bij Victor (72976). Die maatschappij hield een gedetailleerd logboek bij van de opnamesessies, en daaruit leren we dat het liedje in feite een extract is uit "The godson" van een zekere "Theofrastis Sakellaridis". Rebetologen zitten nu misschien met de handen in het haar, maar deze man was toevallig wel één van de populairste componisten van opera en operette in het Griekenland van zijn tijd. Hij werd geboren in Athene in 1883 en overleed er ook in 1950. Tussenin studeerde hij klassieke muziek in Duitsland en Italië, en na zijn terugkeer in 1909 schreef hij operettes aan de lopende band, meestal zowel het libretto als de muziek.

De meeste werden een eclatant succes, en zijn operette "Ο βαφτιστικός" (O vaftistikos, Het petekind) uit 1918 was de beroemdste van allemaal. Het stuk wordt trouwens tot op vandaag nog altijd regelmatig opgevoerd. Is het dan toeval dat de platenmaatschappij Victor in Amerika een beroep deed op Marika Papagika toen ze die kaskraker op de Amerikaanse markt wilden brengen? Ze hebben tussen 1917 en 1934 bijna twintig van zijn liedjes uitgebracht, en minstens drie daarvan werden door haar gezongen.

Misschien hebben we hier dus niet zozeer te maken met een poging van Marika Papagika (of haar platenmaatschappij) om aansluiting te vinden met de Amerikaanse pop, maar zitten we hier gewoon te luisteren naar de worsteling van Griekse componisten om de westerse klassieke muziek, waarin ze opgeleid waren, te doen aansluiten op de meer traditionele Griekse muziek, waarmee ze min of meer opgegroeid waren. In dat geval zou je de lijn naadloos kunnen doortrekken van Sakellaridis naar - bijvoorbeeld - een Manos Hadjidakis of een Mikis Theodorakis , en dan heb je meteen ook een lijntje van Marika Papagika naar een Maria Farantouri of een Nena Venetsanou ...

En wie zegt dat het initiatief, om Sakellaridis in Amerika te introduceren, van de platenmaatschappij uitging? Het is evengoed denkbaar dat Victor er pas brood in zag nadat Marika Papagika dit liedje al lang populair had gemaakt, gewoon door het de hele tijd zelf in haar eigen club te zingen. Naar hedendaagse maatstaven is dat wel niet meteen vanzelfsprekend, want zoals gezegd had ze een erg internationaal publiek. Maar de "plot" van de operette "O vaftistikos" speelt zich af tijdens de Balkanoorlogen (1912-1913). Hierdoor werden de Turken uit Zuid-Europa verdreven en het Griekse grondgebied werd stevig uitgebreid. Het stuk is weliswaar een komedie, maar toch zit er onvermijdelijk ook een patriottisch tintje aan. Maar eerder al, in haar "Egyptische tijd", heeft Marika kennelijk nog meer "Grieks-patriottische" liedjes gezongen, en ze zou dat in elk geval ook blijven doen.

Anderzijds bleef Marika Papagika toch de hele tijd ook Turkse liedjes zingen, allicht in haar club maar in elk geval ook op plaat. Ergens rond 1923 nam ze bijvoorbeeld het liedje "Chanakale Canto" op ( Columbia E.5283 of 59818). Zo staat het tenminste op het etiket, met daaronder "popular song". Het liedje heet in feite "Çanakkale türküsü" (Ballade van Çanakkale") en het gaat over de Slag van Gallipoli. Tijdens die acht maanden durende campagne, waarbij ook in Çanakkale stevig gevochten werd, probeerden Russen, Fransen en Engelsen de Dardanellen in handen te krijgen, met de bedoeling om zo Constantinopel (het huidige Istanbul) te veroveren. Ze moesten echter met hangende pootjes afdruipen, en de Turken beschouwen die overwinning als het begin van de nieuwe Turkse staat. Het liedje was dan ook erg populair. Marika Papagika zong het in het originele Turks, zoals het hoort.

In totaal moet ze een tiental Turkse platen gemaakt hebben, maar die zijn tot nog toe totaal onderbelicht gebleven, gewoon omdat de (relatief) recente aandacht voor haar werk vooral uit Griekse hoek komt.

