Mei  2017
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 Jaar 2020
Januari 2017
Februari 2017
Maart 2017
April 2017
Mei 2017
Juni 2017
Juli 2017
September 2017
Oktober 2017
November 2017
December 2017

Overzicht Griekse Muziek in Mei 2017

Alle evenementen afdrukken

Enkel dit evenement afdrukken

Kosmokrators

Rembetika NL-F-E-EL

Het programma van de "Kosmokrators" wordt kort en kernachtig omschreven als "Rembetiko F-NL-GR" en daarmee is meteen alles gezegd. Zij brengen inderdaad bekende rembetika -liedjes waarop ze hun eigen teksten hebben gemonteerd, onder andere in het Frans en het Nederlands. Soms zijn het min of meer letterlijke vertalingen van het Griekse origineel, maar vaak zijn het ook nieuwe teksten, aangepast aan de tijd van nu, maar altijd in de sfeer van toen.

De groep kwam vorig jaar (2016) met een eerste album, waaraan onder andere ook Agathonas Iakovidis meewerkte. Dat album kreeg "Frenetika" als titel, wat natuurlijk een woordspeling is die verwijst naar Frans, Engels, Nederlands en rembetika ,en Agathonas zong in al die talen.

Het zou overdreven zijn om te zeggen dat deze cd insloeg als een bom, maar inslaan deed ze wel degelijk, en de klap was ook zeer duidelijk hoorbaar. Het album werd opgenomen in Nederland maar in Griekenland verdeeld door Protasis Music, en dat zorgde op zich al voor de nodige zichtbaarheid. Daar bovenop kregen ze de steun van een hele reeks illustere figuren uit de Griekse muziekwereld. Om te beginnen was er natuurlijk Agathonas Iakovidis zelf, maar op de live voorstelling van de cd in Athene, in juni 2016, werd de groep verwelkomd door de bekende zanger Yorgos Margaritis. Die bedankte de Kosmokrators voor de inspanningen die ze deden om deze muziek in het buitenland beter bekend te maken, en hij maakte van de gelegenheid gebruik om te verklappen dat hij zelf werkt aan een cd met rembetika in het ... Turks. Daarmee maaide hij meteen het gras weg voor de voeten van diegenen die vinden dat rembetika een Grieks verschijnsel is en dus onaantastbaar Grieks moet blijven. Vervolgens werd de "Frenetika" cd ingeleid door de al even bekende (en alom gerespecteerde) musicoloog Panos Savvópoulos . En toen was het de beurt aan de Kosmokrators zelf om het talrijk opgekomen publiek te overtuigen met een live optreden. Daartoe kregen ze dan ook nog eens versterking van de gevestigde zanger Babis Tsertos en de jonge (°1986) maar veelbelovende multi-instrumentaliste Charoula Tsalpará , die hier "enkel" accordeon en baglamas speelde.

De commentaren in de Griekse pers logen er niet om. De Kosmokrators werden geprezen omdat ze dit materiaal duidelijk zeer grondig hadden bestudeerd en omdat ze het met zoveel respect behandelden. Ook de samenstelling van de groep trok de aandacht: twee Nederlanders en een Belg, bijgestaan door enkele Grieken uit de diaspora... De pers had het dus over "authentieke rembetika , gebracht door authentieke Europeanen" en de Kosmokrators kregen het denkbeeldige lintje van "waardige ambassadeurs van de rembetika " opgespeld.

Na de eigenlijke cd-presentatie volgde er nog een reeks optredens in Atheense clubs.

Dat was dus in de zomer van 2016, en uiteraard kwam er daar een vervolg op. In december 2016 gaven de Kosmokrators nog een reeks concerten op verschillende plaatsen in Griekenland, waaronder Athene, Volos en Trikala. Hiervoor konden ze onder meer rekenen op de medewerking van Sotiris Papatragiannis .

Daarmee was de vlam nog lang niet uit de pijp, want voor 2017 staat er een reeks optredens in België en Nederland op het getouw. Een eerste daarvan, in Oostende in juni 2017 , kondigden we al eerder aan. Het artikeltje dat u nu leest gaat in feite over hun optredens in hun thuisbasis, de Art Base in Brussel, maar we hebben dat in Gent er ook maar aan toegevoegd. Details hieronder.

Het is goed om weten dat ze hun programma telkens aanpassen aan het locale publiek. In Oostende zullen ze vooral hun Nederlandse en Griekse versies laten horen, in Brussel doen ze daar ook nog Frans en Engels bovenop. Dat gaan ze kennelijk in Gent ook doen.

Ook de samenstelling van de groep kan lichtjes wijzigen. De harde kern blijft steeds dezelfde, maar voor de begeleiding moeten ze zich richten naar de beschikbaarheid van goede muzikanten.

Voor het optreden in Brussel wordt de bezetting als volgt aangekondigd:

  • Frans De Clercq: zang en bouzouki
  • Michel (Michalis) Karakatsanis: zang en bouzouki
  • Karsten De Vilder: zang en gitaar
  • Dimi Dumo: zang en percussie
  • Stergios Papadopoulos: bas
  • Carlo Strazzante: percussie

In Gent zou Stergios Papadopoulos er blijkbaar niet bij zijn.

Praktische gegevens
Vrijdag 3 maart 2017, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Tickets: € 12,50 (normaal tarief), € 7,- (reductietarief voor werklozen en studenten).

Dit concert is voorbij.

Dinsdag 7 maart 2017, 20u30 , ENTR, De Centrale, Kraankindersstraat 2 (Ingang Ham 72), 9000 Gent (B)

Gratis inkom.

Dit concert is voorbij.

Zaterdag 1 april 2017, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Tickets: € 12,50 (normaal tarief), € 7,- (reductietarief voor werklozen en studenten).

Dit concert is voorbij.

Op het Brussels Jazz Marathon Festival
Vrijdag 26 mei 2017, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

AFGELAST !

Volgens onze informatie zou dit optreden dan toch niet doorgaan.

 

Op de site sinds: 14/01/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Yorgos Dalaras: "Classics"

European tour 2017

De inmiddels 67-jarige Yorgos Dalaras , of George Dalaras zoals hij internationaal beter bekend is, is nog steeds immens populair. In Griekenland zelf lag hij enkele jaren geleden zwaar onder vuur vanwege zijn politieke connecties: zijn echtgenote en manager was tegelijk ook parlementslid voor de PASOK partij, die mee verantwoordelijk gehouden wordt voor de crisis. Zijn concerten werden dan ook massaal geboycot, of - erger nog - hij werd met stoelen en flessen bekogeld. Dat schijnt inmiddels wat bekoeld te zijn, en zijn niet-Griekse publiek heeft daar in elk geval nooit van wakker gelegen.

In 2017 komt hij met zijn band naar West-Europa om er zijn al even populaire " Classics " te presenteren, iets waar zijn fans alleen maar blij om zullen zijn.

De tourdata zijn als volgt:

Berlijn: 10/05/2017, Frankfurt: 12/05, Keulen: 13/05, Rotterdam: 15/05, München: 20/05, Stuttgart: 21/05 en Helsinki: 23/05 (situatie op 15/10/2016).

De datums van de Duitse en Finse optredens zijn al bekend van in september. Er was toen ook even sprake van Rotterdam, maar dat werd pas een maand later bevestigd. Over een mogelijk optreden in België daarentegen hebben we nooit iets gehoord. Tijdens zijn laatste concert in Brussel, in mei 2014 , schijnt er relatief weinig volk op afgekomen te zijn. Volgens onze informatie zat de zaal maar half tot driekwart vol. Dat is niet bepaald een aansporing voor een organisator om het nog eens te proberen.

In oktober vorig jaar achtten we het dan ook onwaarschijnlijk dat Brussel in deze tour zou opgenomen worden, en die voorspelling is inderdaad uitgekomen.

Praktische gegevens
Zaterdag 13 mei 2017, 20u00 , deuren: 19u, E-Werk, Schanzenstrasse 37, 51063 Köln (D)

Tickets: € 47,- ; € 57,- en € 67,- (€ 2,- reservatiekosten inbegrepen, maar er kunnen nog extra kosten bijkomen zoals verzendingskosten).

Dit concert is voorbij.

Maandag 15 mei 2017, 20u00, Nieuwe Luxor Theater, Posthumalaan 1, 3072 AG Rotterdam (NL)

Tickets: normaal tarief € 39,- / € 45,- / € 50,- / € 57,- / € 65,- maar dat is exclusief servicekosten. Met die erbij gaan de prijzen van € 42,90 tot € 71,50.

Dit concert is voorbij.

Wie goed gek is kan natuurlijk ook kaarten kopen bij één van de zwarthandelaars. Daar betaalt u minstens € 20 extra - voor identiek hetzelfde kaartje - en het is niet eens gegarandeerd dat u met die "zwarte" tickets toegang krijgt tot het concert. De algemene voorwaarden van het Luxor Theater stellen duidelijk: "Alleen aanschaf bij bovengenoemde erkende (voor)verkoopadressen garandeert de geldigheid van het toegangsbewijs". En nog iets: als het concert niet doorgaat krijgt u uw vele geld niet terug van de zwarthandelaars - lees er hun algemene voorwaarden maar eens heel aandachtig op na, dan ziet u hoe mooi ze u om de tuin leiden met hun "garanties".

Mijd deze websites als de pest - wat ze ook zijn.

 

Op de site sinds: 15/10/2016

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Yiorgos en Nikos Stratakis

De gebroeders Yorgos en Nikos Stratakis komen naar Utrecht voor een optreden met hun groep, die er in principe als volgt uitziet:

  • Nikos Stratakis: zang, laouto
  • Yorgos Stratakis: zang, Kretenzische lyra
  • Alekos Chatzakis: contrabas
  • Dimitris Mantzarakis: gitaar
  • Manos Stratakis: daouli en ander slagwerk

Soms komt ook Yorgos Makris de groep vervoegen met zijn gaïda en andere blaasinstrumenten, bij andere gelegenheden neemt Voula Strataki mee de zangpartijen voor haar rekening.

Het is (ons) niet bekend hoe de samenstelling er in Utrecht precies zal uitzien, maar dat doet er ook niet zo heel veel toe. Belangrijker is dat er uit het bovenstaande lijstje twee elementen naar voren springen.

Het eerste wat opvalt zijn de namen, waaruit niet alleen blijkt dat we hier met Kretenzers te maken hebben ("-akis"), maar ook dat het - alweer - om één van die muzikale families gaat waar de Kretenzische traditie zo rijk aan is.

Uit de bezetting kan je dan weer afleiden dat het hier gaat om muzikanten die enerzijds de Kretenzische muzikale traditie hoog in het vaandel schrijven, maar die anderzijds ook eigen accenten willen leggen. De lyra en de laouto zijn immers "traditionele" instrumenten, de andere zijn "nieuwerwets". Ook dat is een verschijnsel dat de laatste decennia op Kreta sterk in opmars is. In wezen doen de jongeren daarmee niets anders dan de traditie van hun voorvaderen verder zetten, want ook de "traditionele" muziek, zoals we die vandaag kennen, is het resultaat van een eeuwenlange evolutie. Vandaar ook dat we "traditioneel" tussen aanhalingstekens schrijven. Zo zou de gitaar enkele decennia geleden ook op Kreta een veel grotere rol gespeeld hebben dan tegenwoordig, en de lyra zou pas relatief recent de viool verdrongen hebben.

Hoe dan ook, met hun aanpak zijn de "Stratákides" de laatste tijd bezig aan een sterke opmars. Die begon op Kreta, waar ze eerst Iraklion en omgeving inpalmden. Dat is namelijk waar ze vandaan zijn, en het is dan niet onlogisch dat ze daar op allerlei dorpsfeesten speelden. Maar dat deden ze zo goed dat ze ook gevraagd werden voor dorpen die daar wat verder uit de buurt lagen. Op die manier breidde hun werkterrein zich als een olievlek steeds verder uit, tot ze over heel Kreta gingen optreden. Van daar naar de Kretenzische taverna 's in Athene is dan maar een kleine stap, maar het is minder voor de hand liggend dat ze ook in de grotere clubs gingen optreden, zoals bijvoorbeeld in de de bekende "Stavros tou Notou" in Athene. De uitbaters van dergelijke clubs willen namelijk graag zo veel mogelijk volk over de vloer krijgen, en ze zullen dus niemand uitnodigen die hen geen vooruitzicht op een volle zaal kan bieden. Met de Stratakides leken ze daar genoeg vertrouwen in te hebben, en ze werden niet teleurgesteld. Overal waar ze optreden zit het eivol.

