Charalambous
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Biografieën van de website over Griekse Muziek

Dokimos Charalambous

Dokimos Charalambous met klarinet
© Dokimos Charalambous 
Dokimos Charalambous op de affiche van een dorpsfeest

De Epirotische klarinet -speler Dokimos Charalambous ( Δόκιμος Χαραλάμπους ) is al geruime tijd een begrip, niet alleen in zijn geboortestreek, maar overal waar er Epiroten wonen. Zijn foto op de affiche van een dorpsfeest trekt dan ook veel volk, want de mensen komen van heinde en ver om hem te horen spelen.

Hij werd in 1962 geboren in Leptokariá, een klein dorpje in het noorden van Griekenland, niet zo heel ver van de Albanese grens.

Dat dorpje, met amper enkele honderden inwoners, ligt vlak naast de hoofdweg die Igoumenitsa met Ioannina verbindt. Het ligt in een streek met een turbulente geschiedenis maar ook met een rijke en goed bewaarde traditie.

De familie Charalambous is onlosmakelijk verbonden met die traditie. Vanuit Leptokariá leverde zij immers, generaties lang, een groot aantal muzikanten voor de dorpsfeesten in de wijde omgeving.

De vader van Dokimos was zelf klarinet -speler, en de kleine jongen begon dat voorbeeld al te volgen toen hij pas vier jaar oud was. Eerst was dat gewoon voor het plezier, letterlijk kinderspel dus. Maar op zijn dertiende werd het ernst. De familie had het niet breed en Dokimos moest mee uit werken gaan - wat dan betekende: mee gaan optreden op de dorpsfeesten. Niet dat hij het erg vond, want hij deed het graag.

Op zijn vijftiende verhuisde hij naar Athene, en daar ging hij in de leer bij Vangelis Soukas (1929-2007). Deze was zelf een lid van een bekende muzikale familie. Zowel hijzelf als zijn jongere broer Vasilis waren beroemde klarinettisten, zijn andere broer Kostas was gitarist en hun neef is de bekende componist Takis Soukas.

Vangelis Soukas kende dus het klappen van de zweep. Hij was afkomstig van Arta, maar hij was al in 1950 naar Athene verhuisd "om platen te maken", zoals hij dat zelf zei. Dat was dan ook precies wat hij deed, en hij schreef bovendien een honderdtal liedjes, zowel dimotika als laïka . Uiteraard deed hij ook live optredens. In de jaren 1960 bijvoorbeeld speelde hij klarinet in het orkest van Stelios Kazantzidis , en hij werkte ook samen met Manolis Chiotis , Rita Sakellariou, Yiota Lydia en nog enkele anderen.

Toen Dokimos Charalambous bij hem kwam aankloppen, ergens in 1977, had Vangelis Soukas een eigen taverna , waar de jongen een baantje kreeg als klarinettist. Later zou Soukas een "reguliere" school openen om aspirant-klarinetspelers op te leiden, maar Dokimos leerde het vak nog in de praktijk. Zo ging dat vroeger altijd: je keek letterlijk de kunst af van de meester. Je moest dan wel talent hebben, anders nam zo'n meester je niet onder zijn hoede, maar Dokimos had inderdaad talent en hij leerde snel.

Na twee jaar gooide het Griekse leger roet in het eten: Dokimos moest zijn militaire dienstplicht gaan vervullen.

Foto van Elpida Brachopoulou
© General Music Greece 2004
Elpida Brachopoulou (ca. 2004)

Toen hij op zijn negentiende afzwaaide zocht hij opnieuw werk, en dat vond hij bij Elpida Brachopoúlou (Ελπίδα Μπραχοπούλου). Zij zong (bijna) uitsluitend zuiver traditionele Epirotische liedjes, en ze had op dat moment al een stuk of zeven eigen platen op haar naam staan. Haar eerste (ons bekende) langspeelplaat dateert al van 1968, en nog eerder had ze blijkbaar ook al 45-toeren platen opgenomen. Daarmee moet ze dan bij de eerste zangeressen geweest zijn die hun intrede deden in de Epirotische muziek. Tot in de jaren 1950 was dat immers exclusief een mannenwereld geweest.

In 1970 - dus pakweg tien jaar voordat ze Dokimos Charalambous bij zich op het podium nam - was ze in elk geval al een "firma", zoals de Grieken dat noemen, iemand dus met naam en faam. In dat jaar was namelijk ook Andonis Kyritsis pas afgezwaaid uit legerdienst en ook hij was in Athene aangeland. Ongeveer het eerste wat hij daar deed was met enkele vrienden een avondje uit organiseren in de club waar de grote Elpida Brachopoulou optrad. Dat optreden beviel uitstekend, en de sfeer in de club steeg naar zo'n hoogtepunt dat de vrienden van Kyritsis hem aanmoedigden om ook eens het podium op te gaan en een nummertje te zingen. Ze wisten dat hij het kon, want hij had tevoren al wel wat gezongen op dorpsfeesten en zo, maar niet echt professioneel. Toch waren de andere aanwezigen ook onder de indruk van zijn stem, en de manager van de club vroeg hem of hij de rest van het seizoen niet mee wilde optreden. Dat wilde hij, graag zelfs, en dat ene seizoen werden er drie. Daarmee was meteen ook de zangcarrière van Andonis Kyritsis definitief van start gegaan. Als je naast zo'n "firma" mag optreden, dan loop je onvermijdelijk in de kijker.