Omgekeerd zong ze ook de bekende Thracische ballade "Ta marmara tis polis", over de verovering van datzelfde Constantinopel door de Turken op de Grieken, en dat wordt dan weer door de Grieken beschouwd als het einde van het Byzantijnse Rijk. Dat was in 1453, en de tekst schijnt al die eeuwen mondeling overgeleverd te zijn. Haar versie werd in 1925 door Columbia uitgebracht onder het nummer 56023. En in datzelfde jaar 1925 nam ze het alombekende liedje "Katsandonis" op, een tsamikos die de heldendood bezingt van de gelijknamige verzetstrijder uit de Onafhankelijkheidsstrijd van 1821, opnieuw tegen de Turken.

Ze speelde ook in op de actualiteit. In november 1922 - nauwelijks twee maanden nadat Smyrna in vlammen was opgegaan, waardoor er een einde kwam aan duizenden jaren Griekse aanwezigheid in Klein-Azië, nam Marika Papagika het liedje "Smirneïkos mbalos" op, dat een jaar later bij Victor verscheen onder het nummer 68611. Maar in september 1922 zelf, toen al lang duidelijk was dat de Turken aan de winnende hand waren en dat het dus slecht zou aflopen voor de Grieken, zong ze toch nog "Ben yiarimi giordoum", een Turks traditioneel liedje ( Columbia E.9030).

Blijkbaar waren allerlei politieke polemieken niet besteed aan Marika Papagika en al evenmin aan haar publiek.

En zelfs uit de bovenstaande minuscule selectie uit haar uitgebreide discografie blijkt duidelijk dat Marika Papagika - op z'n zachts gezegd - enorm veelzijdig was.

Als je dan naar het beschikbare materiaal luistert, dan valt niet alleen op wat we hoger al stelden, namelijk dat zij en haar muzikanten enorm professioneel waren, maar ook haar stem is opmerkelijk. Ze was een sopraan, jawel, maar daar kon ze alle kanten mee op: de ene keer klinkt ze warm en zacht, de andere keer weemoedig, en nog een andere keer scherp en klagerig, precies zoals het liedje (en de traditie waar het deel van uitmaakte) het vereiste.

Het is dan jammer dat er zo weinig aandacht aan haar besteed werd toen het nog had gekund, want allicht zitten we hier aan te kijken tegen de échte stadsmuziek, zoals die rond de vorige eeuwwisseling in de havensteden van de Middellandse Zee misschien wel te horen was. Het is heel goed denkbaar dat Gus en Marika die gewoon vanuit Smyrna en Alexandrië naar de Verenigde Staten exporteerden, dat ze dus in hun nieuwe vaderland exact hetzelfde werk deden als wat ze vroeger hadden gedaan, en dat ze daar in de "Nieuwe Wereld" met in hun club " Marika 's" hetzelfde internationale publiek bedienden als overal elders in de "Oude Wereld". De rembetika , zoals we die vandaag kennen, is daar dan maar één klein - en misschien atypisch - onderdeeltje van.

In zekere zin doe je Marika Papagika dan ook onrecht aan als je haar gewoon afdoet als een " rembetika -zangeres". Maar anderzijds was ze dat natuurlijk óók, en als je haar in de kijker wil zetten tijdens een concert, dan moet je uiteraard ergens beginnen. Als je namelijk al haar liedjes achter elkaar zou willen spelen, dan was je al snel 15 tot 20 uur bezig. Reken maar na: het zijn er minstens 250, of misschien wel meer, niemand weet het precies, en dat dan aan 3 tot 4 minuten per stuk... Je zou al die liedjes ook nog bij elkaar gesprokkeld moeten krijgen, en dat op zich is al een levenswerk.

De rembetika is dan een voor de hand liggende invalshoek. Van dat deel van haar repertoire is inmiddels al heel wat materiaal heruitgegeven, en bovendien zijn veel van die liedjes ook bekend terrein voor vele liefhebbers van het genre. Die kunnen dan de eigen interpretaties van Marika Papagika en haar muzikanten meteen ook vergelijken met de latere, meer bekende uitvoeringen, en op die manier dekt de vlag dan ook de lading: dit concert kreeg immers de ondertitel "Rembetika uit Amerika" mee.

Voor een hulde aan een fenomeen als Marika Papagika heb je natuurlijk wel meer dan gemiddelde muzikanten nodig, maar ook aan die voorwaarde is voldaan.

Maria Simoglou

Een operette is zo ongeveer het enige wat wij Maria Simoglou ( Μαρία Σίμογλου ) nog niet hebben horen zingen, ook al heeft ze wel (onder veel meer) klassieke zang en muziektheater gestudeerd. Maar al de andere genres uit het repertoire van Marika Papagika heeft ook zij aantoonbaar in haar repertoire zitten.