Ook de volgende stap lag dan voor de hand: optredens in het buitenland, in de eerste plaats voor de Griekse gemeenschappen die over de hele wereld verspreid zijn. Dat begon vrij recent, maar inmiddels hebben ze er toch al optredens in - minstens - München, Berlijn, New York en Montreal opzitten. Misschien zijn er nog wel meer, maar nu komt er in elk geval Utrecht bij op het palmares.

Het geheim van hun overweldigend succes is eigenlijk heel eenvoudig: ze weten hoe ze de Kretenzers aan het dansen kunnen krijgen. Als de Stratakides ergens op een dorpsfeest spelen, dan amuseren de mensen zich tot het ochtendgloren. En als de gasten dan moe maar voldaan huiswaarts trekken, dan zeggen ze tegen elkaar "Dat was nu het beste feest van mijn hele leven".

Meer moet dat niet zijn, natuurlijk. En hoe krijgen de broers dat voor elkaar? Ook dat is - volgens hen althans - eigenlijk heel eenvoudig. "Wij zijn entertainers", zeggen ze, "we doen gewoon wat we graag doen en we krijgen onze energie van het publiek". Zo simpel is dat.

Het helpt natuurlijk dat ze er al jong mee begonnen zijn, met de Kretenzische traditionele muziek, en dat ze goede leermeesters hebben gehad. Dat maakt dat ze in staat zijn om eigen accenten te leggen zonder aan de essentie van het origineel te raken.

Yorgos was als kleine jongen al gefascineerd door de dorpsfeesten, en door de manier waarop de muzikanten er in slaagden om de mensen te vermaken. Dat wilde hij ook kunnen, en hij zeurde zijn vader de oren van het hoofd om ook zo'n lyra te krijgen. Op zijn elfde kreeg hij zijn zin, en vader kocht in één moeite door een mandoline voor zijn broertje Nikos, zodat die hem zou kunnen begeleiden. Maar dat zag Nikos dan weer niet zitten, en de mandoline bleef in een hoekje liggen stof te vergaren. Tot vader het op zijn heupen kreeg en het ding aan diggelen sloeg. Dat bracht Nikos tot inkeer en hij beloofde zijn leven te zullen beteren, op voorwaarde dan wel dat hij een nieuwe mandoline zou krijgen. Het werd weliswaar een laouto , maar toch hield hij woord.

Op een dag zat Nikos in de voortuin op zijn laouto te tokkelen. Zijn spel trok de aandacht van een toevallige voorbijganger, die bleef staan om te luisteren. Die voorbijganger was niemand minder dan Psarantonis , en daarmee was de trein dan vertrokken. Nikos mocht samen met Psarantonis het podium op en werd vervolgens van de ene naar de andere virtuoos doorgegeven, om hem de knepen van het vak bij te brengen. Die gaf hij op zijn beurt weer door aan zijn broer Yorgos.

Toch volgde elk van beide broers zijn eigen weg, waardoor het eigenlijk vooral Nikos is die kan bogen op een jarenlange professionele carrière als muzikant - met 20 tot 25 jaar dienst, afhankelijk vanaf wanneer je begint te tellen. Maar enkele jaren geleden - ergens in 2011 - besloten ze, zo jong als ze waren, toch maar samen een paar dorpsfeesten te gaan spelen, met het gekende gevolg.

Inmiddels hebben ze ook al een paar platen op hun gemeenschappelijke naam staan. Die bevatten zowel eigen nummers als traditionele liedjes.

Eerder al had Nikos Stratakis trouwens al minstens één album in eigen naam uitgebracht, met Sokratis Malamas als producer. Die zingt zelf ook een paar nummers mee, en ook broer Yorgos en zus Voula zijn van de partij. Maar ook Vasilis Skoulas, Manolis Alexakis en Dimitris Matzarakis werkten aan dit album mee, en minstens de eerste twee namen zullen allicht wel een belletje doen rinkelen bij de kenners van Kretenzische muziek.

Als deze jonge mensen de steun krijgen van zoveel gevestigde waarden, en als dan ook nog blijkt dat hun optredens steevast nokvol zitten, dan hoeft daar verder niet veel meer over gezegd te worden, dachten wij zo.

Praktische gegevens
Zaterdag 20 mei 2017, 19u30, Nikos, Amsterdamsestraatweg 751, 3555 HH Utrecht (NL)

Tickets: € 17,50

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 20/01/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Theodorakis Classics

In aanwezigheid van de componist

Mikis Theodorakis heeft nogal wat fervente aanhangers in de Lage Landen, en daarom geven we dit uitzonderlijke concert toch maar een plaatsje op onze site, alhoewel het in Düsseldorf (D) plaatsvindt.

De voornaamste reden is dat Theodorakis zelf naar Düsseldorf zou komen om dit concert met zijn aanwezigheid te vereren. Dat is heel uitzonderlijk, want hij is inmiddels 92 geworden (°1925) en de laatste jaren liet zijn gezondheid nogal eens te wensen over. Daarom geeft hij al geruime tijd zelf geen concerten meer, en ook het reizen was er voor hem nog zelden bij. Zijn dokters zagen daar streng op toe. Wie enkel en alleen naar dit concert zou gaan om hem nog eens te zien, moet daar misschien toch rekening mee houden. Bij het boeken van de tickets kunt u weliswaar een annulatieverzekering afsluiten, maar een verandering van de aangekondigde bezetting is uitdrukkelijk uitgesloten als grond voor terugbetaling (zie art. 8.1.A van de voorwaarden). Als dat geldt voor de bezetting van een concert, dan geldt dat uiteraard ook voor de aangekondigde prominente aanwezigen.

Dat neemt niet weg dat het wel degelijk een uitzonderlijk concert is, in alle betekenissen van het woord. Anders zou Theodorakis allicht niet de moeite doen om speciaal hiervoor naar Düsseldorf te komen. Daaruit mag misschien wel afgeleid worden dat hij het zelf ook wel wil horen, dus ...

Het concert, dat aan hem gewijd is, kreeg inderdaad niet voor niets de titel "Theodorakis Classics" mee. Het grootste deel van het programma wordt ingenomen door enkele van zijn symfonische (en dus klassieke) werken, en enkel het laatste deel is gewijd aan zijn meer "volkse" liederen, maar ook daar hoort u de "klassiekers", zijn grootste hits, zeg maar.

Concreet ziet het programma er als volgt uit.

  • Eerst hoort u zijn "Symfonie nr..2 - Het lied der aarde". Het werd geschreven voor kinderkoor, klavier en orkest.
  • Vervolgens komt het adagio uit zijn "Symfonie nr. 3" aan bod, een werk voor mezzosopraan, koor en orkest.
  • Het concert wordt afgesloten met een "Hommage aan Theodorakis ", onder de titel "De klank van de utopie". Hiervoor selecteerde Alexandros Karozas, zelf ook componist, een aantal van de bekendste melodietjes van Theodorakis , en hij zorgde ook voor de arrangementen ervan.

De uitvoerders zijn de "Düsseldorfer Symphoniker" en het "Chor des Städtischen Musikvereins zu Düsseldorf", onder leiding van dirigent Baldur Brönnimann.

De solisten zijn de mezzo-sopraan Frances Pappas en de pianiste Frederike Möller.

Met een dergelijke bezetting is het logisch dat er van dit concert maar één uitvoering is voorzien, en dat is in Düsseldorf zelf.

Praktische gegevens
Woensdag 24 mei 2017, 20u00, Tonhalle, Ehrenhof 1, 40479 Düsseldorf (D)

Tickets: € 77, € 67, € 57 en € 47. Daar komen nog € 4,90 verzendkosten bij.

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 24/02/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Ensemble Al'mira - Daphné Souvatzi & François Aria

"Fusion Flamenco-Lyrique"

Het optreden van Dafné Souvatzi en François Aria in september 2016 in de Brusselse Art Base werd zo goed onthaald dat een vervolg niet alleen logisch maar zelfs onontkoombaar was.

We zouden dus kunnen volstaan met u door te verwijzen naar onze september 2016 maandpagina , waar we hun filosofie uit de doeken deden en van allebei ook een korte biografie gaven.

Maar na het lezen daarvan moet u toch maar weer even terug hierheen komen , want het duo heeft inmiddels niet stilgezeten en er zijn dus enkele belangrijke verschillen. Doel en opzet van hun programma blijven hetzelfde, maar van een duo zijn ze nu uitgebreid naar een trio en ze hebben daar dan meteen ook maar een naam voor bedacht.

Over die naam hebben ze lang moeten nadenken, maar uiteindelijk werd het "Ensemble Al'Mira". Volgens hen is de naam al even "pluricultureel" als hun muziek, en dat is zeker niet onterecht. Je kan er inderdaad heel veel kanten mee op.

Het verwijst om te beginnen naar het Griekse woord "αλμύρα" (almira) , dat "zout" of "zeezout" betekent, maar dan vooral in uitgekristalliseerde vorm, zoals dat na het zwemmen op je huid of in je haar achterblijft. Dat staat dan voor de traditionele muziek van de Middellandse Zee, waarin deze muzikanten zich onderdompelen, en het herinnert natuurlijk ook aan de Griekse roots van Dafné Souvatzi.

Maar "Almira" is ook de titel van de allereerste opera van de barok-componist Georg Friedrich Händel (1685-1759). Hij schreef dit werk in 1705, toen hij nauwelijks negentien was, en het kende heel wat succes. Daarna raakte het in de vergetelheid, en pas in 1985 werd het opnieuw uitgevoerd. Op die manier zit ook de klassieke muziek, die het "Ensemble Al'mira" wil vermengen met de traditionele, nu ingebouwd in hun naam.

En dan doet het woord natuurlijk ook nog denken aan "la mira". Dat is Spaans voor "het zicht" of "de blik", maar tegelijk ook een doel of een visie (zoals in het Nederlandse "met het oog op"). Met dat oog kijken ze dan in de richting van de flamenco, niet toevallig het stokpaardje (of -paard) van François Aria.

Tenslotte bevat "Al'mira" ook nog een knipoog naar de Arabische muziektraditie, al was het maar vanwege de schrijfwijze, en daar zou je dan de invloed van de nieuwe "derde man" kunnen achter zoeken.

Zoals gezegd zijn ze inderdaad van een duo naar een trio geëvolueerd, en dat is te danken aan de komst van de percussionist Raphaël Derderyan .

Toen we deze tekst publiceerden (op 11 maart) stond het nog niet vast of hij al dan niet mee naar Brussel komt , maar het kan toch geen kwaad om even zijn doopceel te lichten. Daar zit namelijk heel wat onder.

Hij is immers al vanaf heel jonge leeftijd bezig met allerlei ritmes, die hem kwamen aanwaaien vanuit zowat alle windstreken. Hij is van Armeense afkomst, zijn vader was accordeonist in een Grieks-Armeens orkestje, en hij groeide op in Frankrijk met de klanken van het Franse chanson. Op zijn twaalfde ging hij oosterse percussie studeren, dan ging hij bij een westerse fanfare waar hij kleine trom speelde, en tegelijk volgde hij les in jazz en rock drummen, met daar bovenop ook nog eens Afrikaanse percussie. Dat alles onderbouwde hij door muziektheorie en notenleer te gaan studeren aan het conservatorium van Alfortville, een voorstad ten zuid-oosten van Parijs.

In Parijs verzeilde hij dan onvermijdelijk in de clubs waar oosterse jamsessies aan de orde van de dag (of de nacht) zijn, en het is dan al even onvermijdelijk dat er daar een groep uit ontstond. Op zijn achttiende was hij mede-oprichter van het "Collectif Medz Bazar", die nog altijd bestaat en veelvuldig concerten geeft. De acht leden maken arrangementen van traditionele muziek uit uiteenlopende regio's als Anatolië, de Kaukasus, de Balkan enzovoorts, maar ze maken ook hun eigen nummers en daarin haspelen ze vrolijk alle mogelijke achtergronden van de acht muzikanten door elkaar, plus de invloeden die deze ondergaan hebben. Wereldmuziek in de letterlijke zin van het woord, als het ware.