Tien jaar later zou die geschiedenis zich min of meer herhalen voor Dokimos Charalambous . Ook zijn carrière begon bij Elpida Brachopoulou, en ook hij bleef lang met haar samenwerken. In zijn geval was dat dan wel als klarinettist. Haar echtgenoot, Yorgos Brachópoulos, was zelf ook een uitstekende klarinetspeler, maar in die tijd, begin van de jaren 1980, was het niet ongebruikelijk dat er een tweede klarinet meespeelde.

Ook nu weer leerde Dokimos heel veel bij op korte tijd, en het duurde niet lang voor zijn talent door andere zangers en zangeressen van traditionele Epirotische muziek opgemerkt werd. Die vroegen hem om met hen te gaan samenwerken, en van de ene samenwerking kwam dan de andere.

Stavrou en Dokimos staande op een podium
© Yannis Sidiropoulos 2014
Christos Stavrou en Dokimos Charalambous op een dorpsfeest in Leptokaria in 2014

Die samenwerkingen volgden elkaar niet netjes chronologisch op, ze lopen vaak parallel naast elkaar, meerdere jaren lang. Het is dan ook niet goed mogelijk om een overzicht te geven, maar het is wel een feit dat Dokimos Charalambous in de loop van al die jaren met zowat alle zangers en zangeressen heeft samengewerkt die iets te betekenen hebben binnen de Epirotische traditionele muziek.

Een uitschieter daarbij is toch wel zijn samenwerking met de zanger Christos Stavrou, die zomaar eventjes ... vijfendertig jaar duurde, tot aan het plotse overlijden van Stavrou in 2016. Meer hierover leest u helemaal onderaan de pagina, aan het einde van onze discografie van Dokimos Charalambous .

In die discografie zijn trouwens ook de sporen terug te vinden van al die langdurige en elkaar overlappende samenwerkingen.

Een greep uit zijn optredens in 2016 maakt ook veel duidelijk. Dat is het jaar vóór hij naar het "Nous sommes grecs" festival in Brussel kwam, maar verder is het willekeurig gekozen en daarom misschien toch ook wel representatief.

In januari 2016 werd hij bijvoorbeeld uitgenodigd door Petroloukas Chalkias en Andonis Kyritsis . Die vierden toen, in een club in Athene, hun veertig jaar samenwerking (die hen tussen haakjes ook naar België en Nederland bracht, onder meer in september 2000) . De twee eminente vertegenwoordigers van de Epirotische muziek hadden niet minder dan acht andere klarinettisten en evenveel andere zangers uitgenodigd om samen met hen op te treden, plus vier dansgroepen. De lijst van de klarinet -spelers is tegelijk ook een lijst van een aantal van de meest vooraanstaande virtuozen op dit instrument die er momenteel in Griekenland te vinden zijn. Het waren Alexandros Arkadopoulos , Napoleon Damos, Stavros Kapsalis, Yorgos Kotsinis, Thodorís Tasoulas, Nikos Filippidis , Charalambos Chalkiás en - jawel - Dokimos Charalambous .

In februari 2016 verschenen er dan twee cd's, allebei live opgenomen tijdens een feest in Nea Zoï, een dorpje op ongeveer 16 km van Trikala (Centraal Griekenland). Dokimos Charalambous speelde er uiteraard klarinet, maar er was nog een tweede klarinettist, een zekere Charis Kokas. Ook op de zang was er niet bezuinigd. Behalve Dokimos Charalambous zelf - die inderdaad ook meer dan behoorlijk kan zingen - waren er ook nog Andonis Kyritsis , Dina Alexopoulou en Kostas Tzimas.

Met die zelfde zanger Kostas Tzimas trad Dokimos Charalambous in april 2016 op in een muziekclub in Trikala zelf. Tzimas geldt als één van de bekendste Epirotische zangers, en Dokimos maakte met hem minstens drie of vier platen, de twee hoger genoemde niet eens meegerekend. De eerste daarvan verscheen al in 2005, en ze werken dus al minstens elf jaar samen.

In juli 2016 speelde Dokimos Charalambous op een Epirotisch feest van een vereniging in Vlachava, een klein dorpje ten noorden van Kalambaka (bekend van de Meteora-kloosters). De zangeres was Elli Kosmá. Ook met haar maakte hij (minstens) drie platen, de eerste in 2003.

In het winterseizoen 2016-2017 tenslotte speelde hij elke vrijdag in een taverna in Athene, waar hij optreedt met zijn eigen groep.

En tussen haakjes: in 2011 had hij zelfs een tijdje zijn eigen club in Nea Selefkia, vlak bij Igoumenitsa. Die club heette niet toevallig " Dokimos ", en in de winter was hij daar te vinden. Maar ook hier gooide de Griekse crisis roet in het eten, en tegenwoordig woont Dokimos Charalambous opnieuw permanent in Athene.

Dokimos als deel van het geheel

Het is interessant om eens te kijken hoe een man als Dokimos Charalambous te situeren valt binnen het geheel van de Epirotische traditie. Die is immers erg rijk en is nog heel erg levend, zowel in de dorpen van Epirus zelf als in de steden in binnen- en buitenland waar Epirotische emigranten wonen. Hoe past Dokimos in dat plaatje?

Als vijfenvijftigjarige (in 2017) is Dokimos Charalambous eigenlijk nog relatief jong voor iemand met zo'n reputatie. Bovendien is hij nog één van de weinige virtuozen die zich uitsluitend met de Epirotische traditie bezig houden. Zelfs de generatie vóór hem waagde zich al op andere terreinen, en dat geldt zeker voor de jongeren.