Deze Griekse zangeres en multi-instrumentaliste is inderdaad een bezig bijtje. Vanuit haar thuisbasis Marseille werkt ze nog altijd ijverig mee aan de meest verscheidene projecten.

Daarnaast blijft ze ook optreden met haar eigen ensemble. Dat resulteerde onder meer in een album "Minóre Manés", dat in 2015 verscheen en dat lovende kritieken kreeg, met nog meer optredens tot gevolg.

Uit de naam van het album valt af te leiden dat het hier gaat om de rembetika in Smyrna-stijl, Dat repertoire is zo goed als onuitputtelijk, en bovendien is het mooi meegenomen dat er ook veel belangstelling voor is bij een niet-Grieks publiek. In onze biografie van Maria Simoglou kunt u lezen hoe en waarom zij zich op dit repertoire is gaan toeleggen: eigenlijk gewoon als een toevallige uitloper van een avondje uit met vrienden.

Maria Simoglou heeft daarbij ook een stevige theoretische basis, en als zij dan - al dan niet via de rembetika - toevallig een opname van Marika Papagika zou hebben gehoord, dan kan het haast niet anders of de hoge kwaliteit van de muzikanten moet haar meteen opgevallen zijn. Doe daar nog een paar andere liedjes bovenop, en dan raakt iemand als Simoglou al snel geboeid. En dan heeft ze alweer een nieuw project.

Ourania Lampropoulou

Ook een medeplichtige voor dit project was snel gevonden. Als je de liedjes van Marika Papagika in hun volle glorie wil laten herleven, dan heb je eigenlijk een santouri nodig. Dat is immers zowat de rode draad die er overal doorheen klinkt. Je hebt ook iemand nodig die virtuoos is op dat aartsmoeilijke instrument, en die er ook nog een heleboel verschillende genres kan op spelen.

Een dergelijk lastenboek is zowat op maat geschreven van Ourania Lampropoulou ( Ουρανία Λαμπροπούλου ). In Griekenland behoort ze op dat vlak tot de absolute top, en het was mooi meegenomen dat ook zij inmiddels in Frankrijk is neergestreken.

Op onze mei 2014 maandpagina leest u meer over haar, naar aanleiding van een concert van haar met Dimitris Mystakidis . En dat is in dit kader een extra referentie, want ook Mystakidis zet zich af tegen de stereotiepe opvattingen over de rembetika . Hij probeert aan te tonen dat de gitaar daar vroeger een veel grotere rol in heeft gespeeld dan algemeen wordt aangenomen, en dat de "alomtegenwoordige" bouzouki in werkelijkheid een nieuwkomertje is. Ook hij liet zijn gitaar daarvoor begeleiden door de santouri van Ourania Lampropoulou .

En in november 2014 was ze opnieuw in Brussel, samen met Evgenios Voulgaris. Samen brachten ze een concert (en een workshop) over de "rembetika van het interbellum", de beginjaren van het genre dus. Ook daar is nog weinig onderzoek naar gedaan, en ook daar worden met grote stelligheid allerlei veronderstellingen verkondigd. Voulgaris besloot dan maar zelf te gaan spitten, jarenlang, en zijn bevindiingen waren toch wel enigszins anders dan de gangbare romantische opvattingen. Om die aan het publiek voor te stellen deed ook hij dus beroep op Ourania Lampropoulou .

Die laatste heeft dus alvast enige ervaring met het slopen van heilige rembetika -huisjes. Dat zal haar voor dit project goed van pas komen...

Praktische gegevens
Zaterdag 26 mei 2018, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Tickets: € 12,50 (normaal tarief), € 7,- (reductietarief voor werklozen en studenten).

Dit concert is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 05/04/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Dimitris Mystakidis

Dimitris Mystakidis komt opnieuw naar de Lage Landen, deze keer om er (solo) zijn nieuwste album "Amerika" voor te stellen. Met allerlei filmfragmenten vertelt hij tijdens deze concerten meteen ook het verhaal van de massale emigratie van de Grieken naar Amerika, aan het begin van de Twintigste Eeuw.