Daarnaast houdt Raphaël Derderyan zich ook bezig met hemelse muziek, want hij is lid van het "AKN koor", dat in 1998 opgericht werd en dat Armeense liturgische gezangen brengt. Zij organiseren ook nog andere activiteiten, zoals zangcursussen in Parijs en Brussel, en ze publiceren boeken en platen, allemaal om de aloude traditie voor uitsterven te behoeden.

Het zal dan duidelijk zijn dat Raphaël Derderyan bij "Al'mira" voor flink wat zout (αλμύρα) zorgt om de gerechten, die de twee anderen al bereidden, op smaak te brengen, en dat zijn komst ook voor hen een aanwinst is.

Toevallig of niet is "akn" (de naam van het koor) ook het Armeense woord voor "oog", maar dan min of meer in dezelfde betekenis als het Spaanse "al mira", dus in de zin van "hoop" of "doel" - en daarmee is de cirkel dan rond.

Praktische gegevens
Zaterdag 6 mei 2017, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Tickets: € 12,50 (normaal tarief), € 7,- (reductietarief voor werklozen en studenten).

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 11/03/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Grieks feest van Volksdansgroep Zorbades

De Belgisch-Griekse volksdansgroep "Zorbades" organiseert een Griekse avond.

In de loop daarvan brengen zij twee programma's Griekse dans in traditionele kostuums: een eerste programma met een wandeling door de eilanden, en een tweede met dansen uit Tracie/ Anatoliki Roumelia.

Uiteraard is er ook een Griekse maaltijd voorzien, en daarnaast is er ook gelegenheid om zelf te dansen.

De live-muziek bij dit alles wordt verzorgd door de muziekgroep "Ypsilon".

Praktische gegevens
Zaterdag 6 mei 2017, 18u30, CC Ter Schelde, Fromentinstraat 4, 2050 Antwerpen-Linkeroever (B)

Inkomprijs: € 25 (inclusief Griekse maaltijd).

Dit evenement is voorbij.

 

Op de site sinds: 17/03/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Glykeria

De zangeres Glykeria behoort tot het select groepje artiesten dat zich tot de Griekse topsterren mag rekenen, samen met andere groten als Charis Alexiou , Alkistis Protopsalti , Eleftheria Arvanitaki en Yorgos Dalaras . Geen sterren van één seizoen, maar stuk voor stuk vaste waarden binnen de Griekse muziek.

Glykeria werd geboren in 1953 in een klein dorpje bij Serres, in het noord-oosten van Griekenland. Ze bleef daar tot haar tiende levensjaar, en al van in het prille begin werd zij tot vrijwilligster benoemd als er moest gezongen worden op schoolfeestjes of uitstapjes met de klas.

In 1974 begon ze professioneel te zingen, en vier jaar later zong ze voor de eerste keer op plaat, nota bene met Apostolos Kaldaras . Haar eerste eigen plaat verscheen in 1980. Momenteel staat de teller op meer dan dertig albums, waaronder nogal wat goud en platina.

Ze draait dus al meer dan veertig jaar mee in de Griekse muziekwereld en heeft - uiteraard - samengewerkt met al wie naam heeft, en ook met vele anderen. Ondanks haar formidabele reputatie blijft ze toch nog altijd zichzelf, een heel gewoon meisje eigenlijk. Zo trad ze recent nog op in Athene met Matoula Zamani aan haar zij. Matoula heeft zelf toch ook al behoorlijk wat naam, maar toch voelde ze zich niet op haar gemak bij de gedachte dat ze naast zo iemand op het podium zou moeten staan - en bij een Matoula Zamani moet er al heel veel gebeuren voor je die van haar stuk krijgt. Maar Glykeria had door wat er gaande was. Toen ze Matoula in de zaal zag zitten op één van haar optredens die aan de samenwerking voorafgingen, riep ze haar na afloop bij zich en ze speelden en zongen samen, zomaar wat, het eerste wat hen te binnen schoot. Het ging uitstekend en Matoula was meteen gerustgesteld.

Glykeria zingt vooral laïka , maar ook traditionele nummers gaat ze niet uit de weg. En in de jaren tachtig verwierf ze grote bekendheid met "haar" Smyrneïka , alomgekende populaire liederen uit de steden van Klein-Azië en Oost-Thracië, die zij met evenveel passie vertolkt als toen ze oorspronkelijk gezongen werden voor en ten tijde van de Klein-Aziatische catastrofe . Door haar interpretatie kregen deze gevoelige, klagerige, maar vaak ook zeer ritmische nummers nieuw leven ingeblazen.

Toen we dit optreden publiceerden, schreven we dat Glykeria - bij ons weten - nog nooit eerder in Nederland was geweest.

Een oplettende lezer vertelde ons echter dat ze ergens in de buurt van 1991 of 1992 in de Vredenburg in Utrecht zou geweest zijn, en een andere wist te vertellen dat ze in december 2011 optrad in de Veemarkt, ook al in Utrecht. Daarnaast zou ze nog vaker in Nederland zijn geweest, maar dan op feesten van de Griekse gemeenschappen.

Het is tekenend voor Glykeria dat ze bereid is om daarvoor naar het buitenland te reizen. Het is ook allerminst vanzelfsprekend, zelfs voor iemand die het niet om het geld te doen is. Ze kan immers niet op twee plaatsen tegelijk zijn, en dus moet ze voor zo'n verenigingsfeest een veel lucratiever optreden in Griekenland laten liggen. Er is immers vraag genoeg. Vanuit die optiek steekt ze er dan eigenlijk geld aan toe - maar dat lijkt ze geen bezwaar te vinden.

Ook over haar optredens in België valt een gelijkaardig verhaal te vertellen.

Zo werd zij samen met een aantal grote namen, waaronder Sotiria Bellou , Yorgos Dalaras en Margarita Zorbala , uitgekozen om haar land te vertegenwoordigen in het kader van " Europalia Griekenland" in Brussel, maar dat was in ... 1982.

Een tiental jaren later zou zij weer in Brussel zijn opgetreden, maar daar werd geen grote ruchtbaarheid aan gegeven, evenmin als in Nederland. Dat is niet onlogisch, want als een vereniging zo iemand laat overkomen voor hun jaarlijkse feest, dan komen daar zoveel "buitenstaanders" op af dat er voor de eigen leden geen plaats meer is.

Nadien doken er nog allerhande geruchten op over mogelijke optredens op een grotere schaal, maar het bleef telkens bij geruchten. Deze keer is het dan toch zover, in elk geval in Amsterdam.

Bij ons weten zijn er geen optredens in België gepland.

Praktische gegevens
Zondag 14 mei 2017, 20u30, Paradiso, Amsterdam (NL)

Tickets: € 27,50 in voorverkoop, € 35 aan de kassa. Prijzen exclusief verplicht (dag)lidmaatschap en voorverkoopkosten.

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 23/03/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Cabaretiko

Rembetika-concert

Het rembetika -groepje Cabaretiko is een gevestigde waarde binnen het Griekse muzieklandschap in Brussel en omstreken. De lijst van hun vorige optredens besparen we u, en in plaats daarvan hernemen we hier wat we al vroeger over hen schreven.

De groep bestaat uit de volgende drie muzikanten:

  • Maria Spyroglou: zang, baglamas en percussie
  • Dimitris Bartzokas: bouzouki en zang
  • Christos Sarantidis: gitaar en zang

Het repertoire van Cabaretiko is helemaal op maat gemaakt van de drie groepsleden. Elk van hen krijgt de ruimte om te doen waar hij of zij zich goed bij voelt, maar dan wel met de deskundige steun van de twee anderen. Dat is het geknipte recept om tot een geheel te komen dat meer is dan de samenstellende delen.

Maria Spyroglou was jarenlang bekend als het "gezicht" (of de stem) van Vinylio, dat voordien "Laos kai kolonaki" heette. Ze heeft dus al een heleboel jaren podiumervaring op zak. In dit nieuwe repertoire lijkt haar stem (nog) beter tot haar recht te komen dan vroeger. Dat is vooral te merken bij de liedjes in de Smyrna-stijl zoals die indertijd, in de jaren '30, gezongen werden door grote sterren als Rita Abatzi of Roza Eskenazy .

De gitarist en zanger Christos Sarantidis zorgt er voor dat de tegenhanger uit die zelfde periode, de rauwe Piraeus-stijl, niet aan de deur gezet wordt. Dat is immers zijn stokpaardje, en daarom zijn ook (liedjes van) de groten uit dat genre vertegenwoordigd, zoals Markos Vamvakaris of Yannis Papaïoannou.

Later, na de Tweede Wereldoorlog en de Burgeroorlog, evolueerde de rembetika in de richting van de laïka , en dat is dan weer de periode waarvoor de derde man van het gezelschap, de bouzouki -speler en zanger Dimitris Bartzokas , een zwak heeft. Daarom staan ook Manolis Chiotis en zijn tijdgenoten op het menu van Cabaretiko.

Praktische gegevens
Zaterdag 20 mei 2017, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Tickets: € 12,50 (normaal tarief), € 7,- (reductietarief voor werklozen en studenten).

Dit concert is voorbij.

I.h.k.v. het Brussels Jazz Weekend
Vrijdag 26 mei 2017, 21u00, LR6, Hoogstraat 204, 1000 Brussel (B)

Gratis inkom.

Reserveren is niet nodig en ook niet mogelijk.

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 01/04/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Tzimis Panousis

De Griekse rocker, stand-up comedian, radio-maker, boekenschrijver en zelfverklaard schenenschopper Tzimis Panousis ( Τζίμης (Δημήτρης) Πανούσης ) komt naar Amsterdam en Brussel.

Zijn handelsmerk zijn de live-optredens, waarin hij zijn liedjes afwisselt met uitgebreide sketches waarin hij alles en iedereen op de korrel neemt. Hij speelt in op actuele gebeurtenissen en hij hekelt prominente politici en andere bekende figuren, maar hij valt evengoed andere muzikanten aan. En recent liet hij zich opmerken door zijn antisemitische "grappen".

Zelfs binnen de toch wel heel kleurrijke Griekse rockscène is hij een vreemde eend in de muzikale bijt, en hij is ook één van de meest controversiële figuren binnen de Griekse muziekwereld. Hij heeft vurige aanhangers (die hem " Tzimakos " noemen, "kleine Jimmy"), maar hij heeft ook fervente tegenstanders. Dat heeft onder meer te maken met zijn taalgebruik, dat doorspekt is met schuttingwoorden. De enen vinden dat reuze, de anderen vinden het maar zwak. En ook zijn vorm van satire wordt niet altijd gesmaakt, omdat hij vaak de man speelt en niet de bal. Ook dat levert hem het verwijt op dat het hem alleen maar om goedkope sensatie te doen is. Zelf ontkent hij dat ten stelligste, maar het is wel een feit dat elk van zijn nieuwe shows telkens weer goed is voor een nieuw schandaal, dat dan telkens weer breed uitgemeten wordt in de media.

Zijn satire wordt vaak vergeleken met die van Lakis Lazopoulos, ook iemand die publieke figuren genadeloos over de hekel haalt in zijn talkshows op televisie. Maar die doet het veel subtieler, zeggen de tegenstanders van Panousis , en dat is ook veel leuker en grappiger, maar natuurlijk wel een ietsje moeilijker dan gewoon wat platvloerse schuttingwoorden aan elkaar rijgen. Nonsens, zeggen de fans van Panousis , bij Lazoupoulos zijn het allemaal flauwe grappen, terwijl Panousis iedereen aan het lachen krijgt.

En zo gaat het maar door. Het probleem is dan een beetje dat de gemoederen rond "het fenomeen Panousis " inmiddels zo verhit zijn dat het moeilijk is voor een buitenstaander om mythe en werkelijkheid te ontrafelen.

En voor meer duidelijkheid ben je bij hem zelf sowieso aan het verkeerde adres. In interviews geeft hij antwoorden waarbij je nooit weet of hij het meent of niet. In 2014 vroeg een reporter hem of de sex in zijn dagelijks leven een even grote rol speelde als in zijn satire. Zijn korte antwoord: "Als mens heb ik een hypersexualiteit". Dus, reageerde de reporter, kunt u het goed vinden met de vrouwen? Zijn antwoord: "Ik doe alsof ik feminist ben en dat werkt altijd". Of zijn vrouw - die bij dat specifieke interview naast hem zat - dan niet jaloers is? "Welnee, tussen ons is er geen sprake van jaloezie. Ik heb het niet over ontrouw, ik heb het over flirten. Ik ben trouwens een huismus, en ik ben dus altijd thuis. En als ik niet thuis ben, dan praat ik graag met de mensen. Maar natuurlijk, als mijn echtgenote dan bij me is, dan durven de meisjes me niet te benaderen". En zo gaat dat maar door.