Hij behoort ook tot één van de laatste generaties traditionele muzikanten die het vak nog op de oude manier leerden, in de praktijk, van leermeester tot leerjongen. Kort na hem werd die "traditionele transfer-methode" deels vervangen door klassikaal onderwijs. Dat zorgt dan wel voor een stevige theoretische basis, en dat is een voordeel ten opzichte van de oudere generaties, maar anderzijds missen de jongeren - althans volgens sommigen - de voeling met de praktijk. Dus wordt er gepleit voor een combinatie van beide methodes, wat uiteraard niet onlogisch is.

In de loop van zijn veertigjarige carrière heeft Dokimos Charalambous zelf ook voor enige vernieuwing gezorgd binnen de traditie. Dat wordt hem niet altijd in dank afgenomen, maar daarbij vergeet men dan wel dat de traditie ook vroeger al steeds meegegaan is met haar tijd. Dat is precies het kenmerk van een levende traditie, want zonder evolutie zou het een dode traditie zijn en die hoort thuis in het museum.

Bovendien zijn de vernieuwingen van Dokimos allerminst revolutionair te noemen.

Enerzijds heeft hij, net als vele andere traditionele muzikanten, zelf ook enkele nieuwe nummers geschreven, in traditionele stijl dan uiteraard en nagenoeg niet te onderscheiden van de eeuwenoude "echte" traditionele liedjes. Ook deze "neo-dimotika" wordt door velen verguisd, wegens te commercieel, maar in zekere zin is de traditionele muziek altijd al "commercieel" geweest. In bepaalde regio's waren het de dorpsbewoners zelf die tijdens de jaarlijkse feesten voor de muziek zorgden, maar onder meer in Epirus zijn de muzikanten al vele generaties lang professionelen. Die moeten dus leven van hun muziek, en dat betekent dat ze succes moeten hebben bij het publiek. Zonder succes hebben ze immers geen werk, en zonder werk hebben ze ook geen inkomen.

Dokimos gezeten naast een uit elkaar geschroefde klarinet
© Dokimos Charalambous 
Aankondiging van een dorpsfeest met Dokimos

Dat brengt ons dan bij de tweede "vernieuwing" die Dokimos Charalambous in de traditionele Epirotische muziek binnensmokkelde, en dat is het show-element. Zo schroeft hij bijvoorbeeld al spelend zijn klarinet uit elkaar, onderdeel per onderdeel, tot hij uiteindelijk nog alleen maar op het mondstuk speelt. Hij is daarin niet alleen, een Yorgos Mangas doet dat bijvoorbeeld ook, maar het publiek van Dokimos vindt het in elk geval telkens weer erg geslaagd.

Dat is ook te merken aan de affiches waarmee de dorpsfeesten aangekondigd worden. Meestal werven die met een klassieke portretfoto, waarop de artiest vaak met zijn of haar kenmerkende attributen afgebeeld staat. Een klarinettist bijvoorbeeld poseert trots met zijn instrument. Maar als Dokimos Charalambous optreedt, dan verschijnen er ook wel affiches waarop hij, enigszins peinzend, naar een uit elkaar geschroefde klarinet zit te kijken. De stukken daarvan staan vóór hem op tafel uitgestald, als een soort Ikea bouwpakket, zonder gebruiksaanwijzing dan wel. Dokimos lijkt zich af te vragen hoe hij dat ding in 's hemelsnaam weer in elkaar moet gepuzzeld krijgen, maar ook dat is natuurlijk deel van de show.

En zo zijn er nog een paar details. Zo houdt hij af en toe tijdens het spelen een sigaret tussen zijn pink en zijn ringvinger geklemd, een duidelijke knipoog naar de rembetika . Daar doen de "echte" bouzouki -spelers dat namelijk ook. Anderzijds moet hij zijn sigaret wel érgens kwijt tijdens het spelen en is dit wellicht de meest voor de hand liggende plaats.

En dan is er nog de "chartoura", letterlijk de "paperasserij", maar met de paperassen zijn in deze context de bankbiljetten bedoeld waarmee het publiek de muzikanten betaalt. Ze stoppen die tussen de snaren van de viool of tussen de kleppen van de klarinet, of ze maken de biljetten nat en kleven ze op het voorhoofd van de muzikanten. Dat wordt tegenwoordig niet meer op alle feesten gedaan, maar vroeger was het wel de gewoonte, zeker op dorpsfeesten, waar er geen centrale organisatie was die over een kas beschikte.

Dat veranderde toen de dorpen begonnen leeg te lopen. Daardoor kwam de traditie onder druk te staan, en om dat op te vangen werden er her en der culturele verenigingen opgericht. Die organiseerden danslessen en ze hadden vaak een eigen dansgroep. Ze regelden dan ook het dorpsfeest zelf, waar de ex-dorpelingen vanuit de steden naartoe kwamen. In principe waren zij trouwens lid van die vereniging, en ze betaalden een jaarlijks lidgeld. De vereniging beschikte dus over een kas om de muzikanten mee te betalen. Op dergelijke feesten was het "ελεύθερος χορός" (eleftheros choros). Iedereen mocht "vrij dansen", of juister: "gratis dansen". Ook steden en gemeenten organiseerden allerlei feesten, en ook die hadden een kas om de muzikanten mee te betalen.

Maar door de crisis zijn al die kassen tegenwoordig leeg en de "chartoura" is dus weer in opmars.