Vandaag, een eeuw later, is er opnieuw zo'n massale uittocht aan de gang, en wel om dezelfde reden: omdat heel veel Grieken het niet meer zien zitten in het door de "Europese" crisis geteisterde Griekenland. Tegelijkertijd wordt dat zelfde Griekenland opgezadeld met een enorm aantal vluchtelingen uit het Midden-Oosten, die eigenlijk naar Europa willen, maar door "Europa" tegengehouden worden aan binnengrenzen die er zogenaamd niet meer zijn. Het is natuurlijk de bedoeling van Mystakidis om ook dat onder de aandacht te brengen. Veel woorden maakt hij daar overigens niet aan vuil. Het persbericht, waarmee het album aangekondigd wordt, vermeldt nadrukkelijk: "De geschiedenis herhaalt zich". Voor zijn Griekse publiek is dat voldoende, ze zitten er zelf middenin.

Maar de man is natuurlijk in de eerste plaats muzikant: een uitstekend gitarist en zanger, en daarnaast is hij ook onderzoeker, hij doceert aan minstens twee verschillende hogescholen.

Laten we daarom beginnen bij het muzikale deel van de voorstellingen, die vooral bestaan uit materiaal van zijn recentste album "Amerika".

Met dit album timmert Dimitris Mystakidis ( Δημήτρης Μυστακίδης ) alweer een nieuwe schraag onder zijn theorie, dat de rembetika in het begin geschreven werd voor gitaar, en dat de bouzouki pas later haar plaats heeft ingenomen.

Echt nodig is dat niet (meer), want Mystakidis is daar nu al tien jaar lang mee bezig. Dank zij zijn reputatie, zijn grondig onderzoek en zijn systematische aanpak heeft hij inmiddels zowat iedereen overtuigd die bereid is om overtuigd te worden.

Over zijn aanpak schreven we al vaker, en ons artikel van januari 2017 (naar aanleiding van zijn concert in Amsterdam) geeft daar een goed overzicht van. We bespreken daar ook de cd's waarmee hij stap voor stap zijn theorie onderbouwde. We merkten daarbij op dat zijn gitaarspel uniek is, omdat het niet klinkt zoals gebruikelijk in Griekenland. Het doet eerder denken aan een blues-gitaar.

Nauwelijks enkele maanden later, in april 2017, verscheen dan zijn album "Amerika", en daarmee geeft hij een heel nieuwe betekenis aan de vaak gehoorde marketing-kreet " rembetika is de Griekse blues". Dat is dan vooral ten behoeve van een buitenlands publiek. Daarmee "weten" die dan wat ze zich daarbij moeten voorstellen, het geeft hen een houvast. En het is inderdaad een feit dat de ontstaansgeschiedenis van de twee genres veel gelijkenissen vertoont - als je tenminste niet verder kijkt dan de jaren 1920-1930 in Griekenland.

Over de periode die daaraan voorafging is al veel gezegd en geschreven maar weinig geweten. Daarom zijn de vroege plaatopnames uit de Verenigde Staten zo interessant. Men gaat er van uit dat die gemaakt werden voor en door de Griekse immigranten. Het is dan logisch dat de muzikanten onder hen ook in hun nieuwe vaderland bleven spelen zoals ze dat gewend waren toen ze uit Griekenland weggingen. Ze gingen dus niet meer mee met de evolutie in hun thuisland, gewoon omdat ze daar geen voeling meer mee hadden. De Amerikaanse platen zouden ons dan een soort terugblik in de tijd geven.

Tot op zekere hoogte is dat zeker juist, maar anderzijds kwamen er wel steeds nieuwe immigranten uit Griekenland over. Daarnaast hadden de meeste vroege immigranten niet de bedoeling om definitief weg te gaan, maar gewoon om genoeg geld te verdienen en daarna weer terug te keren. Een aantal van hen deed dat inderdaad (en reisde vaak weer terug als dat geld weer op was). Er moet dus toch wel een - zij het bescheiden - wisselwerking geweest zijn tussen de muzikale evolutie van de rembetika in Griekenland en die in Amerika.

Dimitris Mystakidis zet die visie nu min of meer op zijn kop.

Hij vertrekt vanuit de vaststelling dat er, onder de vroege Griekse immigranten, een aantal uitstekende gitaristen waren met een goed oor. Dat is bekend. Hun namen zijn trouwens terug te vinden in de discografie uit die tijd.

Mystakidis probeert nu aan te tonen dat die virtuoze Grieken aandachtig geluisterd hebben naar de Amerikaanse blues uit die tijd, en dat ze daaruit een aantal welbepaalde vingerzettingen hebben overgenomen, die ze dan in hun eigen, zelf gecomponeerde rembetika -nummers integreerden.