De "censuur"

Soms is het wel duidelijk dat er iets niet klopt in de verhalen.

Zo wordt er gezegd dat de eerste plaat van de "Mousikes Taxiarchies" (de groep waarmee hij zijn carrière begon, zie verder) in 1982 door de censuur een tijdje uit de winkelrekken gehaald werd wegens de "obscene" tekst van één van de liedjes. Op hun tweede album, verschenen in 1984, zou de censuur zelfs een aantal woorden hebben doen vervangen door biepjes. Dat zou dan gebeurd zijn vlak voor de censuur in Griekenland afgeschaft werd, "ergens in 1984", aldus het verhaal.

Het enige probleem daarmee is dat Griekenland weliswaar vele decennia lang een officiële censuur heeft gekend, en dat die inderdaad relatief lang is blijven bestaan, maar toch werd die specifieke overheidsdienst "al" in ... 1975 afgeschaft. In dat jaar, dus vlak na de val van het Kolonelsregime, werd er namelijk een nieuwe grondwet ingevoerd, en die bevat uitdrukkelijk het recht op vrije meningsuiting en een al even uitdrukkelijk verbod op censuur. Anderzijds is er natuurlijk wel het verbod op "openbare zedenschennis", die echter - net als elders - onder het strafrecht valt. In theorie kan de overheid dan op eigen initiatief optreden en overtredingen vervolgen, maar in de praktijk gebeurt dat toch vaker na klachten van burgers. Bovendien moet er dan een rechter aan te pas komen om te (be)oordelen of er wel degelijk strafbare feiten gepleegd zijn, en zo ja, een (volgens hem) gepaste straf op te leggen. Van een rechtszaak lijkt er, in het geval van de platen van de "Mousikes Taxiarchies", geen sprake geweest te zijn.

Daarmee wil niet gezegd zijn dat Tzimis Panousis geen problemen zou hebben gekregen met zijn "vulgaire" teksten - het zou integendeel verbazen als hij daar in het Griekenland van de jaren '80 zomaar was mee weggekomen - maar het is een mythe dat "de censuur" zou ingegrepen hebben, gewoon omdat die vorm van censuur toen niet meer bestond.

Er moeten dus andere verklaringen zijn. Als het inderdaad klopt dat die eerste plaat uit de rekken werd gehaald, dan zou dat misschien kunnen gebeurd zijn na een klacht van verontwaardigde ouders, die - bijvoorbeeld - hun tienerdochter wat zakgeld hadden gegeven om een rockplaat te kopen en dan ineens allerlei obsceniteiten uit haar slaapkamer hoorden komen. En als de biepjes op die tweede plaat er inderdaad staan (we hebben die plaat zelf niet gehoord), dan is dat zeker niet op bevel van een rechter gebeurd. Die legt gevangenisstraffen of boetes op, maar geen biepjes. Maar waar komen ze dan vandaan? Het is - minstens in theorie - niet uit te sluiten dat Panousis ze er zelf heeft opgezet, om op die manier de aandacht te trekken. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de platenmaatschappij haar voorzorgen wilde nemen, bijvoorbeeld om geen heibel (meer) te krijgen met ouders van tieners. Panousis zelf suggereert trouwens in een interview dat hem "ooit" eens gevraagd werd om zijn teksten wat "aan te passen", maar dat hij dat geweigerd heeft.

De "zaak Dalaras vs. Panousis "

En dan is er natuurlijk de beruchte rechtsstrijd tussen Tzimis Panousis en Yorgos Dalaras . Die gaat terug tot 1997, inmiddels al twintig jaar geleden, maar Panousis blijft er steeds maar op doorhameren. Ook de aankondiging van zijn concert in Amsterdam, zoals die op de website van de Melkweg staat, bevat een duidelijke verwijzing naar die kwestie. Dat zou betekenen dat hij er ook daar zal mee komen aandraven. Enige toelichting leek ons dan aangewezen.

Het begon, zoals gezegd, in 1997, toen Tzimis Panousis in zijn nieuwe show de draak stak met Yorgos Dalaras . Tijdens zijn optredens toonde hij videoclipjes van Dalaras op een groot scherm, zodat het min of meer leek alsof die laatste mee op het podium stond, alleen kwamen er tijdens het zingen ... bankbiljetten uit zijn mond. Als Panousis het daarbij had gelaten, dan was de kwestie misschien niet geëscaleerd. Zelfs zijn toelichting, dat het Dalaras alleen maar om het geld te doen is en niet om de muziek, was er misschien mee doorgegaan. Tenslotte zijn er heel wat Grieken die dat ook vinden.

Toch spande Yorgos Dalaras een rechtszaak in tegen Tzimis Panousis . Hij wilde dat deze van de rechter verbod zou krijgen om de videoclipjes, zijn muziek en zelfs zijn naam nog langer te gebruiken in zijn shows. Dalaras vroeg ook een dwangsom van één miljoen drachmes per keer dat Panousis het verbod zou overtreden. Om een lang verhaal kort te maken: na wat heen en weer procederen kwam dat verbod er inderdaad, inclusief de dwangsom.

Dat vonnis werd fel bekritiseerd, zogenaamd omdat de rechters geen gevoel voor humor hadden, en het werd ook gezien als een veroordeling van satire, een verbod op de vrije meningsuiting enzovoorts. Maar wie de moeite doet om het vonnis te ontcijferen (want het is natuurlijk in het - Griekse - legalees gesteld en hier enigszins vrij vertaald), die ziet dat er in werkelijkheid heel wat anders aan de hand was. Er blijkt weliswaar niet uit of de rechters zelf al dan niet gevoel voor humor hadden, maar ze besteedden toch wel een flink aantal alinea's om uitdrukkelijk te stellen dat satire wel degelijk een vorm is van vrije meningsuiting, en ze erkenden zelfs dat het ook een kunstvorm op zich is, die bovendien een belangrijke rol te spelen heeft in de maatschappij. Publieke personen moeten, aldus de rechters, inderdaad kunnen verdragen dat de maatschappij - bij monde van de kunstenaar - hen een spiegel voorhoudt. Ze moeten ook aanvaarden dat de maatschappij kritiek levert op wat ze doen, ook als dat scherpe kritiek is. Maar satire mag geen voorwendsel zijn om iemand in een verkeerd daglicht te stellen en/of om de mensen tegen iemand in het harnas te jagen.

Het was dat laatste wat Tzimis Panousis de das omdeed. Hij had tijdens zijn shows namelijk beweerd dat Dalaras zich helemaal niet vrijwillig en belangeloos inzette om de Cypriotische kwestie (de Turkse militaire bezetting van een groot deel van het eiland) onder de aandacht te brengen. Dalaras , aldus Panousis , stelde het dan wel voor alsof hij het uit overtuiging deed, maar in werkelijkheid werd hij daar "onder tafel" goed voor betaald. Panousis zal allicht niet de enige geweest zijn die dat dacht, maar als je dergelijke uitspraken in het openbaar doet, dan zorg je maar beter dat je daar bewijzen voor hebt. Panousis had die niet, en het was precies dat waar de rechters over vielen. Dat had totaal niets te maken met satire of humor, oordeelden ze, dat was gewoon lasterpraat, die van aard was om de reputatie van Dalaras te schaden. En laster is nu eenmaal strafbaar, niet alleen in Griekenland. Het gevraagde verbod werd dus toegekend, ook al omdat Panousis nauwelijks de moeite deed om zich proberen te rechtvaardigen of om de omvang van de straf te betwisten.

Dalaras had ook nog een schadevergoeding gevraagd omdat Panousis zijn videoclipjes en zijn liedjes had gebruikt zonder toestemming. Lees: schending van het copyright. Toch was Dalaras niet zozeer boos omdat Panousis hem geen toestemming gevraagd had, maar wel omdat hij ( Panousis ) precies het tegendeel had beweerd. Volgens hem was het Dalaras geweest die had gevraagd - ja zelfs gesmeekt - om aan de show van Panousis mee te werken. Dat was uiteraard gelogen. Ook de rechters waren "not amused" en dat heeft allicht meegespeeld toen ze de rekening maakten. De inbreuk op het copyright alleen al kwam Panousis op 15 miljoen drachme te staan.

Het merkwaardige is dat Panousis het vonnis weliswaar op zijn eigen website publiceert (weliswaar helemaal onderaan de pagina met het verhaal van al zijn processen), maar het desondanks toch voorstelde (en blijft voorstellen) als een verbod om de naam " Dalaras " gewoon maar te vernoemen, en als hij het toch deed, dan zou hij één miljoen drachme per keer moeten betalen. Uiteraard geloven zijn fans hem op zijn woord, en tijdens zijn volgende optredens kreeg hij dan ook de zaal plat met de mededeling: "Dames en heren, ik heb drie miljoen te veel en ik ga die, hier en nu, even verkwisten. Let goed op: Dalaras , Dalaras, Dalaras!". Verder bleef hij Dalaras over de hekel halen, maar dan noemde hij hem "ο ακατονόμαστος" (o akatanomatos) , te vertalen als "de onnoembare", waardoor hij alweer de lachers op zijn hand kreeg.

Zijn miljoenen mocht hij houden, want Dalaras liet begaan. Vele jaren later, in 2016, zei de bekende zanger ooit eens in een interview dat zijn advocaat hem indertijd had aangeraden om in te grijpen. Met dat vonnis in de hand had hij zonder één enkel probleem beslag kunnen laten leggen op alle bezittingen van Tzimis Panousis , en hem dus letterlijk en figuurlijk op straat kunnen laten zetten, maar Dalaras wilde dat niet. Daar kan je ook weer alle kanten mee uit, natuurlijk. Was het uit grootmoedigheid, zoals Dalaras het liet uitschijnen, of wilde hij niet nog meer koren op de molen van zijn critici die hem nu al van hardvochtigheid beschuldigden?

En dan is de volgende vraag natuurlijk of Panousis van tevoren wist dat Dalaras niet zou ingrijpen, en dat hij dus helemaal niets riskeerde met zijn " Dalaras , Dalaras, Dalaras"? Vlak na het vonnis was hij allicht bang van wel, want toen zou hij veiligheidshalve al zijn bezittingen snel-snel op naam van zijn zus hebben laten zetten. Maar dat manoeuvre was doorzichtig genoeg om daar doorheen te kunnen prikken, of dat minstens te proberen, en toch gebeurde er niets.

Feit is wel dat Panousis later zelfs nog (veel) verder ging dan toen in 1997. Hij beweerde in oktober 2014 bijvoorbeeld dat Dalaras dan wel zogenaamd benefietconcerten gaf, maar dat hij vervolgens de opbrengst in zijn eigen zak liet verdwijnen. Dat zijn toch wel zware beschuldigingen, maar opnieuw kwam hij daar met geen enkel bewijs voor.

Het is dan opvallend dat Dalaras - op dat ene interview na - steevast weigert om over "de zaak Panousis " te praten, hij negeert hem gewoon. Panousis van zijn kant laat geen gelegenheid onbenut om er op terug te komen. Enkele jaren geleden, in mei 2012, toen de crisis zwaar begon te wegen op de bevolking, gaf Dalaras bijvoorbeeld een reeks gratis concerten in Athene, naar eigen zeggen omdat hij de mensen wat verstrooiing wilde brengen. Maar toevallig was zijn echtgenote ook parlementslid van de PASOK, de partij die toen nog mee in de regering zat en die door de mensen mee verantwoordelijk geacht werd voor die zelfde crisis die Dalaras nu wilde gaan "verlichten". Dat werd als behoorlijk hypocriet ervaren, zelfs door vele grote fans van Dalaras , en er kwamen relletjes tijdens de eerste optredens van de reeks. Dalaras kreeg niet alleen beledigingen naar het hoofd geslingerd, maar ook allerlei voorwerpen, gaande van flessen tot stoelen. Blijkbaar moet er ook yoghurt gegooid geweest zijn, iets wat toen alle politici ten deel viel die zich in het openbaar durfden te vertonen. Het geldt namelijk als een grove belediging.

Maar het bericht was nog niet koud of Panousis reageerde al in zijn radioprogramma met een oproep om toch vooral geen yoghurt naar Dalaras te gooien, "want dan raapt hij die op en verkoopt hij het".