Dokimos met iemand die op het punt staat een bankbriefje tussen de kleppen van zijn klarinet te steken
© "Eleftheria Chara" 2014
Dokimos en de "paperassen"

Er is wel een belangrijk verschil. Vroeger speelden de muzikanten "op bestelling": iemand vroeg een liedje, betaalde daar ook voor, en had dan in ruil het alleenrecht om er met zijn of haar gezelschap op te dansen. Tegenwoordig wordt er nog wel op bestelling gespeeld, maar aan dat alleenrecht wordt niet zo strikt meer de hand gehouden. Dat zou ook niet meer kunnen, want dan zou er bijna niemand meer kunnen dansen. En hier komt dan de Griekse solidariteit om de hoek kijken. Op sommige feesten zijn het gewoonweg de dorpsbewoners met de grootste financiële draagkracht die betalen om ook de anderen te laten dansen. Niet zelden zijn het emigranten die vanuit het buitenland op vakantie zijn in hun vroegere dorp om er het jaarlijkse feest mee te maken.

Dokimos Charalambous speelt daar letterlijk en figuurlijk op in. Hij neemt de bankbiljetten niet discreet in ontvangst, maar hij zorgt er integendeel voor dat de milde schenkers de nodige aandacht krijgen. Hij komt dan bijvoorbeeld van het podium vandaan en gaat demonstratief bij hen aan tafel zitten. En vermits alle blikken op hem gericht zijn, ziet iedereen ook hoe de "paperassen" van eigenaar wisselen - en dat spoort dan weer anderen aan om hun voorbeeld te volgen. Het gevolg is uiteraard dat Dokimos zelf ook meer verdient, maar toch is het hem niet zozeer om het geld te doen, maar vooral om de sfeer. Dat wordt duidelijk op het moment dat er niemand (meer) betaalt - gewoon omdat er niemand meer is die nog (meer) kan betalen. Dan speelt Dokimos gewoon verder, alsof er niets aan de hand is. En dat doet hij dan weer wél discreet, zodat er niemand zich hoeft te schamen.

Sommige muzikanten betreurden het verdwijnen van de "chartoura oude stijl". Alweer niet om het geld - zeggen ze toch - maar wel omdat er een soort dialoog ontstond tussen de muzikanten en diegene die voor de dans betaald had. Die danste dan vooraan, en hij (of zij) volgde uiteraard wel de muziek, maar omgekeerd volgde de muziek ook de danser. Als de voordanser zijn figuren breed uitspon, dan deden de muzikanten hetzelfde. Door die wisselwerking - zeggen de voorstanders van de "chartoura" - ontstonden er "nieuwe dingen", en de traditie kreeg verse zuurstof. Met het systeem van "eleftheros choros" is dat niet meer mogelijk, beweren ze. Er zijn immers verschillende groepen tegelijkertijd actief op de dansvloer, in plaats van één enkele voordanser met zijn gezelschap, en je kan niet met iedereen tegelijk "in dialoog" gaan.

Dokimos Charalambous bewijst echter dat het wel degelijk mogelijk is. Hij heeft zelfs een heel eenvoudige oplossing voor het probleem. Hij gaat gewoon met zijn klarinet midden op de dansvloer staan, tussen de dansers in, en hij gaat afwisselend met de voordansers van de verschillende groepen "in dialoog". En omdat er niemand meer is die het alleenrecht opeist, is er ook niemand die protesteert als hij zijn aandacht verlegt naar het volgende gezelschap. Het ei van Charalambous, als het ware.

Toch is het minder eenvoudig dan het klinkt. Je mag immers niet op het verkeerde moment "overschakelen", want dat zou een domper op de feestvreugde van die groep zetten. Maar hij heeft voldoende tact en fijngevoeligheid om het telkens weer voor elkaar te krijgen.

Het nageslacht

Eleftheria Charalambous op de dansvloer temidden van de dansers
© Maria Gremou / Vangelis Gkaronis 2017
Eleftheria Charalambous zingt op een trouwfeest in 2016

Men zegt dat de appel niet ver van de boom valt, en dat is dan zeker van toepassing op die muzikale families waar Griekenland zo rijk aan is. Met Dokimos lijkt de familie Charalambous nog lang niet aan het eind van haar Latijn, want zijn twee dochters zijn goed op weg om in de voetsporen van hun vader te treden.

De oudste dochter, Eleftheria Charalambous (Ελευθερία Χαραλάμπους) zingt en speelt laouto . Ze begon daar vijf jaar geleden mee, dus ergens in 2011 of 2012. Ze zegt dat ze elke dag nog drie tot vier uur oefent. Toch begon ze gewoon te zingen omdat ze het graag deed, voor haar plezier dus, maar ze hoopt wel om er ooit haar beroep van te kunnen maken. Ze houdt zowel van optredens in “kentra” als op een panigyri. Die zijn totaal verschillend, zegt ze, maar ze hebben allebei hun eigen charme.

Tegenwoordig gaat ze vaak mee "uit werken" met haar vader. Daarbij bewijst ze dat ze een goede leerlinge is, niet alleen op muzikaal vlak maar ook als entertainer. Ook zij gaat namelijk de dansvloer op en verdeelt haar aandacht in gelijke mate tussen de verschillende groepen dansers, zodat iedereen tevreden is.