Het gaat dan specifiek over een techniek die "tsibiti" heet, afgeleid van het Griekse woord "tsibima" (τσίμπημα). Daar wordt het pikken mee bedoeld, dat kippen doen naar graankorrels, of het knijpen, dat sommige presidenten doen in bepaalde vrouwelijke lichaamsdelen. In het geval van de gitaar werden bij de tsibiti speeltechniek de snaren niet aangetokkeld, maar wel "geplukt". Eén snaar wordt met twee vingers vastgepakt, van het klankbord weggetrokken en dan weer losgelaten. Men veronderstelt dat er hiervoor speciaal gebouwde gitaren nodig waren, met minstens een hogere kam, zodat de snaren ook hoger kwamen te liggen en dus beter "grijpbaar" waren, maar dat lijkt niet zeker te zijn.

De speeltechniek zelf is trouwens al lang in onbruik geraakt, en daar probeert Mystakidis nu dus wat aan te doen. Hij zocht enkele nummers uit waarin het "plukken" min of meer duidelijk te horen is, en daar maakte hij soms zelf bewerkingen van, enerzijds om de mogelijkheden van de techniek af te tasten en anderzijds om ze beter uit de verf te laten komen.

Die nummers zette hij op zijn album "Amerika". De titel ligt voor de hand: de "tsibiti" techniek werd immers enkel door Griekse gitaristen in Amerika gebruikt, of daar in elk geval ontwikkeld.

Bij het bekijken van de tracklist van het album valt in de eerste plaats het grote aantal "traditionele" nummers op, wat in dit geval niet noodzakelijk betekent dat ze eeuwenoud zouden zijn, maar gewoon dat de auteur onbekend is gebleven.

Een andere opvallend element in de tracklist is dat het vooral twee namen zijn die steeds weer opduiken: Yorgos Katsaros en Kostas Dousas. Er zijn er nog meer, maar het zijn toch vooral deze twee die de aandacht trekken - en met reden - want het zouden zij zijn die deze techniek ontwikkeld hebben. Merkwaardig genoeg - of juist niet - zou in Griekenland zelf ook Kostas Bezos zijn steentje (of snaartje) hebben bijgedragen, maar het is dus niet bekend of hij zijn muzikale mosterd uit Amerika haalde of omgekeerd. De man is trouwens over (bijna) de hele lijn een mysterie, men weet bijna niets over hem.

Dat geldt tussen haakjes voor zowat alles uit die tijd. Muzikanten, loodgieters en slagers deden gewoon het werk waar ze voor betaald werden, en de rest was van geen belang. Loodgieters graveren hun naam doorgaans niet op de leidingen die ze aanleggen, maar de namen van de muzikanten staan wel op de etiketten van de oude 78-toerenplaten. Bijna alles wat we over hen weten is daarop gebaseerd. En van daaruit kan je dan beginnen puzzelen.

Het zou vooral Kostas Dousas geweest zijn die de "tsibiti" techniek bedacht heeft. Van hem is bekend dat hij muziektechnisch onderlegd was, terwijl Yorgos Katsaros weliswaar virtuoos was, maar toch een autodidact. Hij speelde dus gewoon op zijn gevoel.

Van deze Kostas Dousas (Κώστας Δούσας, 1897-1949) zijn overigens een heleboel pseudoniemen en alternatieve schrijfwijzen van zijn naam bekend. Zo zouden “Gus Dussas", "Gousios", "Konst. Doussas", "Konstandínos Dhoússas" op de platenlabels naar dezelfde persoon verwijzen. In totaal zou hij dan iets van een achttien platen opgenomen hebben.

Over Yorgos Katsaros is wat meer geweten, maar dat komt vooral omdat hij, zacht gezegd, wat langer leefde dan zijn collega's. Op die manier konden onderzoekers hem nog allerlei vragen stellen. Zo is bekend dat hij in 1888 geboren werd op het eiland Amorgós. In 1914 emigreerde hij naar Amerika, waar hij in 1919 zijn eerste plaat opnam. Hij overleed in juni 1997 in Florida, waar hij zich in 1960 gevestigd had. Het is dan snel uitgerekend dat hij 109 jaar oud werd, maar het is minder evident dat hij gewoon bleef optreden tot zijn negentigste. En in december 1995 gaf hij nog twee concerten in Athene, die telkens twee uur duurden. Jawel, hij was toen al 107 ...