Voor de volledigheid moeten we er misschien aan toevoegen dat er ook spanningen geweest zijn tussen Yorgos Dalaras en Manolis Rasoulis . Die draaiden rond hetzelfde thema: Rasoulis deed alles voor zijn muziek, en dat leidde tot meningsverschillen met Dalaras , die - ook volgens Rasoulis - alles deed voor het geld, en daarbij geen middelen schuwde. Eerst leidde dat tot een breuk in de samenwerking tussen beiden, en later spande Dalaras ook tegen Rasoulis een rechtszaak in, kennelijk omdat Rasoulis hem een "arrivist" genoemd had. Dat was in 1998, dus een jaar na de rechtszaak tegen Panousis .

Details over de afloop zijn (ons) niet bekend, en ze zijn ook niet echt relevant, mede omdat beide partijen er na afloop het zwijgen toe deden.

Wel relevant in dit kader is dat, toen Manolis Rasoulis in 2011 overleed, Yorgos Dalaras een krans liet bezorgen voor de begrafenis, maar Natalia Rasouli , de dochter van de componist, liet die prompt weer verwijderen. Pas enkele jaren later, in 2014, kwam ze met een verklaring. Die krans was meer dan ongepast geweest, zei ze, want Dalaras heeft mijn vader indertijd veel pijn gedaan. Ze liet verstaan dat je dat ook letterlijk mocht interpreteren, ze had het namelijk over een handgemeen tussen beiden. Het is niet helemaal duidelijk of het ook effectief zover is gekomen, dus of Dalaras haar vader ook metterdaad fysiek geslagen heeft. Wel duidelijk is dat zij Dalaras vooral zijn houding kwalijk neemt, en het is vooral die attitude die haar vader gekwetst heeft. "Ze hadden hun meningsverschil moeten uitpraten", zei ze, "en mijn vader had dat ook voorgesteld". Maar Dalaras wilde niet praten, hij sleepte hem onmiddellijk voor de rechtbank. "Mijn vader was een pacifist en liet maar begaan", voegde ze daar nog aan toe.

Dat is relevant in het kader van "de zaak Panousis vs. Dalaras " omdat Dalaras altijd beweerd heeft dat hij eerst aan Panousis gevraagd had om op te houden met die videoclipjes en al de rest, maar Panousis had dat geweigerd en bleef gewoon doorgaan. "Toen had ik geen andere keuze meer dan naar de rechtbank te stappen", zei Dalaras .

Het is (ons) niet bekend of Tzimis Panousis dat tegenspreekt of niet. Die houdt het - minstens in een interview uit 2014 - nog altijd bij een verkeerd begrepen satire. Hij houdt vol dat hij indertijd niet Dalaras als persoon heeft willen aanvallen, maar wel als publieke figuur.

Niet iedereen deelt die mening. Nog maar pas in de lente van 2016 nam Tzimis Panousis de bekende clubzanger Antonis Remos op de korrel. Die had recent een scheiding achter de rug en heeft nu een relatie met een andere vrouw. Dat heeft hij overigens zelf bevestigd, weliswaar pas nadat de roddelpers er lucht van had gekregen, maar het is in elk geval geen geheim meer. Panousis borduurde daar echter op verder en beweerde dat die nieuwe relatie enkel voor de schijn was, en dat Remos in werkelijkheid een geheime homofiele relatie had met nog iemand anders, waarvan hij ook de naam noemde. Daarop kreeg hij telefoon van Remos , met de vraag om daarmee op te houden, maar in plaats daarvan deed Panousis er nog een schepje bovenop. Bovendien bracht hij in zijn eerstvolgende interview uitgebreid verslag uit over het telefoontje van Remos . Panousis vond dat alweer grappig, en ook Remos had volgens hem niet begrepen dat het maar "om te lachen" was. 's Anderendaags werd dat interview dan weer besproken op televisie, in zo'n ochtenduitzending waar het "nieuws van de dag" aan bod komt. Eén van de genodigden was Yorgos Liagkas, zelf ook presentator en naar eigen zeggen doorgaans een fan van Panousis . Maar hij vond wel dat die vaak te ver gaat, zoals ook nu weer. Hij stelde dat Panousis zelf de enige is die er niets van begrijpt, want, legde hij uit: "Satire, dat is het uitvergroten van de werkelijkheid, en door dat uitvergroten krijgt die werkelijkheid dan karikaturale proporties, wat dan inderdaad grappig kan zijn. Maar dat is heel wat anders dan zomaar wat leugens verkondigen over het privé-leven van andere mensen. Dat heeft met satire niks te maken, dat is gewoon wat met modder gooien om iemand proberen te kwetsen". Panousis was niet onder de indruk. " Antonis Remos is een publieke figuur", reageerde hij, "en publieke figuren hebben geen recht op een privé-leven".

Tzimakos de antisemiet?

En dat brengt ons dan bij de - voorlopig - meest bedenkelijke controverse. Die draait rond de beschuldiging van antisemitisme. Dat begon al in 2009, toen Panousis in zijn radio-programma de Joden op de korrel nam. Zelf beweert hij dat hij gewoon een satire op de politiek van de Israëlische regering wilde brengen, en niet op de Joden zelf. Daarmee zit hij op dezelfde lijn als de meerderheid van de Grieken, die nogal wat sympathie hebben voor de Palestijnse zaak, en die dan ook felle tegenstanders zijn van de schendingen van de mensenrechten door de Israëlische regering. Dat heeft met antisemitisme inderdaad niets te maken. Ook buiten Israël wordt die politiek door velen afgekeurd, en zelfs niet alle Israëli's zijn het eens met het beleid van hun eigen regering.

Maar Tzimis Panousis geeft aan zijn "satire" dan wel zijn heel eigen invulling. In een uitzending van zijn radioprogramma "Dourios Ichos" (Klank van Troje) had hij het in 2009 voortdurend over "Joden - varkens - moordenaars". Volgens hem mochten de Joden tijdens het Romeinse keizerrijk maar drie beroepen uitoefenen: rondreizende zilversmid, rondreizende clown, of vuilnisophaler. "Vandaag is er nog niks veranderd", aldus Panousis , "de Joden controleren alle banken van het Amerikaanse keizerrijk, ze hebben alle touwtjes in handen in de showbusiness, en ze hebben ook alle musea van de wereld in handen waar het afval aller tijden bewaard wordt". Volgens hem is daar de laatste tijd nog wel een vierde beroep bijgekomen: dat van huurmoordenaar van vrouwen en kinderen. En zo ging het de hele uitzending door. Toegegeven, hij vermeldde in zijn "satirade" ook wel de Gaza-strook, maar toch ...

En in 2013 joeg hij de Griekse Israëlieten alweer in de gordijnen, toen hij zijn volgende show "Troika Club" aankondigde met affiches waarop de Davidster stond afgebeeld met daarin een hakenkruis verwerkt. Naar eigen zeggen was het alweer allemaal verkeerd begrepen. Hij wilde gewoon aangeven dat de door Israël bezette gebieden een grotere gevangenis zijn dan het Duitse concentratiekamp Dachau indertijd, meer niet.

Maar dat verklaart niet alles. In allerlei interviews heeft hij het bijvoorbeeld over de "Εβραιοναζήδες" (Evreonazides, te vertalen als "Nazi-joden") die volgens hem "hun werk heel goed gedaan hebben", en in zijn radio-uitzendingen gebruikt hij regelmatig de term "Zionistische kanker", die volgens hem aan het "uitzaaien" is. Waar hebben we dergelijke terminologie nog gehoord?

Panousis de schenenschopper

Tzimis Panousis zoekt het niet altijd zo ver, en dat is ook niet nodig. In Griekenland zijn er nu eenmaal een paar heilige huisjes waar je niet eens hard hoeft tegen te schoppen om een fikse rel te ontketenen - die dan uitgebreid in de media komt. Met een beetje pech of geluk (schrappen wat niet past) komt er dan zelfs een rechtszaak van, met alweer de nodige media-aandacht tot gevolg.

Op de hoes van zijn plaat "Δουλειές του κεφαλιού" (Doulies tou kefaliou) uit 1990 zit hij bijvoorbeeld een Griekse vlag aan stukken te scheuren. Dat is iets wat in Griekenland ook nu nog altijd voor verontwaardiging zorgt. Tien jaar later, in 2000, deed hij dat nog eens over met de affiche voor zijn komende show, getiteld "Της Πατρίδας μου η Σημαία" (Tis patridas mou i simea , De vlag van mijn vaderland). De blauw-witte strepen van "zijn" vlag had hij op de affiche ongemoeid gelaten, maar het kruis in de hoek had hij vervangen door het bekende hamer-en-sikkel symbool van de communisten. Het kwam inderdaad tot een rechtszaak, waarbij hij in eerste aanleg veroordeeld werd maar in beroep vrijgesproken.

Nog zo'n heilig huisje - bijna letterlijk dan - is de Orthodoxe Kerk, en ook die moet het regelmatig ontgelden bij Panousis . De ene keer verkleedt hij zich als aartsbisschop en poseert met een elektrische gitaar in de aanslag, een andere keer is hij een monnik met de icoon van Maria rond zijn hals, maar haar hoofd is dan wel vervangen door dat van een kip. Enzovoorts enzoverder.

In 2001 haalde hij een - volgens hem en anderen - zeer geslaagde grap uit. Tijdens een optreden belde hij om half twee 's nachts een nietsvermoedende oudere man uit zijn bed. Hij gaf zich uit voor een Koerd en vroeg om met de vrouw des huizes te mogen spreken. De hele zaal kon het gesprek mee volgen. Toevallig (of niet) bleek de man ook nog een gepensioneerde politieman te zijn, wat het natuurlijk voor Panousis en zijn publiek alleen maar leuker maakte. De man zelf begreep pas nadien wat er aan de hand was geweest en diende klacht in, met als gevolg dat alle kranten er over schreven. Panousis zelf is nog altijd trots op zijn prestatie, en vindt overigens dat hij de rechtszaak gewonnen heeft ... omdat hij maar tot 6.000 euro schadevergoeding veroordeeld werd, terwijl zijn "onvrijwillige medewerker" er 75.000 had gevraagd.

Korte biografie en discografie

Tzimis Panousis werd geboren in 1954, in een buitenwijk van Athene. Na de val van het Kolonelsregime in 1974 ging hij zich toeleggen op de Angelsakische rock-muziek. Die was tijdens de dictatuur strikt verboden geweest, maar kende precies daardoor een grote aantrekkingskracht bij de jeugd van toen, en Panousis sloot zich daarbij aan.

Samen met enkele anderen vormde hij een groepje, dat "Μουσικές Ταξιαρχίες" (Mousikes Taxiarchies, Muzikale brigades) gedoopt werd toen ze in 1980 hun eerste publieke optredens mochten gaan spelen in de Plaka. In 1982 sleepten ze een platencontract in de wacht bij EMI , waar meteen ook hun eerste album verscheen, met de naam van de groep als titel. Vier van de nummers hadden ze eerder al zelf uitgebracht, in eigen beheer dus, op iets dat "Disco Tsoutsouni" heette maar eigenlijk gewoon een cassette was. Dat was in 1980 en toen waren er immers nog geen cd's , laat staan cd's die je zelf kon branden.

Nauwelijks een jaar na hun eerste officiële album verscheen een nummer van hen op een verzamelplaat die "Made in Greece Vol.1" heette. De bedoeling was om een overzicht te geven van de Griekse rock. Om onder hun contract met EMI uit te komen gebruikte de groep de schuilnaam "Alamana's Bridge".

Het is niet bekend wat EMI daar van vond, maar in elk geval bracht dat label nog twee albums van de "Mousikes Taxiarchies" uit. De laatste was een live opname onder de titel "Hard Core" (1985).

De samenstelling van de groep wisselde regelmatig, tot Tzimis Panousis in 1986 besliste om in eigen naam verder te gaan. De andere leden van de groep brachten toch niets bij, zegt hij, en als hij dan toch alles zelf moest doen, dan kon hij ook evengoed helemaal solo gaan. Het is dan wel raar dat twee van de muzikanten van de "Taxiarchies" mee solo gingen, maar dat heb je nu eenmaal met Panousis . Niets van wat hij zegt mag je ernstig nemen.