In januari 2017 (of augustus 2016) verscheen haar eerste eigen cd, onder de titel “Ήπειρος γλυκά σε τραγουδώ” (Ipiros glyka se tragoudo, Epirus ik bezing je zoetgevooisd). Het is meteen een dubbel-cd geworden, en ze werd dan nog uitgegeven bij General Music ook. Met de crisis is dat niet echt vanzelfsprekend.

Foto van de jonge Ioanna Charalambous met klarinet
© Dokimos Charalambous 
Ioanna Charalambous in 2016

Ook de jongste dochter, Ioanna Charalambous (Ιωάννα Χαραλάμπους), heeft al behoorlijk wat indruk gemaakt, ook al is ze (in 2017) nog maar pas twaalf. Toch speelt ze al klarino (bijna) als een grote.

Ze groeide dan ook op met de klanken van de klarino , van 's ochtends tot 's avonds. Gelegenheden waren er in overvloed. Haar vader verklaarde onlangs in een interview dat hij ook nu nog steeds elke dag oefent. Maar ook allerlei bekende zangers en zangeressen kwamen bij hen over de vloer om te repeteren met haar vader, en de kleine Ioanna spitste dan telkens de oren.

Op haar zevende begon ze uit zichzelf te spelen, zonder dat ze daartoe aangezet was. Ze bleek het gewoon vanzelf opgepikt te hebben.

Haar vader vond dat ze het goed deed en hij was natuurlijk trots op haar, maar tegelijk begreep hij ook dat hij niet bepaald de juiste persoon was om objectief te kunnen oordelen over het talent (of het gebrek daaraan) van zijn oogappel.

Daarom stuurde hij haar naar niemand minder dan Alexandros Arkadopoulos , en hij vroeg hem om zijn mening te geven. Arkadopoulos luisterde aandachtig en vond het meisje inderdaad veelbelovend klinken.

Ze volgt tegenwoordig les bij hem, omdat Arkadopoulos veel meer doet dan “alleen maar” Epirotisch, en haar vader wil graag dat ze een brede basis heeft.

Wat Dokimos daar niet bij vertelt, maar wat allicht ook een rol heeft gespeeld, dat is het feit dat vrouwelijke instrumentalisten in de traditionele muziek nog altijd niet ingeburgerd zijn. En als ze er al zijn, dan spelen ze vaak een begeleidend instrument. Maar Ioanna had haar oog laten vallen op de klarinet, de hoofdrolspeler in de Epirotische muziek, en dat is nog altijd een exclusief mannenbastion. Als zij daar een plaatsje wil veroveren, dan zou ze wel heel erg goed moeten zijn om aanvaard te worden. In andere genres ligt dat intussen al iets gemakkelijker. Dat verklaart misschien waarom Dokimos voor zijn dochter een zo breed mogelijke opleiding wil.

Dat neemt niet weg dat hij haar zelf ook les geeft in de Epirotische speelwijze. En hij neemt haar af en toe ook mee naar zijn werk, waar ze dan een gastrolletje toebedeeld krijgt. De reacties van het publiek zijn alvast laaiend enthousiast. Wordt vervolgd, dus?

Discografie

Onderstaande discografie is verre van volledig, maar ze geeft wel een goed beeld van de vele (en langdurige) samenwerkingen van Dokimos Charalambous .

Daarnaast valt het ook op dat er heel wat live-opnames bij zijn. Dat is gebruikelijk voor deze soort muziek, die tenslotte feestmuziek is. De mensen kopen dergelijke platen niet om er naar te luisteren, maar wel om er thuis met familie en vrienden op te dansen. Als de vertolkers dan goed zijn, dan is de technische kwaliteit van minder belang. Voor de platenmaatschappijen is het ook veel goedkoper om zo'n feest in te blikken dan om studio-opnames te maken. Daardoor kan de verkoopprijs lager gehouden worden, wat dan weer de afzet bevordert. En zo is iedereen tevreden, meer moet dat niet zijn, of wel?

Volgens Dokimos Charalambous zelf zou zijn eerste eigen plaat al in 1989 verschenen zijn. Daarop staat meteen ook zijn bekendste eigen nummer “Krima ti krima”, en hij zingt er zelf ook op. Die plaat hebben we echter niet kunnen terugvinden, het nummer komt later wel weer terug.

2000 : “Σήμερα είμαι ευτυχής" (Simera ime eftichis, Vandaag ben ik gelukkig). Dit is de vroegste plaat van Dokimos Charalambous die wij hebben kunnen traceren. De zangeres is Niki Karagianni, die zelf haar eerste eigen langspeelplaat al in 1980 uitbracht.

In juli 2015 werkte Dokimos nog altijd met haar samen voor een dorpsfeest in Prodromi, een klein bergdorpje bij Paramithiá, niet al te ver van Igoumenitsa. Dat feest was georganiseerd door de plaatselijke voetbalploeg en de dansers hoefden niet zelf te betalen.

2000 : "Τραγουδώντας Στη Γη Του Πύρρου" (Tragoudondas sti yi tou Pyrrou, Zingend in het land van Pyrrhus). Deze plaat is dan meteen de uitzondering die de regel bevestigt dat ze gemaakt worden om op te dansen. Dit is namelijk een soort documentaire plaat met polyfonische liederen uit het noorden van Epirus. Het was een initiatief van de " Ομοσπονδία Μουργκάνας", (Omospondia Mourganas), letterlijk de "Federatie van Mourgana", oftewel de (culturele) vereniging van de inwoners van Mourgana. Dat laatste is de bergstreek in het noorden van Epirus, vlak bij de Albanese grens. Dat was indertijd ook de streek waar indertijd Pyrrhus heerste (bekend van zijn overwinning), vandaar ook de titel.