Van hem zijn een honderdtal plaatopnames bekend (heruitgaves niet meegerekend), en er zijn gelukkig ook video-opnames bewaard gebleven waarop goed te zien is hoe hij de snaren bedient.

Met dat materiaal ging Mystakidis dus aan de slag om de in onbruik geraakte speeltechniek te reconstrueren.

Net als tijdens de optredens, die op het album "Amerika" gebaseerd zijn, doet Dimitris Mystakidis ook op het album zelf (bijna) al het werk: zingen en spelen. De belangrijkste uitzondering op deze regel (en op het album) is een nummer dat gezongen wordt door Ifigénia Ioannou, een vaste medewerkster van hem. (Zij komt wel niet mee voor deze concerten.)

Ook zijn talrijke optredens in Griekenland zelf, waar hij dit programma voorstelde, bracht hij meestal solo. Toch zijn de filmfragmenten, die ook daar vertoond werden, beslist niet bedoeld om de eventuele eentonigheid te doorbreken, want met iemand als Mystakidis op het podium kan er van verveling geen sprake zijn. De filmpjes zijn dus wel degelijk bedoeld om de juiste sfeer te scheppen om de honderd jaar oude nummers ten volle te kunnen appreciëren - en natuurlijk ook als stil maar nadrukkelijk protest tegen de huidige crisissituatie in Griekenland.

Zoals gezegd heeft Dimitris Mystakidis inderdaad zijn nieuwe album opgedragen aan zowel de oude als de nieuwe migranten, die massaal hun Griekse vaderland ontvluchten, en aan die andere vluchtelingen uit het Midden-Oosten, die zich te pletter lopen tegen de Europese onverschilligheid. We kunnen dan niet beter afsluiten dan met de (Engelse vertaling) van zijn eigen woorden:

Same play, different protagonists

I saw

a helpless country sending its children away

the immense struggle for existence and acclimatization

the power of dream

hope

solidarity

the fear and racism of the settled.

Praktische gegevens
Vrijdag 11 mei 2018, 20u00, Muziekpublique, Molière theater, Naamsepoortgalerij, Bolwerksquare 3, 1050 Brussel (Elsene) (B)

Tickets: € 12 in voorverkoop, € 14 aan de kassa.

Leden van Muziekpublique betalen slechts € 8, en voor een lidkaart plus het ticket betaalt u in voorverkoop € 18.

Het optreden van Mystakidis wordt voorafgegaan door het zevende luik van "The World Music Chain", de reeks aflossingsconcerten van Muziekpublique, waarbij Dick Vanderharst (gamelan,…) en Tristan Driessens (oud) voor de eerste keer samen op het podium zullen staan.

Dit optreden is inmiddels voorbij.

Zaterdag 12 mei 2018, 21u00, Grounds, Pieter de Hoochweg 125, 3024 BG Rotterdam (NL)

Tickets: € 10 in voorverkoop, € 12,50 aan de kassa.

Dit optreden is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 03/05/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Optreden van "Maiandros"

Sinds kort speelt de Griekse band "Maiandros" (of "Meandros") - die toch al goed tien jaar op de teller heeft staan - om de twee maanden in het "Verhalenhuis Belvédère" in Rotterdam, telkens op de tweede zondagmiddag van de maand.

Het optreden van 1 april was niet alleen de uitzondering die deze regel bevestigde, maar het was ook de eerste keer dat zij hiermee op onze website verschenen.

Nu zijn ze er dus opnieuw, deze keer wel degelijk op de tweede zondagmiddag van mei, maar toch is het geen gewone zondag: het is namelijk Moederdag.

Voor het verhaal over het ensemble zelf verwijzen we naar ons artikel over hun optreden van vorige maand .

Daar leest u ook (enkele van) de verhalen rond de boeiende locatie waar ze optreden: het Verhalenhuis Belvédère.

Praktische gegevens
Zondag 13 mei 2018, van 15u00 tot 18u00, Verhalenhuis Belvédère, Rechthuislaan 1, 3072 LB Rotterdam-Katendrecht (NL)

Inkom gratis.

Reserveren is niet nodig en ook niet mogelijk. De capaciteit is wel beperkt, en de Griekse namiddagen zijn inmiddels wereldberoemd bij de liefhebbers in Rotterdam. Op tijd komen is dan ook de boodschap!

Dat is nu wel niet meer relevant, want dit optreden is inmiddels voorbij.

 

Op de site sinds: 03/05/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.