Na twee van die solo-platen (allebei uitgebracht bij EMI ) kwam er in 1988 een op het eerste zicht nogal merkwaardige samenwerking tot stand. Tzimis Panousis schreef toen namelijk de tekst van het liedje "Θα Γίνω Ολοκαύτωμα" (Tha yino olokaftoma , Ik zal mezelf in brand steken) voor een album van ... Eleni Vitali , dat "Τα Λαϊκά της Ελένης" (Ta laïka tis Elenis, De laïka van Eleni ) heet. De muziek is van Takis Soukas. Voor één keertje was de tekst in "gewoon" Grieks geschreven, van het soort dat je op school leert en dus ook zonder de gespecialiseerde woordenschat die je alleen op straat kan opdoen.

In 1995 werkte Tzimis Panousis mee aan de soundtrack van de (Griekse versie van) de bekende Amerikaanse tekenfilm voor kinderen "Toy Story" . De originele muziek is van Randy Newman, en Panousis zorgde voor de (kindvriendelijke) Griekse vertalingen, en hij zong er ook minstens één van, in duet met Alkinoos Ioannidis dan nog wel.

Verder bevat de discografie van Tzimis Panousis nog een aantal platen die hij in eigen beheer uitgaf, al dan niet in samenwerking met (en dus ook als bijlage bij) een tijdschrift, en onder meer ook een box met een heruitgave van de platen die de "Mousikes Taxiarchies" uitbrachten bij EMI . Af en toe draagt hij ook een nummer bij aan platen van anderen, waarvan Sokratis Malamas en Babis Tsertos de meest bekende zullen zijn.

Daarmee is natuurlijk de cruciale vraag nog niet beantwoord: is dit concert iets voor u? Normaal proberen we u in onze artikeltjes alle informatie te verschaffen die u nodig heeft om dat te kunnen inschatten, maar met een buitenbeentje als Tzimis Panousis is dat allicht niet gelukt.

Daarnaast is het nog altijd afwachten of hij al dan niet met zijn "gewone" showformule naar Amsterdam en Brussel komt. Waarschijnlijk wel, want een "gewoon" concert is niet meteen zijn ding. Vervolgens is het de vraag of u voldoende Grieks beheerst - inclusief de gespecialiseerde woordenschat - om te begrijpen wie of wat hij over de hekel haalt, maar bij dat laatste kan onze toelichting misschien helpen. En anders kunt u de bindteksten natuurlijk ook gewoon uitzitten en het volgende liedje afwachten...

Ook de samenstelling van het ensemble, dat Panousis vergezelt, geeft een indicatie van het soort optreden dat u mag verwachten. Dat wordt aangekondigd als volgt:

  • Tzimis Panousis : zang en stand-up comedy
  • Stelios Frangos : gitaar en zang
  • Vasilis Gkinos : piano en keyboards
  • Vasilis Kokonis : drums
  • Alex Arapis : bas
Praktische gegevens
Vrijdag 26 mei 2017, 20u00, PSK (Bozar), Zaal M, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel (B)

AFGELAST !

Tickts: € 29,50

Dit concert is voorbij.

Zaterdag 27 mei 2017, 19u00, De Melkweg, Lijnbaansgracht 234a, 1017 PH Amsterdam (NL)

AFGELAST !

Tickets: € 30 (inclusief servicekosten, maar exclusief bezorg- en betaalkosten).

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 04/04/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Yannis Spanos in concert

Met o.a. Peny Xenaki

De haast legendarische componist Yannis Spanos (°1934) komt naar Brussel voor een éénmalig concert.

Hij brengt drie van zijn vaste medewerkers mee, en het podium zal dus ingenomen worden door:

  • Peny Xenaki : zang
  • Kostas Tziagoúlas : gitaar en zang
  • Kosmás Kokólis : bouzouki en zang
  • Yannis Spanós : piano

In het buitenland is Yannis Spanós ( Γιάννης Σπανός ) misschien minder bekend dan - bijvoorbeeld - zijn collega's Mikis Theodorakis of Stavros Xarchakos , maar in Griekenland ligt dat wel even anders. Daar kent iedereen niet alleen zijn naam, maar zowat iedereen kent ook tientallen liedjes van hem uit het hoofd.

Die liedjes zijn afkomstig van de pakweg honderdvijftig (150) platen waar muziek van hem opstaat. Daar zijn een heleboel eigen platen bij, maar ook platen van de allergrootste en meest bekende zangers en zangeressen van de laatste vijftig jaar.

Zijn discografie telt minstens vijf gouden platen, en evenveel platina, maar eigenlijk zouden het er (nog) (veel) meer moeten zijn. Nogal wat van zijn platen werden namelijk meerdere keren opnieuw uitgegeven, wegens uitverkocht, maar het aantal verkochte exemplaren van die verschillende persingen werd niet bij elkaar opgeteld.

Er is ook niemand die exact weet hoeveel liedjes hij nu eigenlijk geschreven heeft, maar het zijn er in elk geval vele honderden. Heel veel daarvan zijn grote successen geworden, vandaar dat zowat iedereen ze kan meezingen. Het is dan tekenend dat veel mensen niet weten dat ze een liedje aan het zingen zijn waarvoor Spanós de muziek schreef. Dat gaat nu eenmaal zo met componisten van dit kaliber.

De drie muzikanten, die hem in Brussel zullen begeleiden, kunnen dit concert eigenlijk met de ogen dicht zingen en spelen. Ze brengen namelijk al minstens vijf of zes jaar dergelijke huldeconcerten voor Yannis Spanós , en dat min of meer aan de lopende band. De vraag komt niet alleen uit Griekenland zelf, maar ook uit het buitenland. In 2011 traden ze bijvoorbeeld op in Istanbul. Daar was Spanós zelf er ook bij, maar dat is niet altijd het geval. Dan wordt zijn deel ingevuld door een andere pianist.

Naar aanleiding van één van die concerten werden Peny Xenaki en Kostas Tziagoulas in februari 2017 geïnterviewd door de plaatselijke televisie. Eén van de vragen was hoe ze eigenlijk de liedjes geselecteerd hadden uit het omvangrijke werk van een man als Spanós . Peny Xenaki antwoordde dat het inderdaad niet eenvoudig was geweest, want "alleen al om een overzicht te geven van zijn grootste successen heb je al snel een hele week nodig". Tziagoulas - die inmiddels toch ook al veertien jaar samenwerkt met Spanós - pikte daarop in met de opmerking dat zelfs hij nog bijna elke dag liedjes tegenkomt die hij al lang kent, maar waarvan hij niet wist dat ze van Spanós zijn....

Het is tussen haakjes mogelijk dat er nog een vijfde man meekomt, namelijk Yorgos Tsokánis . Deze is niet alleen een uitstekend pianist, maar vaak verzorgt hij de arrangementen voor de meest verscheidene optredens, en even vaak neemt hij ook de leiding van het orkest op zich. Maar voor dit concert, en met de hoger genoemde bezetting, is zijn deskundigheid eigenlijk niet echt vereist, dus misschien blijft hij deze keer thuis.

Yannis Spanós

Yannis Spanós (°1934) wordt doorgaans ingedeeld bij de "Neo Kyma", de Griekse muzikale stroming die de tegenhanger is van hetgeen de Franse filmkunst de "Nouvelle Vague" genoemd wordt. Die indeling is juist, maar het is maar de helft van het verhaal.

Het voornaamste kenmerk van de "Neo Kyma" is de eenvoud: een stem en een gitaar, of een stem en een piano, dat was alles. Maar "eenvoudig" betekent daarom niet "simplistisch", wel integendeel. De vertolking is belangrijk, maar ook de kwaliteit van de teksten ligt hoog. Meestal zijn het op muziek gezette gedichten. Ook hier kiest de "Neo Kyma" geen zwaarwichtig Nobelprijs-materiaal zoals dat van een Seferis of een Elytis , maar wel eenvoudige gedichten van (min of meer) gewone mensen.

Van die stroming was Yannis Spanós inderdaad de grondlegger. Hij bracht de ingrediënten mee toen hij in de jaren 1960 uit Parijs terugkeerde, nadat hij daar al een succesvolle carrière had opgebouwd als componist. Zijn liedjes werden daar gezongen door Brigitte Bardot, Serge Gainsbourg, Juliette Gréco en nog een paar anderen.

In Griekenland ging zijn muziek, door die schijnbare lichtvoetigheid, in tegen het zwaardere politieke lied, dat in die periode opgang maakte. En ook het Europees klinkende karakter sprak velen aan. Yannis Spanós had feilloos aangevoeld dat het Griekse publiek daar rijp voor was. Vandaar dat de "Neo Kyma" nogal wat succes - en dus ook navolging - kende.

Maar daar bleef het niet bij. Gaandeweg ging Yannis Spanós zijn liedjes schrijven voor een meer uitgebreide bezetting, zonder de schijnbare eenvoud overboord te gooien. En naast de ballade ging hij ook meer melodieuze ritmes gebruiken. Vaak waren het bestaande dansritmes, zoals de zeïbekiko, de chasapiko of de chasaposerviko. En weer had zijn gevoel hem niet bedrogen, en opnieuw bouwden anderen verder op de fundamenten die hij gelegd had. Je zou dus eigenlijk kunnen zeggen dat hij ook aan de wieg stond van de " elafra laïka ", te vertalen als de "lichte populaire muziek", maar dan (alweer) zonder de bijklank van simplisme die daar in het westen bijhoort. Het gaat integendeel om de "betere" laïka , zoals die in de jaren 1970 en 1980 tot bloei kwam.

Je kan daarin nog veel verder gaan. Sommigen zeggen dat Yannis Spanós het pad effende voor een Mimis Plessas , voor een Stavros Xarchakos , voor een Thanos Mikroutsikos , ja zelfs voor een Manos Hadjidakis en nog enkele anderen. Als je zuiver chronologisch te werk gaat, dan is daar inderdaad veel voor te zeggen. Zo is het bijvoorbeeld een feit dat Yannis Spanós de - toen bijna onbekende - gedichten van Nikos Kavvadias op muziek zette, terwijl Thanos Mikroutsikos dat pas drie jaar later deed, met zijn bekende plaat "Stavós tou Notou" (Zuiderkruis). Maar de vraag is of je dergelijke dingen op deze manier tot oorzaak en gevolg kan herleiden. Vast staat wel dat Yannis Spanós een enorme bijdrage heeft geleverd aan het scheppen van een klimaat waarin de betere laïka tot bloei kon komen.

Eigenlijk komt het er op neer dat Spanós voortdurend op zoek was naar nieuwe dingen, maar bij hem was het een geleidelijke evolutie en geen revolutie. Dat viel natuurlijk minder op dan de introductie van de "Neo Kyma", die inderdaad een vrij radicale vernieuwing was. Misschien is het daarom dat zijn naam verbonden blijft met die stroming, en dat zijn belangrijke bijdrage aan de rest van de Griekse muziekgeschiedenis niet altijd naar waarde wordt geschat.

Dat is een beetje merkwaardig, want de liedjes van Yannis Spanós staan op zowat alle "best of" verzamelplaten Yorgos Dalaras , Charis Alexiou , Yannis Parios , Alkistis Protopsalti , Katerina Kouka en vele anderen. Maar niet iedereen kijkt op de achterkant van die albums, natuurlijk, en Yannis Spanós is niet de man om daar de aandacht op te vestigen. Hij is integendeel heel erg bescheiden, en bovendien is hij een man van weinig woorden, die dan ook zelden interviews geeft.

Zijn zoektocht naar nieuwe dingen bleef overigens niet beperkt tot de muziek alleen. Yannis Spanós heeft ook de poëzie van een groot aantal tot dan toe onbekende dichters onder de aandacht van het grote publiek gebracht. Hij had immers teksten nodig om op muziek te zetten, en dat moesten dan teksten zijn die tegelijk eenvoudig en toch sterk waren. De rekken van Griekse boekenwinkels staan vol met allerlei dichtbundels, vaak uitgegeven in eigen beheer, maar Spanós slaagde er in om uit dat omvangrijke aanbod die gedichten te selecteren die hem inspireerden om muziek te schrijven, en dat dan op zo'n manier dat de combinatie van tekst en muziek ook bij het publiek aansloeg.

Yannis Spanós was ook voortdurend op zoek naar nieuw zangtalent, en ook daar had hij een goede neus voor. Heel wat zangers en zangeressen hebben hun carrière (mede) aan hem te danken. Als hij ze al niet zelf ontdekte, dan hielp hij hen toch vaak op weg door muziek voor hen te schrijven waarin hun talent optimaal tot uiting kwam. Minstens twee van de drie medewerkers, die nu met hem naar Brussel komen, zijn daar voorbeelden van.