Het album is het resultaat van jarenlang onderzoek door de dansleraar van de vereniging, Yorgos Stergiou (Γιώργος Στεργίου, °1942). Het zijn stuk voor stuk liedjes uit de streek zelf, en enkele daarvan werden nooit eerder op plaat gezet. Ze werden gezongen door het koor van de vereniging, begeleid door flogera , laouto , viool en defi , plus natuurlijk de klarinet van Dokimos Charalambous .

2001 (?) : “Ηπειρωτική διαδρομή" (Ipirotiki diadromi, Rondreis door Epirus). De zanger is Christos Stavrou, met wie Dokimos al samenwerkt sinds 1982 of zo, bijna helemaal van in het begin dus. We hebben deze plaat in 2001 gesitueerd, maar dat is een schatting van ons. De juiste datum is (ons) niet met zekerheid bekend, iets wat in dit genre vaker voorkomt. Het kan iets later zijn, maar in principe niet vroeger.

Dat illustreert meteen ook de beperkingen van een discografie van een traditionele muzikant. In andere genres kun je iemands carrière aflezen aan zijn of haar albums, terwijl we hier pas een eerste opname vinden na bijna twintig jaar intense samenwerking. Het was ook een belangrijke samenwerking. De twee werden immers boezemvrienden en de samenwerking bleef doorgaan tot aan de plotse en tragische dood van Christos Stavrou in 2016 (zie onder).

En tussen haakjes: de letterlijke vertaling van de titel van deze plaat zou eigenlijk "Epirotisch parcours" moeten zijn, maar hier (en elders) hebben we gekozen voor een minder "kromme" vertaling, die bovendien de betekenis beter weergeeft.

2003 : "Κάνει κέφι ο Ηπειρώτης" (Kani kefi o Ipirotis, De Epiroot maakt plezier). Een studio-opname, gezongen door Elli Kosmá (Έλλη Κοσμά). Zij staat bekend als een traditionele zangeres, maar dat neemt niet weg dat zij een deel van de liedjes zelf schreef (zowel tekst als muziek). De meeste andere zijn traditionele liedjes, slechts drie zijn nieuw maar van andere auteurs.

2003 : "Γλέντια στην Ήπειρο" (Glendia stin Ipiro, Feesten in Epirus). Dit is dan weer een live-opname, met opnieuw Elli Kosmá en Christos Stavrou. Er werden veel traditionele nummers gespeeld, zoals je dat zou verwachten op dorpsfeesten, maar de plaat bevat toch ook een aantal nieuwe liedjes. Enkele daarvan werden geschreven door heel bekende namen, zoals Petroloukas Chalkias , Vasilis Soukas en Alekos Kitsakis. Dat de tijd ook in de dorpen niet stilstaat blijkt uit de bezetting: Kostas Soukas speelt ... elektrische gitaar. Een zekere Apostolos Charalambous zorgt voor ritme met zijn defi .

2004 : "Πανηγύρι στην Πάργα" (Panigyri stin Parga, Dorpsfeest in Parga). Zoals de titel het al laat vermoeden is dit een live-opname, gemaakt in Parga, het pittoreske stadje aan de kust. De zanger is deze keer Stelios Bellos. Maar er waren nog andere bekenden van de partij. Zo speelt Achilleas Chalkias bijvoorbeeld de viool . En ook hier vinden we Kostas Soukas met zijn elektrische gitaar, en Iakovos Soukas zorgt voor het slagwerk.

2004 : "Ποιός τον κάνει τούτο γάμο" (Pios ton kanei touto gamo, Wie doet er deze bruiloft?). Opnieuw een live-opname, deze keer allicht van een trouwfeest. De zanger is Christos Stavrou en onder de muzikanten vinden we alweer een ander familielid (?) van Dokimos : Andreas Charalambous speelt namelijk defi .

2005/5 : "Ηπειρώτικο γλέντι" (Ipirotiko glenti, Epirotisch feest). Een niet echt originele titel voor een live opname. De zangers zijn Elli Kosmá en Christos Stávrou.

2005/10 : “Γλέντι Με Την Έλλη” (Glendi me tin Elli, Feest met Elli). Een live opname, en de "Elli" is natuurlijk Elli Kosmá. Maar er is ook een tweede zanger die een paar nummers meezingt, en dat is dan opnieuw Christos Stavrou. Daarnaast is er ook een tweede klarinettist, namelijk Apostolos Kasiaras (Απόστολος Κασιάρας). Het album bevat een mix van traditionele liedjes en nieuw geschreven nummers (o.a. van Napoleon Damos, Petroloukas Chalkias e.v.a.).

2005 : "Ζωντανή Ηχογράφηση" (Zontani ichografisi, Live opname). Ook deze plaat wint geen prijs voor de meest originele titel van een live opname, maar in ruil zijn er dan wel drie zangers en twee klarinettisten. De zangers zijn Nikos Dáskalos (Νίκος Δάσκαλος), Pagona Athanasiou (Παγώνα Αθανασίου) en de vaste medewerker van Dokimos , Christos Stavrou (Χρήστος Σταύρου). De tweede klarinetspeler is Yorgos Giannakos (Γιώργος Γιαννακός).