Peny Xenaki

De zangeres Peny Xenaki (Πένυ Ξενάκη) werkt al sinds 1983 samen met Yannis Spanós . Ze werd in 1981 ontdekt door Mimis Plessas , nog zo'n succesvolle componist die, op dezelfde manier als Spanós zelf, bekend en onbekend tegelijk is. Haar eerste optreden met Plessas was al meteen in het bekende Lykavittós Theater. Later in datzelfde jaar 1981 nam ze deel aan de bekende liedjeswedstrijd van Kerkyra, een initiatief van Manos Hadjidakis . Ze viel meteen in de prijzen, samen met andere (toen nog) onbekende maar inmiddels bekende artiesten, zoals Kristi Stassinopoulou , Tania Tsanaklidou , Vasilis Lekkas , Vangelis Germanos , Sonia Theodoridou en Lakis Papadopoulos . Aan die wedstrijd hield Peny Xenaki ook een vaste plaats over in de radioprogramma's van Manos Hadjidakis .

Dan was het de beurt aan Yannis Spanós . Hij vroeg haar om samen met hem op te treden tijdens de concerten die hij in de zomer van 1983 in heel Griekenland zou gaan geven. De tournee duurde uiteindelijk ... zes jaar. Vanaf 1985 stonden er niet alleen liedjes van Spanós zelf op het programma, maar ook van diens collega Yorgos Chatzinasios , zelf ook een succesvolle componist die ook persoonlijk aan de concerten deelnam.

Daarmee was Peny Xenaki dan definitief doorgebroken, en de samenwerkingen volgden elkaar in hoog tempo op: Marios Tokas , Ilias Andriopoulos, Kostas Chatzís , Yorgos Katsarós, Apóstolos Kaldáras en anderen schreven liedjes voor haar, en die zong ze samen met allerlei bekende collega's. In 2001 ging ze samenwerken met twee Turkse groepjes, en in datzelfde jaar gaf ze haar eerste concert in Tel-Aviv (Israël).

Het is dan opmerkelijk dat al deze samenwerkingen telkens vele jaren duurden, en de meeste daarvan lopen ook vandaag nog steeds door. Ze treedt bijvoorbeeld nog regelmatig op met Mimis Plessas , met Yorgos Chatzinasios - en natuurlijk ook met Yannis Spanós zelf. Die laatste samenwerking houdt dus al 34 jaar stand.

Kostas Tziagoulas

In vergelijking daarmee is de zanger en gitarist Kostas Tziagoulas (Κώστας Τζιαγκούλας) zoiets als "the new kid on the block" . Zijn samenwerking met Yannis Spanós begon "nog maar pas" in 2003. Maar hij is dan ook een generatie of wat jonger dan Peny Xenaki.

Tziagoulas begon.al op zijn negende klassieke gitaar te leren, en later leerde hij ook klarinet spelen. Hij studeerde aan het Conservatorium van Thessaloniki, maar tegelijk werkte hij ook al als muzikant. Zo werd hij opgemerkt door Yannis Spanós , die hem mee op het podium nam tijdens allerlei concerten, en die hem ook hielp met zijn eerste eigen album, "Άσε τη σκέψη εδώ" (Ase tin skepsi edo), dat in 2008 verscheen. Daar stonden onder meer twee nummers op die Spanós speciaal voor hem gecomponeerd had. De muziek van de tien andere liedjes schreef Tziagoulas zelf, evenals enkele van de teksten. De andere teksten zijn van bekende en minder bekende dichters, waaronder Iákovos Kambanellis .

Het nieuwe album kreeg lovende kritieken, en - niet onbelangrijk voor het concert in Brussel - vooral de stem van de jonge zanger trok de aandacht. Yannis Spanós had het dus alweer goed gezien (of gehoord).

Dat alles resulteerde in nog meer samenwerkingen met verschillende "liedjesmakers" (zoals die in het Grieks zo mooi omschreven worden) en ook met allerlei zangers en zangeressen. We kunnen misschien volstaan met een "fast forward" naar 2014, toen Kostas Tziagoulas zelf een concert gaf in de Atheense club "Rythmos Stage". Hij had wat "gasten" uitgenodigd, en het lijstje spreekt eigenlijk boekdelen: Vasilis Lekkas , Panos Mouzourakis , Ilias Logothetis en Maria Spyropoulou .

Kosmas Kokólis

Οok Kosmas Kokólis (Κοσμάς Κοκόλης) werkt al minstens sinds 2005 samen met Yannis Spanós , en tijdens de lange reeks huldeconcerten, die hij samen met de twee anderen nu al jarenlang brengt, zingt hij en speelt bouzouki .

Maar hij heeft (nog) veel meer in zijn cv staan. Zo speelde hij bijvoorbeeld bouzouki en akoestische gitaar tijdens de concerten die Charis Alexiou en Dimitra Galani samen gaven in 2012. Die twee grote dames stonden toen voor de eerste keer weer samen op het podium, dertig jaar nadat ze samen het album "Τραγούδια της Χθεσινής Μέρας" hadden uitgebracht.

Ook als zanger heeft Kosmas Kokkólis zijn sporen al verdiend. Hij werkte mee aan verschillende platen, waarvan de eerste al in 1996 verscheen. Die heette "Παντελώς χειροποίητα" (Pandelos Chiropiïta, Volledig handgemaakt) en het was meteen ook de debuut-cd van de "liedjesmaker" Pantelis Abazís (°Chios 1964). Toch werkten er al enkele oude bekenden aan mee, zoals Pantelis Thalassinos , Kostas Makedonas , Gerasimos Andreatos , Athiná Moráli en enkele anderen.

Van de andere platen, waar Kokkólis aan meewerkte, noemen we nog "Λίστα αναμονής" (Lista anamonis, Wachtlijst), verschenen in 2004. Daar zingt hij samen met Sofia Assichidou, even oud als hij (°1968) en toen ook nog relatief onbekend. Toch kregen ze allebei uitstekende commentaren voor hun vertolkingen. Zij zingt 8 liedjes, hij de overige 3, en hij neemt op de hele plaat ook de bouzouki voor zijn rekening.

Die bouzouki had Kokkólis niet nodig voor zijn jarenlange samenwerking met de groep "Rast", want daar hadden ze er zelf voldoende van in huis. "Rast" is namelijk een bouzouki -kwartet, in 1999 opgericht door Pantelis Konstantinidis, Nikos Katsikis, Thanasis Vasílas en Yorgos Altís. Deze vier ervaren muzikanten hadden een heel eigen visie op de betere laïka . Die liedjes waren geschreven voor één bouzouki , of soms twee, begeleid door andere instrumenten. Het viertal maakte daarvan arrangementen zoals voor een kwartet uit de klassieke muziek, maar dan voor vier bouzouki's . Elk van hen speelde dus een deel van de partituur, in die mate dat ze gewoon niet konden optreden als één van hen ontbrak.

De ongebruikelijke, ietwat "symfonische" klank had nogal wat succes, maar toch duurde het vijf jaar, tot in 2004, alvorens ze met een eerste album kwamen. In 2009 verscheen hun tweede plaat, met allemaal live-opnames uit de tien jaar dat ze toen al bezig waren. Kosmas Kokólis werkte al van in het begin mee met "Rast", maar dan als zanger, net als Gerasimos Andreatos trouwens. Andere "occasionele" gastzangeressen waren Lena Alkeou en Dimitra Galani .

Kosmas Kokólis zingt mee op beide platen van "Rast", en aan die eerste is tussen haakjes een interessant verhaal verbonden. Zoals gezegd had het vijf jaar geduurd voor die er kwam. Er waren eerder al wel gesprekken geweest met platenmaatschappijen, maar die eisten telkens dat ze hun concept wat zouden aanpassen, omdat het dan - volgens de maatschappij - beter zou verkopen. Dat was voor hen onbespreekbaar. "We zijn geen beginnelingen", verklaarden ze in een interview in maart 2002, "we weten heel goed wat we willen, we hebben urenlang gesleuteld om onze arrangementen op punt te stellen, en we willen dus geen concessies doen, alleen maar om een plaat te kunnen hebben". Daarom waren ze zelf aan het proberen om een album in eigen beheer te maken. En dan komt het: "De enige die ons daarbij gesteund heeft, en dat van in het begin, dat is Yorgos Kosmidis", verklaarden ze. Die zit in het buitenland, vertelden ze, maar "hij had hen op tv gezien en geloofde meteen in hun concept". Toevallig of niet is het ook deze zelfde Yorgos Kosmidis die nu Yannis Spanós naar Brussel haalt.... Het is een kleine wereld, zegt men dan. En voor de volledigheid: Kosmidis had in die tijd inderdaad Brussel als thuisbasis, maar tegenwoordig woont en werkt hij vanuit Athene. Voor het invullen van de details in Brussel (zoals de promotie) doet hij nu beroep op bereidwillige plaatselijke medewerkers.

Praktische gegevens
Zaterdag 6 mei 2017, 21u00, La Tentation, Lakensestraat 28, 1000 Brussel (B)

AFGELAST !

Dit concert werd eerst uitgesteld naar oktober 2017, maar uiteindelijk bleek dit uitstel wel degelijk ook afstel te zijn.

 

Op de site sinds: 17/04/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

BelGriego

"Mare Nostrum" debuutconcert

Het kersverse ensemble "BelGriego" maakt zijn debuut met een concert dat toch wel opmerkelijk mag worden genoemd. Het programma bestaat voor de helft uit westers klassieke muziek, de andere helft is Griekse populaire muziek. Dat op zich is al ongewoon, en ook de heel eigen visie en de heel eigen aanpak van de groep is opmerkelijk - en interessant.

Maar laten we beginnen bij het begin. Het idee voor het ensemble ontstond nog maar pas eind 2016, en begin 2017 kreeg het dan min of meer vaste vorm. Het initiatief kwam van een aantal muziekstudenten die aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen bezig zijn met een masterstudie. Het is een internationaal gezelschap, met leden uit België, Griekenland en Spanje.

Dat was meteen ook de aanleiding om de naam "BelGriego" te kiezen voor het ensemble, maar het is wel een doordenkertje. De "Bel-" staat natuurlijk voor België, maar "Griego" is het ... Spaanse woord voor "Griek" of "Grieks". Twee vliegen in één klap dus, of juister: drie vliegen in twee woorden.

Je zou zelfs van acht vliegen kunnen spreken, want volgens de meest recente informatie zal "BelGriego" samengesteld zijn uit de volgende acht muzikanten:

  • Arsenis Gionis : zang
  • Mathijs Ignoul : gitaar
  • Bea Laborda : cello
  • Barbara Bergillos Castillo : viool
  • Sara Lorenzo : viool
  • Elina Markatatou : mandoline
  • Maria Markatatou : mandoline
  • Eleni Tsiotsiou : altviool

Het zal wel niet nodig zijn om te zeggen dat dit stuk voor stuk hoogst getalenteerde muzikanten zijn. Zonder talent begin je immers niet aan een master - en dan zeker niet aan het Conservatorium van Antwerpen. Dat heeft namelijk de reputatie dat de lat er erg hoog ligt, hetgeen mede verklaart waarom er zoveel internationale studenten op afkomen. Vandaar ook dat ze in 2009 met gepaste trots konden melden dat meer dan 97% van de afgestudeerden van de laatste vijf jaar al een vaste baan had, in de kunstwereld of in het muziekonderwijs.

Twee opvallende namen in het rijtje zijn de Kretenzische zusjes Elina en Maria Markatatou . Het Belgische publiek kon al eerder met hen kennismaken toen ze met "Minore" furore maakten in Brussel, eerst tijdens de eerste editie van het "Nous sommes grecs" festival in 2015, en later toen ze in juni 2015 in de Brusselse Art Base optraden met een avondvullend programma dat "Rebetiko Girl Power" heette. We schreven toen een stukje over hen, en dat is - denken wij - het herlezen waard, ook in het kader van dit nieuwe ensemble. Het staat nog altijd op onze juni 2015 maandpagina .

Er zou, naast Arsenis Gionis, misschien ook nog een tweede zangeres aan dit concert meewerken, maar dat is nog niet helemaal zeker en haar naam wordt daarom nog niet vrijgegeven.

Ook aan het programma wordt nog volop gesleuteld, maar zeker is wel dat de eerste helft uit klassieke muziek zal bestaan, en het tweede deel is dan volledig Grieks.

Dat is geen toeval, en het is ook geen éénmalige keuze, wel integendeel. Het kadert namelijk helemaal in het opzet van "BelGriego". Ze willen enerzijds klassieke muziek gaan brengen (want dat is tenslotte wat ze studeren), maar anderzijds ook Griekse muziek. Met die combinatie streven ze een heel specifiek doel na. Ze willen namelijk aantonen dat de kwaliteit van de Griekse muziek gerust de vergelijking kan doorstaan met de westerse klassieke muziek.

Manos Hadjidakis zou goedkeurend geknikt hebben. Die had namelijk precies hetzelfde standpunt verdedigd in de historische lezing die hij in 1949 hield voor een nogal elitair publiek van westers georiënteerde melomanen. Hij probeerde zijn geschokte toehoorders ervan te overtuigen dat de rembetika - want daar had hij het over - helemaal niet "ontaard" of "vulgair" was, maar integendeel een volwaardige kunstvorm die respect verdiende. Hij analyseerde kort enkele liedjes van Vasilis Tsitsanis , en beweerde dat ze in muziektechnisch opzicht niet moesten onderdoen voor de composities van Bach. Dat was niet zomaar een losse opmerking. Hadjidakis was zelf klassiek opgeleid en wist dus wel degelijk waar hij het over had.

Twee jaar voordien, in 1947, had de bekende musicoloog Fivos Anogianakis - bekend als grondlegger van het Muziekinstrumentenmuseum in Athene - al iets gelijkaardigs gesteld, maar dan in een artikel in de "Rizospastis", de partijkrant van de Griekse communistische partij, en dus voor een links georiënteerd publiek. Hij legde tegelijk ook de vinger op de zere plek. Om de kwaliteit naar waarde te schatten, stelde hij, mag je je niet laten misleiden door de "misvormde" uitvoeringen die je "tegenwoordig" (dus in 1947) in taverna 's en nachtclubs te horen krijgt. "Dat is geen muziek meer, dat is gewoon lawaai", vond hij. Daar moet je abstractie van maken, schreef hij, zodat je je in optimale omstandigheden op de muziek zelf kan concentreren. Met andere woorden: je moet naar de inhoud kijken en niet naar de verpakking.

Exact zeventig jaar later lijkt "BelGriego" dezelfde mening toegedaan. Er is in al die tijd natuurlijk heel wat water naar de zee gevloeid. Er zijn veel meer goede opnames beschikbaar dan indertijd, en de klankkwaliteit in de (meeste) clubs en op concerten is er ook op vooruitgegaan. De "verpakking" is dus flink verbeterd, en er is ook inhoudelijk heel veel goede muziek bijgekomen. Maar in het buitenland realiseert men zich nog te weinig hoe goed die eigenlijk wel is, vinden de klassiek geschoolde muzikanten van "BelGriego".

Daarom maakt het ensemble zelf arrangementen van bekende en minder bekende Griekse liedjes, op maat gesneden van het ensemble dus, en die liedjes spelen ze dan met dezelfde bezetting als hun klassieke werken. Door ze op die manier naast elkaar te zetten, willen ze de twee genres beter vergelijkbaar maken. Ze hopen dat de hoge kwaliteit van de Griekse muziek dan beter zichtbaar wordt. En anders heeft de luisteraar toch nog altijd een aangename avond vol mooie muziek meegemaakt, zeggen ze.

Zoals gezegd wordt er aan het programma nog gesleuteld, maar het is al wel duidelijk dat in het klassieke deel de mandoline centraal zal staan. Dat is geen slechte zaak, want door de vrolijke klanken van dit instrument zullen de klassieke werken allicht meer toegankelijk zijn voor luisteraars die minder met klassiek vertrouwd zijn.

Het is allicht geen toeval dat de mandoline precies het instrument is dat Maria en Elina Markatatou naar Antwerpen bracht (zie ons juni 2015 artikeltje). De zusjes vermijden zorgvuldig om zich als kapitein van het "BelGriego" schip te profileren, maar het lijkt wel duidelijk dat ze mee aan het roer staan, of dat ze minstens als loods fungeren.

Zo zou het ensemble bijvoorbeeld het "Mandolin Concerto in C major" (RV 425) van de Italiaanse componist Antonio Vivaldi (1678-1741) uitvoeren. Vivaldi schreef het in 1725, in hetzelfde jaar waarin hij ook zijn meer bekende "Le quattro stagioni" (De vier jaargetijden) publiceerde. Dat laatste is ook voor niet-ingewijden even goed verteerbaar als de gelijknamige pizza, en het is dan veelbetekenend dat de twee werken vaak samen uitgevoerd worden. Ondanks het eerder lichtvoetige karakter schijnt het "Mandolineconcert" toch bijzonder hoge eisen te stellen aan de uitvoerders, zowel aan de mandoline als aan het begeleidend orkest. Maar dat is dan een kolfje naar de hand van "BelGriego".

Van de Japanse componist en mandoline-virtuoos Yasuo Kuwahara (1946-2003) zou er een werk voor twee mandolines en een gitaar uitgevoerd worden.

Tussen die beiden in, in tijd en/of in ruimte, zitten er nog enkele andere componisten wiens werk op het programma staat, zoals de Italiaan Raffaele Calace (1863–1934), de Spanjaard Pedro Chamorro Martínez (°1961) en de enigszins mysterieuze Giovanni Hoffmann , die eigenlijk alleen bekend is omdat zijn naam op enkele partituren van composities voor mandoline aangetroffen werd. Men denkt dat hij omstreeks 1770 geboren werd, waarschijnlijk in Oostenrijk, en men gaat er dus van uit dat hij inmiddels overleden is, men weet alleen niet wanneer.

Ook in het Griekse deel van het concert staan er enkele klassiekers op het programma, maar dan in de andere betekenis van het woord. "BelGriego" zou dat deel namelijk beginnen met "Never on Sunday" van Manos Hadjidakis , en afsluiten met "Zorba's dance" van Mikis Theodorakis . Die liedjes zijn overbekend, de hele wereld kan ze mee zingen of minstens neuriën, en dat is natuurlijk niet zonder reden. Het is dan ook geen slechte keuze om er de hoogstaande kwaliteit van de Griekse muziek mee aan te tonen. Wie bang is voor "platgetreden paden" moet maar eens naar de bezetting van "BelGriego" kijken - het wordt beslist geen dertien-in-een-dozijn uitvoering.

En de rest van het Griekse luik bevat heel wat (andere) verrassingen. "BelGriego" tapt immers ook nog uit andere Griekse vaatjes dan de endechna . Ze spelen ook traditionele muziek, onder meer uit Klein-Azië en - uiteraard - uit Kreta (van Kostas Moundakis ). Daarnaast staat er rembetika op het programma (van Markos Vamvakaris en Antonis Dalgás bijvoorbeeld).

En dan is er ook nog "Θάλασσα πικροθάλασσα" ("Thalassa Pikrothalassa", "Zee, bittere zee"). Dat is hier niet het bekende liedje van Mimis Plessas , maar wel het gelijknamige (en bijna even bekende) liedje van Michalis Stavrakakis, de Kretenzische componist die ook lid is van de Chaïnides en daar onder meer laouto en ... mandoline speelt.

Dat alles is dan wel onder voorbehoud, want het programma staat op dit moment (26 april) nog niet helemaal op punt.

Maar nu we het toch over de zee hebben: waar komt eigenlijk de naam "Mare Nostrum" vandaan, de titel van dit eerste concert? Uit het Latijn uiteraard, waar het "Onze Zee" betekent. De Romeinen bedoelden daar de Middellandse Zee mee, omdat die helemaal binnen de grenzen van hun keizerrijk vervat lag, en ook Mussolini had het - zij het enigszins voorbarig - over "zijn" Mare Nostrum. De scepter, die hij daarover wilde gaan zwaaien, lag al klaar, maar zijn vlieger ging dus niet op. Tot dusver is het duidelijk, maar waarom koos "BelGriego" dat dan als titel voor hun tewaterlating?

Het antwoord is, net als de naam van het ensemble zelf, ook een doordenker, maar hier komt u er zonder hulp allicht niet uit. Met "onze zee" bedoelen deze muzikanten namelijk hun muziek, die, net als het water van de zee, alle landen en alle volkeren met elkaar in contact brengt. Het is dan alweer geen toeval dat ze het klassieke deel van hun programma gingen sprokkelen bij componisten van verschillende nationaliteiten, en zelfs het Griekse deel komt uit alle hoeken van het land - en in Griekenland moet je dan onvermijdelijk het water over.

Het is natuurlijk ook de muziek die al die verschillende nationaliteiten bij elkaar bracht die nu samen scheep gaan als "BelGriego". Daar hechten ze zelf veel waarde aan, want, zeggen ze, "al die verschillende culturen geven de groep een kosmopolitisch karakter, en de verschillende gevoelens en temperamenten geven een belangrijke toegevoegde waarde aan onze muziek".

Voor het resultaat moet u zelf gaan luisteren, want zoals gezegd wordt dit hun eerste concert en er is dus nog niets van hen te zien op YouTube .

Maar een eerste indruk van de frisse klank van Griekse muziek, waarbij de obligate bouzouki vervangen werd door een mandoline, is daar al wel te vinden. Er zijn een paar filmpjes van "Minore", maar de zusjes Markatatou hebben nog meer gelijkaardige dingen gedaan. Het beste resultaat krijgt u door op YouTube te zoeken naar "Maria Markatatou".

Naschrift

Zoals hoger gezegd maakte BelGriego hun eigen arrangementen van de Griekse liedjes op hun programma. Na het concert vernamen we dat je dat wel erg letterlijk mag interpreteren. Normaal is er een centrale figuur die dat doet, en die schrijft dan voor elk van de muzikanten (of instrumenten) een aparte partituur uit. Maar in dit geval schreef elk lid van BelGriego zijn of haar eigen partituur. Ze luisterden gewoon naar een originele opname en daar haalden ze dan, ieder voor zich, de elementen uit die hen het beste lagen, die hen het meest aanspraken, en/of die het best pasten bij hun instrument. Dat schreven ze dan neer in notenschrift, en dat was dus ook wat ze speelden. Vandaar natuurlijk dat ze - terecht - verwijzen naar al die verschillende culturen en temperamenten, die een toegevoegde waarde geven aan hun muziek.

Het resultaat was dus geenszins een soort "symfonische versie" van de liedjes (zoals er "rock-versies" van Hadjidakis bestaan). De uitvoeringen van BelGriego lagen integendeel heel erg dicht bij het origineel, maar dan wel "vertolkt" door de muzikanten van het ensemble. Ook bekende zangers en zangeressen geven hun eigen vertolking van de liedjes die ze zingen, en dat was precies wat BelGriego ook deed.

De zangeres, waarvan even sprake was geweest, was dan toch niet gekomen. We kunnen nu wel de speellijst geven. Het klassieke eerste deel bestond uit de volgende werken:

  • "Quartetto Fa maggiore per Mandolin, Violin, Viola e Basso", Giovanni Hoffmann
  • "Danza del Vino", Pedro Chamorro Martinez
  • "Polonese op. 36", Rafaele Calace
  • "Weaving girl trio", Yasuo Kuwahara
  • "Mandolin Concerto in C major, Rv 425", Antonio Vivaldi

Tijdens het Griekse deel waren de volgende liedjes te horen:

  • "Never on Sunday", Manos Hadjidakis
  • "Thalassa –Apocheretismos", Kostas Moundakis
  • "Pou na vro gynaika na sou miazi", Antonis Diamantidis ( Antonis Dalgas )
  • "Misirlou", Greek traditional
  • "Thalassa - Pikrothalassa", Michalis Stavrakakis
  • "Mikros Aravoniastika", Markos Vamvakaris

Het bisnummer was "Zorba's dance", oftewel de sirtaki, van Mikis Theodorakis .

Praktische gegevens
Woensdag 10 mei 2017, 19u30, Sint Laurentiuskerk, Van Schoonbekestraat 115, 2018 Antwerpen (B)

Inkom: € 12 in voorverkoop, € 15 aan de kassa (€ 5 voor studenten en jongeren, gratis voor kinderen onder de 12 jaar).

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 26/04/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.