2005 : "Ζωντανή Ηχογράφηση" (Zontani ichografisi, Live opname). Eigenlijk is dit het tweede deel van wat in feite een dubbel-cd is (en de plaat hierboven is dan het eerste deel), maar beide delen werden wel apart uitgegeven. De bezetting van dit tweede deel is ook enigszins anders. De eerste zanger hier is Kostas Tzimas (Κώστας Τζίμας). De twee andere zijn dezelfde als bij de vorige plaat, namelijk Pagona Athanasiou en Christos Stavrou. Ook de tweede klarinettist is anders, hier is het Napoleon Damos die speelt.

2006 : “Για Σένα Κρυφολιώνω” (Ya sena kryfoliono, Ik ben stiekem stapelgek op jou). Ook dit is een live-opname, die trouwens de ondertitel "Μια βραδιά στο πανηγύρι" meekreeg (Mia vradia sto panigyri, Een avond op het dorpsfeest). Voor de zang zorgden de vertrouwde medewerkers van Dokimos , namelijk Elli Kosmá en Christos Stávrou.

2006 : “Πανηγύρι Στη Λεπτοκαριά - Ζωντανή Ηχογράφηση” (Panigyri sti Leptokariá - Zondani ichografisi, Dorpsfeest in Leptokariá - live opname). De titel spreekt voor zich, en Leptokariá is natuurlijk het geboortedorp van Dokimos zelf. Opnieuw werken er een indrukwekkende reeks zangers aan mee: Alekos Kitsakis (Αλέκος Κιτσάκης), Savvas Siatras ( Σάββας Σιάτρας ) en (natuurlijk) ook Christos Stavrou. Er werd ook een dvd van uitgebracht in het zelfde jaar 2006. Andreas Charalambous speelt defi .

Interessant is dat we hier twee liedjes aantreffen met tekst en muziek van Dokimos Charalambous zelf. Track 20 is “Solo Pogonisio” en track 22 heet heel toepasselijk “Solo Dokimo”.

2007 of 2008 : “Ένας Άγγελος Γραμμένος – Γλέντι στη Νέα Ζωή Τρικάλων” (Enas angelos grammenos, Een beeldschone engel). De ondertitel "Glenti sti Nea Zoï Trikalon" wijst alweer op een live opname, deze keer gemaakt tijdens een feest in Nea Zoï, een dorpje op ongeveer 16 km van Trikala vandaan. De zang wordt verzorgd door Christos Stavrou, Kostas Tzimas en Pagona Athanasiou. Maar Dokimos Charalambous speelt niet alleen klarinet, hij zingt deze keer ook zelf mee. Tussen de 25 liedjes op deze plaat staat ook zijn bekendste eigen nummer, “Τι κρίμα” (Ti krima, Wat jammer).

De titel van de plaat kan misschien enige toelichting verdragen. Letterlijk betekent die "een geschreven engel". Het Epirotische idioom gebruikt "grammenos" (geschreven) echter ook voor iets dat "geschilderd" is, dus iets schilderachtigs, en dus iets heel moois. Ze hebben het dan over een "geschreven kind", of een "geschreven dorp", enzovoorts. Vandaar onze vertaling "beeldschone engel".

Maar er is meer. De Griekse taal gebruikt "grammenos" (geschreven) ook voor iets wat door het (nood)lot bepaald is, iets dus wat in het "boek des levens" staat opgetekend en dat daarom onontkoombaar is. Wat de "engel" betreft wil het Griekse volksgeloof dat ieder mens er daar twee exemplaren van toegewezen krijgt bij zijn geboorte: een goede engel (de "engelbewaarder"), maar ook een "slechte engel". Die laatste probeert "zijn" mens op het slechte pad te brengen, en de eerste probeert dat te voorkomen. Het is dan misschien niet overdreven om daar een overblijfsel in te zien van de Schikgodinnen uit de Griekse oudheid, die elk pasgeboren kind een bezoek brachten. Die waren dan wel met drie: de eerste spon de (levens)draad, de twee anderen speelden de rol van goede en slechte engel, en die laatste knipte de draad door als het zover was. Het verschil was wel dat zij dat alles van tevoren bepaalden, en hun besluiten werden ook schriftelijk vastgelegd. En van zodra het geschreven stond, kon het ook nooit meer ongedaan gemaakt worden.

Het is dan interessant dat de uitdrukking "enas angelos grammenos" ook vaak gebruikt wordt op (Epirotische) trouwfeesten om de bruidegom te bezingen, en dan specifiek als het feest naar zijn einde loopt. Die lofbetuiging heeft dan misschien een dubbele bodem, zeker in een land waar gearrangeerde huwelijken tot enkele decennia geleden eerder regel dan uitzondering waren. De bruid zelf had immers totaal geen inspraak. Het maakte voor haar dan niet veel uit of de bruidegom al dan niet "een schilderachtige engel" was, maar "geschreven" was hij in elk geval ...

2009 : “Έτσι Εμείς Γλεντάμε” (Etsi emis glendame, Zo vieren wij feest). De eerste van twee platen die pal na elkaar uitgegeven werden. Het bijzondere is dat beide albums uitsluitend nieuw geschreven liedjes bevatten, waaronder enkele waarvoor Dokimos Charalambous soms de tekst schreef, soms de muziek, en soms allebei. De liedjes worden gezongen door Kostas Tzimas (Κώστας Τζίμας).

2009 : “Άντε Για Σηκωθείτε Φίλοι Μου” (Ade ya sikothite fili mou, Komaan vrienden sta op). Het tweede deel van dit "virtuele dubbel-album", opnieuw met Kostas Tzimas als zanger. Op dit tweede deel staan 15 nieuwe liedjes, eentje minder dan op het eerste. Hoeft het gezegd dat deze nieuwe liedjes allemaal in de traditionele stijl geschreven zijn? En het zal ook duidelijk zijn waarom die vrienden moeten opstaan: om te gaan dansen natuurlijk.

2010 (of 2009) : “Μουργκάνα” (Mourgana). Dit is een vervolg op de plaat die tien jaar tevoren werd uitgegeven door de "Omospondia Mourganas". De ondertitel " Δεκαέξι λησμονημένα Θεσπρωτικά τραγούδια" (Dekaeksi lismonimena Thesprotika tragoudia) spreekt alweer voor zich. Hij betekent "Zestien vergeten liederen uit Thesprotia", en dat laatste is de streek in het uiterste noorden van Epirus. Ook deze liedjes werden aan de vergetelheid ontrukt dank zij de inzet van Yorgos Stergiou, de dansleraar en (amateur)laograaf van de vereniging. Voor hun vorige plaat, uitgegeven in 2000, konden ze nog terecht bij General Music, maar inmiddels heeft de crisis toegeslagen en de vereniging bracht de plaat dan maar in eigen beheer uit.

Hun koor krijgt de steun en medewerking van Dokimos Charalambous en Valántis Vrakás (klarinet), Vangelis Koumzís (viool), Thanasis Makropoulos ( laouto ) en Panayotis Kalyvas ( defi ).

Als je deze tweede plaat zo naast de eerste legt, dan is er nog iets wat opvalt - toch in het kader van deze discografie van Dokimos Charalambous . Op de eerste plaat, die uit 2000, wordt zijn naam nergens vermeld op de cover, zelfs niet op de achterkant. Dat zou er op kunnen wijzen dat General Music hem toen nog niet bekend genoeg vond om de verkoop te bevorderen. Tien jaar later staat hij er natuurlijk wel op.

Het is ook tekenend dat Dokimos bereid was om aan deze tweede plaat mee te werken. De crisis was toen nog wel niet in alle hevigheid losgebarsten, maar men mag toch niet aannemen dat de vereniging over enorme budgetten beschikte, wel integendeel. Aan de andere kant was de reputatie van Dokimos intussen wel flink toegenomen, en in principe zou daarmee zijn vraagprijs ook moeten gestegen zijn. Dat is gewoon de wet van vraag en aanbod. Maar Dokimos zelf beweerde onlangs in een interview dat het geld hem eigenlijk niet zoveel kan schelen, en dit album is misschien wel het bewijs dat hij niet zomaar wat goedkope prietpraat vertelde.

2011 of 2012 : “Ντέρτια και παράπονα” (Dertia ke parapona, Verdriet en klachten). De zangers zijn Dimitris Chantzaras (Δημήτρης Χαντζάρας) en Nikos Chantzaras. Deze laatste speelt ook klarino , net als Dokimos zelf.

2016 : “Έχω Καϋμό Μεγάλο” (Echo kaïmo megalo, Ik heb een grote smart). Nog zo'n droevige titel, maar toch is dit een live opname van een vrolijk feest, opnieuw in Nea Zoï bij Trikala, waar eerder al een dergelijk feest ingeblikt werd. Deze keer duurde het feest wat langer, ofwel hadden de technici wat meer opnamecapaciteit bij de hand, want deze plaat is enkel het eerste deel van (alweer) een "virtuele dubbel-cd". Toch staan er niet minder dan 35 liedjes op.

Voor de zang tekenen Kostas Tzimas, Dina Alexopoúlou en Andonis Kyritsis .

2016 : “Μια Ζωή Ξενητεμένος” (Mia zoï ksenitemenos, Een leven in den vreemde). Het tweede deel van de live opname in Nea Zoï. Hier staan 28 liedjes op. De zangers zijn dezelfde als op het eerste deel, maar hier zingt ook Dokimos zelf mee. Er is ook een tweede klarinet bij, gespeeld door Charis Kokas (Χάρης Κόκας), en het slagwerk wordt bediend door Yannis Charalambous (Γιάννης Χαραλάμπους), een neef van Dokimos .

2016 of 2017 : " Ήπειρος γλυκά σε τραγουδώ” (Ipiros glyka se tragoudo, Epirus ik bezing je zoetgevooisd). Het eerste eigen (dubbel)album van Eleftheria Charalambous, de oudste dochter van Dokimos . Zij zingt en hij speelt klarinet.

2017 : Op het moment dat we dit schrijven (april 2017) legt Dokimos Charalambous de laatste hand aan een nieuwe cd die opgedragen is aan zijn boezemvriend Christos Stavrou, de zanger met wie hij vijfendertig jaar lang samenwerkte. Die overleed in juli 2016 in nogal tragische omstandigheden. Hij zakte plots in elkaar terwijl hij aan het dansen was op het trouwfeest van zijn eigen zoon. Alle hulp kwam te laat. Dat was totaal onverwacht, hij was amper 66 jaar oud en had nooit blijk gegeven van gezondheidsproblemen. Dokimos danste mee, hij stond achter hem in de rij, en hij was dan ook zwaar aangeslagen. "Hij viel gewoon dood neer, vlak voor mijn voeten", zei hij. "Mijn enige troost is dat hij eigenlijk stierf van blijdschap". Vandaar dus het nieuwe album, net geen jaar na het plotse overlijden. De titel is (ons) nog niet bekend.

 

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Petroloukas Chalkias

Volgende pagina
Christos Constantinou

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.